Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
9 februari 2023.
mr. P. van der Vliet en van hetgeen door verdachte en zijn raadsman mr. D. Nieuwenhuis, advocaat in Arnhem, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
- 1.247 stuks shells (Shell diverse effecten, artikelnummer 111/JG3111, producent [bedrijf 3] );
- 36 stuks shells (Shell diverse effecten, artikelnummer JG3686/686, producent [bedrijf 3] );
- 85 stuks shell (Shell diverse effecten, artikelnummer DS03/FD3046, producent [bedrijf 4] );
- 71 stuks shells (Shell diverse effecten, artikelnummer DS03/FD3020, producent [bedrijf 4] );
- 36 stuks shells (Shell diverse effecten, artikelnummer DS04/FP4113, producent [bedrijf 4] );
- 684 stuks shells (Shell diverse effecten, artikelnummer DS04/FD4104, producent [bedrijf 4] );
- 23 stuks shells (Shell diverse effecten, artikelnummer FRA005-4, producent [bedrijf 4] );
- 11 stuks shells (Shell diverse effecten, artikelnummer DS05/FD5066, producent [bedrijf 5] );
- 204 stuks shells (Shell diverse effecten, artikelnummer DS05/FR5024, producent [bedrijf 4] ).
- de aanwezigheid van het vuurwerk, al dan niet in de onmiddellijke nabijheid van verdachte. Daarbij geldt dat de eigendomsvraag van het vuurwerk er niet toe doet en ook niet van belang is waar het vuurwerk zich bevindt. Wel is van belang dat verdachte over het vuurwerk kan beschikken. Deze beschikking hoeft niet onmiddellijk te zijn;
- een (machts)relatie tussen verdachte en het vuurwerk. Daarbij geldt dat het enkel onder zich hebben nog niet zonder meer ‘voorhanden hebben’ oplevert, alsmede dat er een zekere relatie dient te bestaan tussen het vuurwerk en de dader in de zin dat met betrekking tot het vuurwerk een zekere machtsuitoefening mogelijk moet zijn en dat het gaat om een zekere handelingsbevoegdheid (beschikkingsmacht), waarvan ook sprake kan zijn als men geen zeggenschap heeft over het vuurwerk, maar wel over de plaats waar het zich bevindt;
- bewustheid van verdachte met betrekking tot de aanwezigheid van het vuurwerk. Daarbij geldt dat bij verdachte een meerdere of mindere mate van bewustheid moet bestaan ten opzichte van het aanwezig hebben van het vuurwerk. De aanduiding van ‘in meer of mindere mate’ geeft aan dat verdachte zich bewust was van de (waarschijnlijke) aanwezigheid van het vuurwerk, zonder dat die bewustheid zich hoeft te uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van dat vuurwerk. Voor het bewijs van dergelijke bewustheid geldt dat daarvan ook sprake kan zijn in een geval dat het niet anders kan dan dat verdachte zulke bewustheid heeft gehad.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
- bordje met opdruk [bedrijf 2] ;
- bedrijfskleding [bedrijf 2] 2x shirt 1x banner;
- scanner t.b.v. pakket bezorgen, mogelijk van [bedrijf 2] ;
- scanner t.b.v. pakket bezorgen, eigendom [bedrijf 2] ;
- acculader scanapparatuur [bedrijf 2] ;
- 864 kilogram vuurwerk.
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
4 (vier) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bordje met opdruk [bedrijf 2] ;
- bedrijfskleding [bedrijf 2] 2x shirt 1x banner;
- scanner t.b.v. pakket bezorgen, mogelijk van [bedrijf 2] ;
- scanner t.b.v. pakket bezorgen, eigendom [bedrijf 2] ;
- acculader scanapparaat [bedrijf 2] ;
- 864 kilogram vuurwerk;
- 1 STK Telefoontoestel Google Pixel;