ECLI:NL:RBOVE:2023:5145

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
08/241540-22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het medeplegen van handelen in harddrugs en deelname aan een criminele organisatie

Op 14 december 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van het handelen in harddrugs en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en vervoeren van grote hoeveelheden cocaïne, alsook aan het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven als bedoeld in de Opiumwet. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zeven jaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, betrokken was bij de invoer van meer dan 200 kilo cocaïne vanuit Curaçao naar Nederland, waarbij gebruik werd gemaakt van een dekmantelbedrijf. De rechtbank heeft de rechtmatigheid van de verkregen bewijsstukken, waaronder de Sky ECC-data, beoordeeld en deze als rechtmatig aangemerkt. De verdachte heeft zich gedurende het proces op zijn zwijgrecht beroepen, wat de rechtbank heeft meegewogen in de strafoplegging. De rechtbank heeft de ernst van de feiten, de rol van de verdachte binnen de criminele organisatie en de impact van de drugshandel op de samenleving in haar overwegingen betrokken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 08/241540-22 (P)
Datum vonnis: 14 december 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1966 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 21 februari 2023, 8 en 10 mei 2023, 3 augustus 2023, 31 oktober 2023 en 15, 24 en 30 november 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officieren van justitie
mr. A.E.M. Doedens en mr. L. Grooters en van wat door verdachte en zijn raadsman
mr. R.B.M. Poppelaars, advocaat in Breda, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na nadere omschrijving van de tenlastelegging van 21 februari 2023 als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
feit 1:het samen met anderen invoeren van cocaïne;
feit 2:de deelname aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van Opiumwetmisdrijven en het voorbereiden en bevorderen van die misdrijven;
feit 3:het samen met anderen voorbereiden en bevorderen van feiten bedoeld in artikel 10 lid 4 of 5 van de Opiumwet.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1)
hij in of omstreeks de periode 1 juni 2020 tot en met 6 juli 2022 te Vlissingen en/of [plaats 1] en/of Wateringen en/of Hengelo (O) en/of Vlaardingen en/of Megchelen en/of Delft en/of Vreden (Dld), in elk geval in Nederland en/of Duitsland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht
en/of heeft bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (in elk geval) (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad
(een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden cocaïne, waaronder (onder meer) bruto (ongeveer) 69 kilo cocaïne en/of (daarnaast) netto (ongeveer) 2,9 kilo cocaïne in juni 2022 en/of netto (ongeveer) 128 kilo cocaïne in juli 2022,
in elk geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,
zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel
aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2)
hij in of omstreeks de pleegperiode 1 juni 2020 tot en met 6 juli 2022 te Vlissingen en/of [plaats 1] en/of en/of Wateringen en/of Hengelo (O) en/of Vlaardingen en/of Megchelen en/of Delft en/of Vreden (Dld), in elk geval in Nederland en/of Duitsland, als oprichter en/of leider en/of bestuurder, althans als lid, heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten van (onder meer en/of voor zover bekend) hem, verdachte, en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde en/of vijfde lid en/of 10a eerste lid van de Opiumwet, te weten (telkens)
via en/of met betrekking tot zendingen/transporten gericht aan [bedrijf 1] B.V.
- het binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of het opzettelijk aanwezig hebben van (een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet

en/of - het voorbereiden en/of bevorderen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet;

3)
hij in of omstreeks 1 september 2020 tot en met 31 december 2020 te Hengelo (O) en/of Vlaardingen en/of Delft en/of Vreden (Dld), in elk geval in Nederland en/of Duitsland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten (telkens) het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren van (een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet,
voor te bereiden en/of te bevorderen
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, immers heeft verdachte,

tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of een of meer andere personen, dan wel alleen

- (een) (dekmantel)bedrijf/bedrijven geworven/verworven/geregeld en/of
- (vervolgens) dit/deze (dekmantel)bedrijf/bedrijven geschikt gemaakt, althans geschikt proberen te maken voor de illegale import en/of bewerking en/of verwerking en/of verkoop en/of aflevering en/of verstrekking en/of vervoer van cocaïne en/of
- ten behoeve van dit/deze (dekmantel)bedrijf/bedrijven (een) katvanger(s) geworven/geregeld en/of gebruikt en/of aangestuurd en/of
- gecommuniceerd en/of (telefonische) contacten en/of ontmoetingen en/of besprekingen en/of afspraken gehad en/of gemaakt ten behoeve van/over het gebruik van dit/deze (dekmantel)bedrijf/bedrijven voor de illegale import en/of bewerking en/of verwerking en/of verkoop en/of aflevering en/of verstrekking en/of vervoer van cocaïne.
3. De bewijsmotivering [1]
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten 1, 2 en 3 wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verweren gevoerd ten aanzien van de rechtmatigheid van de interceptie en de verwerking van de Sky ECC-data en heeft vervolgens verweer gevoerd ten aanzien van het bewijs. De rechtbank zal eerst ingaan op de door de verdediging gevoerde rechtmatigheidsverweren en het daarmee samenhangende voorwaardelijke verzoek.
3.2.1
Rechtmatigheidsverweren
De raadsman van de verdachte heeft aangevoerd dat de zich in het dossier bevindende Sky ECC-data op onrechtmatige wijze zijn verkregen en verwerkt. De onrechtmatige vergaring en verwerking heeft weliswaar niet plaatsgevonden binnen het voorbereidend onderzoek van onderzoek ‘Tartarus’, maar is wel van cruciale waarde geweest in de vervolging van verdachte. Zonder deze data is er onvoldoende bewijsmateriaal om het ten laste gelegde te kunnen bewijzen. Er is sprake van een vormverzuim dat analoog aan ex artikel 359a Wetboek van Strafvordering dient te worden beoordeeld. De ernst van het verzuim maakt dat de chatberichten primair moeten worden uitgesloten van het bewijs en subsidiair zal het vormverzuim dienen te leiden tot een strafvermindering van ten minste vijftig procent.
De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat de Franse autoriteiten, gelet op artikel 31 van de EOB-richtlijn (Richtlijn 2014/41/EU), een kennisgeving hadden moeten sturen aan Nederland, die door de Nederlandse rechter-commissaris getoetst had moeten worden aan de Nederlandse wet, waarbij de rechter-commissaris het Franse belang had moeten afwegen. In Nederland is er geen wettelijke grondslag voor de interceptie en ontbreekt bovendien het vereiste redelijke vermoeden. De rechter-commissaris zou om die reden toestemming voor de onderschepping slechts hebben kunnen weigeren.
De Franse autoriteiten hebben geen kennisgeving gestuurd. Dat betekent echter niet dat de wetgevende rechtsmacht en de rechtsbescherming dan niet meer in Nederland ligt. Die ligt hier nog steeds en daarom is het interstatelijk vertrouwensbeginsel ook niet van toepassing, aldus de raadsman.
De raadsman heeft verder aangevoerd dat de Hoge Raad in de prejudiciële beslissing van 13 juni 2023 ten onrechte heeft overwogen dat een verdachte geen beroep kan doen op de regeling in artikel 31 EOB-richtlijn, omdat deze regeling slechts belangen van soevereiniteit waarborgt doordat de regeling alleen ziet op het aftappen van telecommunicatie en niet op de daarmee samenhangende gegevens. De Hoge Raad gaat daarmee voorbij aan de verdeling van de rechtsbescherming en het recht op
effective remedydat door de regeling wordt gewaarborgd, aldus de raadsman. De raadsman verwijst hierbij ook naar de advocaat-generaal bij het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ EU) die over artikel 31 van de EOB-richtlijn geconcludeerd heeft dat de kennisgeving onder meer de in kennis gestelde lidstaat in staat stelt de grondrechten van personen op zijn grondgebied te beschermen,
Verder heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de verwerking van de Sky ECC-data op onrechtmatige wijze is geschied, vanwege strijdigheid met de artikelen 7 en 8 juncto 52 lid 1 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: het Handvest), omdat de informatievergaring zich niet heeft beperkt tot hetgeen strikt noodzakelijk is en daaromtrent niet voldoende waarborgen waren gesteld.
Voor het geval de rechtbank de raadsman niet zou volgen, heeft de raadsman verzocht vijf prejudiciële vragen te stellen aan het HvJ EU. De vragen gaan over de werking van artikel 31 EOB, de eisen die op grond van de artikelen 7 en 8 van het Handvest worden gesteld aan de artikelen 126m, 126nba en126uba Sv en aan de artikelen 126cc en 126dd en de Wet Politiegegevens en wat vervolgens daar het gevolg van is voor het gebruik van de onderschepte data in strafzaken.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft aangevoerd dat geen sprake is geweest van onrechtmatige verkrijging, bewaring en verwerking van de Sky ECC-data. De rechtmatigheidsverweren van de raadsman dienen dan ook te worden verworpen, aldus de officier van justitie.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat zij geen aanleiding ziet om uit te gaan van een wezenlijk andere vaststelling van de gang van zaken rondom de vergaring en verwerking van de Sky ECC-data in onderzoek Tartarus, dan zoals weergegeven in de beantwoording van de prejudiciële vragen door de Hoge Raad en zij zal dan ook uitgaan van hetgeen de Hoge Raad heeft weergegeven in de beslissing van 13 juni 2023 (ECLI:NL:HR:2023:913).
De rechtbank overweegt allereerst dat het feit dat geen sprake is geweest van een kennisgeving van Frankrijk aan de Nederlandse autoriteiten op grond van artikel 31 van de EOB-richtlijn, er niet voor zorgt dat de Sky ECC-data op onrechtmatige wijze zijn verkregen en verwerkt. Nog los van de vraag of Frankrijk een dergelijke kennisgeving aan Nederland had moeten sturen, is het niet zo dat vast staat dat de Nederlandse rechter-commissaris toestemming voor de onderschepping zou hebben geweigerd. De Hoge Raad heeft immers overwogen dat artikel 31 EOB-richtlijn niet is geschreven ter bescherming van specifieke belangen van de af te tappen of afgetapte persoon, maar verband houdt met, kort gezegd, de soevereiniteit van de betrokken landen en het daaraan verbonden uitgangspunt dat het aan de autoriteiten van een land is om te bepalen welke opsporingsactiviteiten op het eigen grondgebied plaatsvinden, ook al hebben de activiteiten hun uitwerking mede in andere landen.
