ECLI:NL:RBOVE:2023:5070

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
71.205142.22 en 71.278150.23 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van drugshandel en gewoontewitwassen met gevangenisstraf en geldboete

Op 12 december 2023 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van drugshandel en gewoontewitwassen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4,5 jaar en een geldboete van €50.000,-. De verdachte was betrokken bij het handelen in harddrugs, specifiek cocaïne, en het witwassen van aanzienlijke geldbedragen die afkomstig waren uit criminele activiteiten. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk vervoeren van 1650 kilogram cocaïne en het witwassen van een bedrag van ongeveer €404.591,22. Tijdens de openbare terechtzitting op 28 november 2023 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging besproken, waarbij een afdoeningsvoorstel is gedaan. De verdachte heeft ingestemd met de voorgestelde straf, die in overeenstemming is met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 71.205142.22 en 71.278150.23 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Datum vonnis: 12 december 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1965 in [geboorteplaats],
nu verblijvende in P.I. Nieuwegein.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 28 november 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. I.R.V. Out en van wat door de verdachte en zijn raadsman mr. R.D.A. van Boom, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 28 november 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich (samen met anderen) schuldig heeft gemaakt aan:
parketnummer 71.205142.22
feit 1: het voorbereiden en/of bevorderen van het binnen of buiten Nederland brengen en het vervoeren van 1650 kilogram cocaïne;
feit 2: het vervoeren van 1650 kilogram cocaïne;
feit 3: het importeren van 4 kilogram cocaïne dan wel het voorbereiden en/of bevorderen van het binnen of buiten Nederland brengen en het vervoeren van 4 kilogram cocaïne;
feit 4: het vervoeren van 4 kilogram cocaïne.
parketnummer 71.278150.23
feit 1: het (gewoonte)witwassen van een bedrag van ongeveer € 404.591,22;
feit 2: het opmaken van valselijke facturen, met het doel om deze geschriften als echt en onvervalst (door anderen) te (laten) gebruiken dan wel deze facturen opzettelijk voorhanden hebben.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
parketnummer 71.205142.22
feit 1
hij in of omstreeks de periode 28 augustus 2020 tot en met 8 maart 2021 te Nieuwersluis en/of te Breukelen en/of te Amsterdam, althans (elders) in Nederland en/of te Barcelona en/of Valencia en/of in de Golf van Biskaje, althans (elders) in (de territoriale wateren in) Spanje en/of te Suriname, en/of de wateren tussen Suriname en Spanje, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen,
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren

van (ongeveer) 1650 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,

- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
- een coördinerende rol te vervullen tussen enerzijds de groepering die verantwoordelijk is voor het schip, genaamd de Nehir, en het faciliteren van het transport en anderzijds de groepering die verantwoordelijk is voor het leveren van cocaïne vanuit Zuid-Amerika en het aan het land brengen van de cocaïne in Europa, en/of
- via Sky ECC berichten uit te wisselen met andere betrokkenen inzake de verkenning, en/of invoer, en/of lossing, en/of logistieke en/of administratieve afhandeling van de cocaïnetransporten en/of
- één of meerdere keren naar Barcelona en/of Valencia en/of elders in Spanje en/of naar Turkije af te reizen om aldaar contacten te onderhouden en/of voorbereidingen voor de cocaïnetransporten te treffen en/of
- één of meer (aan)betalingen te (laten) verrichten ten behoeve van de cocaïnetransporten
feit 2
hij in of omstreeks de periode 28 augustus 2020 tot en met 8 maart 2021 te Nieuwersluis en/of te Breukelen en/of te Amsterdam, althans (elders) in Nederland en/of te Barcelona en/of Valencia en/of in de Golf van Biskaje, althans (elders) in (de territoriale wateren in) Spanje en/of te Suriname, en/of de wateren tussen Suriname en Spanje, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 1650 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
feit 3
hij in of omstreeks de periode 20 augustus 2020 tot en met 1 oktober 2020 te Nieuwersluis en/of te Breukelen en/of te Maarssen, althans (elders) in Nederland en/of te Antwerpen, althans (elders) in België, en/of te Ecuador, en/of de wateren tussen Ecuador en België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 4 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
subsidiair
hij in of omstreeks de periode 20 augustus 2020 tot en met 1 oktober 2020 te Nieuwersluis en/of te Breukelen en/of te Maarssen, althans (elders) in Nederland en/of te Antwerpen, althans (elders) in België, en/of te Ecuador, en/of de wateren tussen Ecuador en België,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen,
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren

van (ongeveer) 4 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet,

- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
- via Sky ECC berichten uit te wisselen met andere betrokkenen inzake de verkenning, en/of invoer, en/of lossing, en/of logistieke en/of administratieve afhandeling van de cocaïnetransporten en/of
- één of meer (aan)betalingen te (laten) verrichten ten behoeve van de cocaïnetransporten
feit 4
hij in of omstreeks de periode 20 augustus 2020 tot en met 1 oktober 2020 te Nieuwersluis en/of te Breukelen en/of te Maarssen, althans (elders) in Nederland en/of te Antwerpen, althans (elders) in België, en/of te Ecuador, en/of de wateren tussen Ecuador en België,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 4 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
parketnummer 71.278150.23
feit 1
Hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 januari 2014 tot en met 1 februari 2023, te Nieuwersluis, en/of te Soesterberg, en/of te Rotterdam, en/of te Maarssen, en/of te Bergschenhoek, en/of te Zeist, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) van (een) voorwerp(en), te weten één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van (ongeveer) € 404.591,22, althans 85% van voornoemd bedrag, en
wel:
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 236.585,25 ([bedrijf 1] B.V.), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 31.227,50 ([bedrijf 2]), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 15.565,00 ([bedrijf 3]), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 65.132,71 ([bedrijf 4]

B.V.), en/of

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 15.338,73 ([bedrijf 5] B.V.),

en/of

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 3.083,22 ([bedrijf 6]

), en/of

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 4.047,45 ([bedrijf 7]

B.V.),

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 9.994,30 ([bedrijf 8]

), en/of

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 12.190,75 ([bedrijf 9]

), en/of

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 5.190,91 ([bedrijf 10] B.V.),

en/of

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 2.710,40 ([bedrijf 11])

en/of

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 2.400,00 ([bedrijf 12]),

en/of

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 1.125,00 ([bedrijf 13]
[bedrijf 13]),
althans (telkens) een of meerdere geldbedragen,
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en) was/waren, en/of
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of gebruik heeft gemaakt,

terwijl hij, verdachte, en/of zijn medeverdachte(n) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat dat/die geldbedrag(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf; en hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt

subsidiair
Hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 januari 2014 tot en met 1 februari 2023, te Nieuwersluis, en/of te Soesterberg, en/of te Rotterdam, en/of te Maarssen, en/of te Bergschenhoek, en/of te Zeist, althans (elders) in Nederland, één of meerdere geldbedrag(en), althans een of meer voorwerp(en), en wel:
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 236.585,25 ([bedrijf 1] B.V.), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 31.227,50 ([bedrijf 2]), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en)tot een totaalbedrag van € 15.565,00 ([bedrijf 3]), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 65.132,71 ([bedrijf 4] B.V.), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 15.338,73 ([bedrijf 5] B.V.)

en/of

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 3.083,22 ([bedrijf 6]), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 4.047,45 ([bedrijf 7] B.V.),
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 9.994,30 ([bedrijf 8]), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 12.190,75 ([bedrijf 9]), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 5.190,91 ([bedrijf 10] B.V.),

en/of

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 2.710,40 ([bedrijf 11])

en/of

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 2.400,00 [bedrijf 12]),

en/of

- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 1.125,00 ([bedrijf 13]),

heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, wist dat dat/die geldbedrag(en) onmiddellijk afkomstig was/waren uit enig eigen misdrijf

feit 2
Hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 januari 2014 tot en met 1 februari 2023, te Nieuwersluis, en/of te Soesterberg, en/of te Rotterdam, en/of te Maarssen, en/of te Bergschenhoek, en/of te Zeist, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, een of meer geschriften,
te weten één of meerdere factu(u)r(en) van eenmanszaak [bedrijf 14] gericht aan [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of [bedrijf 4] B.V. en/of [bedrijf 5] B.V. en/of [bedrijf 6] en/of [bedrijf 7] B.V. en/of [bedrijf 8] en/of [bedrijf 9] en/of [bedrijf 10] B.V. en/of [bedrijf 11] en/of [bedrijf 12] en/of [bedrijf 13], die (telkens) bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, door valselijk en in strijd met de waarheid op de facturen fictief verrichte werkzaamheden en/of fictieve data en/of fictieve kosten en/of onjuiste gegevens te vermelden, met het oogmerk om deze geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
subsidiair
Hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode 1 januari 2014 tot en met 1 februari 2023, te Nieuwersluis, en/of te Soesterberg, en/of te Rotterdam, en/of te Maarssen, en/of te Bergschenhoek, en/of te Zeist, althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, opzettelijk valse en/of vervalste geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen,
te weten één of meerdere factu(u)r(en) van eenmanszaak [bedrijf 14] gericht aan [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of [bedrijf 4] B.V. en/of [bedrijf 5] B.V. en/of [bedrijf 6] en/of [bedrijf 7] B.V. en/of [bedrijf 8] en/of [bedrijf 9] en/of [bedrijf 10] B.V. en/of [bedrijf 11] en/of [bedrijf 12] en/of [bedrijf 13], heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, en/of zijn medeverdachte(n), wist(en) of redelijkerwijs moest
vermoeden dat die geschriften bestemd waren om gebruik van te maken als waren
deze echt en onvervalst.

