9.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 2, feit 3 primair en feit 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder deze feiten meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, feit 2 en feit 4 telkens het misdrijf: mishandeling;
feit 3 primair het misdrijf: poging tot doodslag;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1 tot en met feit 4 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van
€ 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro),bestaande uit immateriële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] (feit 3) van een bedrag van
€ 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro)(te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2023);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op
nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 1.500,00 (zegge: vijftienhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 mei 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
25 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart onttrokken aan het verkeer het in beslag genomen voorwerp, te weten het mes.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.O. Frentrop, voorzitter, mr. C.C.S. Bordenga-Koppes en mr. B.T.C. Jordaans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. D. Gottemaker, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 28 september 2023.
Buiten staat
Mr. M.O. Frentrop is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023242489. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 1 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangeefster (pagina’s 65 t/m 67):
Op 31 mei 2023 was ik met mijn vriendin [slachtoffer 2] in Almelo. Ik liep naar de parkeergarage. Mijn vriendin en ik hadden een woordenwisseling met jongens. Een jongen gooide een blikje bier in de richting van mijn vriendin. Ik zag dat het blikje bier haar raakte. De jongen sloeg mij kennelijk opzettelijk met kracht in mijn gezicht. Hij sloeg met zijn vlakke hand en raakte de linkerkant van mijn gezicht. Ik voelde pijn aan mijn gezicht. Ik heb een pijnlijke slaap aan de linkerkant van mijn gezicht. Ik heb ook een klein wondje achter mijn oor.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 2 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als verklaring van aangeefster (pagina’s 82 t/m 84):
Op 31 mei 2023 liep ik met mijn vriendin [slachtoffer 1] naar de parkeergarage aan de Havenpassage te Almelo. [slachtoffer 1] en ik liepen de lift binnen en zagen dat een man met versnelde pas aan kwam lopen. Ik zag dat de man met kracht en gericht iets naar mij gooide. Ik voelde dat er iets tegen mijn hoofd aan kwam. Ik voelde direct pijn en zat onder het bier. Het blikje raakte mij net boven mijn linkerslaap. Ik keek naar [slachtoffer 1] en zag dat de man met zijn platte hand tegen het hoofd van [slachtoffer 1] sloeg. Door de kracht van het blikje tegen mijn hoofd, kreeg ik direct hoofdpijn. Ik begon ook misselijk te worden.
Het proces-verbaal van bevindingen van het uitkijken van camerabeelden van verbalisant [verbalisant] van 2 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina 115 t/m 116):
Ik zag dat de man met kracht het blik de lift in gooide in de richting van [slachtoffer 2] . Ik zag dat deze man zich omdraaide en meteen met zijn rechterhand in de richting van het gezicht van [slachtoffer 1] duwt/slaat.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 september 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als verklaring van verdachte:
Ik gooide het blikje bier in haar [ [slachtoffer 2] , toevoeging rechtbank] richting. Ze [ [slachtoffer 1] , toevoeging rechtbank] heeft mij geduwd. Ik heb haar terug geduwd. Ik heb op haar gezicht geduwd.
Ten aanzien van feit 3 en feit 4
5.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 2 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als verklaring van aangever (pagina’s 89 t/m 93):
Op 31 mei 2023 ben ik gestoken met een mes. Dit was vlak bij de gebouwen van het AZC. [naam] en zijn vriend stonden ergens op het AZC terrein. Een paar jongens hebben hun aangesproken op hun gedrag en daardoor is er ruzie ontstaan tussen [naam] en de onbekende jongen en nog wat andere mensen. Ik kwam hierna ook langs [naam] en de onbekende jongen. De vriend van [naam] liep met [naam] naar de kamer van [naam] . Ineens zag ik de vriend van [naam] aan kopen lopen richting mij, met een mes in zijn rechterhand. Hij ging tegenover mij staan. Hij viel mij zonder reden aan met het mes. Hij zei alleen: “ik ga je laten zien, ik zal je laten zien.” Ik heb mij direct verdedigd door mijn handen en armen naar boven te houden en voor mijn hoofd en lichaam te houden, om zo mijn hoofd en lichaam te beschermen. Door het afweren, sneed de onbekende persoon mij op mijn arm. Hij maakte eerst bovenhands slaande bewegingen met het mes en toen raakte hij mij. Tijdens het slaan maakte hij zelfs een springende beweging in mijn richting. Vervolgens maakte hij stekende bewegingen op buikhoogte maar toen heeft hij mij niet geraakt. Hij was echt hysterisch bezig. Het steken voelde op dat moment als het slaan met een stok. Als ik mij niet afschermde had de onbekende persoon anders mijn oog en of hart geraakt. Hij wilde sowieso mijn hoofd of bovenlichaam raken met het mes. Ik heb door het steken ook een wond op mijn hoofd, net boven mijn haargrens. Dit is een snee/kras van enkele centimeters lang. De onbekende persoon heeft mij in ieder geval 3x gestoken. Hij heeft mij twee keer geraakt op mijn arm en 1x op mijn hoofd.