Ook de door de raadsman genoemde conclusie van de advocaat-generaal bij HvJ EU brengt de rechtbank niet tot een ander oordeel nu deze in dezelfde conclusie overweegt dat (kort gezegd) de uitvaardigende autoriteit op grond van de EOB-richtlijn niet verplicht is om te beoordelen of de onderliggende maatregelen op basis waarvan het bewijsmateriaal is vergaard, in de uitvoerende staat rechtmatig zijn genomen. Sterker nog, dit mag zelfs niet, aldus de advocaat-generaal.
Op basis van vastgestelde feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dat de interceptie van de Sky ECC-data heeft plaatsgevonden in een Frans opsporingsonderzoek, met toestemming van een Franse rechter, op basis van Frans recht, met behulp van een Franse interceptietool en dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel in dat geval met zich meebrengt dat van de rechtmatigheid van die interceptie (en de daarop volgende verstrekking) moet worden uitgegaan. Het is niet de verantwoordelijkheid van de Nederlandse strafrechter om de rechtmatigheid van onderzoekshandelingen van buitenlandse autoriteiten (van een land dat is aangesloten bij het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens) te toetsen. Doet de Nederlandse rechter dat wel dan levert dat een aantasting van de soevereiniteit van dat land op.
Nu de onderzoekshandelingen en de daar uit voortkomende data vanwege het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet worden getoetst door de Nederlandse strafrechter, toetst deze ook niet of de interceptie van de Franse autoriteiten in strijd is met de artikelen 7 en 8 van het Handvest.
De rechtbank is van oordeel, in de lijn van de beslissing van de Hoge Raad, dat de data rechtmatig zijn verkregen en verwerpt de verweren van de raadsman. De cryptodata kunnen voor het bewijs worden gebruikt.
Stellen van prejudiciële vragen aan het HvJ EU
Gelet op al het voorgaande, acht de rechtbank het stellen van prejudiciële vragen aan het HvJ EU eveneens niet noodzakelijk voor de beoordeling van de verweren.
De rechtbank concludeert dat zij zich na de inhoudelijke behandeling, bestudering van alle stukken en nadere bestudering van de jurisprudentie voldoende voorgelicht en in staat acht een inhoudelijke beslissing te nemen in de zaak van verdachte. Het voorwaardelijke verzoek wordt dan ook afgewezen.
3.2.2
Bewijsverweren
Ten aanzien van feit 1 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat [verdachte] dient te worden vrijgesproken voor wat betreft alle transporten. Van de eerste twee transporten kan niet worden vastgesteld dat de inhoud illegaal was en bovendien kan niet worden vastgesteld dat de hoeveelheid van die transporten tussen de 40 en 50 kilogram is geweest. Voor de overige transporten ontbreekt het wettig en overtuigend bewijs voor de betrokkenheid van verdachte. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat slechts een bewezenverklaring kan volgen voor de periode 9 mei 2021 tot en met 6 juli 2021.
Wat betreft het tweede feit heeft de raadsman aangevoerd dat het dossier slechts bewijs bevat voor de periode van 1 juni 2020 tot en met 12 augustus 2021. Tevens is er onvoldoende bewijs om te kunnen stellen dat [verdachte] een bestuurder van de vermeende organisatie is geweest, zodat hij zowel voor een belangrijk deel van de periode als voor de strafverzwarende omstandigheid van het zijn van bestuurder dient te worden vrijgesproken. Tot slot heeft de raadsman aangevoerd dat [verdachte] dient te worden vrijgesproken van het plegen van voorbereidingshandelingen betreffende metaalbedrijven en schepen, nu daar het bewijs voor ontbreekt. Wat betreft het fruitbedrijf heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Leeswijzer
Ten behoeve van de leesbaarheid zal de rechtbank verdachte en zijn zes medeverdachten als volgt aanduiden:
[medeverdachte 1] , hierna: [medeverdachte 1] ;
[medeverdachte 2] , hierna: [medeverdachte 2] ;
[medeverdachte 5] , hierna: [medeverdachte 5] ;
[medeverdachte 6] , hierna: [medeverdachte 6] ;
[medeverdachte 4] , hierna [medeverdachte 4] ;
[medeverdachte 3] , hierna: [medeverdachte 3] ;
[verdachte] , hierna [verdachte] of verdachte.
3.3.1
Start van het onderzoek
Binnen onderzoek NIRO zijn in de periode van 2 maart 2020 tot en met 24 maart 2020 diverse TCI processen-verbaal verstrekt, waarin onder andere [medeverdachte 1] wordt genoemd in relatie tot het kweken van hennep en het handelen/invoeren van cocaïne.
Op 12 oktober 2020 is bij [medeverdachte 1] in onderzoek George een telefoon in beslag genomen waar zich in de hoes vier handgeschreven papiertjes bevonden waarop onder andere geschreven stond: ‘ [adres 1] ’.
In onderzoek Montenegro is op 26 november 2020 een telefoon, merk Apple iPhone type S6, in beslag genomen tijdens een doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 2] [2] Na onderzoek van de zich daarop bevindende gegevens, bleek dat het een Sky ECC crypto-telefoon betrof, waarvan de gebruiker gebruik maakte van de gebruikersnaam [accountnaam 1] . [3] Naar aanleiding van het gebruik van encrypte communicatie, waaronder aangetroffen gesprekken over dekladingen en schepen, afspraken en het briefje met het adres van [bedrijf 1] BV wordt op 1 december 2021 het onderzoek Tartarus21 gestart, betreffende internationale drugshandel.
3.3.2
Feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en hetgeen op de terechtzitting is besproken, de volgende feiten en omstandigheden vast.
Transporten juni/juli 2022
Op 6 juni 2022 kreeg de politie informatie van het Recherche Samenwerking Team (hierna: RST) op Curaçao dat er een container met Limestone stenen van [bedrijf 2] Curaçao naar [bedrijf 1] BV, aan de [adres 1] werd verstuurd. Men heeft hierbij gezien dat er iets in de container werd gestopt dat niet in lijn was met de gehele lading kalkstenen. De container ( [nummer 1] ) is op 5 juni 2022 op Curaçao geladen op een containerschip met de naam ‘ [naam 1] ’. [4] Op 22 juni 2022 is de container in de haven van Vlissingen gearriveerd. [5] Op 29 juni 2022 is de container vervoerd naar [bedrijf 1] BV in [plaats 1] , waar de container is leeggestort. Het transport is per mail geregeld vanaf het
e-mailadres [e-mailadres 1] . [6] Het bedrijf [bedrijf 1] BV is onderdeel van een bedrijf waarvan [medeverdachte 4] eigenaar is. [7]
Op 30 juni 2022 wordt de inhoud van de container met kalkstenen op het terrein van [bedrijf 1] BV gesorteerd door [medeverdachte 4] en bewerkt door [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] . [medeverdachte 4] stopt elf stenen in een IBC-container. [medeverdachte 5] brengt kruiwagens met stenen, die zijn gescheiden van de kalkstenen, naar binnen. [medeverdachte 6] gebruikt een grote moker en slaat hiermee de door [medeverdachte 5] binnengebrachte stenen kapot. In de stenen zitten pakketjes. Deze worden er door [medeverdachte 6] uitgehaald en in een kartonnen doos gedaan. [medeverdachte 5] pakt de pakketjes en stopt deze in vijf groene bigshoppers. [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] vervoeren de bigshoppers en een aantal losse pakketjes vervolgens in een Fiat Punto van [plaats 1] richting Hengelo. [8]
Ook [medeverdachte 3] is die dag enige tijd aanwezig in [plaats 1] . Hij vertrekt om 16.59 uur naar Hengelo, waar hij [medeverdachte 1] treft in restaurant [bedrijf 3] . Op de telefoon van [medeverdachte 3] zijn foto’s aangetroffen van groene bigshoppers met daarin witte blokken. [medeverdachte 3] maakt in restaurant [bedrijf 3] richting [medeverdachte 1] een gebaar en beeldt een rechthoek/vierkant uit. [medeverdachte 1] krijgt vervolgens de telefoon van [medeverdachte 3] aangereikt en kijkt op het scherm. De politie heeft geverbaliseerd dat het aannemelijk is dat op dat moment de foto van de drie groene bigshoppers is getoond aan [medeverdachte 1] , nu er geen andere foto’s in de beeldengalerij van [medeverdachte 3] zijn aangetroffen waarop soortgelijke ‘lichte plekken ’waarneembaar zijn. [9] [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] worden vervolgens aangehouden. [10] [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] worden aangehouden in Hengelo op de Weideweg, terwijl zij nog onderweg zijn met de Fiat Punto.
De pakketjes uit de Fiat Punto worden in beslag genomen. [11] Datzelfde geldt voor de stenen afkomstig uit de IBC-containers in [plaats 1] [12] Deze pakketjes en stenen zijn in partijen gewogen en er zijn monsters genomen. Forensisch onderzoek wijst uit dat beide partijen blokken cocaïne bevatten. [13] De blokken uit de Fiat Punto hebben een bruto gewicht van 69 kilogram en de blokken uit de IBC-containers hebben een netto gewicht van 2,9 kilogram. [14]
Op 27 juni 2022 komt er informatie van het RST op Curaçao dat er nog twee containers van [bedrijf 2] op Curaçao naar [bedrijf 1] BV worden verstuurd. Deze containers ( [nummer 2] en [nummer 3] ) zijn op 19 juni 2022 op Curaçao geladen op een containerschip met de naam ‘ [naam 2] ’. [15] De containers komen op 6 juli 2022 aan in de haven van Vlissingen en zijn daar vervolgens in beslag genomen. [16] In de lading van de container, opnieuw kalkzandsteen, worden meerdere afwijkende voorwerpen aangetroffen en na onderzoek blijkt het te gaan om pakketten met verdovende middelen. De pakketten worden gewogen en er worden monsters genomen. In container [nummer 2] bevinden zich 242 pakketten met een netto gewicht van 60,65 kilogram en in container [nummer 3] bevinden zich 267 pakketten met een nettogewicht van 67,78 kilogram. [17] Forensisch onderzoek wijst uit dat de pakketten cocaïne bevatten. [18]
Identificatie Encrochat, Signal en Sky-ECC.
