ECLI:NL:RBOVE:2023:4002

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
12 oktober 2023
Zaaknummer
10426775 EJ VERZ 23-98
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens ongeschiktheid en verwijtbaar handelen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 20 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de publiekrechtelijke rechtspersoon Bedrijfsvoeringsorganisatie SHARED SERVICE CENTER ONS (hierna: ONS) en de werknemer [verweerder]. ONS heeft het verzoek ingediend op grond van zowel verwijtbaar handelen als ongeschiktheid van de werknemer voor de bedongen arbeid. De werknemer, die sinds medio 2000 in dienst is, heeft in de loop der jaren verschillende functies bekleed, maar is sinds 1 januari 2022 werkzaam als infrastructuurbeheerder werkplek. ONS heeft gesteld dat de werknemer niet over de benodigde kennis en vaardigheden beschikt om zijn functie adequaat uit te voeren, ondanks een afgesproken opbouwtraject waarin de werknemer de kans kreeg om zijn kennis en vaardigheden te verbeteren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer onvoldoende inspanningen heeft geleverd om de afgesproken certificaten te behalen en dat hij na negen maanden slechts één van de vier benodigde certificaten had behaald. De kantonrechter oordeelde dat ONS zich voldoende had ingespannen om de werknemer te ondersteunen in zijn ontwikkeling, maar dat de werknemer niet in staat was gebleken om de vereiste kennis en vaardigheden te verwerven. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen, met ingang van 1 september 2023, en heeft de werknemer een transitievergoeding van € 43.442,00 bruto toegekend. Het verzoek om een billijke vergoeding werd afgewezen, omdat ONS niet ernstig verwijtbaar had gehandeld.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10426775 EJ VERZ 23-98
Beschikking van 20 juni 2023
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
Bedrijfsvoeringsorganisatie SHARED SERVICE CENTER ONS,
gevestigd te Zwolle,
verzoekende partij,
hierna te noemen: ONS,
gemachtigde: mr. W.J.F. Nieuwenhuis,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
verwerende partij,
hierna te noemen: [verweerder],
gemachtigde: mr. J.W. Wijers.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift ex artikel 7:671b BW, met producties 1 tot en met 45, ontvangen op 3 april 2023,
- het verweerschrift met een tegenverzoek, met producties 1 tot en met 14, ontvangen op 1 mei 2023,
- de nadere producties 46 tot en met 48 aan de kant van ONS,
- de nadere productie 15 aan de kant van [verweerder].
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 9 mei 2023. Namens ONS waren daarbij aanwezig de heer [naam 1], teamleider infrastructuur, en mevrouw
[naam 2], HR-adviseur, bijgestaan door mr. Nieuwenhuis voornoemd. [verweerder] is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. Wijers. Beide gemachtigden hebben pleitaantekeningen overgelegd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat verder is besproken.

2.Inleiding en korte samenvatting

2.1.
[verweerder] is vanaf medio 2000 in dienst bij (de rechtsvoorganger van) ONS, momenteel in de functie van infrastructuurbeheerder werkplek. Medio 2021 heeft ONS aan [verweerder] te kennen gegeven dat hij niet alle taken van zijn functie beheerst. Partijen zijn vervolgens eind januari 2022 een mediationtraject ingegaan. Aan het einde van dat traject, op 22 maart 2022, hebben partijen kort gezegd afgesproken dat [verweerder] in zijn functie werkzaam zou blijven en dat hij een opbouwtraject zou doorlopen om zijn kennis- en vaardighedenniveau op het niveau van zijn functie te brengen. De planning van het opbouwtraject is vervolgens gaandeweg meermaals aangepast. Uiteindelijk heeft [verweerder] een klein deel van (de eerste fase van) het opbouwtraject afgerond.
2.2.
Volgens ONS heeft [verweerder] zich onvoldoende ingespannen om het opbouwtraject met succes af te ronden en is hij er op enig moment zelfs helemaal mee gestopt. Dit is volgens ONS verwijtbaar handelen. Om die reden vraagt ONS in deze procedure om ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Subsidiair vraagt ONS de arbeidsovereenkomst te ontbinden, omdat [verweerder] ongeschikt is de bedongen arbeid te verrichten.
2.3.
De kantonrechter wijst het verzoek van ONS tot ontbinding van arbeidsovereenkomst toe. Er is geen sprake van verwijtbaar handelen, maar wel van ongeschiktheid tot het verrichten van de werkzaamheden. ONS heeft zich voldoende ingespannen om het opbouwtraject te laten slagen. Niettemin was na negen maanden nog slechts één examen behaald van de vier examens die [verweerder] in de eerste drie maanden van het opbouwtraject had moeten behalen.
2.4.
Dit oordeel wordt hierna gemotiveerd. Eerst wordt ingegaan op de feiten. Dat zijn er veel, omdat de kantonrechter er niet aan ontkomt om een belangrijk deel van de tussen partijen gewisselde correspondentie (letterlijk) weer te geven. Daaruit blijkt namelijk hoe het opbouwtraject verlopen is.

