ECLI:NL:RBOVE:2023:3243

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
1 augustus 2023
Publicatiedatum
10 augustus 2023
Zaaknummer
10205080 \ CV EXPL 22-4129
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst wegens stelselmatige overlast door huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 1 augustus 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder en een huurder. De verhuurder, aangeduid als [eiser], heeft de ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning van de huurder, aangeduid als [gedaagde], gevorderd. De verhuurder stelt dat de huurder stelselmatig overlast veroorzaakt voor omwonenden, waaronder luid schreeuwen, intimidatie en het volgen van buren. De huurder ontkent deze beschuldigingen en beweert dat hij het doelwit is van pesterijen door de buurt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder tekort is geschoten in zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst door herhaaldelijk overlast te veroorzaken. De rechter heeft de vorderingen van de verhuurder toegewezen, de huurovereenkomst ontbonden en de huurder bevolen de woning binnen twee maanden te ontruimen. De kantonrechter heeft daarbij overwogen dat de overlast een inbreuk vormt op de gevoelens van veiligheid en privacy van de omwonenden, en dat de huurder geen inzicht heeft getoond in zijn gedrag of bereidheid om hulp te aanvaarden. De proceskosten zijn voor rekening van de huurder.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 10205080 \ CV EXPL 22-4129
Vonnis van 1 augustus 2023
in de zaak van
[eiser],
te [vestigingsplaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. R. Boekhoff,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. G.E.J. Kornet.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 14 februari 2023,
- de akte met producties 40 tot en met 50 van [eiser],
- de akte met producties A tot en met D van [gedaagde],
- de mondelinge behandeling van 12 april 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Waar gaat deze zaak over?

2.1.
In deze zaak gaat het om de vraag of de tussen partijen bestaande huurovereenkomst met betrekking tot de woning van [gedaagde] moet worden ontbonden wegens overlast. Volgens [eiser] hebben omwonenden bij haar geklaagd dat [gedaagde] overlast veroorzaakt. Volgens [gedaagde] probeert de buurt hem weg te pesten.
2.2.
De kantonrechter wijst de vorderingen van [eiser] toe. Hij zal hierna uitleggen hoe hij tot dat oordeel is gekomen.

3.De feiten

3.1.
[eiser] verhuurt sinds 8 januari 2020 de woning (hierna te noemen: de huurwoning) aan de [adres 1] aan [gedaagde]. Op de huurovereenkomst zijn algemene huurvoorwaarden voor zelfstandige woonruimte van
1 december 2007 van toepassing. Daarin staat, onder meer, de volgende bepaling:
“6.6
Huurder zal zich gedragen als een goed huurder en verplicht zich ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt, door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden. (…)”