In het onderzoek zijn [medeverdachte 2] en [verdachte] op Encrochat geïdentificeerd als respectievelijk [accountnaam 2] en [accountnaam 3] . Op Sky ECC zijn [medeverdachte 1] ( [accountnaam 1] ), [medeverdachte 2] ( [accountnaam 4] ) en [verdachte] ( [accountnaam 5] ) geïdentificeerd. [19] [medeverdachte 7] (hierna [medeverdachte 7] ) is als Sky ECC gebruiker [accountnaam 6] geïdentificeerd. [20] [medeverdachte 8] (hierna [medeverdachte 8] ) is geïdentificeerd als Sky Ecc gebruiker [accountnaam 7] . [21] [medeverdachte 9] (hierna [medeverdachte 9] ) gebruikt het Signal-account ‘ [accountnaam 8] ’. Het Signal-account ‘ [accountnaam 9] ’ is in gebruik geweest bij [medeverdachte 10] (hierna [medeverdachte 10] ). [22]
Aanloop en ‘overname’ [bedrijf 1] BV
Op 5 april 2020 zegt [medeverdachte 2] tegen [verdachte] op Encrochat dat er 2800 stuks colombiaanse is binnengekomen en op 7 april 2020 dat [verdachte] het rond kan maken voor 27500. Vervolgens zegt [medeverdachte 2] dat ze als ze kunnen afnemen bij de bron, ze wellicht de markt hier kunnen sturen met z’n drieën. [23] Op 1 juni 2020 zegt [verdachte] : “wij hebben ons eigen ding nu, een dat zetten wij op” [medeverdachte 2] antwoordt: “en lekker mondje dicht en werken gaan we, volledig op de achtergrond” [verdachte] antwoordt: “ik neem morgen even zo’n steen mee en dan kan je het zien…..hoe of wat”. [24] [verdachte] vraagt op 29 juni 2020 aan [medeverdachte 7] op Curaçao: “Wat is de prijs van die blokken bij jouw broer op Curaçao ook al weer?” [25] Op
2 juli 2020 zegt [verdachte] tegen [medeverdachte 2] : “Ik gaat me eigen alleen nog maar met onze eigen ding bezig houden, dat steen verhaal”. [26] Op 27 juli 2020 zegt [verdachte] tegen [medeverdachte 7] : “ik ben druk bezig en voor 90% is het rond Met het bedrijf(…) het is een bedrijf dat 15 bestaat jaar”. [27]
Op 4 augustus 2020 logt [medeverdachte 1] in op een e-mailadres en hij downloadt het KvK-uittreksel van het bedrijf [bedrijf 1] BV. [medeverdachte 1] ontvangt de inloggegevens van [medeverdachte 3] [28] Enkele uren hierna is er een ontmoeting tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] in Wateringen. [29] Op
6 augustus 2020 zegt [medeverdachte 2] via Sky ECC tegen [medeverdachte 1] : “ik heb de BV, de houdster BV en de aandeelhouder erachter fiscaal nagetrokken. Alles is oke. Graag de KvK omschrijving aanpassen zoals besproken en dan gaan we gas geven.” [30] Op 9 augustus 2020 vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 2] of alles van ‘die BV’ klaar is zodat ze er op 12 augustus 2020 heen kunnen en dan gas geven en dan kan hun ‘dikke vriend’ weg. [31] Op 12 augustus 2020 is er een ontmoeting op het adres [adres 1] , waarbij [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [verdachte] aanwezig zijn. [32] Op het adres [adres 1] , niet 15 zoals [medeverdachte 1] bericht aan [medeverdachte 2] via Sky ECC [33] , is het bedrijf [bedrijf 1] BV gevestigd, dat als bestuurder [medeverdachte 4] heeft. [34] Op 20 augustus 2020 bericht [medeverdachte 1] via Sky ECC aan [medeverdachte 2] dat de website morgen de lucht in gaat en dat hij nog wacht op de aanpassing van de KvK. [35]
Op 25 augustus 2020 wordt er via [e-mailadres 2] een mail, ondertekend door [medeverdachte 4] , naar de belastingdienst gestuurd om het eori-nummer van [bedrijf 1] met spoed te activeren. Een dergelijk eori-nummer is nodig voor een bedrijf om goederen in- en of uit te voeren buiten Europa. [36] Uit later onderzoek is gebleken dat het niet [medeverdachte 4] is die via [bedrijf 1] mailt met vervoerders en de belastingdienst, maar [medeverdachte 3] . [37]
Op 27 augustus 2020 heeft een ontmoeting plaatsgevonden tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [verdachte] om 13.30 uur, gelet op gebruik van de zendmast bij Van der Valk hotel Utrecht, Winthontlaan 4. Uit gesprekken via Sky ECC is op te maken dat [verdachte] en [medeverdachte 2] daarna een ontmoeting hebben om 14.00 uur bij hetzelfde hotel met [medeverdachte 8] . [38] [verdachte] vraagt op 27 augustus 2020 om 11:06 uur aan [medeverdachte 2] om € 1.000,- euro mee te nemen voor ‘zijn vliegticket’. [39] Op 1 september 2020 is [medeverdachte 8] vanaf Schiphol naar Curaçao gevlogen met vlucht [nummer 4] . [40] Op 1 september 2020 heeft [verdachte] vervolgens via Sky ECC contact met [medeverdachte 7] en benoemt dat ‘die jongen’ op het vliegveld staat en vraagt waar zijn taxi is. [41] Een dag hiervoor heeft [medeverdachte 7] aan Sky account ‘ [accountnaam 10] ’ het volgende doorgegeven: ‘ [nummer 4] 17:00 uur 1 sep aankomst’. [42] Op 2 september 2020 vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 2] om een afspraak te regelen met ‘die jongens’ omdat hun vriend aangekomen is op zijn ‘vakantie bestemming’. [43] Direct erna verstuurt [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 1] het volgende bericht: “Goedemorgen vriend, onze vriend is veilig en wel aangekomen, kunnen jullie vrijdag onze kant op komen?”. De afspraak wordt gemaakt voor die vrijdag om 18.00 uur. [44] Op 3 september 2020 verzendt [medeverdachte 1] het volgende bericht aan [medeverdachte 2] : “Hi. De vorige keer dat we bij dat kinderboerderij waren hadden we het erover dat we de boer wat zouden doneren. Jouw kameraad zei dat dat geen probleem was. Ik vindt het lelijk om erover te hebben maar zou jouw dat met hem kunnen overleggen en dat dat morgen in orde komt. Ik zie het als een kleine voorschot voor de boer die later weer verekend kan worden. Tot morgen. Gr”. Ongeveer een uur later vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 2] hoeveel hij nog had liggen en of hij 7000 mee kan nemen morgen, 2000 voor die boer en 5000 euro voor op die rekening. [45]
Op 26 oktober 2020 stuurt [verdachte] via Sky ECC een notitie door aan [medeverdachte 7] waarin een deel van het proces omschreven staat met betrekking tot het herwinnen van cocaïne dat is opgelost in of vermengd is met dragermateriaal. [46]
Eerdere transportenUit informatie van het RST blijkt dat er op 17 december 2020, 23 juni 2021, 5 januari 2022 en 13 januari 2022 zendingen van [bedrijf 2] voor [bedrijf 1] BV zijn aangekomen in Vlissingen. [47]
Eerste zending december 2020
Op 3 november 2020 vindt er een gesprek plaats op Sky ECC tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] , waarin [verdachte] het volgende zegt: “hij moet een mix bak doen, met groot en kleine stenen, waar 20 ton in gaat. Hij gaat toch door de scan. Die goedkoper vaart er iets langer over”. [48] Op 6 november 2020 vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 7] op Curaçao: “Heb jij mensen in Braziel om te zetten? Ik kan 50 stukjes per keer (…) Container BI krijg ik en bedrijf die het er uit haalt.”. [49] Op 20 november 2020 vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 7] : “blokken colm Prijs graag.” [50]
Op 25 november 2020 stuurt [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 1] foto’s van witte blokken met daarbij de opmerking ‘momenteel deze’ en ‘Colo, 32 kostprijs voor ons’. [51]
Op 29 september 2020 zegt [medeverdachte 1] via Sky ECC dat het gaat om “400 zakken van 25 kg per bak [52]
Op 29 november 2020 wordt de ‘ [naam 3] ’ van een zending van een container vanaf [bedrijf 4] te Curaçao naar [bedrijf 1] BV ondertekend. Het gaat om een lading limestone van 26920 kilogram.
