ECLI:NL:RBOVE:2023:3966
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) voor minderjarige met autismespectrumstoornis en ADHD
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Overijssel het beroep van eiser, een minderjarige, tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). De aanvraag werd afgewezen door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 2 november 2022, en het bezwaar hiertegen werd op 14 maart 2023 eveneens afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 12 september 2023 behandeld, waarbij de moeder van eiser en de gemachtigde van het CIZ aanwezig waren.
Eiser, geboren in 2014, heeft verschillende psychische aandoeningen, waaronder een autismespectrumstoornis (ASS), Gilles de la Tourette en ADHD. Hij ontvangt momenteel zorg op basis van de Jeugdwet. De medisch adviseurs van het CIZ hebben vastgesteld dat, hoewel er sprake is van een psychische stoornis, de grondslag verstandelijke handicap niet kan worden onderbouwd. Dit is gebaseerd op intelligentieonderzoeken die een TIQ van 90 en 78 hebben aangetoond, en de ontwikkeling van eiser is nog niet definitief vast te stellen.
De rechtbank concludeert dat het CIZ terecht heeft geoordeeld dat eiser niet in aanmerking komt voor Wlz-zorg, omdat de grondslag verstandelijke handicap niet kan worden vastgesteld. De rechtbank erkent de zorgen van de moeder over de huidige zorgsituatie van eiser, maar benadrukt dat de afwijzing van de Wlz-aanvraag niet betekent dat eiser geen zorg nodig heeft. De rechtbank moedigt een gezamenlijk overleg aan tussen het CIZ, de gemeente en de moeder om passende zorg vanuit de Jeugdwet te waarborgen. De uitspraak eindigt met de beslissing dat het beroep ongegrond is, en de moeder van eiser krijgt het griffierecht niet terug.