3.Het afdoeningsvoorstel

Op 8 november 2023 zijn door de officier van justitie en de verdediging afdoeningsafspraken gemaakt. Deze afspraken zijn in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd. De rechtbank is niet betrokken geweest bij de totstandkoming van die afspraken. Ter zitting heeft de officier van justitie in afwijking van het afdoeningsvoorstel voorgesteld verdachte vrij te spreken van feit 4 onder parketnummer 71.205142.22. Verder heeft hij ter zitting verklaard dat het afdoeningsvoorstel moet worden aangevuld, in die zin dat de straf wordt opgelegd met aftrek van voorarrest. Ten aanzien van feit 1 onder parketnummer 71.205142.22 stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat de voorbereidingshandelingen ten aanzien van het binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van de ten laste gelegde hoeveelheid cocaïne niet bewezen verklaard kan worden. De raadsman en verdachte hebben ter zitting verklaard met deze wijzigingen in te stemmen. Het (gewijzigde) gezamenlijk voorstel voor afdoening van de zaak is aan de rechtbank voorgelegd. Het voorstel ziet op de afdoening in de strafzaak alsmede op de afdoening in de ontnemingsvordering. De onderdelen uit het afdoeningsvoorstel die zien op de ontnemingsvordering zullen in het vonnis ontneming worden opgenomen.
Het afdoeningsvoorstel houdt in een bewezenverklaring en een strafoplegging, zoals hierna omschreven:
  • een bewezenverklaring van de feiten 1, 2, en 3 (parketnummer 71.205142.22) en de feiten 1 en 2 (parketnummer 71.278150.23)
  • een strafeis van een gevangenisstraf voor de duur van vierenhalf jaar en een geldboete van € 50.000,--.
Verder is overeengekomen dat:
  • de verdediging geen onderzoekswensen indient;
  • door de verdediging geen bewijsverweren worden gevoerd;
  • verdachte geen (nadere) verklaring hoeft af te leggen;
  • verdachte zich niet aan de tenuitvoerlegging van de straf zal onttrekken;
  • zowel door de verdediging als het Openbaar Ministerie wordt afgezien van hoger beroep in deze zaak als de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en strafoplegging conform de tussen de verdediging en het Openbaar Ministerie gemaakte afspraken, in die zin dat niet meer of minder dan drie maanden gevangenisstraf van de eis zal worden afgeweken en niet meer of minder dan
Het afdoeningsvoorstel is met de officier van justitie, de raadsman en verdachte besproken op de zitting van 28 november 2023. Zij hebben allen bevestigd achter het voorstel te staan. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij het voorstel met zijn raadsman heeft besproken, dat hij bekend is met de inhoud van het afdoeningsvoorstel en de straf die wordt voorgesteld en dat hij daarmee akkoord gaat. Verdachte begrijpt wat de consequenties zijn als de rechtbank het voorstel volgt – in het bijzonder met betrekking tot zijn verdedigingsrechten – en hij accepteert de op te leggen straf zoals die is voorgesteld.
In dit vonnis staan de overwegingen over de artikelen 348 en 350 Sv voorop.

