ECLI:NL:RBOVE:2023:3941

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 oktober 2023
Publicatiedatum
9 oktober 2023
Zaaknummer
84.315785.21 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 23-jarige man voor het opslaan en handelen van professioneel vuurwerk en het voorhanden hebben van een veerdrukwapen

Op 9 oktober 2023 heeft de Rechtbank Overijssel een 23-jarige man veroordeeld tot een taakstraf van 400 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden voor het opzettelijk opslaan en handelen van professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, en het voorhanden hebben van een veerdrukwapen. De verdachte had op 14 december 2021 in Beuningen professioneel vuurwerk opgeslagen in zijn woning en had ook een veerdrukwapen in zijn bezit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het voorbereiden en bevorderen van de illegale handel in vuurwerk via digitale platforms zoals Telegram en Marktplaats. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat het opslaan van professioneel vuurwerk in een woonomgeving aanzienlijke risico's met zich meebrengt voor de veiligheid van de verdachte en zijn omgeving. De verdachte kreeg ook de verplichting om zich gedurende zijn proeftijd te melden bij de reclassering en deel te nemen aan gedragsinterventies. De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op, omdat hij als jongvolwassene nog zijn hele leven voor zich heeft en geen eerdere veroordelingen had. De in beslag genomen goederen, waaronder een Apple iPhone en een Apple MacBook, werden verbeurd verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84.315785.21 (P)
Datum vonnis: 9 oktober 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1999 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 september 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. D. van Ieperen en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. D. Nieuwenhuis, advocaat in Arnhem, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 25 september 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:op 14 december 2021 in de gemeente Beuningen, samen met een ander opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft opgeslagen (in een woning aan de [adres] ) en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld (artikel 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit);
feit 2: op één of meer tijdstip(pen) in de periode van 1 juli 2021 tot en met 14 december 2021 samen met een ander opzettelijk handelingen als bedoeld in artikel 1.2.2 eerste en derde lid van het Vuurwerkbesluit heeft voorbereid en/of bevorderd;
feit 3:op 14 december 2021 te Beuningen een veerdrukwapen (nabootsing van een pistool) voorhanden heeft gehad.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
feit 1
hij op of omstreeks 14 december 2021 in de gemeente Beuningen,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
(COV-rapport, Pag. 869)
- 2, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (MAD BULL DOG), (Pag. 876)
en/of
- 1 stuk knalvuurwerk (SCREAM 100 Limited), (Pag. 882) en/of
- 20, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (Super Cracker), (Pag.
879) en/of
- 2, althans één of meerdere stuks knalvuurwerk (Petarda Blyskowa), (Pag.
885) en/of
- 2,212 kilogram, althans een hoeveelheid Enkelschotsbuizen (SUNFLOWER),
(Pag. 887) en/of
- 1,548 kilogram, althans een hoeveelheid Enkelschotsbuizen (2 inch BIG
CHILL), (Pag. 891) en/of
- 1,6 kilogram, althans een hoeveelheid Enkelschotsbuizen (Zena 1 Big
Shell), (Pag. 894) en/of
- 1,832 kilogram, althans een hoeveelheid Enkelschotsbuizen (BALL PYTHON),
(Pag. 897) en/of
- 3,88 kilogram, althans een hoeveelheid Enkelschotsbuizen (KOMETENBOMBE
2), (Pag. 900) en/of
- 16,8 kilogram, althans een hoeveelheid Enkelschotsbuizen (THUNDERKING),
(Pag. 903) en/of
- 1,8 kilogram, althans een hoeveelheid Enkelschotsbuizen (Dumbum SINGLE
SHOT), (Pag. 908)
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft opgeslagen (in
een woning aan de [adres] ) en/of voorhanden heeft gehad en/of
aan een ander ter beschikking heeft gesteld;
(artikel 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit)
( art 1.2.2 lid 1 Vuurwerkbesluit )
feit 2
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juli 2021 tot en met
14 december 2021 in de gemeente(n) Beuningen en/of Smallingerland, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk teneinde, handelingen als bedoeld in artikel 1.2.2 eerste, derde lid van het
