Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord
- de mondelinge behandeling van 26 oktober 2023,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak vordert eiser, een productiemedewerker, betaling van zijn loon over de maand maart 2023 en vanaf augustus 2023, in het kader van een kort geding. Eiser is sinds 16 december 2013 in dienst bij gedaagde, een opslag- en verwerkingsbedrijf voor voedingsmiddelen. Na een bedrijfsongeval in november 2022 heeft eiser letsel opgelopen en is hij verminderd inzetbaar. In maart 2023 heeft eiser zich ziek gemeld na het ontvangen van een vaststellingsovereenkomst van gedaagde. Gedaagde heeft het loon van eiser ingehouden, stellende dat eiser niet voldoende meewerkt aan zijn re-integratie. De kantonrechter oordeelt dat eiser in maart 2023 niet arbeidsongeschikt was, maar dat hij recht heeft op doorbetaling van loon vanaf augustus 2023, omdat gedaagde het loon ten onrechte heeft opgeschort. De kantonrechter wijst de vordering tot loonbetaling over maart 2023 af, maar kent wel een voorschot toe op het loon vanaf augustus 2023, alsook een wettelijke verhoging en buitengerechtelijke kosten. Gedaagde wordt veroordeeld in de proceskosten.