4.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5.De beoordeling van het afdoeningsvoorstel met betrekking tot het bewijs

De rechtbank heeft zich gebogen over de vraag of het mogelijk is de zaak conform de tussen de officier van justitie en de verdediging gemaakte procesafspraken af te doen. De rechtbank beantwoordt die vraag bevestigend. Daarbij heeft de rechtbank acht geslagen op de door de Hoge Raad geformuleerde aandachtspunten die de strafrechter bij de beoordeling van procesafspraken in acht moet nemen. [1] Deze houden onder meer het volgende in:
  • de rechtbank houdt een eigen verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de behandeling en de beoordeling van de strafzaak plaatsvinden overeenkomstig de geldende wettelijke bepalingen, met name de artikelen 348 en 350 Sv;
  • de verdachte is voorzien van rechtsbijstand;
  • de inhoud van het afdoeningsvoorstel is op de openbare terechtzitting besproken;
  • de rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en terwijl hij zich bewust was van de rechtsgevolgen, is gekomen tot de ondubbelzinnige beslissing mee te werken aan het afdoeningsvoorstel en de daarmee gepaard gaande afstand van verdedigingsrechten.
De rechtbank is van oordeel dat, rekening houdend met de hiervoor genoemde aandachtspunten, het afdoeningsvoorstel recht doet aan de uitgangspunten van het Wetboek van Strafvordering en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en dat de belangen van zowel verdachte als de maatschappij met dit afdoeningsvoorstel voldoende zijn gewaarborgd. Nu de bewezenverklaring aansluit bij de bewijsmiddelen in het dossier en er geen slachtoffers bekend zijn in de zaak, ziet de rechtbank geen aanleiding van het afdoeningsvoorstel af te wijken.

6.De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen in het dossier bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 71.205142.22
feit 1
hij in de periode 28 augustus 2020 tot en met 8 maart 2021 te Nieuwersluis en/of te Breukelen en/of te Amsterdam, althans (elders) in Nederland en/of te Barcelona en/of Valencia en/of in de Golf van Biskaje, althans (elders) in (de territoriale wateren in) Spanje en/of te Suriname, en/of de wateren tussen Suriname en Spanje,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
het opzettelijk vervoeren van (ongeveer) 1650 kilogram cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen en/of mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen,
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
door
- een coördinerende rol te vervullen tussen enerzijds de groepering die verantwoordelijk is voor het schip, genaamd de Nehir, en het faciliteren van het transport en anderzijds de groepering die verantwoordelijk is voor het leveren van cocaïne vanuit Zuid-Amerika en het aan het land brengen van de cocaïne in Europa, en/of
- via Sky ECC berichten uit te wisselen met andere betrokkenen inzake de verkenning, en/of invoer, en/of lossing, en/of logistieke en/of administratieve afhandeling van de cocaïnetransporten en/of
- één of meerdere keren naar Barcelona en/of Valencia en/of elders in Spanje en/of naar Turkije af te reizen om aldaar contacten te onderhouden en/of voorbereidingen voor de cocaïnetransporten te treffen en/of
- één of meer (aan)betalingen te (laten) verrichten ten behoeve van de cocaïnetransporten;
feit 2
hij in de periode 28 augustus 2020 tot en met 8 maart 2021 te Nieuwersluis en/of te Breukelen en/of te Amsterdam, althans (elders) in Nederland en/of te Barcelona en/of Valencia en/of in de Golf van Biskaje, althans (elders) in (de territoriale wateren in) Spanje en/of te Suriname, en/of de wateren tussen Suriname en Spanje,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk heeft vervoerd, ongeveer 1650 kilogram cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
feit 3
hij in de periode 20 augustus 2020 tot en met 1 oktober 2020 te Nieuwersluis en/of te Breukelen en/of te Maarssen, althans (elders) in Nederland en/of te Antwerpen, althans (elders) in België, en/of te Ecuador, en/of de wateren tussen Ecuador en België,
tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 4 kilogram cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
parketnummer 71.278150.23
feit 1
hij in de periode 1 januari 2014 tot en met 1 februari 2023, in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, meermalen, van voorwerpen, te weten geldbedragen tot een totaalbedrag van (ongeveer) € 404.591,22, en wel:
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 236.585,25 ([bedrijf 1] B.V.), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 31.227,50 ([bedrijf 2]), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 15.565,00 ([bedrijf 3]), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 65.132,71 ([bedrijf 4] B.V.), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 15.338,73 ([bedrijf 5] B.V.), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 3.083,22 ([bedrijf 6]), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 4.047,45 ([bedrijf 7] B.V.), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 9.994,30 ([bedrijf 8]), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 12.190,75 ([bedrijf 9]
), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 5.190,91 ([bedrijf 10] B.V.), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 2.710,40 ([bedrijf 11]) en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 2.400,00 ([bedrijf 12]), en/of
- één of meerdere geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van € 1.125,00 ([bedrijf 13]),
- de werkelijke aard en de herkomst, heeft verborgen en/of heeft verhuld, en
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft omgezet,
terwijl hij, verdachte, wist, dat die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf,
en hij, verdachte, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt;
feit 2
hij in de periode 1 januari 2014 tot en met 1 februari 2023, in Nederland, meermalen, geschriften, te weten facturen van eenmanszaak [bedrijf 14] gericht aan [bedrijf 1] B.V. en/of [bedrijf 2] en/of [bedrijf 3] en/of [bedrijf 4] B.V. en/of [bedrijf 5] B.V. en/of [bedrijf 6] en/of [bedrijf 7] B.V. en/of [bedrijf 8] en/of [bedrijf 9] en/of [bedrijf 10] B.V. en/of [bedrijf 11] en/of [bedrijf 12] en/of [bedrijf 13], die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt door valselijk en in strijd met de waarheid op de facturen fictief verrichte werkzaamheden en/of fictieve data en/of fictieve kosten en/of onjuiste gegevens te vermelden, met het oogmerk om deze geschriften als echt en onvervalst door anderen te doen gebruiken.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