6.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] van 3 juni 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als verklaring van getuige (pagina’s 103 t/m 105):
Ik ken de namen niet van de betrokken personen. Ik weet dat er 2 uit Tunesië komen en de anderen uit Jemen. De dader pakte een mes en met het mes ging hij de man uit Jemen steken. Het was een mes van bijna 30 cm lang. Ik was ook binnen en nadat de dader het mes pakte, zag ik dat deze met het mes meerdere keren de man uit Jemen stak. Ik zag hem steken in de hand van de man uit Jemen en daarna zag ik dat de dader met de platte zijde van het mes op het hoofd sloeg van het slachtoffer. Ik kan de dader als volgt omschrijven:
- Man;
- Droeg kleding van voetbalclub Inter Milan. Veel kleuren er op met onder andere geel en blauw;
- Had ook een klein baardje.
7.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5 Sv, een fotoblad betreffende verdachte, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 24 t/m 57):
8.
De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 14 september 2023 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
Op 31 mei 2023 heb ik mijn vriend [naam] bezocht. [naam] had problemen met jongens. Ik heb op de dag van het incident alcohol gedronken.
Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 5 Sv, een letselbeschrijving van arts E.A. van der Molen van 7 juli 2023, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven als verklaring van deze arts (pagina’s 1 t/m 8):
4. Hiervoor is gebruik gemaakt van foto 1 en foto 8. Op de linker onderarm, aan de buitenzijde, de strekzijde, is een roodroze lijnvormige, scherpbegrensde huidonderbreking
zichtbaar van ca. 33 mm. Op foto 8 is zichtbaar dat de wond eerder wijkende wondranden had, deze wond is in het ziekenhuis (ZGT) gehecht en verbonden.
5. Hiervoor is gebruik gemaakt van foto 2 en foto 8. Op de linker onderarm, aan de buitenzijde, de strekzijde, vlak boven letsel 4, is een rozebruine, c-vormige,
scherpbegrensde huidonderbreking zichtbaar van ca. 30mm bij 20 mm. Op foto 8 is zichtbaar dat er een huidflap los lag, deze wond is in het ziekenhuis (ZGT) gehecht en verbonden.
Letsel 4 en 5 betreffen snijverwondingen.
10.
Het proces-verbaal van aangifte van aangever [slachtoffer 4] van 31 mei 2023 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als verklaring van aangever (pagina’s 86 t/m 87):
Op 31 mei 2023 was ik op het terrein van het asielzoekerscentrum in Almelo. Ik ben in mijn gezicht geraakt door een steen. Deze steen werd gegooid door de jongen met het geel/blauwe T-shirt. Hij gooide opzettelijk de steen hard in mijn richting. Ik voelde meteen een hevige pijn in mijn gezicht.
11.
Het proces-verbaal van getuige [getuige 2] van 1 juni 2023 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven als verklaring van aangever (pagina’s 110 t/m 113):
Twee mannen waren er in het begin. Ze hebben stenen naar mijn broer gegooid. Ze hebben hem bezeerd onder het oog. De jongen rende naar bosjes die daar in de buurt waren. Hij pakte een steen en gooide de steen tegen de rug van mijn broer en raakte hem hierbij.