In de woning van [medeverdachte 4] werd bij de doorzoeking op 30 juni 2022 een zwarte map aangetroffen met daarin diverse handgeschreven briefjes, waarop onder andere geschreven staat: ‘26920 kilogram, limestone, kalksteen, IBC, steen’. [53]
De container komt aan op 17 december 2020 in Vlissingen en wordt daar op 22 december 2020 opgehaald. In de agenda van [medeverdachte 4] staat op 11 januari 2021: laden? en op 13 januari 2021: laden [adres 3] . [54] Op dit adres zijn resten limestone brokken aangetroffen. [55] Op 5 maart 2021 stuurt [medeverdachte 3] een WhatsApp-bericht naar [medeverdachte 4] : “ze horen toch al bij jou te zijn?” [medeverdachte 4] antwoordt: “Hier is nog niets” en een uur later: “Hoe laat komt de rest?” [56] De dag erna vraagt [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 3] : “Hoe laat komt de monteur?” [medeverdachte 3] antwoordt: ‘wordt maandag” [57] In de agenda van [medeverdachte 4] staat op 6 maart 2021: Sabre sorteren. [58]
Tweede zending juni 2021
Op 9 mei 2021 bericht [medeverdachte 2] aan [verdachte] : “die kale wacht op onze terugkoppeling.” [59] ‘Kale’ is een bijnaam van [medeverdachte 1] . [60]
Er volgen ontmoetingen tussen onder meer [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [verdachte] op 11 mei 2021, tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] op 12 mei 2021 en tussen onder meer [naam 4] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] op 2 juni 2021. [61] Op 9 juni 2021 worden op Curaçao twee containers afgegeven met bestemming [bedrijf 1] . [62] Op 15 juni 2021 stuurt [medeverdachte 2] aan [verdachte] een spraakbericht: “als die auto niet gekeurd wordt moeten we de aflevering uitstellen” [63] en hij stuurt een WhatsApp-bericht naar [medeverdachte 3] : “App me wanneer die APK gekeurd is broer. SVP deze ochtend nog anders moet de garagist de levering uitstellen.” [64]
Er wordt door [medeverdachte 4] op 22 juni 2021 een factuur betaald voor een fysieke controle van de container door de douane. [65] Op 23 juni 2021 komen de containers aan in Vlissingen en in de agenda van [medeverdachte 4] staat op 23 juni 2021: aankomst?!? [66]
Op 6 juli 2021 stuurt [medeverdachte 3] een bericht naar [medeverdachte 4] om 16:49 uur: “tussen 17 uur en 18 uur verwachte aankomst (…) zou je even kunnen laten weten als polo rijklaar is”. [medeverdachte 4] antwoordt om 17:07 uur: “Polo is klaar” [67] Op 12 juli 2021 stuurt [medeverdachte 2] een bericht aan [verdachte] : ‘slecht nieuws uit het Oosten over die Vespa blijkt niet helemaal zuiver te zijn Veel plamuur.”. [68]
Op 2 augustus 2021 vindt een ontmoeting plaat tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 2] . Op 12 augustus 2021 stuurt [verdachte] aan [medeverdachte 2] het volgende bericht: "Ik wil je morgen zien, die stucwerk klus is klaar, dus afrekenen”. [medeverdachte 2] reageert daar op: “Luister. Spreek mij niet meer aan. Je hebt kale gesproken en we gaan zitten. Iedereen zegt dat wat hij heeft gehad en dan kijken we hoe het zit. Ik kom zelfs te kort”. [69] Op 1 september 2021 vindt een ontmoeting plaats tussen onder meer [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 7] . In de daaropvolgende maand vinden zeven ontmoetingen in verschillende samenstellingen plaats. [70]
Derde zending 5 en 20 januari 2022
Op 30 september 2021 vliegt [medeverdachte 6] naar Curaçao en op 16 oktober 2021 vliegt hij weer terug naar Amsterdam. [71] Er volgen ontmoetingen in Rotterdam tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 7] en [medeverdachte 1] op 7 oktober 2021 [72] , tussen [medeverdachte 7] en [verdachte] op 18 oktober 2021 [73] en tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 23 oktober 2021. [74] [verdachte] maakt geld over aan [medeverdachte 8] op Aruba op 23 september 2021 en op 3 en 7 oktober 2021 maakt hij weer drie keer geld over naar [medeverdachte 8] . [75] Op 18 november 2021 mailt [e-mailadres 1] aan [bedrijf 5] en reserveert twee 40ft containers voor het vervoer van Limestone kalksteen. [bedrijf 5] antwoordt dat er ruimte is op de [naam 5] en [bedrijf 1] geeft akkoord. [76] De levering komt later dan verwacht omdat de lading te zwaar is. [77] [verdachte] heeft op 17 en 20 december 2021 en op 4 en 17 januari 2022 een afspraak met [medeverdachte 7] . [78] Op 21 december 2021 is het afgiftemoment van de eerste container en de verwachte aankomst is 5 januari 2022, de tweede container wordt afgegeven op 27 december 2021 en wordt verwacht op 13 januari 2022. [79] [medeverdachte 4] vraagt op 23 december aan [medeverdachte 3] : “wanneer komt het kerstpakket?”. [80] Op 11 januari 2022 stuurt [medeverdachte 4] een WhatsApp-bericht aan [medeverdachte 3] : “op de mail nog niets ontvangen” en [medeverdachte 3] antwoordt: “ik kom morgen ochtend langs dan lukt het wel.” [81] Op 11 januari 2022 staat in de agenda van [medeverdachte 4] : “wel geweest” en op 12 januari 2022 staat er: “kokosnoten” ( [medeverdachte 4] heeft verklaard dat met kokosnoten de stenen die cocaïne bevatten worden bedoeld) [82] en bevindt zich op de telefoon van [medeverdachte 4] een foto van een kiepende vrachtwagen (container) aan de [adres 1] . [83] [medeverdachte 3] appt op 14 januari 2022 aan [medeverdachte 4] dat de hoofdmonteur ziek is en dat hij een andere monteur zal sturen die alles netjes opruimt. [84] [medeverdachte 4] noteert in zijn agenda op 14 januari 2022: ‘56 stukkers kokosnoten’ en op 16 januari 2022: ‘12 kokosnoten’. [85] Op 18 januari 2022 wordt de tweede container vanuit Vlissingen vervoerd naar [plaats 1] en op 19 januari 2022 staat er weer een foto op de telefoon van [medeverdachte 4] met een container waarbij stenen te zien zijn. [86] [medeverdachte 3] bericht [medeverdachte 4] dat hij om 14.00 uur in [plaats 1] zal zijn. [87] Vervolgens is er een ontmoeting in Papendal tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . [88] [medeverdachte 5] bericht zijn vriendin dat hij morgen een vriend van zijn vader moet helpen en dat hij daar 250 euro mee verdient. [89] De telefoons van [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] stralen op 20 januari 2022 om 9:51 uur aan op de masten in [plaats 1] . [90] Om 15.23 uur appt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 5] ; “Ben je al bijna terug (…) al in Hengelo(…) hoe lang nog”. [91]
Op 19 januari 2022 bericht [medeverdachte 9] aan [medeverdachte 10] : “Had die kale al laten weten wat die moest hebben voor poeder” en “vandaag laat ik 1 persen” [92] . De volgende dag wordt er in de woning van [medeverdachte 10] een foto van een blok cocaïne gemaakt. Op dat moment zijn [medeverdachte 10] , [medeverdachte 9] en [medeverdachte 1] in die woning. [93]
Op 28 januari vraagt [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 3] : “hebben ze nog belang bij deze natuursteen?” en [medeverdachte 3] antwoordt: “dat is top dan kan ik de monteur langssturen.” [94] Op 3 maart 2020 staat in de agenda van [medeverdachte 4] : ‘12 kokos’. [medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij 12 kokosnoten heeft achtergehouden om betaald te worden en dat [medeverdachte 6] die bij hem heeft opgehaald. [95]
Aanloop naar de transporten in juni en juli 2022
Er zijn ontmoetingen op 2 maart 2022 tussen [verdachte] en [medeverdachte 7] , op 19 maart 2022 tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] in Hengelo, op 26 maart 2022 tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] in Amsterdam. [96] Twee dagen later, op 28 maart 2022 mailt [bedrijf 1] naar [bedrijf 5] en worden er twee nieuwe containers besteld op Curaçao. [97] [verdachte] vraagt aan [medeverdachte 7] op
1 april 2022 of hij ‘de apk-papieren’ wil meenemen. [98] Er volgen weer ontmoetingen, waarna [bedrijf 1] aan [bedrijf 5] op 11 mei 2022 bericht dat er drie containers nodig zijn. [99] Op 18 mei 2022 is er een ontmoeting tussen [verdachte] , [naam 4] en [medeverdachte 7] . [100] [bedrijf 5] bericht op
13 juni 2022 aan [bedrijf 1] dat de verwachte aankomst van de eerste container op 22 juni 2022 is. [101]
Het afgiftemoment op Curaçao is 7 juni 2022. [102] [medeverdachte 6] vraagt op 14 juni 2022 aan [medeverdachte 1] of hij al meer weet en [medeverdachte 1] antwoordt: “Deze week hoor ik het. Het is snel. Elk moment.” [103] Op 16 juni 2022 vertelt [medeverdachte 4] aan een derde dat er drie containers per schip worden verwacht en dat “hun zeiden dat nu alles verpakt was in bolletjes.” [104] Op 17 juni 2022 zegt [medeverdachte 3] tegen [medeverdachte 1] dat ‘dat andere’ op schema is en [medeverdachte 1] vraagt of ‘de auto binnen is van de dealer’. [medeverdachte 4] zegt op 24 juni 2022 tegen [medeverdachte 3] : “vijf en dertig kilo per container zou het zijn” en [medeverdachte 3] antwoordt: “ ….Nee kan iets meer zijn..”. [105] De eerste container wordt op 29 juni 2022 gelost in [plaats 1] en [medeverdachte 3] zegt tegen [medeverdachte 1] dat de automonteur morgen stipt om 10 uur bij de garage moet zijn. [106] Later die avond bericht [medeverdachte 6] aan [medeverdachte 1] dat hij een auto heeft geregeld en om half 9 daar zal zijn. [107] Op 30 juni 2022 is [medeverdachte 6] om 8.45 uur bij de [adres 4] en arriveert samen met [medeverdachte 5] om 10.20 uur in [plaats 1] waarna zij aan het werk gaan met het sorteren van de kalkzandstenen. [108]
3.3.3
Verklaringen verdachten
[medeverdachte 4] heeft bij de politie verklaard dat hij zijn terrein beschikbaar heeft gesteld voor het kiepen van de ladingen kalksteen. Hij hielp met het sorteren van de pakketjes cocaïne en voerde het restmateriaal af. Hij heeft verklaard dat er de laatste drie jaar ongeveer elk half jaar een lading kwam, met tussen de 40 en 50 kilogram cocaïne per container. [medeverdachte 4] wist dat het om cocaïne ging. [medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij het beheer had over het e-mailadres van [bedrijf 1] ( [e-mailadres 1] ), maar dat hij er achter is gekomen dat [medeverdachte 3] het
e-mailadres kan onderscheppen. [medeverdachte 4] had alleen contact met [medeverdachte 3] en hij heeft in totaal een bedrag van € 45.000,00 gekregen van [medeverdachte 3] als verdienste voor zijn bijdrage.
[medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] vaker heeft gezien, als zij kwamen om te sorteren en de stenen kapot te slaan. [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] werkten altijd samen, in ieder geval twee keer, maar misschien drie keer. [medeverdachte 4] heeft verklaard dat hij er mee wilde stoppen, maar dat dat niet mogelijk was. [109]
[medeverdachte 6] heeft bij de politie verklaard dat hij op 30 juni 2022 naar [plaats 1] moest komen om te helpen om de cocaïne op te halen en naar Hengelo te brengen. Hij was er nooit eerder geweest en hij heeft de klus gedaan om zijn schulden af te lossen. Hij heeft een auto geregeld om samen met [medeverdachte 5] naar [plaats 1] te rijden. Hij wist dat hij cocaïne uit de stenen haalde en hij wist dat de cocaïne niet uit Nederland kwam. [110]
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij niets met de cocaïne te maken heeft en dat hij in januari 2022 eerder in [plaats 1] is geweest om stenen uit te zoeken. Hij zag pas dat het om cocaïne ging toen [medeverdachte 6] de stenen opensloeg op 30 juni 2022 en hij het in de groene tassen stopte. Hij zou voor deze klus tussen de € 500,00 en € 1.000,00 krijgen. [111]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij niets met cocaïne te maken heeft. Hij had interesse om het terrein in [plaats 1] te kopen en is daar om die reden een keer geweest. [112]
De overige verdachten, [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 2] hebben zich beroepen op hun zwijgrecht.