3.De feiten

3.1.
[verweerder] is geboren op [geboortedatum] 1970. Op 11 juni 2000 is [verweerder] in dienst getreden bij de provincie Overijssel. Daar vervulde hij werkzaamheden op IT-gebied. Vanaf 1 januari 2018 heeft [verweerder] dat dienstverband voortgezet bij ONS. De laatste functie die hij bij ONS vervulde is die van infrastructuurbeheerder werkplek. De omvang van zijn dienstverband is 36 uren per week. [verweerder] werkt feitelijk 40 uren per week, zodat hij per week 4 uren extra verlof opbouwt. Zijn bruto maandsalaris bedraagt € 4.208,00, exclusief vakantietoeslag en emolumenten.
3.2.
Sinds 1 januari 2018 was [verweerder] bij ONS eerst werkzaam in de functie van ICT Beheerder. In die functie voerde hij feitelijk werkzaamheden uit op het gebied van werkplekbeheer (Workspace). Per 1 januari 2019 is [verweerder] geplaatst in de functie
van servicedeskmedewerker. Deze functie was gewaardeerd in
functieschaal 8.
3.3.
Op 31 juli 2019 is met [verweerder] een beoordelingsgesprek gehouden. Daar is een verslag van opgemaakt. Daarin staat, voor zover van belang, dat de beoordeling plaatsvindt naar aanleiding van de voorlopige plaatsing van [verweerder] binnen het team Workspace met het oog op de definitieve plaatsing van [verweerder] binnen dat team in de functie van workspace engineer. In dat verslag worden de reguliere taken van de workspace engineer beschreven en wordt vermeld dat [verweerder] de activiteiten en werkzaamheden sinds de start van de voorlopige plaatsing een aantal maanden vóór 31 juli 2019 goed heeft opgepakt. Er wordt ook melding gemaakt van de start van een afgesproken ontwikkeltraject dat tot zijn definitieve plaatsing leidt. Er worden cursussen en opleidingen genoemd die [verweerder] heeft doorlopen en nog gaat doorlopen. Verder wordt het functioneren van [verweerder] in het verslag, kort gezegd, als goed beoordeeld. Er wordt tevens in vermeld dat [verweerder] per 1 september 2019 in de functie van workspace engineer wordt benoemd en dat dit betekent dat hij per 1 september 2019 van schaal 8 naar schaal 9 zal gaan. Een en ander is ook daadwerkelijk gerealiseerd.
3.4.
In het kader van een herinrichting van de IT-organisatie bij ONS is [verweerder] per 1 januari 2022 formeel geplaatst in de functie van infrastructuurbeheerder werkplek. ONS had die herinrichting en plaatsing voordien aangekondigd in een brief aan [verweerder] van 25 oktober 2021. Daarin staat onder meer, kort gezegd, dat de functie die [verweerder] op dat moment heeft in de nieuwe IT organisatie terugkomt, dat die functie mogelijk van titel wijzigt en dat er geringe wijzigingen in het takenpakket kunnen zijn aangebracht, maar dat die wijzigingen geen aanleiding geven om van een gewijzigde functie te spreken. Ook is er volgens de brief geen verandering van rechtspositie.
3.5.
ONS heeft de doelstelling van de functie van infrastructuurbeheerder als volgt
Beschreven:
“De infrastructuurbeheerder is verantwoordelijk voor het beschikbaar en actueel houden van de technische infrastructuur op netwerk- server/storage- en werkpleksysteemgebied. De beheerder zorgt ervoor dat de IT omgeving welke nodig is voor het leveren van de producten en diensten voldoet aan de behoefte van de klanten qua performance, beschikbaarheid en veiligheid. Deze werkzaamheden betreffen zowel onpremise als cloud omgevingen.”
3.6.
Binnen de functie van infrastructuurbeheerder onderscheidt ONS drie specialisaties in kennisgebied (Netwerk, Server/Storage en Werkpleksysteem). De infrastructuurbeheerder werkplek werkt binnen het kennisgebied Werkpleksysteem.
3.7.
Tot en met januari 2019 heeft [verweerder] zich bij ONS met name bezig gehouden met telefonie. Daarna heeft hij zich ook met printers en e-mail bezig gehouden.
3.8.
Op 12 mei 2021 heeft [verweerder] zich ziek gemeld. In de maanden daarna is [verweerder] gere-integreerd.
3.9.
[verweerder] heeft op 7 oktober 2021 aan zijn toenmalige manager, de heer [naam 3] (hierna: [naam 3]), gevraagd om per deeltaak van zijn functie aan te geven welke taken en verantwoordelijkheden er van hem verwacht worden. Op 15 oktober 2021 heeft [naam 3] bij e-mail gereageerd. Daarin staat onder meer het volgende:
“(…)
Wij zijn gisteren bij elkaar gekomen om te bespreken hoe het verder gaat en hoe we verder gaan. Hierbij hebben we ook jouw mail besproken.
Overal algemeen is het gewenste kennisniveau over al de door jouw genoemde onderwerpen zodanig dat je genoeg kennis hebt om te weten wat het is en hoe er bij kunt, dit aangevuld met ervaring in systeembeheer en daarmee als vanzelf kennis van ‘systemen’ in het algemeen. Jouw kracht is dat je goed kunt analyseren en informatie kunt ophalen, verwerken en toepassen; hiermee zou er een prima basis voor het uitvoeren van jouw functie moeten zijn. Jouw continue verwijzing naar het gebrek aan kennis en dat je veel dingen niet kunt die je alleen met hulp van collega’s hebt gekund wijzen er voor mij op dat we hier een belangrijk aandachtspunt hebben op dit vlak omdat je hiermee zelf aangeeft dat je al jaren niet goed functioneert. Door gebrek aan feedback gesprekken met [naam 4] is dit nooit vastgelegd en niet op geacteerd.
Op basis van voorstaande en de lijst kan je zelf aangeven wat de onderwerpen zijn waar je wilt specialiseren en kennis wilt opbouwen, hiervoor bieden we ook alle mogelijkheden middels bijvoorbeeld CBT Nuggets. (…) We hebben ook gesproken dat je zelf aangeeft waar je in wilt groeien en welke opleidingen je wenst te volgen. Gebrek aan kennis zal je zelf moeten aanvullen en de onderwerpen zelf aangeven waarop je dat wilt.
Opvallend is dat je vraagt om structuur. Dit heb je nooit gehad en toch kreeg je het voor elkaar om calls af te handelen. (…) Kennelijk zorgt de huidige situatie er voor dat je dit niet meer kunt.(…)”
3.10.
Op 10 december 2021 heeft [verweerder], die zich op 3 december 2021 beter had gemeld, zich wederom ziek gemeld. In de terugkoppeling van de bedrijfsarts staat onder meer dat [verweerder] arbeidsongeschikt is, omdat de werksituatie spanningen oproept.
3.11.
Op 10 januari 2022 heeft (de gemachtigde van) [verweerder] onder meer het volgende gemaild aan [naam 3]:
(…)“Ik zie een groot verschil over wat u kennelijk van cliënt verwacht en wat client verder in zijn optiek zou kunnen leveren. (…)
Cliënt heeft zich binnen Workspace beziggehouden met mail, printers en de rol van “beheerder van de dag”. VMWare, Citrix en Windows10 behoorden niet tot zijn takenpakket. Hiervoor waren andere (ingehuurde) specialisten verantwoordelijk voor. Cliënt heeft niet de kennis, kunde en vaardigheden om deze taken uit te voeren. Het zijn specialistische werkzaamheden die niet enkel met het raadplegen van collega’s zo maar eigen gemaakt kunnen worden. (…)
Afspraak
Met cliënt is afgesproken van hij zich zou richten op mail en printers. U heeft in uw mail van 15 oktober ook toegezegd dat cliënt zelf mag aangeven wat de onderwerpen zijn waarin hij zich wil specialiseren en kennis wil opbouwen.(…)
Vervolg
De huidige werkomstandigheden zijn een blijvend risico voor zijn gezondheid. (…) Het lijkt mij in beider belang dat aan cliënt passende werkzaamheden worden opgedragen die aansluiten bij zijn kennis, ervaring en ambitie.”(…)
3.12.
Op 13 januari 2022 heeft ONS aan [verweerder] een brief gestuurd waarin zij aangeeft dat de samenwerkingsrelatie tussen partijen niet vlekkeloos verloopt en dat ONS stappen wil zetten om tot een duurzame verbetering van de arbeidsrelatie te komen. ONS heeft in deze brief voorgesteld om een mediationtraject te beginnen waarin heldere afspraken worden gemaakt om de arbeidsrelatie op een duurzame en constructieve manier vorm te geven.
3.13.
[verweerder] heeft met mediation ingestemd. De mediation tussen partijen is begonnen op 27 januari 2022 en is op 22 maart 2022 afgesloten.
3.14.
In een e-mailbericht van 24 maart 2022 van de mediator, mr. [naam 5], staat onder meer het volgende:
“(……)
Woensdagochtend (22-03-22) bespraken wij de stand van zaken en hebben we de mediation afgesloten.
[naam 6] heeft nogmaals uitgelegd dat het “de werkgever” er vooral om te doen is [verweerder] met plezier naar zijn werk te laten gaan. Niet om hem beentje te lichten of een hak te zetten. Maar omdat er vanuit [naam 6] de nodige twijfel bestaat of [verweerder] zijn functie op een voldoende niveau kan gaan uitvoeren, biedt hij ook een alternatieve route aan. [verweerder] denkt daar anders over en wil zo spoedig mogelijk in zijn functie aan het werk.
Wat is opgemerkt en afgesproken is:
“[verweerder] kiest er weloverwogen voor om zijn functie bij ONS te gaan oppakken en uitvoeren. (…)
ONS zal met [verweerder] een maatwerktraject starten om hem op het vereiste kennis en vaardigheden niveau behorende bij zijn functie te krijgen. [naam 7] maakt met [verweerder] de afspraken en zal het traject begeleiden. [verweerder] is van mening dat hij de taken die nu bij de functie horen in Workspace nooit zelfstandig heeft uitgevoerd en daarvoor de specialistische kennis/opleidingen ook niet heeft. [verweerder] is bereid hierin zelf te investeren. De investering die gevraagd wordt van [verweerder] is serieus en vraagt de komende maanden wel iets. De insteek van Ons is dat [verweerder] in een half jaar onder begeleiding een aantal opleidingen volgt en flinke stappen maakt om klaar te zijn voor de functie. Voor de investering in tijd is het uitgangspunt dat ONS hiervoor een dag per week beschikbaar stelt en dat van [verweerder] tenminste hetzelfde wordt gevraagd.” (…)
3.15.
Bij e-mail van 13 april 2022 heeft de heer [naam 7] (hierna: [naam 7]), toenmalig manager van [verweerder], het volgende aan [verweerder] bericht:
(…)
Einddoel en opbouw
Onze insteek is dat je in de periode van 1 jaar toegroeit naar de functie die je nu formeel hebt (infrabeheerder werkplek) in technische kennis en kunde. Zoals uitgelegd heeft dit twee redenen: 1) je hebt zelf, ook in eerdere gesprekken, aangegeven deze functie niet zelfstandig uit te kunnen voeren omdat je inhoudelijke kennis mist en 2) je bent er daarnaast enige tijd uit geweest en ondertussen zijn onze teams, manier van werken en stand van de techniek verder ontwikkeld. Dit vraagt van ons en jouzelf om in stappen weer comfortabel te worden met zowel de techniek/inhoudelijke kennis als het team/werkwijze, zodat je succesvol kunt zijn in je eigenlijke functie. (…)
Invulling opbouw
Vervolgens hebben we deze opbouw met elkaar gemaakt (deze zijn ook in excel bijgevoegd).
Samenvattend hebben we hierbij het volgende gezegd:
• Voor je technische ontwikkeling hebben we per kwartaal een aantal concrete doelen t.a.v. certificering gedefinieerd (mcl. zelfstudie/training). Je start hierbij met de basis (fundamentals en daarna associate op Microsoft Modern Workspace), waarna je verder gaat verdiepen. De insteek is dat je hiermee in de periode van 1 jaar aantoonbaar alle technische componenten beheerst, die nodig zijn in je formele functie. NB: Het is dus de bedoeling dat je zelf initiatief neemt om deze certificeringen te behalen. Hier kun je komende periode al mee starten. Wij faciliteren de kosten voor trainingen plus examens. Daarnaast begreep ik dat is afgesproken dat je in tijd 1 dag per week voor studie vanuit Ons krijgt.
• In je dagelijkse werkzaamheden start je eerst Q2 en Q3 op het vlak van “local support” bij voorkeur op de locatie Westerveld, daarna bouwen we verder op. Met al jouw kennis en ervaring zijn dit werkzaamheden die je prima aan moet kunnen. Deze opbouw geeft je dus ook de ruimte om erin te komen en onderwijl je technische certificeringen te behalen.
• Ook met deze opbouw en toelichting waren we beide enthousiast. We hebben dan ook afgesproken dit verder zo in gang te gaan zetten. Omdat het belangrijk was eerst met elkaar deze kennismaking te hebben en het ook samen eens te worden over vervolgstappen, kom ik nog bij je terug over het exacte startmoment voor dit traject en exacte invulling van werk/thuis/studiedagen. Ondertussen kun je al wel starten met zelfstudie voor de 1e certificeringen.
Werkafspraken
Tenslotte hebben we een aantal praktische afspraken gemaakt voor het vervolg, te weten:
1. We zullen komende periode periodiek en face-face evalueren hoe je groeitraject verloopt ([verweerder], [naam 1], [naam 7]). Hiervoor zal ik wat inplannen. Voor de volledigheid: je bent en blijft wel zelf verantwoordelijk voor behalen van certificeringen in genoemd kwartaal, alsmede uitvoeren van werkzaamheden in je rol;
2. Inzake overwerk en evt. declareren hiervan hebben we afgesproken dat er alleen sprake is van overwerk als dit vooraf en schriftelijk wordt gevraagd door [naam 1] of mijzelf;
3. Je hebt aangegeven je per direct 100% beter te willen melden. Dit zullen we zo verwerken. Het moment van starten met je dagelijkse werkzaamheden ligt dan wat later in de tijd, maar je kunt al starten met de 1e zelfstudie onderdelen.”
3.16.
Bij de hiervoor genoemde e-mail van 13 april 2022 is het volgende bestand gevoegd, zijnde een schematische weergave van het opbouwtraject (hierna: het opbouwtraject).
[Afbeelding]
3.17.
Op 20 april 2022 heeft [naam 7] van ONS onder meer het volgende aan [verweerder] gemaild:
“(…)
Allereerst: fijn dat het voorstel voor jouw opbouw helemaal akkoord is. Gaan we mooie stappen in zetten! Daarnaast heb je ons via diverse mails afgelopen week wat praktische vragen gesteld. Bij deze even integraal en puntsgewijs een terugkoppeling, zodat jij ook weer bij bent:
• Onze vaste overlegmomenten zijn inmiddels gepland. Ik verwacht daarnaast eind deze week de terugkoppeling op startmoment vanuit Westerveld;
• Betermelding gaan we doen met terugwerkende kracht per 1 april 2022. Dit zou dus volgende week goed moeten staan (we hadden even last van freeze in YouForce afgelopen week);
• Jouw nieuwe werkpatroon kun je daarna zelf via Self Service portaal in YouForce aanvragen. Doe dit dan ook even vanaf 1 april, zodat alles synchroon loopt;
• Vanaf eind 2021 zullen we correctie van verlof doorvoeren. [naam 8] heeft hiervoor al een reminder naar onze HR collega’s gedaan. Dit zou dus volgende week ook goed moeten staan;
• CBT Nuggets toegang zijn we mee bezig, dus komt jouw kant op;
• Inzake reiskosten vergoeding gelden de reguliere voorwaarden en vergoedingen uit ons personeelshandboek (staat op de SCC-Ons intranet site).
Had jij daarnaast zelf al de gevraagde inschatting van je studiemateriaal en examens voor het 1e blok? We zitten volgende week dinsdag weer met elkaar. Mochten er nog zaken open staan dan kunnen we die dan even face-face bespreken.”(…)
3.18.
Op 28 april 2022 heeft [naam 7] onder meer aan [verweerder] gemaild:
“(…)
Afgelopen dinsdag hebben we weer met elkaar gesproken over het opbouwtraject. Ter bevestiging, we hebben hierbij de volgende praktische zaken met elkaar doorgesproken.
(……)
Kennisopbouw
.Er was nog wat scepsis over het nut/noodzaak tot behalen van certificaten bij jouzelf. Dit hebben we toegelicht: het is een investering in jezelf en jouw technische kennis, die ook voor jouw klanten aantoonbaar mag zijn. Het behalen van examens/certificaten blijft dan ook gewoon staan. Wel hebben we afgeproken dat je een set van proefexamens kunt aanschaffen, zodat de drempel om weer examens te gaan doen wat lager wordt.(…)
.Je hebt inmiddels toegang tot CBT Nuggets (online trainingsplatform) en hebt hier ook al in gekeken. Zeker voor het 1e blok in Q2 (..) is dit met jouw IT-technische kennis en ervaring, i.c.m. genoemde proefexamens en evt. boeken, voldoende om via zelfstudie deze certificeringen te gaan behalen. Grootste drempel die je ervaarde was m.n. het weer doen van examens. Afgesproken dat je voor de volgende evaluatie een aantal proefexamens hebt gedaan en ons meeneemt in je studieplan (..)”.
3.19.
Op 6 mei 2022 is [verweerder] begonnen als local support medewerker bij de gemeente Westerveld.
3.20.
Op 12 mei 2022 heeft [verweerder] aan [naam 7] gemaild dat hij die dag is gebeld door [naam 9] van Gobal Knowledge en dat hij met [naam 9] heeft gesproken over de vier trainingen die [verweerder] moet volgen in de eerste fase (Q1) van het opbouwtraject. In die mail staat onder meer:
“(...)
Hij geeft aan dat ik niet alle examens van tevoren moet inplannen. Advies uit ervaringen vanuit Global Knowledge geeft hij aan, dat ik het beste eerst een cursus volledig moet doorlopen en hierna praktijkervaringen moet opdoen en extra cursusmateriaal moet leren. Hierna is het slagingspercentage het hoogst voor het behalen van de certificaten.”
3.21.
Bij email van 13 mei 2022 heeft Flipen op de voormelde email geageerd. Hij bericht daarbij onder meer:
“(…)
De volgende stap is nu dat je hiermee concreet jouw studieplan uitwerkt, zoals afgesproken. Waar ik wel hard aan vast wil houden is de opzet en het tempo van totale ontwikkelplan wat we samen hebben afgesproken(…). Het argument van Global Knowledge om ook praktijkervaring op te doen snap ik als je nieuw bent in het IT-vakgebied. Dit past uiteraard niet met iemand zoals jij die al jaren in het IT- vak zit voor fundamentals en associate onderdelen en dat weet natuurlijk Global Knowledge weer niet.
Hopelijk helpt dit om je studieplan nu concreet te gaan maken. Dit bespreken we dan in ons volgend periodiek overleg.
(…)”.
3.22.
Op 10 juni 2022 heeft [verweerder] aan ONS bericht dat hij het certificaat voor de cursus MS-900 heeft behaald.
3.23.
[verweerder] heeft op 15 juni 2022 onder meer het volgende aan [naam 7] gemaild:
“(…)
Examen plannen:
Ik heb nog niet alle examens van tevoren ingepland op specifieke dagen. Examens kan je bijna iedere dag plannen. Hierdoor lijkt mij niet verstandig al op een specifieke dag te plannen. Als het moet dan is het dus heel snel in te plannen. In de cursus wordt vaak bepaalde dingen uitgebreid uitgelegd en bepaalde dingen heel beknopt. Als je examen wil doen dan moet je nog de digitale Skillpipe boek lezen en de verwijzingen uit het boek naar verschillende Microsoftpagina’s. Alleen de cursus volgen is dus niet voldoende om examens te doen.” (…)
3.24.
Op de voormelde e-mail heeft [naam 7] bij e-mail van 16 juni 2022 gereageerd. Daarin staat onder meer:
“(…)
.Wat betreft examens snap ik deze toelichting, maar ik wil voorkomen dat dit door “de waan van de dag” alsnog wegloopt in tijd en de kennis uit trainingen/oefenmateriaal te ver is weggezakt. (…) wat kunnen we dus verder afspreken hierin ? “
3.25.
Bij e-mail van 21 juni 2022 heeft [naam 1] van ONS onder meer aan [verweerder] en [naam 7] bericht:
“Afgelopen 20 juni hebben [verweerder] en ik een gesprek gehad over o.a. de punten hieronder benoemd.
(…)
M.B.T Planning cursussen en examens
Er zijn concreet afspraken gemaakt voor de verschillende “blokken” waarin cursussen en certificeringen gehaald moeten worden. “blok 2”staat op dit moment op gespannen voet met enkele zaken die [verweerder] aangeeft en heeft besproken met mij en bedrijfsmaatschappelijk werk. Ik heb [verweerder] gevraagd om conform afspraken uit te werken wanneer welke cursus en examen gevolgd gaat worden. Daarbij duidelijk aan te geven waar het schuurt en mogelijk aanpassing behoeft en waarom. Daarnaast een planning te maken waarin deze knelpunten niet meer voorkomen, zodat [naam 7] en ik dat op 4 juli met [verweerder] kunnen bespreken en besluiten.
(…)”
3.26.
Op 29 juni 2022 heeft [verweerder] bij e-mail aan [naam 7] bericht:

