ECLI:NL:RBOVE:2023:4142

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 oktober 2023
Publicatiedatum
23 oktober 2023
Zaaknummer
C/08/23/124 R
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling en bepaling ingangsdatum

Op 9 oktober 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling voor de verzoeker, die in financiële problemen verkeert. De verzoeker had op 25 september 2023 een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, waarbij hij verzocht om de ingangsdatum te bepalen op 1 augustus 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in de drie jaar voorafgaand aan het verzoek te goeder trouw is geweest en dat hij voldoet aan de eisen voor de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft de wettelijke schuldsaneringsregeling op de verzoeker van toepassing verklaard, maar de ingangsdatum vastgesteld op 9 oktober 2022, omdat de eerste daadwerkelijke aflossing in oktober 2022 heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft ook overwogen dat de wettelijke schuldsaneringsregeling minimaal zes maanden moet duren om de bewindvoerder in staat te stellen zijn taken goed uit te voeren. De rechtbank heeft de bewindvoerder benoemd en de vergoeding voor de bewindvoerder vastgesteld. Tevens is bepaald dat de beslagen op de goederen van de verzoeker van rechtswege zijn vervallen door de toepassing van de schuldsaneringsregeling.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Toezicht - Schuldsanering
Zittingsplaats Zwolle
insolventienummer: C/08/23/124 R
uitspraakdatum: 9 oktober 2023
Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, op het verzoek van:
[verzoeker] , wonende te [adres 1]
,
Verzoeker, verder te noemen: [verzoeker] .
Ten aanzien van de goederen van [verzoeker] is op 6 januari 2022 een onderbewindstelling uitgesproken, met benoeming van Aktiva B.V. te Hoogeveen tot (beschermings)bewindvoerder.

Het procesverloop

[verzoeker] heeft een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling.
Het verzoek is behandeld ter zitting van 25 september 2023. [verzoeker] , de heer [naam 1] ( [bedrijf] ) en mevrouw [naam 2] en mevrouw [naam 3] (Aktiva B.V.) zijn ter zitting verschenen.

De beoordeling

[verzoeker] heeft verzocht de wettelijke schuldsaneringsregeling op hem van toepassing te verklaren en heeft verzocht te bepalen dat de looptijd van de schuldsaneringsregeling start op 1 augustus 2022.
De rechtbank zal eerst het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling en vervolgens het verzoek betreffende de eerdere ingangsdatum behandelen.
Ten aanzien van het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling overweegt de rechtbank als volgt.
Het verzoekschrift voldoet aan de daaraan gestelde eisen. [verzoeker] verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen, dan wel dat redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met betaling van zijn schulden. Voorts heeft [verzoeker] voldoende aannemelijk gemaakt dat hij ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schuldenlast in de drie jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend, te goeder trouw is geweest. Tevens heeft [verzoeker] voldoende aannemelijk gemaakt dat hij de uit de wettelijke schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven.
De rechtbank zal de wettelijke schuldsaneringsregeling dan ook op [verzoeker] van toepassing verklaren.
Ten aanzien van het verzoek om te bepalen dat de ingangsdatum van de termijn van de schuldsaneringsregeling vóór de datum van toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling ligt, overweegt de rechtbank als volgt.
[verzoeker] heeft aangevoerd dat hij vanaf augustus 2022 maximaal heeft afgedragen ten behoeve van de gezamenlijk schuldeisers.
Op 1 juli 2023 is de Wet verbetering doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening naar de wettelijke schuldsaneringsregeling natuurlijke personen in werking getreden. Als gevolg van inwerkingtreding van vorengenoemde wet is onder andere artikel 349a lid 1 Faillissementswet (Fw) aangepast, in die zin dat nu is bepaald dat de termijn van de schuldsaneringsregeling anderhalf jaar bedraagt te rekenen van de dag van de uitspraak tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling, dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285 eerste lid onder f, indien die dag eerder is gelegen.
Uit het in het verzoekschrift opgenomen overzicht van maandelijkse afdrachten maakt de rechtbank op dat de eerste aflossing in het minnelijk traject in oktober 2022 heeft plaatsgevonden. Ter zitting is toegelicht dat de eerste aflossing onder andere bestond uit de spaarcapaciteit van de maanden augustus en september 2022, zodat het verzoek is om de ingangsdatum van de looptijd van de schuldsaneringsregeling op 1 augustus 2022 te bepalen. De rechtbank is echter van oordeel dat de ingangsdatum moet worden bepaald aan de hand van de eerste maand waarin daadwerkelijk is afgelost, hetgeen oktober 2022 is. De rechtbank heeft bij die bepaling ook betrokken dat de rechtbank van oordeel is dat de wettelijke schuldsaneringsregeling minimaal zes maanden moet duren om de bewindvoerder de gelegenheid te geven zijn of haar wettelijke taken goed te kunnen uitvoeren. De rechtbank zal de ingangsdatum van de termijn van de schuldsaneringsregeling dan ook bepalen op 9 oktober 2022.
Tenslotte overweegt de rechtbank dat door de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling de ten laste van [verzoeker] gelegde beslagen van rechtswege zijn komen te vervallen.

De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker]
geboren op [geboortedatum] 1968 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] ;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. R.P. van Eerde,
en tot bewindvoerder [naam 4] ,
[adres 2]
;
- geeft last aan de bewindvoerder tot het openen van aan [verzoeker] gerichte brieven en telegrammen;
- stelt de vergoeding voor de bewindvoerder gedurende de looptijd van de wettelijke schuldsaneringsregeling voorlopig vast op de bedragen zoals bepaald in het op 1 oktober 2013 in werking getreden Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering, en brengt deze bedragen ten laste van de boedel.
- bepaalt dat de bewindvoerder - bij wijze van voorschot - van deze vergoeding gemiddeld per maand een bedrag mag opnemen van maximaal het maandbedrag van het looptijdafhankelijke deel, te vermeerderen met 1/36 van het looptijdonafhankelijke deel, een en ander vanaf de maand waarin de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling van kracht is (een gedeelte van een maand daaronder begrepen) en uitsluitend wanneer het saldo op de ten behoeve van de wettelijke schuldsaneringsregeling geopende bankrekening dit toelaat;
- bepaalt op grond van artikel 349a lid 1 Faillissementswet dat de ingangsdatum van de
termijn van de schuldsaneringsregeling 9 oktober 2022 is.
Gewezen te Zwolle door mr. S.J.S. Groeneveld-Koekkoek, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 oktober 2023 in tegenwoordigheid van de
griffier.