3.3.4
Beoordeling
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat [verdachte] de ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Feit 1 – invoer van cocaïne
Op grond van de hiervoor geschetste feiten en omstandigheden staat vast dat er op vier momenten (december 2020, juni 2021, januari 2022 en juni/juli 2022) containers met cocaïne uit Curaçao in Nederland zijn ingevoerd, via de haven van Vlissingen naar [plaats 1] . Ook staat vast dat [verdachte] bij deze invoer betrokken is geweest.
De verdediging heeft aangevoerd dat er onvoldoende bewijs is voor de betrokkenheid van [verdachte] bij de transporten en dat daarnaast uit het dossier niet blijkt of de transporten cocaïne hebben bevat, dan wel hoeveel.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de transporten cocaïne hebben bevat. [medeverdachte 4] heeft bij de politie verklaard dat de transporten de laatste drie jaar cocaïne hebben bevat en dat steeds tussen de 40 en 50 kilogram cocaïne per container werd verzonden.
De rechtbank is vervolgens van oordeel dat uit de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, ondubbelzinnig naar voren komt dat [verdachte] een organiserende en sturende rol had bij het opzetten van de cocaïne-lijn. [verdachte] had de contacten op Curaçao en is degene die gedurende de gehele periode veel communiceert met [medeverdachte 7] op Curaçao. Hij geeft aanwijzingen over de te hanteren werkwijze voor het importeren en hij communiceert – gebruik makend van een crypto-telefoon – eerst via [medeverdachte 2] en later rechtstreeks met [medeverdachte 1] . [verdachte] is betrokken bij het opzetten van de BV, is ook aanwezig op het terrein van [bedrijf 1] en is degene die het startsein geeft om te gaan ‘gas geven’. [verdachte] doet betalingen en stuurt ‘mannetjes’ naar Curaçao. De rol die [verdachte] heeft vervuld, als oprichter/leider, in de keten van invoer van cocaïne was belangrijk en onmisbaar en van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen gedurende de gehele ten laste gelegde periode.
De rechtbank acht het ten laste gelegde onder 1 dan ook wettig en overtuigend bewezen voor de gehele periode van 1 juni 2020 tot en met 6 juli 2022.
Feit 2 – Deelname aan een criminele organisatie
De rechtbank stelt voorop dat volgens vaste jurisprudentie onder een organisatie in de zin
van artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en artikel 11b van de Opiumwet (OW)
wordt bedoeld een samenwerkingsverband met een zekere duurzaamheid en structuur tussen
ten minste twee personen. Dit kan blijken uit een onderlinge verdeling van werkzaamheden of onderlinge afstemming van activiteiten van deelnemers binnen de organisatie met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke doel van de organisatie. De samenstelling van het samenwerkingsverband hoeft niet steeds hetzelfde te zijn en niet is vereist dat de verdachte samenwerkte of bekend was met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie. Het oogmerk van de organisatie moet gericht zijn op het plegen van misdrijven als bedoeld in de Opiumwet. Voor een bewezenverklaring is voldoende dat het plegen van misdrijven door de organisatie wordt beoogd en dat de verdachte weet dat de organisatie dat oogmerk heeft. In het bestanddeel deelneming aan een organisatie ligt tevens het opzet van verdachte besloten.
Samenwerkingsverband
In augustus 2020 komen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 2] in [plaats 1] op de [adres 1] bij elkaar en wordt de BV van [bedrijf 1] en de website geregeld. [113] Vanaf dat moment zijn er geregeld ontmoetingen en contacten via Sky ECC. [114] In juli 2020 was er al contact tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [verdachte] en het eerste contact tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] was op 31 juli 2020, als zij praten over BTW, KvK, importeren/exporteren van goederen en het uitklaren bij de douane. [115] [medeverdachte 4] is de bestuurder van [bedrijf 1] BV en hij wordt betrokken bij de samenwerking omdat zijn bedrijf wordt gebruikt als bestemming van de transporten. Hierna volgen veelvuldige contacten tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [verdachte] onderling in wisselende samenstellingen. [116] Na de eerste ontmoeting in [plaats 1] volgen vier transporten van [bedrijf 2] op Curaçao naar [bedrijf 1] BV in [plaats 1] . In de periode dat een transport arriveert intensiveren de contacten. [117] [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] zijn in ieder geval aanwezig bij de laatste twee transporten om de pakketjes met verdovende middelen te sorteren en de cocaïne te transporteren en ook [medeverdachte 3] is daarbij op 30 juni 2022 enige tijd in [plaats 1] aanwezig. [118]
De rechtbank concludeert op basis van deze omstandigheden dat sprake is geweest van een duurzaam samenwerkingsverband tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] .
Oogmerk van de organisatie
De organisatie heeft een drugslijn opgezet, waarbij cocaïne in containers met kalksteen per containerschip van Curaçao naar Nederland werd vervoerd. Als de containers waren aangekomen in Vlissingen werden ze vervoerd naar [plaats 1] per vrachtwagen en vervolgens werd de lading gestort bij het bedrijf [bedrijf 1] BV in [plaats 1] . In [plaats 1] werd de cocaïne uit de ‘stenen’ gehaald. [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] hebben de laatste keer de cocaïne naar Hengelo vervoerd.
De rechtbank acht dan ook bewezen dat de organisatie als oogmerk had het invoeren, bewerken, verwerken en vervoeren van cocaïne en het voorbereiden en bevorderen van die invoer.
Onderlinge rolverdeling
[medeverdachte 1]
heeft de randvoorwaarden van de cocaïne-lijn geschapen. Hij heeft op 4 augustus 2020 het KvK-uittreksel gedownload van [bedrijf 1] BV en heeft in de dagen erna veelvuldig contact met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] over de BV, de website, aanpassingen bij de KvK en een eori-nummer. [119] vraagt [medeverdachte 3] naar de voortgang en geeft dat weer door aan [medeverdachte 2] . [120] In de periode van de overname van de BV is [medeverdachte 1] bij de meeste ontmoetingen aanwezig. [121] is degene aan wie de andere verdachten verantwoording moeten afleggen, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de beelden in restaurant [bedrijf 3] , waar [medeverdachte 3] de foto’s van de cocaïne toont. [122]
[medeverdachte 2]
is vanaf het begin betrokken bij de organisatie en werkt samen met/rapporteert aan [verdachte] en is de tussenpersoon richting [medeverdachte 1] . Hij geeft financieel advies, zoals blijkt uit zijn rol bij het overnemen van het KvK-account. [123] Bovendien neemt [medeverdachte 2] in opdracht van [verdachte] gelden mee die betaald moeten worden. [124]
[medeverdachte 3]
is degene die wordt aangestuurd door [medeverdachte 1] en assisteert bij het opzetten van de organisatie. Hij rapporteert de voortgang aan [medeverdachte 1] . Hij verschaft gegevens over inloggegevens en de KvK. [125] Hij regelt ontmoetingen tussen [medeverdachte 1] en anderen. Hij heeft [medeverdachte 4] bij de organisatie gehaald en hij onderhield het contact met [medeverdachte 4] . [126] heeft op 30 juni 2022 een coördinerende/rapporterende rol. Hij is eerst aanwezig in [plaats 1] en rapporteert dat vervolgens aan [medeverdachte 1] in restaurant [bedrijf 3] in Hengelo. [127]
[verdachte]
houdt zich bezig met het grotere geheel en is de persoon aan wie [medeverdachte 2] rapporteert. Vanaf eind september 2020 communiceert [verdachte] rechtstreeks met [medeverdachte 1] . [128] geeft aanwijzingen over het proces van het vervoer van de cocaïne in containers. [129] Ook onderhoudt [verdachte] contacten met [medeverdachte 7] onder andere over het herwinnen van opgeloste of vermengde cocaïne [130] en regelt hij betalingen. [131]
[medeverdachte 4]
heeft zijn bedrijf beschikbaar gesteld om te gebruiken bij het importeren van verdovende middelen. Hij had contact met [medeverdachte 3] zowel fysiek als digitaal. Hij heeft ook zelf meegeholpen met het lossen, sorteren en afvoeren van de lading. [132]
[medeverdachte 6]
heeft een uitvoerende rol. Hij heeft op 30 juni 2022 een auto geregeld om de drugs te vervoeren en heeft de (gesorteerde) stenen opengeslagen en vervoerd. Hij heeft hiervoor een auto geregeld. Hij heeft dit voor 30 juni 2022 in ieder geval een keer eerder gedaan. [133]
[medeverdachte 5]
heeft een uitvoerende rol. Hij heeft meerdere keren stenen gesorteerd en wordt aangestuurd door [medeverdachte 6] .
Wetenschap verdachte van het oogmerk van de organisatie
Uit de betrokkenheid van verdachte bij het opzetten van de cocaïne-lijn, zijn contacten op Curaçao, de inhoud van de chats, WhatsApp-berichten en zijn aanwezigheid bij veel van de afspraken met de medeverdachten in verschillende samenstellingen, leidt de rechtbank af, dat verdachte wist dat de organisatie waar hij deel van uitmaakte tot oogmerk had het invoeren van cocaïne en het voorbereiden en bevorderen van die invoer.
Conclusie
Op grond van het bovenstaande concludeert de rechtbank dat verdachte wetenschap had van het oogmerk van de organisatie, behoorde tot het samenwerkingsverband binnen die organisatie en met zijn handelingen heeft bijgedragen aan het crimineel oogmerk van de organisatie gedurende de periode van 1 juni 2020 tot en met 6 juli 2022.