Vuurwerkbesluit, te weten,
het voorhanden hebben en/of opslaan en/of aan een ander ter beschikking stellen
van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik,
en/of
het als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk tot ontbranding brengen (lid 3), en/of;
voor te bereiden en/of te bevorderen,
- heeft getracht anderen te bewegen om die handelingen te plegen en/of mede
te plegen om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid en/of
middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- heeft getracht zich en/of anderen gelegenheid en/of middelen en/of
inlichtingen tot het verrichten van die handelingen te verschaffen en/of
- voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft
te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het verrichten van die handelingen,
immers, heeft verdachte en/of zijn mededader(s)
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2021 tot en met 14
december 2021
via de applicatie Telegram en/of Marktplaats en/of een andere berichtendienst –
zakelijk weergegeven –
één of meerdere mortierbuis(zen) te koop aangeboden bestemd voor het
afschieten van een Shell, althans voor het afschieten van professioneel vuurwerk,
immers heeft hij, verdachte
- 4”alu buizen met stop (advertentie, 14 oktober 2021 in de groep
[groepsnaam 1] , (Pag. 87) en/of
- 5” buizen (advertentie, 25 oktober 2021 in de groep [groepsnaam 1] ,
(Pag. 88) en/of
- diverse afmetingen buizen (advertentie, 30 oktober 2021 in de groep
[groepsnaam 2] , (Pag. 88) en/of
- mortierbuizen van 3 inch en/of 4 inch en/of 5 inch en/of 6 inch ( [groepsnaam 3]
, Pag. 677) en/of
- buizen van 3 inch en/of 4 inch en/of 5 inch en/of 6 inch (aluminium en/of
glasvezel), ( [groepsnaam 4] , Pag. 698) en/of
- buizen van 3 inch en/of 4 inch en/of 5 inch en/of 6 inch (aluminium en/of
glasvezel) en/of (karton)Cobra 6’s, ( [groepsnaam 8] , Pag. 743) en/of
- buizen van 3 inch en/of 4 inch en/of 5 inch en/of 6 inch (aluminium en/of
glasvezel, en/of gele/oranje met kraag), ( [groepsnaam 5] , Pag. 776)
en/of
via de applicatie Telegram, en/of een andere berichtendienst
– zakelijk weergegeven –
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik te koop aangeboden,
althans heeft hij, verdachte een advertentie waarin Cobra’s te koop werden
aangeboden doorgezet, immers heeft hij, verdachte
- op 19 oktober 2021 in de groep [groepsnaam 1] een advertentie
geplaatst voor Cobra 6* originele (Pag. 87)
en/of
heeft verdachte daadwerkelijk aan een particulier, in ieder geval aan een ander dan
een persoon met gespecialiseerde kennis, te weten
aan [naam]
op of omstreeks 22 november 2021 te Drachten,
één of meerdere mortierbuis(zen) bestemd voor het afsteken van een Shell en/of
mortier, althans bestemd voor het afschieten van professioneel vuurwerk verkocht
en/of afgeleverd, immers heeft hij, verdachte
- 2, althans één of meerdere 3 inch (mortier)buizen (Pag. 813, 832) en/of
op of omstreeks 30 november 2021 te Drachten,
- 2, althans één of meerdere 3 inch (mortier)buizen (Pag. 813, 832)
verkocht en geleverd
en/of
heeft verdachte op of omstreeks 14 december 2021,
één en/of meerdere mortierbuis/buizen bestemd voor het afsteken van een Shell
en/of mortier, althans bestemd voor het afschieten van professioneel vuurwerk
voorhanden gehad, immers heeft hij, verdachte
(onder meer)
- 85, althans één of meerdere stuks mortier- en/of lanceerbuizen en/of
kokers (dikke kartonnen aan de onderzijde afgedichte buizen), (foto 5,
Pag. 194, 196), en/of
- 45, althans één of meerdere stuks mortier- en/of lanceerbuizen en/of
kokers (kunststof aan de onderzijde afgedichte buizen, bestaande uit
diverse afmetingen en kleuren), (foto 3 en 4, Pag. 193, 194, 197), en/of
- 8, althans één of meerdere stuks mortier- en/of lanceerbuizen en/of
kokers (metalen aan de onderzijde afgedichte buizen, bestaande uit
diverse afmetingen) (foto 1, Pag. 192, 197),
voorhanden gehad
en/of
heeft verdachte, in of omstreeks de periode van 1 juli 2021 tot en met
14 december 2021,
op de applicatie Telegram, één of meerdere openbare en/of privé vuurwerkgroepen
en/of kanalen,
te weten
- [groepsnaam 6] en/of
- [groepsnaam 1] en/of
- [groepsnaam 2] en/of
- [groepsnaam 7]
- [groepsnaam 4] en/of
- [groepsnaam 8] en/of
- [groepsnaam 9]
- [groepsnaam 3] en/of
- [groepsnaam 10]
waarin professioneel vuurwerk te koop gevraagd en/of aangeboden werd, en/of