Goedenavond [naam 7],
Hierbij de planning van de cursussen.
M-MD100 (…) Gevolgd 13 juni t/m 17 juni 2022
M-MD101 (…) Nog in cursus vanaf 27 juni t/m 1 juli 2022
M-MS203 (…) Gepland 12 september t/m 16 september 2022
(…)
Planning examen:
De trainer geeft aan dat MD100 en MD1O1 best pittig is. Je kunt het niet vergelijken met de cursus van “Microsoft 365 Fundamentals (MS-900)”. MS-900 kan je halen door alles uit het hoofd te leren. Maar voor MD100 en MD1O1 moet je leren en praktijkervaringen opdoen anders haal je het niet. De trainer geeft aan, als je examen wilt halen dan moet je onderstaande acties uitvoeren:
- Na de training de volledig boeken doornemen. Ongeveer 700 pagina’s per boek.
- De labs goed oefenen.
- Praktijkervaringen opdoen.
- Examenvragen oefenen.
De trainer gaf aan dat het niet realistisch is de planning van mijn cursus traject.”
Als ik toch de examens van MD100 en MD101 in beperkte doorlooptijd moet doen dan zal ik de examens doen voor 22 juli 2022.”
3.27.
Op 5 juli 2022 heeft [naam 7] aan [verweerder] en [naam 1] bericht:
“(…)
Bijgaand weer een samenvatting van hetgeen we gisteren hebben besproken met elkaar.
(…)
.[verweerder] heeft het 1e examen (AZ-900) behaald. Inmiddels heeft hij ook de trainingen voor MD-100 en MD-101 gevolgd, waarbij hij ervaart dat dit vooral heel theoretisch en breed is. In ons gesprek hebben we hierbij stil gestaan en ook uitgelegd dat dit juist de bedoeling is. Hiermee leg je het theoretisch fundament waarop je straks verder gaat bouwen met aanvullende trainingen en praktijkkennis.
.[verweerder] heeft vooraf aangegeven (zie bijlage en gespreksverslag 20-6) wat druk te ervaren m.b.t. de examens voor MD-100 en MD-101. Naast de studiedag in de week kost dit hem in het huidige tempo erg veel privé tijd in de weekenden. Tijdens ons gesprek hebben we hier uitgebreid bij stil gestaan en zijn we verder ingegaan op het maken van een goede studieplanning (als vervolg op het gesprek van 20-6) met [verweerder]. Zowel [naam 1] als ondergetekende hebben op basis van voorbeelden [verweerder] uitgebreid meegenomen in hoe hij dit voor zichzelf kan uitwerken. Dit met de insteek dat er meer rust en overzicht komt voor [verweerder] zelf wij tijdens de evaluaties een concreet iets hebben om over te praten (het blijft nu voor al bij een gevoel dat het allemaal erg veel is). Dit zorgde uiteindelijk zichtbaar voor opluchting.Actie: Afgesproken dat [verweerder] begin volgende week zijn studieplanning aanlevert, welke wij dan 18-07 bespreken.
(…) “
3.28.
Op 8 juli 2022 heeft [verweerder] een studieplanning aangeleverd.
3.29.
Bij e-mail van 8 augustus 2022 heeft [naam 7] een [verweerder] bericht:
“(…)
Wegens de vakanties iets later dan gebruikelijk, maar bij deze alsnog even de samenvatting van ons gesprek van 18 juli. Puntsgewijs hebben wij het volgende besproken:
(…)
.Daarnaast hebben we in ons gesprek m.n. gesproken over de studieplanning, die je n.a.v. ons laatste gesprek en de opzet ik je toen heb uitgelegd, hebt gemaakt voor jezelf voor het 1e kennisblok (basis Microsoft Werkplek).
.Je signaleerde voorafgaand aan ons overleg een duidelijk knelpunt met beperkte beschikbaarheid van proefexamens en je huidige studieplanning. In ons gesprek heb ik je diverse mogelijkheden aangereikt om dit op te lossen: van extra studietijd, tot indikken van de planning, tot verschuiving van onderdelen uit het 2e kennisblok (Ivanti en Citrix basis). Uiteindelijk hebben we er voor gekozen de Citrix associate training te verschuiven, zodat je eerste blok 1 goed afrondt. (…)“
3.30.
Op 29 augustus 2022 heeft [verweerder] het volgende aan [naam 7] bericht:
“(…)
Ik heb nieuwe planning gemaakt en in overleg met Global Knowlegde cursussen kunnen verplaatsen zonder bijkomende kosten. Enkele test examens moeten opnieuw gekocht worden omdat de geactiveerde test examens niet meer verplaatst kunnen worden.
Ik heb ook regelmatig een gesprek met een Bedrijfsmaatschappelijk werker ([naam 10]). Ze heeft mij geadviseerd om mijn dilemma kenbaar te maken zodat ik meer rust krijg en dat ik meer moet ontspannen.
Daarom som ik even enkele dilemma’s:
.Het kost mij best veel tijd om het studieplan telkens te moeten aanpassen.
.Omdat ik 1 dag per week een studie dag heb, probeer ik veel hoofdstukken die dag te bestuderen en labs uit te voeren. In de praktijk lukt mij niet om alles op een dag te doen, vooral als iets misgaat tijdens enkele labs opdrachten. Om die planning toch te kunnen halen doe ik ook veel op andere dagen.
.Het lezen in het Engels kost mij ook extra inspanning.
.Na een werkdag bij Gemeente Westerveld heb je eigenlijk geen extra energie meer om thuis nog extra te studeren om de planning te kunnen halen.
.Ik heb geen houvast wat redelijke doorlooptijd is voor mijn studieplan. De vaste en ingehuurde personen hebben geen van allen certificaten gehaald voor de onderwerpen waarvoor ik certificaten moet halen. Hierdoor kunnen zij ook mij niet helpen om de redelijke doorlooptijd te bepalen.”
3.31.
Op 22 september 2022 heeft [naam 7] onder meer het volgende aan [verweerder] gemaild:
(…)
Afgelopen periode (respectievelijk 29-08, 05-09 en 12-09) hebben we met elkaar een aantal open en ook onderling samenhangende gesprekken gevoerd n.a.v. jouw opbouwtraject. Bij deze even een korte samenvatting:
Uitkomst van deze gesprekken is dat je de keuze hebt gemaakt niet verder te willen in de opbouw naar en invulling van de huidige functie. Deze keuze heb je uiteindelijk ook 12 september met ons gedeeld. Belangrijkste reden is de stress van het studeren die je ervaart, nu al in de 1e fase van het opbouwtraject. Hierover zijn we 29 augustus in gesprek gegaan tijdens ons reguliere evaluatiegesprek (de eerste na jouw zomervakantie), waarbij je dit hebt uitgesproken. De stress van het studeren werkte op dat moment al privé behoorlijk door voor je en had je ook al besproken met de bedrijfsmaatschappelijk werker. Hier schrok ik nogal van en dus zijn we verder het gesprek aangegaan.
De stress wordt voor jou veroorzaakt door de mate van nieuwe kennis in combinatie met het echt “studeren” en dus ook leren vanuit boeken, filmpjes en proefexamens en het maken van een studieplanning hiervoor wat je als een enorm belastend ervaart. Anderzijds hebben we aangegeven dat juist met de huidige snelheid van ontwikkelingen in de ICT en de functie waarin je nu zit, het nodig is om continu bij te blijven in je vakgebied en dus te studeren. Dit is niet iets wat na het afgesproken opbouwtraject stopt, waarbij we ook eerlijk hebben aangegeven dat de intensiteit van studie(belasting) gaandeweg het opbouwtraject alleen nog maar toeneemt omdat we nu slechts in de 1e fase (fundamentals en associate) zitten en omdat je nu ook nog in een opbouwtraject zit met de werkzaamheden die je uitvoert.
Met deze inzichten hebben we je gevraagd voor jezelf goed na te denken hoe je aankijkt tegen de groei naar en invulling van je huidige functie, wat dit kost qua energie en wat dit je oplevert. Daarbij hebben we ook aangegeven dat er andere ICT-functies zijn waarin de studiebelasting veel minder aanwezig is (bijvoorbeeld een functie bij local support / servicedesk) en je de suggestie gedaan om eens verkennend met de betreffende teamleider in gesprek te gaan over deze functie. In ons gesprek van 5 september hebben we vervolgens stilgestaan bij diverse vragen die jij nog had in je afweging. Hier zijn we verder samen op ingegaan, waarbij je in dit gesprek al wilde komen tot een keuze. We hebben toen echter afgesproken dat je nog wat meer tijd zou nemen en ons gesprek een week later te vervolgen. Vervolgens heb je ons op 12 september aangegeven de keuze te hebben gemaakt voor jezelf inderdaad niet verder te willen in de opbouw naar en invulling van je huidige functie. Dit luchtte jou ook enorm op en gaf ruimte voor een volgende stap.
Voor het vervolg hebben we afgesproken dat ik de actie heb om alternatieven (wat dan wel) uit te werken, zodat we hier in ons volgend gesprek concreet bij stil kunnen staan. Ondertussen blijf jij gewoon aan het werk op locatie in Westerveld (dit geeft je ook energie). De lopende fundamentals en associate trainingen en certificeringen blijf je daarnaast ook doen, maar in een tempo wat nu voor jou past. Hiermee is er voor jou ook geen stress meer.”
3.32.
Op 24 oktober 2022 heeft [naam 7] onder meer het volgende aan [verweerder] gemaild:

(…)
Op 10 oktober hebben we met elkaar een gesprek gehad over de impact en mogelijkheden van jouw keuze om niet verder te willen gaan in jouw huidige functie van infrastructuurbeheerder. Dit als vervolg op onze eerdere gesprekken, waarvan het verslag volledigheidshalve nogmaals is bijgevoegd. In dit gesprek heb ik aangegeven dat we prima mogelijkheden zien voor je in de functie van support medewerker. Werkzaamheden hiervoor vul je nu grotendeels al in op basis van je algemene ICT-kennis/ervaring en de studiebelasting voor deze functie is veel minder dan in je huidige functie. In dit gesprek heb ik ook aangegeven dat de waardering voor de functie van support medewerker logischerwijs lager ligt dan je huidige functie. Ik heb uitgelegd dat (indien je zou kiezen voor de functie van support medewerker) we dan stapsgewijs over een periode van 2jaar je huidige salaris in lijn gaan brengen met die voor support medewerker. Hierbij zijn we verder niet ingegaan op de exacte bedragen, omdat ik eerst deze consequentie met je wilde bespreken.
Naar aanleiding van deze uitleg heb je tijdens ons gesprek van 10 oktober aangegeven dat voor jou een teruggang in salaris niet bespreekbaar is en dat je daarmee alsnog afziet van deze optie. Vervolgens heb ik aangegeven dat de enige andere optie binnen Ons dan is om binnen je huidige functie aan de slag te gaan, inclusief het doorzetten van het reeds afgesproken opbouwtraject en gerelateerde studiebelasting. Omdat dit nogal tegenstrijdig is met de eerdere gesprekken die we hebben gevoerd, heb ik je bedenktijd gegeven en je gevraagd om je te laten adviseren over deze keuze en het vervolgtraject qua opbouw en studeren die dit vraagt.
Op 24 oktober hebben we een vervolggesprek gehad met elkaar. Je hebt daarbij nogmaals bevestigd om, ook na ingewonnen advies, inderdaad in je huidige functie te willen blijven en daarmee ook het bijbehorende opbouwtraject en de studiebelasting te accepteren. Vervolgens zijn we met elkaar ingegaan op hoe dit zijn vervolg krijgt, waarbij we het bijgevoegde detail opbouwschema in excel hebben doorgenomen. Samenvattend hebben we het volgende afgesproken:
.De opbouw zoals eerder besproken blijft gehandhaafd, maar met een geactualiseerde planning;
.Inzet komende periode is 4d per week voor werkzaamheden Westerveld (in de verdeling 3d op locatie, 1d thuis) en 0,5d per week voor studie;
.Jij bent daarbij zelf verantwoordelijk voor studie(planning) en certificeringen op genoemde onderdelen. Als deze zijn behaald, dan kunnen we ook gaan kijken om je op onderdelen meer rechten te gaan geven;
.Omdat Westerveld nog gebruik maakt van een eigen Topdesk deel, zul je voor komende periode (in ieder geval Q4) wekelijks een overzicht sturen van afgehandelde meldingen, overige werkzaamheden en evt. knelpunten/hulpvragen zodat we ook in je werkzaamheden het opbouwtraject goed kunnen volgen met elkaar. Onze 2-wekelijkse gesprekscyclus hiervoor blijft gewoon staan.”
(…)
3.33.
Op 22 november 2022 om 17:46 heeft [naam 7] onder meer het volgende aan [verweerder] gemaild:
“(…)
We hebben vanmiddag elkaar weer gesproken over hoe het gaat met jouw opbouwtraject.
Tijdens dit gesprek bleek dat je sinds ons laatste gesprek geen actie hebt ondernomen om examens/certificeringen voor de 3 resterende onderdelen voor dit kwartaal (zie mail en opbouwtraject d.d. 24-10-2022) in te gaan plannen. Hiervoor gaf je een aantal uiteenlopende redenen aan in ons gesprek, van beperkte tijd voor studie, het lastig vinden om te studeren, de materie nieuw/complex te ervaren tot het moeilijk vinden om examens te doen (en evt. niet te halen).
Deze redenen hebben we echter afgelopen periode al meermaals besproken. Als reactie daarop (en bij deze nogmaals bevestigd), heb ik je nogmaals geattendeerd op de gevoerde gesprekken en afspraken die we uiteindelijk 24-10-2022 hierover hebben gemaakt:
• Op 24 oktober hebben we een vervolggesprek gehad met elkaar. Je hebt daarbij nogmaals bevestigd om, ook na ingewonnen advies, inderdaad in je huidige functie te willen blijven en daarmee ook het bijbehorende opbouwtraject en de studiebelasting te accepteren. Vervolgens zijn we met elkaar ingegaan op hoe dit zijn vervolg krijgt, waarbij we het bijgevoegde detail opbouwschema in excel hebben doorgenomen;
• Het opbouwtraject zoals eerder besproken blijft gehandhaafd, maar met een geactualiseerde planning per kwartaal;
• Inzet komende periode is 4d per week voor werkzaamheden Westerveld en 0,5d per week voor studie;
• Jij bent daarbij zelf verantwoordelijk voor studie(planning) en certificeringen op genoemde onderdelen.
In ons gesprek heb ik vervolgens uitgesproken teleurgesteld te zijn in het feit dat je geen actie hebt laten zien in je eigen ontwikkeling/opbouwtraject. Wij investeren met dit opbouwtraject nl. juist in de groei/ontwikkeling van jou als professional, maar verwachten daarin ook een commitment vanuit jouzelf.
Ik heb je dan ook gevraagd om uiterlijk vrijdag 17.00u aan mij te bevestigen wanneer deze 3 examens zijn ingepland.” (…)
3.34.
Bij e-mail van 22 november 2022 om 17:53 heeft [verweerder] het volgende gemaild aan [naam 7]:
“(…)
Ik heb de volgende examens gepland:
MD-100: 22 december 2022. Met de cursus ben ik al bezig om te leren.. Maar de inhoud is nu weer gewijzigd. Dus moet ik hoofdstukken weer doornemen.
MD-101: 27 januari 2023. Met deze cursus ben ik nog niet bezig geweest. Dit ga ik doen na 22 december 2022.
Alleen de testexamens zijn 26-11-2022 verlopen.
Kan ik voor bovenstaande cursussen twee test examens bestellen ?”
3.35.
Bij e-mail van 23 november 2022 om 13.30 heeft [naam 7] op de voormelde e-mail gereageerd. Daarin staat:
“(…)
Dankjewel voor de bevestiging. Ik mis alleen het onderdeel rondom M365 messaging nog in je terugkoppeling.
Daarnaast hadden we afgesproken de examens/certificeringen Q4 2022 af te ronden. Ik zie nu dat je de MD-101 pas eind januari gaat doen. Wat is de reden hiervoor ?
Verder is het akkoord om een 2-tal testexamens te bestellen.”
3.36.
Bij e-mail van 23 november 2022 om 13:56 heeft [verweerder] het volgende aan [naam 7] bericht:
“(…)
Ik had mijn studieplanning al gemaakt en gestuurd op 29 augustus 2022.
De planning was gemaakt op basis van 1 dag per week studeren in tijd van ONS. Ik hoefde zelf niet in eigentijd te studeren omdat jij ook wist wat voor andere activiteiten ik in mijn privé tijd had.
Volgens mij kan die planning nog steeds gehanteerd worden.
Vertraging in planning: Ik had 5 september 2022 aangegeven, dat mijn salaris een probleem is geweest waarom ik in deze situatie zit. Daarom had ik ook aangegeven of salaris nu geen rol gaat spelen als ik een andere functie zou willen hebben. Als het wel een rol gaat spelen dan heeft het geen zin om een andere functie te gaan zoeken. Deze vraag is eigenlijk geparkeerd. Op 12 september 2022 had ik aangeven, dat ik wel wilde werken bij [naam 11] in zijn team. Jullie tweeën hadden mij ook gefeliciteerd. Ik bedankte [naam 1] omdat hij in de volgende gesprekken niet meer aanwezig zou zijn. Met [naam 11] zouden we mijn nieuwe werkzaamheden bespreken. Op 10 oktober 2022 was [naam 11] niet aanwezig tijdens het gesprek. Dit kwam doordat eigenlijk het salaris toch het probleem was. Eigenlijk was ik meteen teleurgesteld omdat ik blij en gefeliciteerd was voor niets. Tijdens deze periode was ook extra manuren nodig bij Gemeente Westerveld. Hierdoor heb ik 5 dagen in de week gewerkt. Hierdoor heb ik weken achter elkaar ook niet 1 dag in de week kunnen studeren. Tijdens het gesprek van 24 oktober 2022, had ik aangegeven, dat ik de huidige functie waar ik zonder voorwaarde ben ingezet gewoon wil uitoefenen omdat ik geen consequenties wil hebben met mijn salaris. Ik zal ook de opleidingen en certificering doen maar dan wel een voor een zodat geld niet wordt verspild door alles van te voren in te plannen wat misschien niet haalbaar is. Dit was ook het advies van het opleidingsinstituut. In mail bericht van 24 oktober 2022 zie ik dat ik nu opeens 0.5 dag krijg voor studeren. Hierdoor heb ik de planning ook aangepast. De planning had ik nog niet opgestuurd omdat we 8 december weer een periodiek gesprek hebben. In dit gesprek zou ik mijn nieuwe planning bespreken. Op 22november2022 had je een bijpraat gesprek gepland. [naam 12] had mij aangegeven, dat jij mij zou benaderen of ik meer in Gemeente Westerveld wilde werken. Daarom had ik ook niets voorbereid over opleidingsplanning. Tijdens het gesprek voelde ik me een beetje overvallen dat je zei dat ik niets had gepland over certificering. Het lijkt nu dat ik op eens minder uren krijg voor studeren van ONS en dat ik eigenlijk weer in mijn eigentijd moet gaan studeren zonder concrete uren te benoemen. Volgens mij probeer ik de knelpunten die Gemeente Westerveld ervaart op te lossen, zodra aan mij iets wordt gevraagd. Dit heeft ook gevolgen gehad voor mijn studie vertraging. Het lijkt nu net of ik geen positieve meer waarde lever voor ONS. Daarom krijg ik vandaag te horen dat ik nog 3 examen moet planning voor Q4 (van 22-11-2022 t/m 19-12-2022).
Ik heb volgende examens gepland:
MD-100: 22 december 2022. Met deze cursus ben ik al bezig om te leren. Maar de inhoud is nu weer gewijzigd. Dus moet ik alle hoofdstukken weer doornemen.
MD-1O1: 27januari 2023. Met deze cursus ben ik nog niet bezig geweest. Dit ga ik doen na 22 december 2022. Ik begrijp dat de reden van MD-101 niet voldoende is. Ik zal dit examen dan ook proberen te verplaatsen in Q4. De Examen zal ik doen zonder te kunnen studeren. M365 messaging examen kan nog niet gepland worden omdat ik nog geen cursus heb kunnen volgen wegens te weinig deelnemers. De cursus was en is nog steeds gepland in januari 2023. Op 29 augustus had ik ook een aantal dilemma’s opgesomd. Een van de dilemma’s was dat ik na een werkdag in Gemeente Westerveld te hebben gewerkt, dat ik geen energie meer had om thuis hierna ook extra uren te studeren. Volgens mij had op de dilemma ook geacteerd kunnen worden, om mij dan van Gemeente Westerveld te halen en mij te laten werken in Gemeente Kampen. Door deze actie had ik meer energie gehad om ook extra uren te kunnen studeren. Nu ik weet dat er meer druk wordt geuit voor de certificering lijkt mij ook niet verstandig om extra dagen in Gemeente Westerveld te werken. Mijn voorstel zou dan zijn, dat ik nu werkzaamheden ga uitvoeren in Gemeente Kampen. Ik wil eigenlijk niet weer in een stres situatie terecht komen. Daarom wil ik ook dit bericht even met de bedrijfsarts bespreken.”
3.37.
Bij e-mail van 24 november 2022 om 16:09 heef [naam 7] in reactie op de voormelde e-mail aan [verweerder] bericht:
“(…)
“Allereerst dank voor de open reactie. Deze gaat naast geplande examens ook wat kris/kras in op allerlei aspecten van jouw opbouwtraject, die we afgelopen periode m.i. zorgvuldig hebben besproken en vastgelegd. Bij het lezen hiervan ontstond bij mij een indruk dat je onze gesprekken op eigen wijze aan elkaar koppelt, of zaken verbindt aan elkaar, met uiteindelijk een beeld alsof we je onvoldoende zouden (willen) faciliteren in jouw opbouwtraject. Dit vind ik zeker niet een juiste interpretatie, waarbij ik ook je voorstel/statement voor werken in Kampen niet kan plaatsen.
Ik wil je dan ook uitnodigen om volgende week samen met [naam 8] van HR het gesprek aan te gaan en de voortgang van het opbouwtraject te evalueren. Tot die tijd blijven gemaakte afspraken over werkzaamheden, studie, certificering uit het opbouwtraject ongewijzigd.”
3.38.
Bij e-mail van 24 november 2022 om 19:07 heeft [verweerder] in reactie op de voormelde e-mail bericht:
“(…)
Ik was dinsdag even niet goed geworden na ons gesprek. Daarom wil graag iemand bij me hebben tijdens ons gesprek met [naam 8].
Ik ga proberen bedrijfsmaatschappelijk werk te vragen of zij mij kan bijstaan tijdens het gesprek.
De bedrijfsarts heeft ook nog niet een gesprek gepland. Ik ga die ook morgen weer proberen te banderen. Hierdoor zal ik even nog niet de afspraak met [naam 8] accepteren.”
3.39.
Bij e-mail van 25 november 2022 heeft [naam 7] aan [verweerder] bericht:
“(…)
Juist om de reden die jij nu aangeeft heb ik [naam 8] als onze HR adviseur al in het gesprek nu erbij gevraagd. Zij heeft geen hiërarchische/leidinggevende relatie met jou (of mij) en
kan dus neutraal in het gesprek verbinden. Uiteraard staat het je vrij een persoon mee te nemen die je bij kan staan. Echter, gezien de impact van de situatie die nu ontstaat, lijkt het me niet passend dit gesprek verder uit te stellen. In mij beleving heb ik je dinsdag aangesproken op het niet nakomen van en aantal afspraken uit jouw opbouwtraject, maar ik schrik enorm van de reactie die dit dan geeft bij je. Bij deze dan toch het verzoek os gesprek van a.s. woensdag te accepteren. Dank !”
3.40.
Op 15 december 2022 heeft het voormelde gesprek plaatsgevonden tussen [naam 7], [verweerder], mevrouw [naam 2] (HR-adviseur bij ONS, hierna: [naam 2]) en mevrouw A. [naam 13] (vertrouwenspersoon, hierna: [naam 13]). Diezelfde dag heeft [verweerder] aan [naam 7] het volgende bij e-mail bericht:
“(…)
Zoals afgesproken stuur ik nog de studieplanning waarover ik tijdens ons gesprek telkens over had.
