ECLI:NL:RBOVE:2023:4010

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
12 oktober 2023
Publicatiedatum
13 oktober 2023
Zaaknummer
C/08/302762 / KG ZA 23-200
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming van koopovereenkomst en betaling van boete in kort geding

In deze zaak hebben eisers een perceel met woning verkocht aan gedaagden, maar gedaagden hebben de koopovereenkomst niet nagekomen. De voorzieningenrechter heeft op 12 oktober 2023 in kort geding uitspraak gedaan. De eisers vorderen nakoming van de koopovereenkomst en betaling van een contractuele boete van € 79.500,-. De woning zou op 26 juli 2023 geleverd worden, maar gedaagden hebben niet meegewerkt aan de levering en de koopsom van € 795.000,- niet voldaan. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 oktober 2023 waren eisers aanwezig, maar gedaagden zijn niet verschenen, waardoor verstek is verleend.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende spoedeisend belang is bij de vorderingen van eisers, aangezien zij schade lijden door het niet afnemen van de woning. De rechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eisers niet onrechtmatig of ongegrond zijn en heeft deze toegewezen. De gevorderde dwangsom is afgewezen, omdat niet aannemelijk is dat dit gedaagden zou aanzetten tot nakoming. Gedaagden zijn in het ongelijk gesteld en moeten de proceskosten van eisers vergoeden, die zijn begroot op € 3.267,57.

In de beslissing heeft de voorzieningenrechter gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot nakoming van de koopovereenkomst, betaling van de boete en de proceskosten. De wettelijke rente over de boete en proceskosten is toegewezen, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/302762 / KG ZA 23-200
Vonnis in kort geding van 12 oktober 2023
in de zaak van

1.[eiseres 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,
2.
[eiser 1],
wonende te [woonplaats 2] ,
3.
[eiseres 2],
wonende te [woonplaats 3] ,
4.
[eiseres 3],
wonende te [woonplaats 4] ,
5.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats 5] ,
6.
[eiseres 4],
wonende te [woonplaats 6] ,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: eisers,
advocaat: mr. M.B. Bollen te Almelo,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats 7] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 8] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
De voorzieningenrechter heeft kennisgenomen van de dagvaarding. Op 5 oktober 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Namens eisers waren de heer [eiser 1] en de heer [eiser 2] aanwezig. Zij werden bijgestaan door mr. M.B. Bollen. Gedaagden zijn niet verschenen; tegen hen is verstek verleend.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De situatie in het kort

2.1.
Partijen hebben een overeenkomst gesloten, waarbij eisers een perceel met woning aan gedaagden hebben verkocht tegen een koopsom van € 795.000,-. Overeengekomen is dat de woning op 26 juli 2023 zou worden geleverd. Tot op heden hebben gedaagden niet meegewerkt aan de levering van het perceel met woning en hebben zij de koopsom niet voldaan. Eisers vorderen onder meer hoofdelijke veroordeling van gedaagden tot nakoming van de koopovereenkomst en tot betaling van de overeengekomen boete, die volgens eisers verschuldigd is geworden omdat gedaagden de koopovereenkomst niet nakomen.

3.De beoordeling

3.1.
De voorzieningenrechter heeft aan de hand van de betekende dagvaarding geconstateerd dat gedaagden correct zijn opgeroepen voor de mondelinge behandeling. Aangezien ook de overige bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, heeft de voorzieningenrechter tegen gedaagden verstek verleend.
3.2.
Er is voldoende gebleken dat eisers een spoedeisend belang hebben bij de door hen gevorderde voorzieningen. Zij lijden schade doordat gedaagden de woning niet afnemen. Van een risico van onmogelijkheid tot terugbetaling van de koopsom en/of het boetebedrag indien gedaagden in een eventuele bodemprocedure geheel of gedeeltelijk in het gelijk zouden worden gesteld (het restitutierisico) is de voorzieningenrechter niet gebleken.
3.3.
De vorderingen van eisers komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. De voorzieningenrechter wijst deze vorderingen dan ook toe, met inachtneming van het volgende.
3.4.
De gevorderde dwangsom, die op grond van HR 15 april 2016, ECLI:NL:HR:2016:667 mogelijk is (kort gezegd: er bestaat geen dwangsomverbod bij veroordeling tot medewerking aan levering van een onroerende zaak met verplichting tot betaling koopsom), zal worden afgewezen. Eisers maken aanspraak op betaling van € 79.000,- contractuele boete en ondanks die aanspraak en de ingebrekestellingen hebben gedaagden de woning niet afgenomen. De termijn waarbinnen gedaagden een beroep op het financieringsvoorbehoud konden doen, is ongebruikt verstreken. Gedaagden hebben ondanks verzoeken van de notaris van eisers geen (voldoende) inzicht verleend in de reden(en) voor het niet voldoen aan hun contractuele verplichtingen jegens eisers en gaan overleg met eisers over de ontstane situatie uit de weg. In dit kort geding hebben zij verstek laten gaan. Bij deze stand van zaken is onvoldoende aannemelijk dat een dwangsom, naast de (toe te wijzen) aanspraak op betaling van de contractuele boete van € 79.000,- voor gedaagden een aansporing zal vormen tot afname van de woning en betaling van de koopsom.
3.5.
Aangezien gedaagden in het ongelijk worden gesteld, veroordeelt de voorzieningenrechter gedaagden in de proceskosten. De kosten aan de zijde van eisers worden begroot op:
- dagvaarding € 130,57
- griffierecht € 2.277,00
- salaris advocaat € 697,00
- nakosten
€ 163,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal € 3.267,57
3.6.
De gevorderde nakosten vallen binnen de tarieven genoemd in de Aanbeveling tarieven kort gedingen kantonzaken en handelszaken en wijst de voorzieningenrechter toe.
3.7.
De gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen, zoals hierna vermeld in de beslissing.
3.8.
De veroordelingen worden hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere gedaagde kan worden gedwongen de woning af te nemen en de volledige bedragen te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter
4.1.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk tot algehele nakoming van de gesloten koopovereenkomst tussen partijen door binnen vijf dagen na betekening van dit vonnis zorg te dragen voor afname van de woning en voor voorafgaande betaling van de overeengekomen koopsom, aldus € 795.000,- en de bijkomende kosten zoals die zullen blijken uit de door de transporterende notaris op te stellen afrekening, te storten op de kwaliteitsrekening van de transporterende notaris;
4.2.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk tot betaling van de verbeurde boete op basis van de tussen partijen gesloten koopovereenkomst ad € 79.500,-, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
4.3.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten van eisers, tot op heden begroot op € 3.267,57, te betalen binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis. Wordt niet binnen veertien dagen na aanschrijving voldaan en wordt het vonnis vervolgens betekend, dan moeten gedaagden aan extra nakosten € 85,- aan eisers betalen, plus de kosten van betekening;
4.4.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk de wettelijke rente over de proceskosten te betalen met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledig betaling;
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. de Haan en in het openbaar uitgesproken op 12 oktober 2023. (JK)