werd verhandeld,
als zijnde host en/of administrator en/of kanaal- en/of groepsbeheerder in beheer
gehad en/of in de lucht gehouden
en/of
heeft verdachte, op of omstreeks 14 december 2021,
één of meerdere geldbedrag(en) bestemd voor het plegen van een strafbaar feit
voorhanden gehad,
immers heeft hij , verdachte
- een geldbedrag van 2350 euro (Pag. 844, 846) en/of
- een geldbedrag van 1654 euro (Pag. 842, 846) en/of
- een geldbedrag van 5000 euro (banksaldo bankrekening [rekeningnummer] )
(Pag. 840, 846)
voorhanden gehad;
( art 1.2.2 lid 5 ahf/ond a Vuurwerkbesluit, art 1.2.2 lid 5 ahf/ond b Vuurwerkbesluit,
art 1.2.2 lid 5 ahf/ond c Vuurwerkbesluit )
feit 3
hij op omstreeks 14 december 2021 te Beuningen
een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een
door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat een ernstige
bedreiging van personen kon vormen en/of dat zodanig op een wapen geleek dat
deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een veerdrukwapen (merk
Sigsauer P229, nabootsing van een pistool) voorhanden gehad.
( art 13 lid 1 Wet wapens en munitie )

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4. De bewijsmotivering [1]
4.1
Aanleiding onderzoek
Op 29 oktober 2021 ontvingen verbalisanten een proces-verbaal van bevindingen van de Dienst Landelijke Informatie Organisatie over een persoon die onder de naam [alias] actief was op de digitale berichtendienst Telegram. Verdachte leek deze gebruikersnaam te gebruiken. Hierdoor rees het vermoeden dat verdachte een rol vervulde in het faciliteren van de illegale handel in professioneel vuurwerk voor andere Telegramgebruikers, onder andere als beheerder in diverse vuurwerkgroepen en door zich bezig te houden met de verkoop van professioneel vuurwerk en onderdelen daarvan, zoals mortierbuizen en snellont. Op 4 november 2021 werd een strafrechtelijk onderzoek naar verdachte gestart. [2] Op 14 december 2021 werd de woning van (de ouders van) verdachte doorzocht. Op de slaapkamer van verdachte werd professioneel vuurwerk aangetroffen, contant geld en een veerdrukwapen. In de tuin en schuur wordt een groot aantal mortierbuizen aangetroffen.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte voor wat betreft feit 1 het professioneel vuurwerk heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad. Voor het overige (binnen het grondgebied brengen en aan een ander ter beschikking stellen) dient vrijspraak te volgen. De feiten 2 en 3 kunnen integraal wettig en overtuigend bewezen worden, aldus de officier van justitie.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman is met de officier van justitie van mening dat verdachte voor wat betreft feit 1 partieel dient te worden vrijgesproken van het binnen het grondgebied brengen en aan een ander ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk. Ten aanzien van de feiten 2 en 3 heeft de raadsman geen bewijsverweer gevoerd.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
De rechtbank komt, op grond van de hierna te noemen opsomming van de bewijsmiddelen, tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit met uitzondering van het volgende.
Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt in het dossier wettig en overtuigend bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit pleegde in een nauwe en bewuste samenwerking met een ander. De rechtbank zal verdachte ter zake van het onderdeel medeplegen vrijspreken.
Gezien de inhoud van het dossier is de rechtbank verder van oordeel dat niet bewezen kan worden verklaard dat verdachte het professioneel vuurwerk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht en aan een ander ter beschikking heeft gesteld. De rechtbank zal verdachte ten aanzien van deze onderdelen eveneens vrijspreken.
De rechtbank komt ter zake van het onder 1 ten laste gelegde feit voor het overige tot een bewezenverklaring op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu de verdachte dit feit heeft bekend en door of namens de verdachte ten aanzien van deze onderdelen geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming van 16 december 2021, pagina’s 174-175 (AMB-013);
het proces-verbaal van 28 februari 2022 betreffende het onderzoek door het COV aan het inbeslaggenomen vuurwerk, pagina’s 869-918 (AMB-037);
de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting, zoals opgenomen in proces-verbaal van de zitting van 25 september 2023.