Feit 3 – voorbereidingshandelingen
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en hetgeen op de terechtzitting is besproken, de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 18 september 2020 biedt [medeverdachte 10] [134] via Sky ECC twee bedrijven aan een derde (Sky ECC-account [accountnaam 11] ) aan, het gaat om ‘fruit en ijzer’. [135] Hij communiceert dat naar [medeverdachte 1] en er komt een ontmoeting tot stand. [136] Op 23 september 2020 vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 2] of de afspraak met zijn man nog doorgaat. Voor ‘fruit’. Dan vraagt [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 1] naar de afspraak met zijn man inzake fruit. Vervolgens vraagt [medeverdachte 1] [medeverdachte 3] de afspraak te regelen, want “ze vragen om een bevestiging”. [137] [medeverdachte 1] regelt de KvK-informatie en [medeverdachte 3] zet het op de mail. Op 30 september 2020 zegt [verdachte] tegen [medeverdachte 1] op Sky ECC: “hallo geef even gas met dat fruit, dan hebben wij wat verdiend!!!” [138] Op 6 oktober 2022 hebben [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en een derde (gebruiker [accountnaam 12] ) op Sky-ECC contact over een BTW-nummer. [139] Op 7 oktober 2020 vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 1] om een afspraak te maken voor morgen en chat: “morgen naar jou toe om te kunnen zitten met die man van het fruit”. [140] Op 16 oktober 2020 wordt er in een groepschat door [medeverdachte 1] over het fruitbedrijf medegedeeld dat hij er achter is gekomen dat het bedrijf gezond en financieel goed is. Maar ‘hij’ is net begonnen met een bak te bestellen van de overkant. [medeverdachte 1] denkt dus dat die nog te vroeg is. [medeverdachte 1] wil zeker van zijn zaak zijn en wil liever dat hij er eerst zelf een paar bestelt en dan spreekt [medeverdachte 1] hem weer. [141]
Op 20 oktober 2020 stuurt [verdachte] naar [medeverdachte 1] het volgende bericht “Evedrienen, cas, nummer [nummer 5] ”. De politie verbaliseert dat een cas-nummer een unieke numerieke identifier is voor chemische elementen, componenten, polymeren en legeringen. Het cas-nummer [nummer 6] betreft de stof Efedrine. Uit openbare bronnen blijkt dat dit een grondstof betreft voor amfetamine, methamfetamine. [142] Op 26 oktober 2020 vraagt [medeverdachte 1] via Sky-ECC aan gebruiker van account [accountnaam 13] of hij 1 kilo ‘ephedrine’ kan sturen. [143] Diezelfde dag, even later, stuurt [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 10] een afbeelding waarop de naam van de chemische stof ‘Ephedrine’ is te lezen met het cas nummer [nummer 6] . [144]
Op 2 november 2020 biedt Sky-ECC gebruiker [accountnaam 14] aan [medeverdachte 1] brokken wit aan. Het is de verbalisant ambtshalve bekend dat daarmee gedoeld kan worden op blokken cocaïne. [145]
Conclusie
Uit de chats, in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen en met de bewezenverklaring van de feiten 1 en 2, blijkt dat [verdachte] zich samen met [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] bezig hield met het treffen van voorbereidingshandelingen voor de invoer van, dan wel de handel in cocaïne, in elk geval van een verdovend middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I. Zij deden dit door het oprichten en geschikt maken van een dekmantelbedrijf. De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1)
hij in de periode 1 juni 2020 tot en met 6 juli 2022 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en heeft bewerkt en verwerkt en afgeleverd en vervoerd, grote hoeveelheden cocaïne, waaronder bruto (ongeveer) 69 kilo cocaïne en netto (ongeveer) 2,9 kilo cocaïne in juni 2022 en netto (ongeveer) 128 kilo cocaïne in juli 2022, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
2)
hij in de periode 1 juni 2020 tot en met 6 juli 2022 in Nederland als leider heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten hem, verdachte, en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] ,
welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 derde, vierde en/of vijfde lid en/of 10a eerste lid van de Opiumwet, te weten telkens via zendingen/transporten gericht aan [bedrijf 1] B.V.
- het binnen het grondgebied van Nederland te brengen en/of te bewerken en/of te verwerken en/of te verkopen en/of af te leveren en/of te verstrekken en/of te vervoeren en/of het opzettelijk aanwezig hebben van grote hoeveelheden cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en
- het voorbereiden en/of bevorderen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 vierde en/of vijfde lid van de Opiumwet;
3)
hij in de periode van 1 september 2020 tot en met 31 december 2020 in Nederland
tezamen en in vereniging met anderen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten telkens het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en bewerken en verwerken en afleveren en vervoeren van grote hoeveelheden cocaïne, in elk geval een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen, immers heeft verdachte,
tezamen en in vereniging met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2]
- een dekmantelbedrijf geregeld en
- dit dekmantelbedrijf geschikt gemaakt, althans geschikt proberen te maken voor de illegale import en/of bewerking en/of verwerking en/of verkoop en/of aflevering en/of verstrekking en/of vervoer van cocaïne en
- gecommuniceerd en/of (telefonische) contacten en/of ontmoetingen en/of besprekingen en/of afspraken gehad en/of gemaakt ten behoeve van/over het gebruik van dit dekmantelbedrijf voor de illegale import en/of bewerking en/of verwerking en/of verkoop en/of aflevering en/of verstrekking en/of vervoer van cocaïne.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en de artikelen 2, 10, 10a en 11b van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf:
het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 derde, vierde en vijfde lid en artikel 10a van de Opiumwet.
feit 3
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen, zich of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren. De officier van justitie heeft daarbij gevorderd de schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen met ingang van de datum van de einduitspraak.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gewezen op jurisprudentie en is van mening dat aan verdachte een lagere straf moet worden opgelegd dan geëist.
De raadsman heeft verzocht de voorlopige hechtenis van verdachte te schorsen voor onbepaalde tijd, zodat, in het geval verdachte in hoger beroep gaat, het Gerechtshof een beslissing kan nemen over de voorlopige hechtenis. Subsidiair heeft de raadsman verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen tot de eerste pro-formabehandeling bij het Gerechtshof.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
De gronden voor een straf
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in de periode van 1 juni 2020 tot en met 6 juli 2022 schuldig gemaakt aan de invoer van zeer grote hoeveelheden cocaïne, in ieder geval meer dan 200 kilo, vanuit Curaçao naar Nederland. Hij deed dit binnen een crimineel samenwerkingsverband gericht op het plegen van drugsfeiten. Bovendien heeft verdachte in de periode van 1 september 2020 tot en met 31 december 2020, onder andere samen met anderen van de criminele organisatie, voorbereidingshandelingen verricht met betrekking tot opiumwetfeiten. Verdachte is een schakel in een drugsketen geweest en heeft met de diverse transporten een essentiële bijdrage geleverd aan het in stand houden van de internationale handel in harddrugs. Er zijn zeer grote sommen geld gemoeid met de drugshandel, zodat ook enorme financiële belangen van de betrokken criminelen op het spel staan. In deze zware criminaliteit worden vaak de zwakkeren uit de samenleving ingezet door de zwaardere criminelen. De samenleving ondervindt bovendien schade door velerlei vormen van criminaliteit die worden teweeggebracht door zowel de gebruikers van drugs als de georganiseerde misdaad die achter de drugsverkoop schuilgaat. Daarnaast leveren harddrugs voor de gebruikers aanzienlijke gezondheidsrisico’s op. Verdachte heeft onvoldoende stil gestaan bij deze negatieve effecten voor anderen en heeft kennelijk alleen zijn eigen financieel voordeel voor ogen gehad.
Uitgangspunt en rol verdachte
De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf gekeken naar de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS).
Voor de invoer van harddrugs in georganiseerd verband van meer dan 20 kilo geldt als uitgangspunt een minimale onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 72 maanden.
Wat betreft de rol van verdachte bij de invoer van harddrugs vanuit de criminele organisatie, overweegt de rechtbank het volgende. Verdachte heeft een aanzienlijke en essentiële rol vervuld met betrekking tot de drugstransporten. Verdachte lijkt de modus operandi van de cocaïne-lijn te hebben bedacht. Hij gaf immers aanwijzingen over het proces van het vervoer van de cocaïne in containers en onderhield contacten met de mensen op Curaçao. Hij hield zich bezig met het grotere geheel en anderen in de organisatie rapporteerden aan hem. Verdachte is dan ook als een van de leiders van het criminele samenwerkingsverband te beschouwen. Verdachte lijkt een grote en belangrijke rol te vervullen in de contacten binnen de georganiseerde drugshandel en hij is zeker niet degene die onder aan de keten stenen staat uit te hakken. Verdachte is met zijn consequente beroep op zijn zwijgrecht een betrouwbare schakel in een crimineel samenwerkingsverband, waardoor het gevaar voor recidive enorm groot is.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 4 oktober 2023. Verdachte is geen onbekende van justitie en is in een ver verleden eerder veroordeeld voor een Opiumwetfeit. Recentelijk is verdachte niet veroordeeld voor strafbare feiten.
De reclassering heeft op 30 september 2023 een rapportage over verdachte uitgebracht. Hieruit blijkt dat verdachte zijn leven op orde heeft. Hij woont met zijn gezin in een huurwoning, werkt als zelfstandig stukadoor en er zijn geen problemen op het gebied van middelengebruik of ten aanzien van het psychosociaal functioneren. De reclassering ziet geen meerwaarde in begeleiding van verdachte.
De op te leggen straf
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat voor verdachte alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. Bij de bepaling van de straf neemt de rechtbank de oriëntatiepunten van het LOVS als uitgangspunt. Van persoonlijke omstandigheden van verdachte die tot matiging van de straf zouden kunnen leiden is niet gebleken. Verdachte heeft zich zowel bij de politie als tijdens de zittingen steeds beroepen op zijn zwijgrecht. Verdachte heeft daarmee geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen.
