Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De inleiding: het strafrechtelijk onderzoek Betula
4.De voorvragen
De bewijsoverwegingen
De beslissing
Rechtbank Overijssel
In de zaak voor de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, is op 28 december 2023 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van het opzettelijk voorhanden hebben van een grote hoeveelheid onveraccijnsde sigaretten en rooktabak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 23 januari 2017 tot en met 27 juni 2017 in Rotterdam samen met anderen opzettelijk tabak voorhanden heeft gehad zonder dat daarover accijns was betaald. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte schuldig zou worden bevonden, maar de rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde niet wettig en overtuigend was bewezen.
De rechtbank heeft het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting in overweging genomen, waarbij onder andere de verklaringen van de verdachte en de medeverdachten zijn betrokken. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte op de hoogte was van de illegale activiteiten die plaatsvonden in de door hem (onder)verhuurde ruimte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte geen feitelijke beschikkingsmacht had over de in beslag genomen accijnsgoederen en dat hij niet bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat er illegale sigaretten en tabak in zijn pand waren opgeslagen.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. De overige door de verdediging aangevoerde verweren behoefden geen behandeling meer, aangezien de vrijspraak al was uitgesproken. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is op 28 december 2023 in het openbaar uitgesproken.