Feit 2
De rechtbank komt, op grond van de hierna te noemen opsomming van de bewijsmiddelen, tot een bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit met uitzondering van het volgende.
Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt in het dossier wettig en overtuigend bewijs waaruit kan blijken dat de verdachte het ten laste gelegde feit pleegde in een nauwe en bewuste samenwerking met een ander. De rechtbank zal verdachte ter zake van het onderdeel medeplegen vrijspreken.
Ten aanzien van het ten laste gelegde voorhanden hebben van geldbedragen bestemd voor het plegen van een strafbaar feit overweegt de rechtbank als volgt. De officier van justitie heeft hierover opgemerkt dat “er een ernstige reden is om te vermoeden dat deze geldbedragen bestemd zijn om opnieuw buizen en vuurwerk te kopen”. Naar het oordeel van de rechtbank is dit vermoeden onvoldoende om het voorhanden van hebben van het geld aan te merken als een voorbereidingshandeling. Op grond van het dossier is niet onomstotelijk komen vast te staan dat de geldbedragen bestemd zijn voor het plegen van een nieuw strafbaar feit. De rechtbank spreekt verdachte daarom voor dit onderdeel vrij.
Ten aanzien van de advertentie van het te koop aanbieden van Cobra 6 overweegt de rechtbank nog het volgende. Verdachte heeft hierover tegenover de politie verklaard dat hij de advertentie had doorgezet. [3] Ter zitting heeft verdachte daarentegen verklaard dat hij de advertentie niet heeft doorgezet. Volgens verdachte werd binnen de vuurwerkgroep aangegeven dat Cobra 6 niet meer verkrijgbaar was. Hij had de foto van andermans advertentie slechts geplaatst om te laten zien dat dit soort vuurwerk nog wel te koop werd aangeboden. De officier van justitie is van mening dat verdachte door zijn handelen professioneel vuurwerk heeft aangeboden. De rechtbank is eveneens van oordeel dat verdachte door zijn handelen professioneel vuurwerk heeft aangeboden. Gelet op de context waarin de advertentie is geplaatst (in de groep [groepsnaam 1] ) en het feit dat de advertentie is voorzien van verkoopprijzen, kan de rechtbank niet anders concluderen dan dat verdachte zelf het vuurwerk te koop heeft aangeboden. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan de verklaring van verdachte ter zitting.
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 2 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu de verdachte heeft bekend en door of namens de verdachte overigens geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
het proces-verbaal van bevindingen van 31 oktober 2021 met betrekking tot vuurwerk-activiteiten op telegram, pagina’s 85-90 (AMB-001);
het proces-verbaal van bevindingen van 17 december 2021 met betrekking tot onderzoek mortierbuizen, pagina’s 198-212 (AMB-020);
het proces-verbaal van bevindingen van 17 december 2021 met betrekking tot aantreffen mortierbuizen, pagina’s 192-195 (AMB-021);
het proces-verbaal van bevindingen van het COV van 24 december 2021 met betrekking tot de mortierbuizen, pagina 218 (AMB-024);
het proces-verbaal onderzoek telegram berichten van 10 februari 2022, met bijlagen DOC-013-01 tot en met DOC-013-0114, pagina’s 674- 789 (AMB-033);
het proces-verbaal van bevindingen van 8 februari 2022 met betrekking tot onderzoek naar afnemers, pagina 813-814 (AMB-034);
de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting, zoals opgenomen in proces-verbaal van de zitting van 25 september 2023.