Ik had begrepen tijdens ons gesprek van 24 oktober 2022 dat ik niet meer 5 dagen per ging werken voor Gemeente Westerveld. Hierdoor kon ik de studie weer oppakken volgens de studieplanning uit de bijlage. Ondertussen zijn ook studie informatie gewijzigd. Dit kan ik zien aan de extra vragen die zijn bijgekomen. Wat voor informatie nu gewijzigd is kan ik niet zien. Hierdoor moet ik alle hoofdstukken weer doornemen. Ik probeer nu examen MS 100 donderdag 22 te doen. Omdat ik volgende week vakantie heb is mijn vraag kan ik mijn verlof van volgende week verplaatsen. Zodat ik volgende week extra kan studeren. Ik heb dit weekend ook afspraken die ik niet kan verzetten maar probeer ook extra tijd te maken in dit weekend om te kunnen leren.”(…)
3.41.
Bij e-mail van 19 december 2022 heeft [verweerder] aan Flipen bericht:
“(…)
Ik heb dit weekend toch nog bepaalde dingen anders kunnen regelen. Hierdoor heb ik de test examens kunnen doen. Ik loop tegen onderstaande knelpunten aan en zou graag met iemand willen sparren die de examen md-100 heeft gemaakt. Hierdoor zou ik misschien geholpen worden met onderstaande vragen.
- In de test examens zitten ook praktijk handelingen in, die je zelf moet uitvoeren. Mijn vraag: Hoe hebben ze de praktijkoefeningen geleerd of kan je dit niet oefenen en moet je misschien zelf een beetje gokken.
- Er zitten ook vragen over rechten. Mijn vraag: zou iemand mij hiermee kunnen helpen, zodat ik deze vragen beter kan maken.
- Er zijn vragen over Image maken. Zou iemand mij hiermee ook kunnen helpen omdat ik nooit image heb gemaakt met de commando’s die ze in de examens gebruiken.
- Er zijn over vragen over GPO’s policy. Kan iemand mij hiermee ook helpen omdat ik nooit met GPO’s policy heb gewerkt.
- Er zijn ook vragen over netwerk. Omdat ik ook die commando’s nooit heb gebruikt zou iemand mij kunnen vertellen hoe diep ik de parameters moet kennen van alle commando’s.
- Enz...
Omdat ik nu best veel dingen versneld moet leren. Zal ik de vragen van jou na het examen reageren anders gaat mij focus weg van MD 100. Ik hoop dat iemand mij kan helpen met bovenstaande punten zodat ik meer punten kan halen over de dingen die ik nog niet goed begrijp.
Nog bedankt dat ik mijn verlof mag verplaatsen. Ik zal de verlof verwerking later doen als het via Youforce dit nog kan voor dit jaar. Anders hoop ik dat het volgend jaar nog gecorrigeerd gaat worden.
Ik ga weer verder studeren.”(…)
3.42.
Bij e-mail van 20 december 2022 heeft [naam 2], het volgende aan [verweerder] bericht:
“(…)
Hierbij stuur ik je het verslag van het gesprek dat jij, [naam 7], vertrouwenspersoon [naam 13] en ik afgelopen donderdag hadden op het kantoor van [naam 14]. Het is een vrij uitgebreid verslag geworden. Mocht je vinden dat ik iets niet goed verwoord heb, dan hoor ik het graag.
• Jij hebt afgelopen donderdag jouw verhaal voorgelezen. Zou je mij dat willen sturen? Dan hebben we dat ook allebei.
• [naam 7] gaat vanaf 31 december 2022 uit dienst bij Ons. [naam 15], manager IT Regie zal de rol van [naam 7] overnemen richting jou. Zoals [naam 7] aangaf gaan de 2-wekelijkse gesprekken door. Ik schuif daar (in elk geval voorlopig) ook bij aan, omdat ik betrokken ben geweest bij de afspraken van jou met [naam 6] destijds en nu met [naam 7]. Ik zal daarvoor de afspraken inplannen.
Het verslag is nogal uitgebreid. Daarom nogmaals in het kort de boodschap die [naam 7] jou afgelopen donderdag ook heeft gegeven: we zijn dit ontwikkeltraject van een jaar met elkaar aangegaan met als doel dat jij op een goede manier jouw eigenlijke functie op schaal 9 niveau kunt gaan uitvoeren. Ontwikkelingen in jouw vakgebied zijn snel gegaan. Het vakgebied van infrastructuurbeheerder van nu is heel anders dan dat het was toen je begon in de IT en heel anders dan enkele jaren geleden. Jij bent er een tijdje uit geweest en je hebt zelf ook aangegeven dat je onvoldoende kennis hebt om je werk goed te kunnen uitvoeren. Met elkaar hebben we daarom vanaf de komst van [naam 7] in februari 2022 een opbouwplan gemaakt waarbij je certificaten haalt die je kennisniveau opbouwen en waarbij je stap voor stap opbouwt in niveau van de werkzaamheden die je uitvoert. [naam 7] heeft jou op 22 november 2022 aangesproken op het gebrek aan voortgang in het behalen van de certificaten, ook met de uitstel die je al gehad had. Dat gesprek heeft zijn effect op jou gehad en dat was de aanleiding dat we afgelopen donderdag 15 december ‘22 op het kantoor van [naam 14] samen met jou en de vertrouwenspersoon een gesprek hadden. In dit gesprek van afgelopen donderdag hebben we goed de tijd genomen om naar elkaar te luisteren. [naam 7] heeft jou in dat gesprek een extra maand de tijd gegeven (tot 31 januari 2023) voor het halen van de basiscertificaten MD1 00, MD1 01 en MS203. Hij heeft daarbij wel aangegeven dat dit de laatste keer is dat je uitstel krijgt en dat het niet halen van die certificaten arbeidsrechtelijke consequenties kan hebben. Dat is een pittige boodschap, maar wel goed om expliciet naar elkaar te maken.
Veel succes met de studie de komende periode.”(…)
3.43.
Bij e-mail van 22 december 2022 heeft [verweerder] aan ONS bericht dat hij het examen
MD-100 niet heeft gehaald. In de e-mail staat:
“(…)
Hierbij de resultaten van de examen MD-100.
Ik heb heel veel testexamens gedaan. De test examens heb ik de laatste dagen ongeveer 900 punten gehaald. Dus was wel teleurgesteld met de behaalde resultaten.
Tijdens het echte examen heb ik minder gescoord. Ik kreeg veel doe dingen, die ik in de praktijk nooit heb gedaan of gezien. Hierdoor heb ik de doe dingen volgens mij allemaal fout gemaakt.”
3.44.
Bij e-mail van 3 januari 2023 aan [naam 2] en [naam 15] van ONS heeft [verweerder] onder meer gevraagd of hij het examen van de cursus MS-203 ook moet plannen in januari 2023, of hij de komende tijd mag leren zodat hij het examen voor de cursus MD-101 kan plannen voor 31 januari 2023 en of hij nog in Westerveld moet werken en hoeveel dagen.
3.45.
Bij e-mail van 3 januari 2023 heeft [naam 2] (wegens afwezigheid van [naam 15]) op de voormelde e-mail gereageerd. Daarin staat:
“(…)
Graag aangeven of ik het examen ook moet plannen in januari 2023.Ja, uiterlijk 31 januari moet je de basiscertificaten MD100. MD101 en MS203 hebben behaald zoals aangegeven.
Omdat ik veel moet leren is mijn vraag ”mag ik komende tijd leren zodat ik het examen kan doen voor 31 januari 2023” ?Ook hier blijven de afspraken staat zoals [naam 7] die met je had gemaakt, nl dat je van Ons een dag in de week krijgt om te leren (in die Excel met je opbouwtraject had [naam 7] een halve dag leren gezet, maar dat was omdat hij ervan uitging dat je 36 uur in de week werkt. Je werkt echter 40 uur in de week, waardoor je per saldo een dag in de week hebt om te leren naast de 4 dagen werk voor Westerveld). Volgende week is [naam 15] weer terug van vakantie,. Je kunt met hem bespreken of er dingen zijn in je werk die bijvoorbeeld wat naar achteren kunnen schuiven, waardoor er eventueel ruimte gecreëerd kan worden voor extra studietijd, maar in de tussentijd houden we de afspraken zoals we die gemaakt hebben. Mocht er deze week weinig werk te doen zijn, dan kun je de tijd die beschikbaar is wel besteden aan leren.
Graag aangeven of ik nog in gemeente Westerveld moet werken en hoeveel dagen.Deze vraag kan ik niet beantwoorden en zal even moeten wachten tot [naam 15] er volgende week weer is. (…)”
3.46.
Bij e-mail van 16 januari 2023 heeft [naam 1] aan [verweerder] bericht:
“(…)
Ik zie dat er nog geen reactie vanuit ons is gestuurd is op jouw vraag: “Graag even aangeven of ik nog in gemeente Westerveld moet werken en hoeveel dagen”
Wat [naam 7] en ik met jou besproken hebben is dat jij in Westerveld werkzaamheden uitvoert tijdens de eerste 2 blokken die we met elkaar afgesproken hebben. Deze 2 blokken zijn een kwartaal vertraagd, vandaar dat je tot 31 januari 2023 de ruimte hebt gekregen de basiscertificaten MD100, MD101 en MS203 te behalen. Volgens mij zijn de werkzaamheden in Westerveld daar ook aan gekoppeld. Met andere woorden is mijn beeld dat jij werkzaamheden in Westerveld blijft uitvoeren tot in ieder geval 31 januari 2023.
(…)”
3.47.
Op 18 januari 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [verweerder], [naam 2], de heer [naam 15] (de opvolger van [naam 7]) en [naam 13]. Diezelfde dag heeft [naam 2] [verweerder] het verslag van dit gesprek gemaild. In die e-mail staat:
“(…)
Hierbij stuur ik je het verslag van het gesprek van vanochtend.
Datum gesprek: Woensdag 18 januari 2023
Locatie: Provinciehuis Zwolle
Aanwezig:
• [verweerder]
• [naam 13] (vertrouwenspersoon [naam 14])
• [naam 15] (tijdelijk manager ICT Operations, vervanger [naam 7])
• [naam 8] [naam 2] (HR adviseur Ons)
Het doel van dit gesprek was een tussentijds checkup moment: hoe gaat het met het werk en hoe gaat het met de studie?
Jij gaf aan dat jij van mening bent dat de studieplanning niet realistisch is en dat je 2 oplossingsrichtingen voorstelt. De ene is de korte oplossing, waarbij je je oude werkzaamheden / functie gaat doen en geen studie erbij hoeft te doen verder. De andere, meer lange termijn oplossing, is dat je een loopbaancoach en een studieadviseur krijgt om de studie mee samen te doen, zodat je het één voor één kunt doen. [naam 15] en ik hebben jou aangegeven dat dit gesprek naar ons idee een herhaling is van de eerdere gesprekken. Kort samengevat. Jouw werk(veld) is erg veranderd, dus teruggaan kan niet. Wel heeft [naam 7] reeds met jou verkend of er andere functies mogelijk waren bij Ons met een mindere studiebelasting. Die mogelijkheid was er, maar jij hebt toen er zelf voor gekozen toch te gaan voor je functie van infrastructuurbeheerder, omdat een andere functie op termijn ook salarisconsequenties zou kunnen hebben. Bij de functie van lnfrastructuurbeheerder hoort een bepaald kennisniveau en ontwikkeling. Mocht je een ander loopbaanpad willen, dan is een loopbaanadviseur een optie, maar aan het halen van de studieplanning kan een loopbaanadviseur geen bijdrage leveren. Een studieadviseur kan natuurlijk wel helpen. Op mijn vraag of een studieadviseur jou gaat helpen om voor 31januari 2023 de eerste 3 certificaten gehaald te hebben gaf jij aan dat dat niet zo is. Ik heb toen aangegeven dat we jou op alle mogelijke manieren reeds hebben geprobeerd te ondersteunen, van het doornemen van jouw studieplanning, tot het kunnen volgen van fysieke en online cursussen, van het kopen van proefexamens, tot het kunnen benutten van werktijd voor studietijd. We houden vast aan de planning. In deze functie blijft ontwikkeling altijd belangrijk, met de tijd en ondersteuning die je hebt gehad zou je het studieplan realistisch moeten kunnen halen.
Jij gaf nog aan dat je studeren lastig vindt omdat je nu het werk niet doet en de theorie daarom voor jou moeilijk toepasbaar is in de praktijk. Wat ons betreft is dat geen argument omdat je nu nog echt met de basiscertificaten bezig bent. Je werkt in de IT nu en in een supportrol, waar deze 3 certificaten juist ondersteunend aan zijn. Mocht je echt meer technische certificaten gaan halen, dan kunnen we het uiteraard hebben over hoe je praktijk kunt combineren met de theorie, zodat die elkaar versterken, maar dat is nu niet aan de orde. Zoals gezegd zal er een bepaald aantoonbaar kennisniveau moeten zijn voordat je bepaalde werkzaamheden kunt oppakken. Op de vraag van [naam 13] wat de consequentie is als je het niet hebt gehaald op 31 januari 2023 hebben we je aangegeven dat we dan afscheid van elkaar gaan nemen. Uitstel is voor ons geen optie meer. [naam 15] heeft jou vervolgens nog gevraagd of je nog examens op de planning hebt staan en of je nu nog actie gaat
ondernemen om de certificaten te halen. Jij gaf aan dat je dat niet gaat doen, ondanks het feit dat je je bewust bent van de consequentie als je op 31januari 2023 de certificaten niet gehaald hebt. Op 1 februari 2023 staat ons volgende gesprek gepland. Jij gaf aan dat je graag hebt dat [naam 13] er dan weer bij is. Dat is uiteraard prima.”(…)
3.48.
Op 1 februari 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden met [verweerder]. Naar aanleiding daarvan heeft [naam 2] een vaststellingsovereenkomst naar [verweerder] gestuurd. Deze vaststellingsovereenkomst is niet door [verweerder] ondertekend. In de begeleidende e-mail concludeert [naam 2] dat [verweerder] niet de afgesproken certificaten heeft gehaald en dat partijen daarom afscheid van elkaar moeten gaan nemen.
3.49.
Bij brief van 7 maart 2023 heeft (de advocaat van) ONS aan [verweerder] uiteengezet welke herplaatsingsmogelijkheden er zijn. ONS geeft in deze brief aan dat als herplaatsing niet wordt gerealiseerd en partijen niet alsnog tot overeenstemming komen over een einde van de arbeidsovereenkomst, zij een ontbindingsverzoek zal indienen bij de kantonrechter.
3.50.
Bij brief van 17 maart 2023 heeft (de gemachtigde van) [verweerder] op de brief van ONS gereageerd. [verweerder] geeft aan dat hij zijn dienstverband in zijn huidige functie wil voortzetten en dat hem daarvoor meer tijd moet worden gegund voor het opdoen van voldoende kennis en ervaring. Het aanbod van herplaatsing van ONS vindt [verweerder] niet passend.
3.51.
ONS heeft [verweerder] met ingang van 23 maart 2023 op non-actief gesteld.

