Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het wrakingsverzoek
door ervoor te zorgen dat verzoeken van mijn nooit behandeld kunnen worden omdat één van de kinderrechters de zaak naar zich toe heeft geëigend en geen enkele nieuwe procedure behandeld kan worden vóór 5 september 2023, vandaag, als zij aanwezig kan zijn.” De wrakingskamer begrijpt dit standpunt van verzoekster aldus dat mrs. Olthof, Peterzon en Van Bruggen het recht op een behandeling van haar verzoeken binnen een redelijke termijn frustreren. Verzoekster is van mening dat een andere rechtbank, bij voorkeur binnen een ander ressort, de zaken moet behandelen en niet de rechtbank Overijssel.
4.Het standpunt van mrs. Olthof, Peterzon en Van Bruggen
5.De beoordeling
wegens meerdere ziekenhuisopnames” en “
meerdere sterftegevallen in mijn familie in de afgelopen twee weken in het buitenland”. Gelet op het zeer late tijdstip waarop verzoekster dit uitstelverzoek heeft gedaan – slechts een aantal uren voor de reeds op 11 oktober 2023 geplande zitting – en het belang van een voortvarende behandeling van het wrakingsverzoek, heeft de wrakingskamer dit verzoek afgewezen. Daarbij heeft de wrakingskamer aan verzoekster middels toezending van een Teams-link tevens de mogelijkheid van online deelname geboden. Daarvan heeft verzoekster geen gebruik gemaakt.