Feit 3
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu de verdachte dit feit heeft bekend en door of namens de verdachte overigens geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
  • het proces-verbaal van bevindingen van 28 februari 2022, met betrekking tot omschrijving wapen, pagina’s 837-839 (AMB-009);
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting, zoals opgenomen in proces-verbaal van de zitting van 25 september 2023.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
feit 1
hij op 14 december 2021 in de gemeente Beuningen, opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten- 2 stuks knalvuurwerk (MAD BULL DOG) en- 1 stuk knalvuurwerk (SCREAM 100 Limited) en- 20 stuks knalvuurwerk (Super Cracker) en- 2 stuks knalvuurwerk (Petarda Blyskowa) en- 2,212 kilogram Enkelschotsbuizen (SUNFLOWER) en- 1,548 kilogram,Enkelschotsbuizen (2 inch BIG CHILL) en- 1,6 kilogram Enkelschotsbuizen (Zena 1 Big Shell) en- 1,832 kilogram Enkelschotsbuizen (BALL PYTHON) en- 3,88 kilogram Enkelschotsbuizen (KOMETENBOMBE 2) en- 16,8 kilogram Enkelschotsbuizen (THUNDERKING) en- 1,8 kilogram Enkelschotsbuizen (Dumbum SINGLE SHOT)
heeft opgeslagen in een woning aan de [adres] en voorhanden heeft gehad;
feit 2
hij in de periode van 1 juli 2021 tot en met 14 december 2021 in Nederland,opzettelijk, teneinde handelingen als bedoeld in artikel 1.2.2. eerste, derde lid van hetVuurwerkbesluit, te weten het voorhanden hebben en/of opslaan en/of aan een ander ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik,
en/of het als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk tot ontbranding brengen (lid 3), voor te bereiden en/of te bevorderen,- heeft getracht anderen te bewegen om die handelingen te plegen en/of mede te plegen om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of- heeft getracht zich en/of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het verrichten van die handelingen te verschaffen en/of- voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeftte vermoeden dat zij bestemd zijn tot het verrichten van die handelingen,
immers heeft verdachte in de periode van 1 juli 2021 tot en met 14 december 2021via de applicatie Telegram en Marktplaats –zakelijk weergegeven –meerdere mortierbuizen te koop aangeboden bestemd voor het afschieten van een Shell, immers heeft hij, verdachte
- 4”alu buizen met stop (advertentie, 14 oktober 2021 in de groep [groepsnaam 1] en- 5” buizen (advertentie, 25 oktober 2021 in de groep [groepsnaam 1] en- diverse afmetingen buizen (advertentie, 30 oktober 2021 in de
groep [groepsnaam 2] en- mortierbuizen van 3 inch en/of 4 inch en/of 5 inch en/of 6 inch ( [groepsnaam 3]) en- buizen van 3 inch en/of 4 inch en/of 5 inch en/of 6 inch (aluminium en/ofglasvezel)( [groepsnaam 4] ) en- buizen van 3 inch en/of 4 inch en/of 5 inch en/of 6 inch (aluminium en/ofglasvezel) en/of (karton)Cobra 6’s, ( [groepsnaam 8] ) en- buizen van 3 inch en/of 4 inch en/of 5 inch en/of 6 inch (aluminium en/ofglasvezel, en/of gele/oranje met kraag)( [groepsnaam 5] );
envia de applicatie Telegram – zakelijk weergegeven – professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik te koop aangeboden, immers heeft hij, verdachte, op 19 oktober 2021 in de groep [groepsnaam 1] een advertentie geplaatst voor Cobra 6* originele
enheeft verdachte aan een particulier te weten aan [naam] ,
omstreeks 22 november 2021 meerdere mortierbuizen, bestemd voor het afsteken van een Shell verkocht, immers heeft hij, verdachte, twee 3 inch mortierbuizen en op 30 november 2021 twee 3 inch mortierbuizen verkocht
enheeft verdachte op 14 december 2021 meerdere mortierbuizen bestemd voor het afsteken van een Shell voorhanden gehad, immers heeft hij, verdachte- 85 mortier- en/of lanceerbuizen en/of kokers (dikke kartonnen aan de onderzijde afgedichte buizen) en- 45 mortier- en/of lanceerbuizen en/of kokers (kunststof aan de onderzijde afgedichte buizen, bestaande uit diverse afmetingen en kleuren) en- 8 stuks mortier- en/of lanceerbuizen en/of kokers (metalen aan de onderzijde afgedichte buizen, bestaande uit diverse afmetingen) ,voorhanden gehad
enheeft verdachte, in de periode van 1 juli 2021 tot en met 14 december 2021, op de applicatie Telegram, één of meerdere vuurwerkgroepen en/of kanalen,te weten- [groepsnaam 6] en- [groepsnaam 1] en- [groepsnaam 2] en- [groepsnaam 7] en- [groepsnaam 4] en- [groepsnaam 8] en- [groepsnaam 9] en- [groepsnaam 3] en- [groepsnaam 10]waarin professioneel vuurwerk te koop gevraagd of aangeboden werd, of werd verhandeld,als zijnde host of administrator of kanaal- en/of groepsbeheerder in beheer gehad of in de lucht gehouden;
feit 3
hij op 14 december 2021 te Beuningen een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een veerdrukwapen (merk Sigsauer P229, nabootsing van een pistool) voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer gelezen in samenhang met artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet economische delicten.