4.Het verzoek

4.1.
Het verzoek strekt tot ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst op een zo kort mogelijke termijn, primair op grond van verwijtbaar handelen en nalaten door [verweerder] en subsidiair op grond van ongeschiktheid voor de bedongen arbeid, en daarbij te bepalen dat [verweerder] naast zijn aanspraak op de wettelijke transitievergoeding geen aanspraak maakt op enige billijke of andere aanvullende vergoeding, met veroordeling van [verweerder] in de proceskosten.
4.2.
Aan dit verzoek heeft ONS – summier samengevat – het volgende ten grondslag gelegd. [verweerder] verrichtte met zijn instemming, zoals onder meer blijkt uit het beoordelingsgesprekverslag van 31 juli 2019, vanaf begin 2019 andere werkzaamheden dan hij daarvoor had gedaan. Had hij daarvoor nog voornamelijk telefonie gedaan, daarna verrichtte hij de werkzaamheden, die behoorden bij de meer en andere werkzaamheden omvattende functie van workspace engineer. Na januari 2019 heeft [verweerder] die telefoniewerkzaamheden niet of nauwelijks meer gedaan. Voor de functie van workspace engineer moest hij een ontwikkeltraject doorlopen. In die functie is hij per 1 september 2019 definitief geplaatst. Daar hoorde salarisschaal 9 bij, terwijl de door [verweerder] vóór 2019 verrichte werkzaamheden gesalarieerd werden in schaal 8. De functie van workspace engineer is per 1 januari 2022 de huidige functie van [verweerder] geworden, te weten die van infrastructuurbeheerder werkplek. De werkzaamheden veranderden daar niet door. Het is ONS, die vanaf 2021 nog nadrukkelijker er op aan is gaan sturen dat haar medewerkers niet slechts één ding kunnen, maar dat zij binnen hun functie breed inzetbaar zijn, medio 2021 gebleken dat [verweerder] niet de werkzaamheden verrichtte die van iemand in de functie van infrastructuurbeheerder werkplek verwacht mag worden. Er bestaat weliswaar een logische taakverdeling tussen de zeven bij ONS werkzame infrastructuurbeheerders werkplek, maar ONS mag van [verweerder] in redelijkheid verwachten -net zoals ONS dat verwacht van de andere infrastructuurbeheerders werkplek- dat hij alle taken kan verrichten die behoren tot de functie van infrastructuurbeheerder werkplek, bijvoorbeeld met het oog op de vervulling van de (roulerende) taak van beheerder van de dag, waarbij je ook op gebieden waarmee je minder specifieke ervaring hebt uit de voeten moet kunnen. Nadat [verweerder] zelf had aangegeven niet over de kennis en vaardigheden te beschikken om zijn functie in de volle breedte uit te kunnen oefenen (hij gaf aan geen systeembeheer werkzaamheden te kunnen verrichten), hebben partijen bij de mediation de afspraak gemaakt dat [verweerder] een jaar de tijd zou krijgen om de ontbrekende kennis en vaardigheden op te doen. Daarvoor is een opbouwtraject samengesteld, waarmee [verweerder] heeft ingestemd. Dit traject is begin mei 2022 van start gegaan. Eind januari 2023 had [verweerder], ondanks zeer ruime ondersteuning en investering door ONS, echter nog steeds niet de eerste van de vier afgesproken fases van het opbouwtraject volbracht. ONS verwijt [verweerder] dat hij daarin niet alles op alles heeft gezet en, sterker nog, dat hij er op het laatst de brui aan heeft gegeven. In ieder geval moet worden vastgesteld dat [verweerder], nadat hij een ruime verbeterkans heeft gekregen, nog steeds ongeschikt is voor zijn functie. Van ONS kan dan ook niet worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten.

5.Het verweer en het (voorwaardelijke) tegenverzoek

5.1.
Het verweer strekt primair tot afwijzing van het verzoek, met veroordeling van ONS in de proceskosten.
5.2.
Hiertoe heeft [verweerder] – summier samengevat – het volgende aangevoerd. ONS stelde zich sinds de komst van [naam 3] in 2021 op het standpunt dat [verweerder] alle taken binnen Workspace zou moeten verrichten, terwijl er tot dan toe steeds sprake was geweest van specialismen en een taakverdeling, waarbij [verweerder] zich bezig hield met telefonie en mail, hetgeen hij steeds goed heeft verricht en steeds tegen een in schaal 9 vallend salaris. Niemand voerde alle taken binnen Workspace uit. En dat is nu nog steeds niet zo. Alleen van [verweerder] wordt gevergd dat hij alle taken moet kunnen verrichten. Daarbij komt dat sinds de reorganisatie van de ICT afdeling de werkzaamheden van telefonie en mail niet langer bij het team Operations zijn ondergebracht, maar bij de afdeling Functioneel Applicatiebeheer. Daardoor werd van [verweerder] verwacht dat hij systeembeheer werkzaamheden zou gaan uitvoeren waarvoor hij niet de kennis en ervaring had en die hem nooit eerder waren opgedragen. Anders dan ONS op 25 oktober 2021 in haar brief had bericht, was van een geringe wijziging van het takenpakket dan ook geen sprake. Zijn taken zijn eenzijdig gewijzigd. Hij heeft daar nooit mee ingestemd. Van ONS had, mede gezien zijn leeftijd en de duur van zijn dienstverband, meer zorg verwacht hebben mogen worden. ONS heeft [verweerder] echter niet de gelegenheid geboden om zich in de praktijk in de andere taken te bekwamen. Hij diende enkel de opleidingen te volgen en certificaten te halen. Het is [verweerder] echter niet gelukt om de certificaten te halen onder de onredelijke voorwaarden die daarvoor door ONS waren gesteld. Hoewel hij diverse keren aan ONS heeft laten weten dat die voorwaarden niet realistisch waren en dat het leertraject te ambitieus was, werd daar niets meegedaan. [verweerder] voelde zich door ONS onder druk gezet. ONS is dan ook onzorgvuldig met zijn belangen omgegaan; dit te meer nu er sprake lijkt te zijn van willekeur en ongelijke behandeling. [verweerder] is namelijk gebleken dat van hem als enige van de infrastructuurbeheerders werkplek verwacht wordt dat hij certificaten behaalt. Er ligt ook nergens vast dat het behalen van de aan [verweerder] opgelegde certificaten voorwaarde zijn voor de vervulling van de functie. Van verwijtbaar handelen of nalaten aan de kant van [verweerder] is dan ook geen sprake.
5.3.
Voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden heeft [verweerder] verzocht om ONS te veroordelen om aan hem een transitievergoeding van € 44.034,00 bruto te betalen. Daarnaast heeft hij verzocht om in dat geval ONS te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding ten belope van een bedrag van € 40.526,00 bruto en tevens bij het bepalen van de ontbindingsdatum rekening te houden met een opzegtermijn van vier maanden zonder aftrek van de duur van de procedure.
5.4.
Aan zijn voorwaardelijke tegenverzoeken heeft [verweerder], samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
Hij heeft de laatste 1,5 jaar van zijn dienstverband onder extreme druk moeten werken. Hij is in het najaar van 2021 in een onmogelijke positie geplaatst. Werkzaamheden die hij daarvoor had verricht werden in twijfel getrokken. In februari 2022 werd hij geconfronteerd met taken waarvoor hij kennis en ervaring miste. Aan [verweerder] werden niet realistische opleidingseisen gesteld die niet aan collega’s worden gesteld. Hij heeft bij het maatwerktraject onvoldoende begeleiding gehad. Hij heeft zich alleen maar steeds verder onder druk gezet gevoeld. ONS is zeer onzorgvuldig met zijn belangen omgegaan. Hij heeft 23 jaar bij ONS gewerkt. Hij zou naar verwachting tot zijn pensioengerechtigde leeftijd bij ONS zijn blijven werken. Het is zeer de vraag of hij elders nog gelijkwaardig werk kan vinden.
5.5.
ONS heeft erkend dat [verweerder] een transitievergoeding toekomt, zij het dat die volgens haar een bedrag van € 37.237,78 bruto beloopt. Verder heeft zij betwist dat er van haar zijde sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten en dat zij een billijke vergoeding verschuldigd is.