7.Het bewijs

De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de bewijsmiddelen in het dossier. Als tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen opgenomen in een aanvulling op dit vonnis, dat aan het verkort vonnis wordt gehecht.

8.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in:
- de artikelen 47, 225 lid 1 en 420bis juncto artikel 420ter van het Wetboek van Strafrecht (Sr),
- de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.
Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 71.205142.22
feit 1
het misdrijf:
medeplegen om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen door een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen of mede te plegen en om daarbij behulpzaam te zijn en om daartoe gelegenheid, middelen en inlichtingen te verschaffen, en
- zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, en
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en andere betaalmiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 2
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
parketnummer 71.278150.23
feit 1
het misdrijf:
medeplegen van gewoontewitwassen;
feit 2
het misdrijf:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd.

9.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

10.De op te leggen straf of maatregel

10.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft – conform het afdoeningsvoorstel – gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vierenhalf jaar en een geldboete van € 50.000,--, met aftrek van voorarrest.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de straf conform het afdoeningsvoorstel op te leggen.
10.3
De gronden voor een straf of maatregel
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich samen met anderen bezig gehouden met het treffen van voorbereidingen voor de import van harddrugs vanuit Zuid-Amerika naar Spanje en het vervoeren van die harddrugs. Het gaat om een totale hoeveelheid van 1650 kilo cocaïne. Ook heeft verdachte zich samen met anderen bezig gehouden met de import van 4 kilo cocaïne in Nederland. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen en valsheid in geschrift.
Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs schadelijke gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid en tot ernstige verslavingsproblematiek kunnen leiden met alle gevolgen van dien. Daarbij gaat drugshandel en het gebruik van drugs veelal gepaard met verschillende vormen van criminaliteit, waarvan de gevolgen voor de maatschappij vaak ernstig zijn. Verdachte heeft zich van dit alles geen rekenschap gegeven en alleen ten behoeve van zijn eigen financiële gewin gehandeld.
Gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat de voorgestelde straf valt binnen de bandbreedte van de straffen die normaliter in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde straf recht doet aan alle betrokken belangen. De rechtbank heeft daarbij ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank zal de straf dan ook opleggen conform het afdoeningsvoorstel.

11.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 23, 24c en 57 Sr.

12.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 4 van parketnummer 71.205142.22 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 van parketnummer 71.205142.22 en onder 1 en 2 van parketnummer 71.278150.23 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 71.205142.22
feit 1
het misdrijf:
medeplegen om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen door
- een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen of mede te plegen en om daarbij behulpzaam te zijn en om daartoe gelegenheid, middelen en inlichtingen te verschaffen, en
- zich en een ander gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, en
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en andere betaalmiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
feit 2
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3
het misdrijf:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
parketnummer 71.278150.23
feit 1
het misdrijf:
medeplegen van gewoontewitwassen;
feit 2
het misdrijf:
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder het onder parketnummers 71.205142.22 en 71.278150.23 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4,5 (vierenhalf) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot betaling van
een geldboete van € 50.000,-- (zegge: vijftigduizend euro);
- beveelt dat bij niet volledige betaling en verhaal van de geldboete, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
285 (tweehonderdvijfentachtig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.K. Huisman, voorzitter, mr. A.J. de Loor en mr. D.K. ten Cate, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.K. van Haren, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 12 december 2023.
Buiten staat
mr. D.K. ten Cate is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.HR 27 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1252