Het onder 2 bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer gelezen in samenhang met artikel 1.2.2 lid 5 van het Vuurwerkbesluit en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet economische delicten.
Gelet op voornoemde strafbaarstelling verwerpt de rechtbank het verweer van raadsman dat verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. De door de raadsman aangehaalde jurisprudentie (inhoudende dat de strafbaarstelling van de voorbereidingshandelingen van artikel 1.2.2 lid 5 Vuurwerkbesluit is gebaseerd op een algemene maatregel van bestuur en derhalve onverbindend is) is achterhaald gelet op de wetswijziging van artikel 9.2.2.1 Wet Milieubeheer met ingang van 1 juli 2021.
Dat uit het dossier kan worden afgeleid dat ook voorbereidingshandelingen hebben plaatsgevonden vóór 1 juli 2021, doet daaraan niets af gelet op het feit dat het bewezenverklaarde ziet op de periode
vanaf1 juli 2021.
Het onder 3 bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 13 lid 1 in samenhang met artikel 55 van de Wet wapens en munitie.
feit 1:het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van
de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2:
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van
de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan,
meermalen gepleegd;
feit 3:het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 13 lid 1 van de Wet wapens en munitie.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden (met aftrek van voorarrest), waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, waarbij verdachte zich dient te houden aan de algemene en bijzondere voorwaarden conform de rapportage van Reclassering Nederland van 15 september 2023 (meldplicht, gedragsinterventie cognitieve vaardigheden (SOLO), verdiepingsdiagnostiek en ambulante behandeling, dagbesteding)
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de strafbepaling rekening moet
worden gehouden met de persoon van verdachte. Om die reden is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend en kan beter een taakstraf opgelegd worden.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten. Zo heeft hij op 14 december 2021 professioneel vuurwerk opgeslagen en voorhanden gehad in zijn slaapkamer.
Tevens had verdachte een veerdrukwapen in zijn slaapkamer liggen. Daarnaast heeft verdachte zich via Telegram en marktplaats gedurende een langere periode bezig gehouden met de verkoop van professioneel vuurwerk en onderdelen daarvan, zoals mortierbuizen en snellont. Verdachte was zeer actief op Telegram en heeft op dit platform een belangrijke rol vervuld in het faciliteren van de illegale handel in professioneel vuurwerk voor/door andere Telegramgebruikers, onder andere door zijn rol van beheerder in diverse vuurwerkgroepen.
Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren. Dat geldt zeker voor professioneel vuurwerk, dat een substantieel zwaardere of explosievere lading bevat dan het vuurwerk dat in Nederland aan consumenten verkocht mag worden. Het vuurwerk kan massa-explosief reageren. Dit betekent dat indien één exemplaar in een partij, waarin de artikelen dicht bij elkaar liggen, tot ontbranding komt en explodeert, de kans bestaat dat de hele partij sympathisch mee-explodeert. Met het opslaan van professioneel vuurwerk in zijn slaapkamer, heeft verdachte onverantwoorde risico’s genomen en de algemene veiligheid van personen en goederen ernstig in gevaar gebracht. Als het vuurwerk tot ontbranding was gekomen, zou dit niet alleen ernstige gevolgen kunnen hebben gehad voor verdachte en zijn ouders, maar ook voor de (bewoners van) huizen in de buurt.
Ook brengt het afsteken van professioneel vuurwerk risico’s met zich, niet alleen voor degene die het afsteekt, maar ook voor de omstanders. Ernstige gehoorbeschadiging, zwaar lichamelijk letsel of zelfs overlijden kan daarvan het gevolg zijn. Het voorhanden hebben van professioneel vuurwerk veroorzaakt dus maatschappelijk onacceptabele risico’s. Dat verdachte hier niet bij heeft stilgestaan, neemt de rechtbank hem kwalijk.
