In deze zaak vordert BJ Health Trading UG (BJH) betaling voor werkzaamheden die zij heeft uitgevoerd voor SW B.V. (SW). BJH heeft werkzaamheden verricht, waaronder het aanbrengen van magneet- en whiteboardverf, en vordert betaling van een vaste prijs, inclusief weekendtoeslag, reiskostenvergoeding en materialenvergoeding. SW betwist de gevorderde bedragen. De rechtbank heeft BJH bij tussenvonnis opgedragen te bewijzen hoeveel uren zij heeft gewerkt en wat haar totale vergoeding had moeten zijn, rekening houdend met de eerder vastgestelde bedragen voor uurtarief, weekendtoeslag, reiskosten en materialen.
De rechtbank oordeelt dat BJH niet in haar bewijsopdracht is geslaagd. De overgelegde producties en getuigenverklaringen bieden onvoldoende bewijs voor de gestelde uren en de omvang van de werkzaamheden. De rechtbank concludeert dat BJH niet heeft bewezen dat zij meer werk heeft verricht dan reeds aan haar door SW is uitbetaald. De vorderingen van BJH worden integraal afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van SW, die zijn begroot op € 5.140,--. De uitspraak is gedaan door mr. T.J. Thurlings-Rassa en openbaar uitgesproken door mr. A.M. van Diggele op 27 september 2023.