Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de plaatsopneming van 11 oktober 2022 in [woonplaats] en de aansluitend gehouden mondelinge behandeling in het gerechtsgebouw in Zwolle, waarbij de griffier aantekeningen heeft gemaakt;
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, die zich afspeelt in Zwolle, betreft het een burengeschil tussen [A] en [B] over de erfgrens en de erfdienstbaarheid van overpad. [A] is sinds 2019 eigenaar van twee percelen, terwijl [B] sinds 1991 eigenaar is van een aangrenzend perceel. De kern van het geschil draait om de vraag waar de erfgrens ligt, hoe de erfdienstbaarheid van overpad is vastgesteld en welke gevolgen dit heeft voor de beplanting en erfafscheidingen tussen de percelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de erfdienstbaarheid is gevestigd over de volledige lengte van het woonperceel van [A] en niet enkel tussen de woningen. Tevens is er een discussie over de verjaring van de erfdienstbaarheid en de onrechtmatige hinder door overhangende takken van bomen op het perceel van [B]. De rechtbank oordeelt dat [B] gedeeltelijk eigenaar is geworden van de strook grond door verjaring, waardoor de erfdienstbaarheid in dat gedeelte teniet is gegaan. De vorderingen van [A] tot verwijdering van beplanting en het oprichten van een schutting worden gedeeltelijk toegewezen, terwijl de vorderingen van [B] in reconventie worden afgewezen. De rechtbank compenseert de proceskosten, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.