De ernst en de omvang van het bewezenverklaarde, rechtvaardigen in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In dat opzicht is de eis van de officier van justitie, die eveneens beoogt andere mensen ervan te weerhouden dit soort misdrijven te plegen (generale preventie), alleszins begrijpelijk en passend. De rechtbank zal een dergelijke straf in deze zaak echter niet opleggen, omdat zij in het voordeel van verdachte rekening houdt met het volgende.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank acht geslagen op een uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 18 september 2023. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Wat betreft de persoon van verdachte heeft de rechtbank verder acht geslagen op de omstandigheid dat hij ten tijde van het delict 21 jaren oud was (jongvolwassen). Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van het advies van Reclassering Nederland van 15 september 2023. Reclassering Nederland benoemt in haar rapport risicofactoren op meerdere leefgebieden. Verdachte heeft geen structurele dagbesteding in de vorm van werk en/of scholing. Hij heeft zijn (versnelde) mbo niveau 4 opleiding tot financieel administratief medewerker afgebroken vanwege een opgelopen achterstand na zijn aanhouding en gevoelens van stress. Verdachte heeft geen eigen inkomen en hij lijkt een teruggetrokken bestaan te leiden. Op het gebied van houding en denkpatronen worden eveneens risico's waargenomen. Verdachte lijkt in zijn omgeving weinig tegenspraak te krijgen ten opzichte van zijn visie/mening. Verdachte ziet zijn strafbaar handelen als een 'grijs gebied' en hij lijkt onvoldoende verantwoordelijkheid te nemen voor zijn eigen gedrag en handelen.
Verdachte heeft ter zitting weliswaar een (grotendeels) bekennende verklaring ten aanzien van het ten laste gelegde afgelegd, maar op basis van zijn antwoorden, wekt hij niet de indruk de ernst van de situatie in te zien. De rechtbank deelt het beeld van de reclassering dat verdachte duidelijk een eigen kijk heeft op de wereld en daar moeilijk vanaf is te brengen. De door de reclassering gesignaleerde risico’s worden door verdachte op geen enkel punt beaamd. Dit baart de rechtbank zorgen. De rechtbank acht het in dit geval noodzakelijk eerst (stevig) in te zetten op hulpverlening, in het bijzonder door deelname aan de geadviseerde gedragsinterventie SOLO en (zo nodig) verdiepingsdiagnostiek en behandeling bij een forensisch psychiatrische polikliniek. De rechtbank acht het in deze context onwenselijk om verdachte eerst een onvoorwaardelijke gevangenisstraf te laten ondergaan, terwijl nog niet is ingezet op gedragsinterventie en diagnostiek en een eventuele behandeling nog niet heeft plaats kunnen vinden, zulks gelet op de persoon van verdachte zoals de rechtbank ter zitting heeft waargenomen. Dit klemt te meer nu verdachte als jongvolwassene nog zijn hele leven voor zich heeft liggen en een ‘first offender’ is.
De rechtbank zal verdachte daarom niet de geëiste onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 maanden opleggen, maar een taakstraf van 400 uren (200 uren voor feit 1 en 3, en 200 uren voor feit 2). In dit verband overweegt de rechtbank dat de samenloopregeling uit artikel 57 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) niet in een nadere maximering van de taakstraf voorziet. [4]
Om recht te doen aan de ernst van de strafbare feiten, maar ook om verdachte een serieuze waarschuwing te geven voor de toekomst, zal de rechtbank hem daarnaast een geheel voorwaardelijke, maar forse gevangenisstraf van 12 maanden opleggen.
De rechtbank zal aan het voorwaardelijk strafdeel de bijzondere voorwaarden verbinden zoals vermeld in voornoemde rapportage van de reclassering van 15 september 2023 (meldplicht, gedragsinterventie cognitieve vaardigheden (SOLO), verdiepingsdiagnostiek en ambulante behandeling, dagbesteding).
Het voorgaande brengt de rechtbank derhalve tot het oordeel dat de oplegging van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van 12 maanden, met een proeftijd van 3 jaren, en een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van in totaal 400 uren, te vervangen door 200 dagen hechtenis, als deze niet naar behoren wordt verricht, passend en geboden is.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de onder verdachte inbeslaggenomen telefoon, laptop en geldbedragen (respectievelijk € 2.350,-, € 1.654,- en
€ 5.000,-) verbeurd moet worden verklaard.
De raadsman heeft betoogd het beslag op te heffen met een last tot teruggave, omdat met de voorwerpen geen strafbare feiten zijn gepleegd.
De rechtbank is, met de officier van justitie, van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde telefoon (Apple iPhone 8), laptop (Apple MacBook) en geldbedragen (respectievelijk
€ 2.350,- en € 1.654,- en € 5.000,- ) verbeurd moet worden verklaard, omdat het voorwerpen betreffen met behulp waarvan het onder 2 bewezenverklaarde feit is begaan.
