Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
5 december 2023.
mr. I.R.V. Out en van wat door de verdachte en zijn raadsman mr. B.H.J. van Rhijn, advocaat in Doorn, naar voren is gebracht.
2.De tenlastelegging
een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,
3.Het afdoeningsvoorstel
- een bewezenverklaring van de feiten 1 en 2;
- een strafeis van een gevangenisstraf voor de duur van drieënhalf jaar.
- de verdediging geen onderzoekswensen indient;
- door de verdediging geen bewijsverweren worden gevoerd;
- verdachte geen (nadere) verklaring hoeft af te leggen;
- verdachte zich niet aan de tenuitvoerlegging van de straf zal onttrekken;
- zowel door de verdediging als het Openbaar Ministerie wordt afgezien van hoger beroep in deze zaak als de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform de tussen de verdediging en het Openbaar Ministerie gemaakte afspraken, in die zin dat niet meer of minder dan drie maanden gevangenisstraf van de eis zal worden afgeweken.
4.De voorvragen
5.De beoordeling van het afdoeningsvoorstel met betrekking tot het bewijs
- de rechtbank houdt een eigen verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de behandeling en de beoordeling van de strafzaak plaatsvinden overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen, met name de artikelen 348 en 350 Sv;
- de verdachte is voorzien van rechtsbijstand;
- de inhoud van het afdoeningsvoorstel is op de openbare terechtzitting besproken;
- de rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en terwijl hij zich bewust was van de rechtsgevolgen, is gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing mee te werken aan het afdoeningsvoorstel en de daarmee gepaard gaande afstand van verdedigingsrechten.
6.De bewezenverklaring
- via Sky ECC berichten uit te wisselen met andere betrokkenen inzake de verkenning, en/of invoer, en/of lossing, en/of logistieke en/of administratieve afhandeling van de cocaïnetransporten en/of
- één of meerdere keren naar Barcelona en/of Valencia en/of elders in Spanje en/of naar Turkije af te reizen om aldaar contacten te onderhouden en/of voorbereidingen voor de cocaïnetransporten te treffen en/of
- één of meer (aan)betalingen te (laten) verrichten ten behoeve van de cocaïnetransporten;
7.Het bewijs
8.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
medeplegen om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen door
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
9.De strafbaarheid van verdachte
11.De toegepaste wettelijke voorschriften
12.De beslissing
strafbaarheid feiten
medeplegen om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen door
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
gevangenisstrafvoor de duur van
3,5 (drieënhalf) jaren;