De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren opleggen met aftrek van de tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Voorlopige hechtenis
Op de zitting van 3 augustus 2023 is beslist dat de voorlopige hechtenis werd geschorst tot aan de einduitspraak. De raadsman heeft verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen voor onbepaalde tijd, dan wel tot aan de eerste pro-formabehandeling bij het Gerechtshof. De rechtbank zal daartoe niet overgaan. Met het onderhavige vonnis zijn de ernstige bezwaren gegeven en ook de aan de voorlopige hechtenis ten grondslag liggende recidivegrond is onverkort van toepassing. De aan de eerder bevolen schorsing van de voorlopige hechtenis ten grondslag liggende omstandigheden zijn in het licht van dit vonnis naar het oordeel van de rechtbank van onvoldoende gewicht om een langere schorsing te rechtvaardigen. De persoonlijke belangen van verdachte bij schorsing van de voorlopige hechtenis wegen in de nieuwe situatie niet langer op tegen het strafvorderlijk belang bij hervatting van die voorlopige hechtenis. De ernst van de feiten, de kennelijke lichtvaardigheid waarmee en schaal waarop verdachte strafbaar heeft gehandeld en het gebrek aan het nemen van verantwoordelijkheid door verdachte weegt de rechtbank daarbij mee en brengen de rechtbank tot het oordeel dat het recidivegevaar niet op andere wijze tot aanvaardbare proporties kan worden terug gebracht.
6.4
De in beslag genomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de (valse) horloges onttrokken dienen te worden aan het verkeer en de facturen kunnen worden teruggegeven aan verdachte. Op de geldbedragen rust een dubbel beslag en er zal een ontnemingsvordering volgen.
De raadsman heeft zich niet uitgelaten omtrent het beslag.
De rechtbank zal de teruggave aan de verdachte gelasten van de op de beslaglijst onder nummer 1 tot en met 3 vermelde goederen, zijnde twee geldbedragen en een telefoon. Nu op deze goederen naast klassiek beslag ook conservatoir beslag rust, zullen in het geval van bovenstaande beslissing – de opheffing van het klassiek beslag – de goederen niet feitelijk aan verdachte worden teruggegeven, maar worden uitgewonnen ter verhaal van een eventueel op te leggen ontnemingsmaatregel. De rechtbank zal de (valse) horloges onttrekken aan het verkeer, nu het bezit daarvan in strijd is met de wet en de facturen zullen worden teruggegeven aan verdachte.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 36b, 36d en 57 Sr.

8.De beslissing

De rechtbank:
afwijzing voorwaardelijk verzoek
- wijst af het verzoek van de verdediging tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10 derde, vierde en vijfde lid en artikel 10a van de Opiumwet.
feit 3
het misdrijf:
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, tezamen en in vereniging met anderen, voor te bereiden of te bevorderen, zich of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de in beslag genomen voorwerpen
- gelast de teruggave van de op de beslaglijst vermelde goederen met de nummers 1, 2 en 3 aan verdachte:
1) 560 EUR;
2) 1000 EUR;
3) 1 STK telefoon;
- gelast de teruggave aan verdachte van de facturen ( [nummer 7] tot en met [nummer 8] );
- gelast de onttrekking aan het verkeer van:
4) 1 STK Horloge, merk Rolex;
5) 1 STK Horloge, merk Rolex;
6) 1 STK Horloge, merk Rolex;
7) 1 STK Horloge, merk Rolex;
8) 1 STK Horloge, merk Rolex;
9) 1 STK Horloge, merk Rolex;
10) 1 STK Horloge, merk Patek Philippe;
voorlopige hechtenis
-wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. D.E. Schaap en
mr. M.W. Eshuis, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 14 december 2023.
Buiten staat
Mr. B.T.C. Jordaans is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, districtsrecherche Twente, onderzoek Tartarus met onderzoeksnummer ON2R021046. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal restinformatie onderzoek Montenegro, Sky-ECC telefoon [medeverdachte 1] , AH 041, [code 1] , pagina 410 ev.
3.Proces-verbaal onderzoek Apple iPhone S6 smartphone, AH042, [code 1] , pagina 427.
4.Proces-verbaal verstrekking Curaçao [nummer 9] , AH098, [code 1] , pagina 566.
5.Proces-verbaal van bevindingen tijdlijn container [nummer 10] , AH178, [code 1] , pagina 728.
6.Proces-verbaal transport KOV naar [plaats 1] op 29 juni 2022 n.a.v. [accountnaam 15] , AH761, [code 1] pagina 1754 en 1755.
7.Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 4] , d.d. 30 augustus 2022, V04, AH208.04, pagina 144.
8.Proces-verbaal van bevindingen samenvattende tijdlijn [adres 4] / [adres 1] [plaats 1] d.d. 30 juni, AH 161, [code 1] , pagina 718 ev.
9.Proces-verbaal van bevindingen, AH701, [code 1] , pagina 1608 ev.
10.Proces-verbaal van bevindingen samenvattende tijdlijn [adres 4] / [adres 1] [plaats 1] d.d. 30 juni, AH 161, [code 1] , pagina 721.
11.Proces-verbaal van bevindingen Punto, AH163, DZK pagina 69.
12.Proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming, AH170, DZK pagina 25 en proces-verbaal bevindingen onderzoek 2 IBC containers, AH209, [code 1] pagina, 745.
13.Fiat Punto: geschriften zijnde Rapporten NFident van het Nederlands Forensisch Instituut, [code 2] , pagina 42 ev. en IBC-containers: Proces-verbaal van bevindingen onderzoek verdovende middelen, AH685, [code 2] , pagina 178 ev.
14.Fiat Punto: Proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, AH287, [code 2] pagina 27 ev. en IBC-containers: proces-verbaal bevindingen onderzoek 2 IBC containers, AH209, [code 2] , pagina 17 en proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, AH685, [code 2] , pagina 178.
15.Aanvullend proces-verbaal informatieverstrekking RST, AH188, [code 1] , pagina 730.
16.Proces-verbaal bevindingen container 2 en 3 [plaats 2] , AH283, [code 1] , pagina 785.
17.Proces-verbaal Team Bijzondere Bijstand Douane haven Rotterdam, PVnummer [nummer 11] , [code 2] , pagina 95 ev.
18.[nummer 2] : Proces-verbaal Team Bijzondere Bijstand Douane, fotografische vastlegging [code 2] , pagina 101 (SIN-nummers, pagina 122) en een geschrift zijnde Rapport Douane Laboratorium van 4 augustus 2022, [code 2] , pagina 128; [nummer 3] : Proces-verbaal Team Bijzondere Bijstand Douane, fotografische vastlegging [code 2] , pagina 111 (SIN-nummers, pagina 125) en een geschrift zijnde Rapport Douane Laboratorium van 4 augustus 2022, [code 2] , pagina 131.
19.[medeverdachte 1] : Proces-verbaal van bevindingen Sky ECC [accountnaam 1] , AH012, ZD03 pagina 1038 en AH029, [code 1] , pagina 1071-1073 en AH763, [code 1] , pagina 1795-1799; [medeverdachte 2] : Proces-verbaal van bevindingen identificatie Sky ECC [accountnaam 16] , AH014, ZD03 pagina 1059 en AH028, ZD03, pagina 1068-1070 en Proces-verbaal van bevindingen, AH004, [code 1] , pagina 299-300; [verdachte] : Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 5] en [accountnaam 3] , AH014, ZD03 pagina 1064-1067 en Proces-verbaal van bevindingen, AH043, [code 1] , pagina 433-435.
20.[medeverdachte 7] : Proces-verbaal van bevindingen, Sky ECC [accountnaam 6] , AH675, [code 1] , pagina1524-1529.
21.[medeverdachte 8] : Proces-verbaal van bevindingen, Sky ECC [accountnaam 7] , AH714, ZDO1, pagina 1728-1734.
22.Proces-verbaal van bevindingen, AH094, [code 1] , p. 546 e.v.
23.Proces-verbaal van bevindingeninhoud gesprekken Encrochat accout [accountnaam 3] , AH798, [code 1] pagina 1942 ev. (1954) en Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 2089 en regel 2196 .
24.Proces-verbaal van bevindingen die hebben geleid tot toestemming RC, AH698, [code 1] ,pagina 1586 en Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 2650, regel 2653 en 2654.
25.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 2925.
26.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 2975.
27.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 3258 t/m 3262.
28.Proces-verbaal van bevindingen ontmoetingen o.b.v. gesprekken uit digitale gegevensdragers, AH022, [code 1] pagina 369.
29.Proces-verbaal van bevindingen ontmoetingen o.b.v. gesprekken uit digitale gegevensdragers, AH022, [code 1] pagina 366.
30.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 3701.
31.Proces-verbaal van bevindingen inhoud SkyECC [accountnaam 17] , AH787, [code 1] , pagina 1916.
32.Proces-verbaal van bevindingen ontmoetingen o.b.v. gesprekken uit digitale gegevensdragers, AH022, [code 1] pagina 368.
33.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 3849.
34.Proces-verbaal van bevindingen KVK [bedrijf 6] BV en [bedrijf 1] BV, AH190, [code 1] ,pagina 731.
35.Proces-verbaal van bevindingen Inhoud Sky ECC account [accountnaam 4] , AH596, [code 1] , pagina 1340.
36.Proces-verbaal van bevindingen Eorinimmer [bedrijf 1] , AH510, [code 1] , pagina 1115 en 1117.
37.Proces-verbaal van bevindingen koppeling [medeverdachte 3] aan [e-mailadres 1] , AH511, [code 1] , Pagina 1118.
38.Proces-verbaal van bevindingen, AH022, [code 1] , pagina 370-371 en Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 4295-4302.
39.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 4299.
40.Proces-verbaal van bevindingen, Sky ECC [accountnaam 7] , AH714, ZDO1, pagina 1732 en 1735.
41.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 4490-4513.
42.Proces-verbaal van bevindingen, Sky ECC [accountnaam 7] , AH714, ZDO1, Pagina 1731.
43.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 4525.
44.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 4559-4566 en 4580-4582.
45.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 4608-4611.
46.Proces-verbaal van bevindingen, AH795, [code 1] , pagina 1938-1939.
47.Proces-verbaal van bevindingen zendingen van [bedrijf 4] naar [bedrijf 1] , AH102, [code 1] , pagina 571.
48.Proces-verbaal van bevindingen inhoud Sky ECC account [accountnaam 5] , AH 787, [code 1] , pagina 1916.
49.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 6319-6325 ev.
50.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 6876-6878.
51.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 7148-7156.
52.Proces-verbaal van bevindingen Sky ECC [accountnaam 1] , AH 012, [code 1] , pagina 316 en 317.
53.Proces-verbaal van bevindingen geschreven briefjes met namen, AH676, [code 1] pagina 1530.
54.Proces-verbaal van bevindingen agenda en schrift woning [adres 5] , AH654, [code 1] , pagina 1482.