6.De beoordeling

van het verzoek van ONS
6.1.
Uitgangspunt bij de beoordeling van het verzoek van ONS is dat de werkgever op grond van artikel 7:671b BW de kantonrechter kan verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van een redelijke grond. ONS heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten (e-grond) dan wel disfunctioneren (d-grond). De kantonrechter moet die redelijke grond onderzoeken op grond van artikel 7:671b lid 2 BW.
6.2.
Vaststaat dat geen sprake is van strijd met enig opzegverbod zoals bedoeld in artikel 7:671b lid 2 BW.
Verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerder]
6.3.
Primair verzoekt ONS ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen of nalaten van [verweerder]. De kantonrechter stelt voorop dat bij een verzoek om ontbinding op de e-grond de werkgever aannemelijk moet maken dat sprake is van verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer en dat dit zodanig ernstig is dat van hem in redelijkheid niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Het moet gaan om daden of gedragingen van de werknemer waarbij sprake is van toerekenbare verwijtbaarheid in de zin van schuld aan dat handelen en nalaten. De mate van verwijtbaar handelen of nalaten is bepalend voor de vraag of sprake is van een redelijke grond. Het gaat hier dus niet om onkunde of onmacht. Of sprake is van verwijtbaar handelen is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. Op de werkgever rusten de stelplicht en de bewijslast ter zake van de feiten en omstandigheden die ten grondslag zijn gelegd aan het verwijtbaar handelen.
6.4.
Het verwijt dat ONS [verweerder] maakt komt er in de kern genomen op neer dat [verweerder] in het kader van het opbouwtraject niet gedaan heeft wat van hem verwacht mocht worden. Hiertoe heeft ONS kort gezegd aangevoerd dat [verweerder] gedurende een periode van negen maanden alle kansen heeft gehad om vier basale certificaten te behalen, dat hij in die periode op een bepaald moment geen enkele concrete stap meer heeft gezet in de richting van het behalen van de doelen, dat [verweerder] er van doordrongen was dat zijn baan bij ONS van het opbouwtraject afhing, maar dat [verweerder] desondanks, in de laatste weken voor de uitgestelde deadline van 31 januari, feitelijk met het opbouwtraject is gestopt.
6.5.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Vooropgesteld wordt dat [verweerder] begin 2019 is gestart met de werkzaamheden die behoren tot de functie van een workspace engineer. Dat is, zoals ook kan worden afgeleid uit het functioneringsgespreksverslag van 31 juli 2019, gebeurd met zijn instemming. Voor die functie diende hij zich, zoals eveneens blijkt uit dat verslag, verder te ontwikkelen. In de functie van workspace engineer is hij benoemd per 1 september 2019. Niet is gesteld of gebleken dat hij daar toen tegen geprotesteerd heeft. Ook dat is toen dus kennelijk met zijn instemming gebeurd. Vaststaat dat die functie per 1 januari 2022 de benaming kreeg van zijn huidige functie, te weten die van infrastructuurbeheerder werkplek. Ook staat vast dat medio 2021 tussen partijen een discussie is ontstaan over de werkzaamheden die [verweerder] uitvoerde. In die discussie heeft ONS zich – kort gezegd – op het standpunt gesteld dat [verweerder] niet over de volle breedte van zijn functie inzetbaar was, maar dat hij dat wel zou moeten zijn. [verweerder] heeft zich in die discussie – kort gezegd – op het standpunt gesteld dat er binnen zijn functie specialismen waren, met andere woorden dat niemand in zijn functie alle werkzaamheden over de volle breedte uitvoerde. Daarnaast heeft [verweerder] zich op het standpunt gesteld dat hij zich binnen zijn functie zou moeten bezig houden met telefonie, zoals hij dat voorheen steeds had gedaan. Deze discussie tussen partijen heeft uiteindelijk geresulteerd in mediation. Daarbij hebben partijen afspraken met elkaar gemaakt. Uit de e-mailberichten van respectievelijk de mediator van 24 maart 2022 (weergegeven onder 3.14.) en [naam 7] van ONS van 13 april 2022 (weergegeven onder 3.15.), waarvan [verweerder] de juistheid verder niet weersproken heeft, blijkt dat [verweerder] ervoor heeft gekozen om zijn functie van infrastructuurbeheer werkplek in de volle breedte te gaan oppakken en uitvoeren en dat partijen in dat kader een maatwerk opbouwtraject hebben afgesproken.
Op grond van het vorenstaande wordt geconcludeerd dat het verweer van [verweerder] dat er vanaf 2022 sprake is geweest van een eenzijdige wijziging van werkzaamheden, waarmee hij nooit heeft ingestemd, hem niet kan helpen. Kort gezegd, omdat hij heeft ingestemd met de functie van workspace engineer, zijnde de huidige functie van infrastructuurbeheerder werkplek, en tot welke functie de werkzaamheden behoren die ONS van hem verlangt te doen, én omdat hij heeft afgesproken die functie in de volle breedte te gaan uitvoeren. Ook zijn stellingen dat hij als enige van de infrastructuurbeheerders werkplek alle werkzaamheden binnen het kennisgebied Werkpleksysteem moet kunnen verrichten en dat hij als enige gecertificeerd dient te zijn, kunnen hem niet helpen. Partijen zijn dat nu eenmaal overeengekomen. Bovendien heeft ONS gesteld dat tot de taken van een infrastructuurbeheerder werkplek behoort het zijn van beheerder van de dag, een taak die rouleert onder de infrastructuurbeheerders werkplek, en die vergt dat een infrastructuurbeheerder werkplek alle werkzaamheden van die functie moet kunnen verrichten. [verweerder] heeft dat laatste dan wel betwist, maar naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende. Verder komt de wens van ONS dat [verweerder] certificaten behaalt redelijk voor nu [verweerder] immers had aangegeven niet over de vereiste kennis en vaardigheden voor zijn functie te beschikken. In het bijzonder gaf hij aan geen systeembeheerwerkzaamheden te kunnen verrichten. Door het doen van examens en het slagen daarvoor wordt aangetoond dat kennis en vaardigheden aanwezig zijn.
6.6.
Verder wordt vastgesteld dat in de periode na de aanvang van het opbouwtraject begin mei 2022 tot 18 januari 2023, de datum waarop het laatste gesprek plaatsvond tussen partijen vóórdat [verweerder] op 1 februari 2023 de beëindiging van de arbeidsovereenkomst werd aangezegd, tussen [verweerder] en zijn leidinggevenden veelvuldig is gecommuniceerd over de voortgang en de planning van het opbouwtraject. Uit de betreffende e-mails (zoals hierboven onder 3.18. tot en met 3.46. weergegeven) blijkt dat het opbouwtraject moeizaam verliep. Uit die e-mails en uit hetgeen partijen over en weer naar voren hebben gebracht over het verloop van het opbouwtraject, kan naar het oordeel van de kantonrechter echter niet de conclusie worden getrokken dat ONS, anders dan door [verweerder] is bepleit, zich onvoldoende heeft ingespannen om (de eerste fase van) het opbouwtraject te laten slagen. Zo heeft ONS trainingen en proefexamens gefinancierd, had [verweerder] toegang tot het online leerplatform CBT Nuggets, heeft ONS [verweerder] vanaf mei 2022 tot 24 oktober 2022 één dag en nadien een halve dag verlof per week gegeven om te studeren en heeft ONS [verweerder] verlof gegeven om alle trainingen uit de eerste fase te kunnen volgen. Bovendien is gebleken dat de leidinggevenden van [verweerder] vanaf 26 april 2022 met een vaste regelmaat van (in beginsel) om de twee weken met [verweerder] telkens uitgebreid de voortgang van het opbouwtraject hebben besproken en blijkt uit de hiervoor onder 3.18. tot en met 3.46. weergegeven e-mails dat die leidinggevenden ook geprobeerd hebben [verweerder] te helpen bij de door hem ervaren studieproblemen door het aandragen van concrete mogelijke oplossingen. Ook staat vast dat ONS tot driemaal toe de datum waarop de eerste fase van het opbouwtraject afgerond moest zijn, heeft uitgesteld.
[verweerder] heeft dan wel betoogd dat de planning van het opbouwtraject te ambitieus en niet realistisch was, dat de door ONS aan het opbouwtraject gestelde voorwaarden onredelijk waren, dat hij dat regelmatig onder de aandacht van ONS heeft gebracht en dat ONS daar niets mee heeft gedaan, maar dat betoog wordt niet gevolgd.
[verweerder] heeft daartoe onder meer aangevoerd, kort gezegd, dat hij meer tijd nodig had dan ONS hem gaf. Zo kan men volgens hem na het gevolgd hebben van een cursus nog niet meteen een examen doen, maar dient eerst nog, om dat examen te kunnen behalen, met het geleerde in de praktijk geoefend te worden en dient nog extra cursusmateriaal bestudeerd te worden. Ter adstructie heeft hij verwezen naar een als productie 10 overgelegde e-mail van een externe opleidingsadviseur Bos. Dat [verweerder] te weinig tijd heeft gekregen voor het volgen van de cursussen en het doen van examens heeft ONS echter deugdelijk en overtuigend weerlegd. ONS heeft er op gewezen dat volgens Bos 10 dagen oftewel 80 uren (aan studie en praktijkoefening) nodig is voordat een examen voor de cursussen MD-100, MD-101 of MS-203 gedaan kan worden. Dat is dus in totaal 240 uren. Naar ONS onbetwist heeft gesteld heef [verweerder] echter in totaal 428 uren gekregen om de drie nog niet behaalde certificaten uit de eerste fase van het opbouwtraject te behalen. Daarbij komt, naar ONS onbetwist heeft gesteld, dat de cursussen MD-100, MD-101 en MS-203 basale cursussen zijn. Het zijn naar zij onbetwist heeft gesteld cursussen die de basisprincipes behandelen van het installeren en personaliseren van Windows werkplekken. Naar zij heeft gesteld geldt de verklaring van de voornoemde opleidingsadviseur over de benodigde tijd en de inspanningen die geleverd moeten worden om een certificaat te behalen voor iemand zonder ICT ervaring. Die verklaring geldt volgens ONS niet voor iemand als [verweerder], die al jaren in de ICT werkzaam is. Voor [verweerder] zijn die cursussen volgens haar op instapniveau. [verweerder] heeft dan wel betwist dat hij ervaring heeft op het gebied van systeembeheer en dat de cursussen, kort gezegd, te hoog gegrepen waren, maar dat heeft hij in het licht van de gemotiveerde weerspreking daarvan door ONS onvoldoende onderbouwd. Zo heeft ONS met een beroep op een door haar als productie 48 overgelegd voortgangsgesprek van 8 juli 2015, met een verwijzing naar de opleidingen die [verweerder] in 2019 al had gevolgd in de aanloop naar zijn definitieve plaatsing in de functie van workspace engineer en door onweersproken te stellen dat er in 2014 uitgebreid met [verweerder] is gesproken over zijn nevenactiviteit van ethisch hacker en dat het ondenkbaar is dat men dat kan zijn zonder kennis van systeembeheer, voldoende aannemelijk gemaakt dat [verweerder] ervaring heeft op het gebied van systeembeheer.
De stelling van [verweerder] dat hij geen mogelijkheid heeft gehad om de gevolgde cursussen in de praktijk toe te passen, terwijl dat volgens hem nodig is om een examen met succes te kunnen afronden, kan hem ook niet helpen. Vooropgesteld wordt dat niet is gesteld of gebleken dat praktijkoefening een voorwaarde voor deelneming aan een examen is en verder heeft ONS gemotiveerd weerlegd dat [verweerder] niet in de praktijk heeft geoefend met de door [verweerder] gevolgde cursussen MS-203, MD-100 en MD-101. Zij heeft onbetwist gesteld dat de praktijkoefening ook in een lab-omgeving kan plaatsvinden en dat de laatst genoemde cursussen virtueel klassikaal waren, waarbij mede in een lab-omgeving werd geoefend.
6.7.
Gelet op het vorenstaande wordt geoordeeld dat ONS zich voldoende heeft ingespannen om het functioneren van [verweerder] als infrastructuurbeheerder werkplek op het gewenste niveau te brengen. Zij heeft met hem een maatwerk opbouwtraject afgesproken en hem voldoende ondersteuning aangeboden om (de eerste fase van) dat opbouwtraject te laten slagen. Vaststaat dat dit laatste niet gelukt is. Om daaraan de conclusie te verbinden dat [verweerder] terzake een verwijt te maken valt, gaat de kantonrechter echter te ver. Dat kan niet geoordeeld worden. Niet is gebleken dat [verweerder] bewust of moedwillig de doelen en deadlines van het opbouwtraject niet heeft behaald. In elk geval is niet gebleken dat [verweerder] daarin een zodanig verwijt kan worden gemaakt dat van ONS niet kan worden verlangd de arbeidsovereenkomst langer in stand te houden. Uit de e-mails (zoals hiervoor onder 3.18. tot en met 3.46 staan weergegeven) blijkt naar het oordeel van de kantonrechter namelijk dat óók [verweerder] ingespannen heef geleverd (om de eerste fase van) het opbouwtraject te laten slagen, maar dat met name ervaren stress van het studeren (door tijdsdruk en moeilijkheid) en ervaren druk om examens te doen hem parten speelden. De stellingen van ONS dat [verweerder] vanaf 24 oktober 2022 gedurende zeven weken geen enkele concrete stappen heeft ondernomen richting het plannen van examens en dat hij na het gesprek van 18 januari 2023 slechts één certificeringspoging heeft gedaan, terwijl het hem duidelijk was dat ontslag zou volgen als hij op 31 januari 2023 niet alle afgesproken certificaten uit de eerste periode van het opbouwtraject zou hebben behaald, geven geen aanleiding daar anders over te oordelen. Tot het oordeel dat hem geen verwijt te maken valt, is ook redengevend dat [verweerder] de werkzaamheden in Westerveld, die eveneens onderdeel waren van het opbouwtraject, steeds deugdelijk heeft verricht en dat hij, naar hij onbetwist heeft gesteld, de afgesproken vier cursussen voor de eerste periode uit het opbouwtraject (MS-900, MD-100, MD-101 en MS-203) uiteindelijk heeft gevolgd en daarvoor ook examens heeft gedaan, zij het dat hij maar voor één van die vier cursussen een certificaat heeft behaald.