Ten aanzien van de geldbedragen (van in het totaal € 9.004,-) merkt de rechtbank nog het volgende op.
Het geldbedrag van € 1.654,- is aangetroffen onder de laptopstandaard. Verdachte heeft hierover verklaard dat dit geld is verkregen met de aan vuurwerk gerelateerde handel. [5] Dit geldbedrag is dus zonder meer aan te merken als een voorwerp met behulp waarvan het onder 2 bewezenverklaarde feit is begaan.
Het geldbedrag van € 2.350,- is aangetroffen in een speelgoedbeer op de slaapkamer van verdachte. Verdachte heeft met betrekking tot dit bedrag ter zitting verklaard dat dit geldbedrag is verkregen door de verkoop van mortierbuizen, maar is vermengd met bij elkaar gespaard geld van verjaardagen en zakgeld over de afgelopen jaren.
Het geldbedrag van € 5.000,- is verkregen door beslaglegging op de bankrekening van verdachte (bankrekening [rekeningnummer] ). De politie heeft onderzoek verricht naar de geldstromen op deze bankrekening. Net als de officier van justitie acht de rechtbank het opvallend dat sprake is geweest van een hoeveelheid van 993 aan inkomende transacties met een totaalbedrag van € 21.493,37, die mogelijk te maken hebben met vuurwerkhandel. Uit nadere analyse bleek dat 119 transacties (voor een bedrag van € 5.210,45) vuurwerk gerelateerd zijn. [6] Hoewel de onderzochte bankgegevens deels betrekking hebben op een periode buiten de bewezenverklaarde periode, levert dit wel een goede indicatie op van de grote omvang van de transacties die gerelateerd kunnen worden aan de vuurwerkhandel van verdachte. Gelet hierop acht de rechtbank de verklaring van verdachte inhoudende dat hij slechts € 3.500,- met de vuurwerkhandel heeft verdiend niet aannemelijk en is zij van oordeel dat ook de in beslaggenomen geldbedragen van € 2.350,- en € 5.000,- kunnen worden aangemerkt als voorwerpen met behulp waarvan het onder 2 bewezenverklaarde feit is begaan.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van
de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
feit 2:
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van
de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan,
meermalen gepleegd;
feit 3:het misdrijf:
handelen in strijd met artikel 13 lid 1 van de Wet wapens en munitie.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Reclassering Nederland (Stieltjesstraat 1 te Nijmegen, telefoonnummer 088-8041405) op de door de reclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- actief deelneemt aan de gedragsinterventie SOLO of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden;
  • meewerkt aan verdiepingsdiagnostiek en ambulante behandeling bij forensische psychiatrische polikliniek Kairos of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de reclassering, indien en zo lang als de reclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van die polikliniek zullen worden gegeven;
  • meewerkt aan het vinden en behouden van zinvolle dagbesteding (zoals (on)betaald werk of een opleiding) met een vaste structuur;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
400 (vierhonderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
200 (tweehonderd) dagen;
- beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren en voor de resterende dagen één uur per dag aftrek plaatsvindt;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten
 de Apple Iphone 8 (nummer 8 op de beslaglijst);
 de Apple MacBook (nummer 7 op de beslaglijst);
 een geldbedrag van € 2.350,- (nummer 4 op de beslaglijst);
 een geldbedrag van € 1.654,- (nummer 3 op de beslaglijst);
 een geldbedrag van € 5.000,- (nummer 5 op de beslaglijst).
Dit vonnis is gewezen door mr. M.S. de Waard, voorzitter, mrs. H. Manuel en D. ten Boer,
rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.M. Broeks, griffier, en is in het openbaar
uitgesproken op 9 oktober 2023.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie, Landelijke Eenheid, Dienst Landelijke Recherche, Team Milieu met nummer LERFB21005 (onderzoek 26Pixley). Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Het proces-verbaal algemeen dossier van 8 juni 2022 (pagina 10).
3.Proces-verbaal van verhoor van verdachte van 14 december 2021, pagina 246 (VERH-001).
4.Hoge Raad 28 november 2006, ECLI:NL:HR:2006:AY8324.
5.Proces-verbaal van verhoor van verdachte van 14 december 2021, pagina 253 (VERH-001).
6.Proces-verbaal van bevindingen van 9 december 2021, pagina’s 108-109 (AMB-007) en proces-verbaal van bevindingen van 7 januari 2021, pagina’s 790-791 (AMB-025).