55.Proces-verbaal van bevindingen situatie [adres 3] d.d. 6 september 2022. AH733, [code 1] , pagina 1744.
56.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 9654 ev.
57.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 9677.
58.Proces-verbaal van bevindingen agenda en schrift woning [adres 5] , AH654, [code 1] , pagina 1482 en 1488.
59.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 10786.
60.Proces-verbaal van bevindingen, AH591, [code 1] , pagina 1271-1272
61.Proces-verbaal van bevindingen ontmoetingen op basis van chatgesprekken AH506, [code 1] , pagina 1042 ev.
62.Proces-verbaal van bevindingen duiden vervoersbewegingen [bedrijf 1] B.V. (Douane Nederland), AH099, [code 1] , pagina 567.
63.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 11633.
64.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 11634.
65.Proces-verbaal van bevindingen zwarte map [bedrijf 1] Rabobank 2021, AH699, [code 1] , pagina 1591.
66.Proces-verbaal van bevindingen agenda en schrift woning [adres 5] , AH654, [code 1] , pagina 1483.
67.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 12191.
68.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 12270.
69.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 13053-13055.
70.Proces-verbaal van bevindingen tijdlijn belangrijke gebeurtenissen juni 2020-juli 2022, AH653, [code 1] , pagina 1465 en Proces-verbaal van bevindingen ontmoetingen op basis van chatgesprekken AH506, [code 1] , pagina 1042 ev.
71.Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 6] d.d. 15 juli 2022, [code 1] , pagina 2283
72.Proces-verbaal van bevindingen Iphone X in gebruik bij [medeverdachte 3] , AH501, [code 1] , pagina 929.
73.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Samsung Galaxy S7, i.g.b. [verdachte] , AH507, [code 1] , pagina 1059.
74.Proces-verbaal van bevindingen Iphone X in gebruik bij [medeverdachte 3] , AH501, [code 1] , pagina 929.
75.Proces-verbaal van bevindingen gegevens [bedrijf 7] [accountnaam 18] , AH694, [code 1] , pagina 1564
76.Proces-verbaal van bevindingen inhoud mailbox [e-mailadres 1] , AH588, [code 1] , pagina 1235.
77.Proces-verbaal van bevindingen inhoud mailbox [e-mailadres 1] , AH588, [code 1] , pagina 1236.
78.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek aan de Samsung Galaxy S7 igb [verdachte] , AH507, [code 1] , pagina 1060.
79.Proces-verbaal van bevindingen zendingen van [bedrijf 4] naar [bedrijf 1] , AH102, [code 1] , pagina 571.
80.Proces-verbaal van bevindingen inhoud gegevensdrager Apple Iphone 12 mini, AH 505, [code 1] , pagina 1002.
81.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 18264.
82.Proces-verbaal van bevindingen agenda 2022, AH702, [code 1] , pagina 1615.
83.Proces-verbaal van bevindingen inhoud gegevensdrager Apple Iphone 12 mini, AH 505, [code 1] , pagina 1025.
84.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 18391.
85.Proces-verbaal van bevindingen agenda 2022, AH702, [code 1] , pagina 1616.
86.Proces-verbaal van bevindingen inhoud gegevensdrager Apple Iphone 12 mini, AH 505, [code 1] , pagina 1039.
87.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 18644.
88.Proces-verbaal van bevindingen ontmoeting 19 januari 2022, AH599, [code 1] , pagina 1408.
89.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 18733.
90.Proces-verbaal van bevindingen ontmoeting 18 januari 2022, AH599, [code 1] , pagina 1409.
91.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 18867.
92.Proces-verbaal van bevindingen gesprekken met mogelijke verwijzing naar [medeverdachte 1] , AH094, [code 1] . Pagina 551.
93.Proces-verbaal van bevindingen, AH083, [code 1] , pagina 497 en proces-verbaal van observatie, beelden 20 januari 2022, AH062, [code 1] , pagina 498 ev.
94.Proces-verbaal van bevindingen inhoud gegevensdrager Apple Iphone 12 mini, AH 505, [code 1] , pagina 1010.
95.Proces-verbaal van bevindingen agenda 2022, AH702, [code 1] , pagina 1619.
96.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek aan de Samsung Galaxy S7 igb [verdachte] , AH507, [code 1] , pagina1057, Proces-verbaal van bevindingen inhoud Iphone 12 igb [medeverdachte 1] , AH601, [code 1] , pagina 1421 en Proces-verbaal van bevindingenIphone igb [medeverdachte 3] , AH501, [code 1] , pagina 931.
97.Proces-verbaal van bevindingen inhoud mailbox [e-mailadres 1] , AH588, [code 1] , pagina 1242.
98.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek aan de Samsung Galaxy S7 igb [verdachte] , AH507, [code 1] , pagina1059.
99.Proces-verbaal van bevindingen inhoud mailbox [e-mailadres 1] , AH588, [code 1] , pagina 1242.
100.Proces-verbaal van bevindingen ontmoeting [medeverdachte 3] , [naam 4] en [verdachte] op 18 mei 2022, AH715, [code 1] , pagina 1738 ev.
101.Proces-verbaal van bevindingen inhoud mailbox [e-mailadres 1] , AH588, [code 1] , pagina 1244.
102.Proces-verbaal van bevindingen duiden vervoersbewegingen [bedrijf 1] BV, AH099, [code 1] , pagina 568.
103.Proces-verbaal van bevindingen inhoud Iphone 12 igb [medeverdachte 1] , AH499, [code 1] , pagina 861.
104.Proces-verbaal van bevindingen OVC gesprekken [medeverdachte 4] met onbekende man, AH155, [code 1] , pagina 701.
105.Proces-verbaal van bevindingen OVC002 [plaats 1] overige mogelijk belangrijke OVC, AH586, [code 1] , pagina 1232.
106.Proces-verbaal van bevindingen OVC001 Arteon overige mogelijk belangrijke OVC, AH584, [code 1] , pagina 1212.
107.Proces-verbaal van bevindingen inhoud Iphone 12 igb [medeverdachte 1] , AH499, [code 1] , pagina 861
108.Proces-verbaal van bevindingen tijdlijn 30 juni OVC/camerabeelden, AH777, [code 1] , pagina 1836.
109.Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 4] d.d. 8 juli 2022, AH208.04, V04, pagina 135 ev.
110.Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 6] d.d. 6 juli 2022, AH205.02, V06, pagina 52 ev.
111.Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 5] d.d. 30 juni 2022, AH191.01, V05, pagina 67 ev.
112.Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 1] d.d. 7 juli 2022, AH 206.01, V01, pagina 83 ev.
113.Proces-verbaal van bevindingen overname [bedrijf 1] , AH778, [code 1] pagina 1907.
114.Proces-verbaal van bevindingen ontmoetingen o.b.v. gesprekken uit digitale gegevensdragers, AH022, [code 1] pagina 366 ev.
115.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 5143 en 5180.
116.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn.
117.Proces-verbaal van bevindingen zendingen van [bedrijf 4] naar [bedrijf 1] , AH102, [code 1] , pagina 571.
118.Proces-verbaal van bevindingen tijdlijn 30 juni OVC/camerabeelden, AH 777, [code 1] , pagina 1833 ev.
119.Proces-verbaal van bevindingen overname [bedrijf 1] , AH778, [code 1] pagina 1907.
120.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 3986 en 3994.
121.Proces-verbaal van bevindingen ontmoetingen o.b.v. gesprekken uit digitale gegevensdragers, AH022, [code 1] pagina 366 ev.
122.Proces-verbaal van bevindingen beelden recorder [bedrijf 3] , AH701, [code 1] , pagina 1608 ev.
123.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 3700.
124.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 4608-4611.
125.Proces-verbaal van bevindingen ontmoetingen o.b.v. gesprekken uit digitale gegevensdragers, AH022, [code 1] pagina 369.
126.Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 4] V04, AH208.3, pagina 131 ev
127.Proces-verbaal van bevindingen tijdlijn 30 juni OVC/camerabeelden, AH 777, [code 1] , pagina 1833 ev.
128.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 5200.
129.Proces-verbaal van bevindingen inhoud Sky ECC account [accountnaam 5] , AH 787, [code 1] , pagina 1916.
130.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 4608-4611.
131.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 4299 en Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 4608-4611.
132.Proces-verbaal verhoor [medeverdachte 4] V04, AH208.3, pagina 129 ev. en en proces-verbaal van bevindingen tijdlijn 30 juni OVC/camerabeelden, AH 777, [code 1] , pagina 1833 ev.
133.Proces-verbaal verhoor verdachte [medeverdachte 6] , V06, AH 205.02 pagina 52 ev. en proces-verbaal van bevindingen tijdlijn 30 juni OVC/camerabeelden, AH 777, [code 1] , pagina 1833 ev.
134.Proces-verbaal van bevindingen identificatieSky-ID [accountnaam 19] , AH020, [code 1] , pagina 359 ev.
135.Proces-verbaal van bevindingen analyse strafbare feiten [medeverdachte 1] in relatie met anderen, AH814, ZD02, pagina 64.
136.Proces-verbaal van bevindingen analyse strafbare feiten [medeverdachte 1] in relatie met anderen, AH814, ZD02, pagina 64 en 65.
137.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 5093 ev.
138.Proces-verbaal overzicht relevante gesprekken, AH051, [code 1] , pagina 471 icm AH501Tijdlijn op DVD, regel 5332.
139.Proces-verbaal analyse strafbare feiten [medeverdachte 1] met andere subjecten, AH815, ZD02, pagina 103.
140.Proces-verbaal analyse strafbare feiten [medeverdachte 1] met andere subjecten, AH815, ZD02, pagina 104 en 105.
141.Proces-verbaal van bevindingen analyse strafbare feiten [medeverdachte 1] in relatie met anderen, AH814, ZD02, pagina 73.
142.Proces-verbaal analyse strafbare feiten [medeverdachte 1] met andere subjecten, AH815, ZD02, pagina 110.
143.Proces-verbaal van bevindingen analyse strafbare feiten [medeverdachte 1] in relatie met anderen, AH814, ZD02, pagina 61 en 62.
144.Proces-verbaal van bevindingen analyse strafbare feiten [medeverdachte 1] in relatie met anderen, AH814, ZD02, pagina 63.
145.Proces-verbaal van bevindingen analyse strafbare feiten [medeverdachte 1] in relatie met anderen, AH814, ZD02, pagina 63.