6.8.
Het voorgaande betekent dat niet kan worden gezegd dat [verweerder] verwijtbaar heeft gehandeld en wel op een zodanige wijze dat van ONS niet langer gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Voor zover het ontbindingsverzoek is gebaseerd op de e-grond wordt dit dan ook afgewezen.
Disfunctioneren van [verweerder]
6.9.
Voor ontbinding wegens disfunctioneren op de d-grond is vereist dat ONS stelt, en bij betwisting ook bewijst, dat [verweerder] ongeschikt is tot het verrichten van de bedongen arbeid, dat hij van dit disfunctioneren tijdig in kennis is gesteld én dat hij in voldoende mate in de gelegenheid is gesteld zijn functioneren te verbeteren. Het disfunctioneren mag daarbij niet het gevolg zijn van onvoldoende zorg van ONS voor scholing van [verweerder]. Gelet op de ingrijpende gevolgen die een ontbinding op grond van disfunctioneren voor een werknemer kan hebben en mede gelet op de eisen van goed werkgeverschap, dient een serieuze en reële gelegenheid tot verbetering van het functioneren te worden geboden. Welke hulp, ondersteuning en begeleiding in een concreet geval van de werkgever mag worden verwacht ter verbetering van het functioneren van de werknemer, alsmede op welke wijze een en ander moet worden vastgelegd, hangt af van de omstandigheden van het geval. Daarbij kunnen onder meer een rol spelen de aard, de inhoud en het niveau van de functie, de bij de werknemer aanwezige opleiding en ervaring, de aard en mate van de ongeschiktheid van de werknemer, de duur van het onvoldoende functioneren vanaf het moment dat de werknemer daarvan op de hoogte is gesteld, de duur van het dienstverband, wat er in het verleden reeds is ondernomen ter verbetering van het functioneren, de mate waarin de werknemer openstaat voor kritiek en zich inzet voor verbetering, en de aard en omvang van het bedrijf van de werkgever (zie het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:933).
6.10.
De kantonrechter overweegt als volgt. Partijen zijn het er over eens dat [verweerder] niet de bij zijn functie behorende werkzaamheden van systeembeheer kan verrichten, omdat hij de daarvoor benodigde kennis en vaardigheden mist. Hij is daarmee niet geschikt voor zijn functie. Maar daarom heeft ONS, zoals een goed werkgever betaamt, met [verweerder] dan ook het maatwerk opbouwtraject afgesproken. Het doel daarvan was om [verweerder] binnen een jaar op het door ONS gewenste functioneringsniveau te brengen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft ONS zich genoegzaam ingespannen om [verweerder] (de eerste fase van) het opbouwtraject succesvol te laten volbrengen, zoals hiervoor in rechtsoverweging 6.6. reeds is overwogen. Vaststaat dat de afspraak was dat [verweerder] in het eerste kwartaal van het opbouwtraject, dus in drie maanden tijd, vier certificaten diende te halen. Vaststaat dat hij na negen maanden nog slechts één van die vier certificaten had behaald, terwijl, zoals hiervoor reeds is overwogen, voldoende aannemelijk is gemaakt dat het slechts ging om basale certificaten en die, gelet op de ICT-ervaring van [verweerder], voor hem eenvoudig te behalen zouden moeten zijn. Daarbij komt dat ONS onbetwist heeft gesteld dat de werkzaamheden in Westerveld juist lager gekwalificeerd waren om [verweerder] aldus meer ruimte en energie te geven voor het volgen van de cursussen en het doen van examens. [verweerder] heeft zich weliswaar op het standpunt gesteld dat de planning van het opbouwtraject niet realistisch was en dat ONS onredelijk voorwaarden stelde, maar daarin wordt hij, zoals hiervoor in rechtsoverweging 6.6. al is overwogen, niet gevolgd door de kantonrechter. Door [verweerder] is bepleit dat hem door ONS meer tijd gegund had moeten worden, gelet op de door hem ervaren stress van het studeren en het doen van examens. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft ONS blijkens de hiervoor onder 3.18. tot en met 3.46. weergegeven e-mails in de twee wekelijkse voortgangsgesprekken telkens voldoende aandacht besteed aan de voormelde door [verweerder] ervaren stress problemen en hoefde van haar niet verlangd te worden dat zij [verweerder] nog meer tijd zou hebben gegund om de examens te behalen dan wel dat zij hem op nog andere wijze zou hebben ondersteund dan zij al had gedaan, zoals bijvoorbeeld door inschakeling van de door [verweerder] voorgestelde studiebegeleider of door het door hem voorgestelde éen voor één laten doen van de trainingen en examens. Dat hoefde met name niet van ONS verwacht te worden nu [verweerder] op 24 oktober 2022 (nadat hij terzake advies had ingewonnen) er uitdrukkelijk mee heeft ingestemd dat het opbouwproject met de bijbehorende studiebelasting ongewijzigd (behoudens een bijstelling van de planning) zou worden voortgezet. Voor het oordeel dat ONS aan [verweerder] niet nog meer tijd hoefde te geven, is ook redengevend dat het tot dusverre nog slechts ging om de eerste fase van het opbouwtraject, terwijl blijkens de e-mail van ONS van 22 september 2022, waarvan de inhoud verder niet betwist is, de intensiteit van de studiebelasting gaandeweg het opbouwtraject alleen nog maar toeneemt na de eerste (basale) fase en dat de functie van infrastructuurbeheer werkplek met zich brengt dat het nodig is om continue bij te blijven in het vakgebied en dus te blijven studeren.
6.11.
Gelet op al het vorenstaande, wordt geoordeeld dat ONS zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat [verweerder] ongeschikt is voor zijn functie. Zij heeft [verweerder] een serieuze en reële gelegenheid geboden om zich te verbeteren door het aanbieden van een maatwerk opbouwtraject. Hij heeft niet voldaan aan de voorwaarden van dat door partijen afgesproken traject. Door het niet behalen van drie van de vier afgesproken certificaten binnen de afgesproken (en meermaals verlengde) eerste periode van het opbouwtraject is voldoende aannemelijk geworden dat hij niet beschikt over de vereiste kennis en vaardigheden om de bij zijn functie behorende werkzaamheden adequaat te kunnen verrichten en dat hij daar dus ongeschikt voor is. De omstandigheid dat [verweerder] inmiddels 23 jaren in dienst is bij (de rechtsvoorgangers van) ONS maakt dat niet anders. ONS heeft dan ook terecht verzocht om de arbeidsovereenkomst op de d-grond te ontbinden. Daaraan kan niet in de weg staan dat [verweerder], naar hij heeft aangevoerd, pas op 18 januari 2023 te horen heeft gekregen dat de arbeidsovereenkomst beëindigd zou worden als hij niet uiterlijk op 31 januari 2023 alle vier certificaten uit de eerste fase van het opbouwtraject zou hebben behaald. Dit geldt te meer nu uit productie 1 bij het verweerschrift kan worden opgemaakt dat [verweerder] al tijdens de mediation duidelijk was dat ontslag zou volgen als het opbouwtraject niet zou slagen.
6.12.
De vraag is vervolgens of er bij ONS een mogelijkheid tot herplaatsing van [verweerder] in een ander passende functie bestaat. Die vraag dient ontkennend te worden beantwoord. Naar ONS onbetwist heeft gesteld, heeft zij slechts één functie die passend voor [verweerder] zou kunnen zijn, te weten de functie van (medior) support medewerker. Vaststaat echter dat [verweerder] die functie vanwege het lagere salaris niet wil aanvaarden. Kortom: een herplaatsingsmogelijkheid van [verweerder] in een andere functie bij ONS is er niet.
6.13.
Op grond van het vorenstaande zal de arbeidsovereenkomst worden ontbonden op de d-grond en wel, gelet op het bepaalde in artikel 7:671b lid 9 onder a. BW, met ingang van 1 september 2023. Gelijk hierna ten aanzien van het tegenverzoek nog zal worden overwogen, zal het verzoek van [verweerder] om bij de bepaling van de datum waarop de arbeidsovereenkomst ontbonden wordt, de duur van de procedure niet in mindering te laten strekken op de periode die is gelegen tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de datum van de ontbindingsbeschikking, niet gevolgd worden.
6.14.
Het verzoek te bepalen dat [verweerder] naast een transitievergoeding generlei andere aanvullende vergoeding toekomt zal eveneens worden toegewezen. Gelijk hierna nog zal worden overwogen, zal de door [verweerder] (voorwaardelijk) verzochte billijke vergoeding worden afgewezen.
6.15.
[verweerder] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Die bestaan uit het griffierecht van € 128,00 en een forfaitair bedrag aan kosten van de gemachtigde van € 529,00. In totaal dus € 657,00.
van het (voorwaardelijke) tegenverzoek van [verweerder]
6.16.
Nu het ontbindingsverzoek wordt toegewezen, is de voorwaarde waaronder de tegenverzoeken zijn gedaan, vervuld en zullen die verzoeken beoordeeld moeten worden.
6.17.
ONS heeft erkend dat [verweerder] een transitievergoeding toekomt. Partijen verschillen alleen over de hoogte daarvan. Volgens ONS beloopt de vergoeding per 1 augustus 2023 € 37.237,78 bruto. Volgens haar dienen de IKB (behoudens het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering) en de garantietoelage niet te worden meegenomen bij de berekening van de transitievergoeding, zij het dat ONS zich gerefereerd heeft aan het oordeel van de kantonrechter voor wat betreft het al dan niet meenemen van de garantietoelage bij die berekening. Volgens [verweerder] dienen 17,05% IKB en de garantietoelage van € 783,00 bruto te worden meegenomen en beloopt de transitievergoeding daarom per 1 augustus 2023 een bedrag van € 44.034,00 bruto.
6.18.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De IKB behoort niet tot de in het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding genoemde looncomponenten ter bepaling van het loon waarop de transitievergoeding is gebaseerd, mede gelet op de componenten die in de artikelen 4 en 5 van de Regeling looncomponenten en arbeidsduur zijn aangewezen als vaste en variabele looncomponenten. Tot die laatste componenten behoort niet de IKB. Anders dan door [verweerder] is bepleit wordt bij de berekening van de transitievergoeding dan ook niet 17,05 % IKB meegenomen. Wél zal de garantietoelage worden meegenomen. Die wordt maandelijks structureel uitbetaald als onderdeel van het maandelijkse loon, zoals door [verweerder] is gesteld en ook blijkt uit de door [verweerder] overgelegde salarisspecificatie.
6.19.
Uitgaande van een bruto maand salaris van € 4.827,95 bruto (inclusief vakantiegeld en toeslagen) en een maandelijkse garantietoelage van € 783,00 bruto, oftewel een maandelijks inkomen van € 5.610,95 bruto, en gelet voorts op de duur van het dienstverband (11 juni 2000 tot 1 september 2023), wordt de transitievergoeding bepaald op een bedrag van € 43.442,00 bruto. ONS wordt veroordeeld tot betaling van dat bedrag aan [verweerder].
6.20.
De verzochte billijke vergoeding wordt afgewezen. Gelet op hetgeen hiervoor ten aanzien van het verzoek van ONS is overwogen en beslist, kan niet geoordeeld worden dat ONS ernstig verwijtbaar gehandeld of nagelaten heeft. Ook het verzoek van [verweerder] om bij de bepaling van de ontbindingsdatum op de opzegtermijn van vier maanden niet in mindering te brengen de duur dat de onderhavige procedure heeft geduurd, wordt dan ook afgewezen.
6.21.
De proceskosten worden gecompenseerd in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt.

7.De beslissing

op het verzoek van ONS:
7.1.
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen en bepaalt dat deze eindigt op
1 september 2023;
7.2.
bepaalt dat [verweerder] naast zijn aanspraak op de wettelijke transitievergoeding geen
aanspraak heeft op enige billijke of aanvullende vergoeding;
7.3.
veroordeelt [verweerder] in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van ONS
begroot op € 657,00;
7.4.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
op het tegenverzoek van [verweerder]:
7.5.
veroordeelt ONS om aan [verweerder] een transitievergoeding te betalen van € 43.442,00
bruto;
7.6.
compenseert de proceskosten aldus dat elke partij de eigen kosten draagt;
7.7.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
7.8.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.C.M. Manders en in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2023.