4.Het geschil

4.1.
[eiser] vordert – kort gezegd – ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde en veroordeling [gedaagde] in de proceskosten.
4.2.
[eiser] legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichting uit de huurovereenkomst door stelselmatig overlast te veroorzaken aan omwonenden.
4.3.
[gedaagde] betwist dat hij stelselmatig overlast aan omwonenden heeft veroorzaakt. Van een tekortkoming is volgens [gedaagde] daarom geen sprake.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Het juridische kader
5.1.
In deze procedure komt [eiser] op voor de belangen van buurtbewoners van [gedaagde]. Dat zijn zowel huurders van [eiser] als omwonenden die geen contractuele relatie met [eiser] hebben, omdat zij hun woning in eigendom hebben. De kantonrechter overweegt dat de Hoge Raad in het arrest [naam 1]/[naam 2] heeft geoordeeld dat de verhuurder zowel tegenover zijn huurders als andere omwonenden verplicht is om alles wat in zijn/haar vermogen ligt te doen om de overlast te beëindigen. Die verplichting is ten opzichte van de huurders gebaseerd op de redelijkheid en billijkheid en bestaat ten opzichte van andere omwonenden op grond van hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt. Een effectieve wijze van beëindiging van de overlast bestaat in ontbinding van de huurovereenkomst op grond van een tekortkoming van de huurder tegenover de verhuurder, gevolgd door ontruiming van het gehuurde, aldus de Hoge Raad. [1] Dit betekent dat [eiser] er dus belang bij heeft om op te treden tegen [gedaagde].
5.2.
De voorwaarden voor ontbinding staan in artikel 6:265 lid 1 BW. Dat artikel bepaalt dat iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van één van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te (laten) ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Bij de beantwoording van de vraag of ontbinding van deze huurovereenkomst gerechtvaardigd is, kunnen alle omstandigheden van het geval van belang zijn. [2]
Is sprake van een tekortkoming?
5.3.
[eiser] heeft gesteld dat [gedaagde] vrijwel vanaf het begin van de huurovereenkomst overlast veroorzaakt en dat de omwonenden regelmatig overlast van [gedaagde] ervaren in de vorm van luid schreeuwen, schelden, intimidatie, uiten van bedreigingen, provocaties, bonken en slaan op onder andere deuren en muren, begluren en volgen van buren, het maken van onzedelijke gebaren en het vernielen, en/of besmeuren van eigendommen van buren. Zij heeft deze stelling onderbouwd met meldingen, schriftelijke verklaringen en geluids- en beeldopnames van buurtbewoners. Daarnaast heeft [eiser] verwezen naar aangiftes van [naam 3] en het strafvonnis van de rechtbank Overijssel van 31 mei 2022, waarin de rechtbank [gedaagde] heeft schuldig bevonden aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid door een jonge vrouw op straat onverhoeds in haar billen te knijpen en aan het stiekem maken van foto’s en filmpjes van zijn buurvrouw, terwijl zij in haar tuin zat, alsmede het zich aftrekken in een openbaar gebied.
5.4.
Daar staat tegenover dat [gedaagde] heeft betwist dat hij overlast veroorzaakt. De verklaringen van de buurtbewoners zijn volgens [gedaagde] leugenachtig en enkel afgelegd om hem weg te pesten. Dat zijn buren ’s avonds of ’s nachts soms gebonk horen, komt door zijn zoon en houdt verband met het uitwerken van diens medicatie. [gedaagde] verzoekt geen rekening te houden met de aangiftes van [naam 3], omdat daar (vooralsnog) geen strafrechtelijke gevolgen aan zijn verbonden. Hetzelfde geldt voor het vonnis van de rechtbank Overijssel van 31 mei 2022, dat vanwege het ingestelde hoger beroep nog niet onherroepelijk is.
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichting om zich ten aanzien van het gehuurde als een goed huurder te gedragen en zich te onthouden van overlast of hinder tegenover omwonenden. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] zich in de afgelopen jaren zo frequent heeft schuldig gemaakt aan het op onacceptabele en intimiderende wijze schreeuwen, schelden, bedreigen, bonken en slaan op deuren en muren, alsmede aan het op hinderlijke wijze volgen en begluren van buurtgenoten en het besmeuren van eigendommen van de buren, dat de kantonrechter dit tezamen aanmerkt als het stelselmatig veroorzaken van hinder en/of overlast tegenover omwonenden.
5.6.
Hoewel [gedaagde] de beschuldigingen stelselmatig heeft betwist, is de kantonrechter van oordeel dat de overvloed aan (circa 38) klachten, aangiftes, meldingen en verklaringen, die [eiser] als producties heeft overgelegd, in onderlinge samenhang voldoende is om de daarin beschreven feiten als vaststaand aan te nemen. Deze klachten, aangiftes, meldingen en verklaringen komen namelijk vanuit verschillende bronnen, en zijn veelal gedetailleerd en specifiek en worden menigmaal bevestigd door andere verklaringen of beeld- en/of geluidsopnames. De ontkenningen van [gedaagde] acht de kantonrechter daartegenover onvoldoende gemotiveerd.
5.6.1.
Op 17 februari 2020 heeft [gedaagde] in de woonomgeving van de huurwoning een vrouw onverhoeds bij haar billen gegrepen. En in de periode van 12 april 2020 tot en met 19 augustus 2020 heeft [gedaagde] heimelijk met zijn smartphone vanuit de huurwoning foto- en filmopnames gemaakt van zijn toenmalige buurvrouw in haar tuin aan de [adres 6]. [gedaagde] is onder meer voor deze twee feiten strafrechtelijk veroordeeld bij vonnis [3] van de meervoudige strafkamer van de Rechtbank Overijssel op 31 mei 2022.
5.6.2.
In dezelfde sfeer liggen meldingen van omwonenden dat [gedaagde] hen heimelijk volgt en/of begluurt. Zo heeft de buurvrouw van [adres 2] gemeld [4] dat [gedaagde], als hij op zaterdag vrij was van zijn werk (eens in de drie weken), deze buurvrouw vanuit zijn slaapkamerraam stond te begluren. Toen zij hiervan een melding maakte bij de wijkagent heeft [gedaagde] haar een dag later dreigend toegesproken dat ze de camera weg moest doen en dat ze een lafaard was, omdat ze de politie gebeld had. Hij zou haar wel te pakken krijgen, of de politie er nu wel of niet was. Ook op 10 mei 2022 zag zij, toen ze buiten bezig was met grasmaaien en ramen lappen, dat [gedaagde] naar buiten kwam en deed alsof hij ging grasmaaien, maar dat hij haar toen aan het begluren was. Zij heeft hem daar toen op aangesproken, maar toen hij haar bleef begluren is zij uiteindelijk naar binnen gegaan.
Een buurvrouw van de [adres 3] heeft verklaard [5] dat [gedaagde] eens, toen zij in de zomer van 2021 met haar zoon aan het volleyballen was, verdekt stond opgesteld achter de bosjes en dat zij hem masturberende bewegingen zag maken. Toen zij hem zei dat ze dit ging melden bij de politie, was zijn reactie dat hij haar wel wilde pakken, met andere vervelende verwensingen daarbij. Zij voelt zich hierdoor niet meer veilig op straat en genoodzaakt om haar zoon en dochter onder toezicht te laten spelen.
Ook de buurvrouw van [adres 4] heeft verklaard [6] hoe [gedaagde], toen zij op een dag in de zomer van 2021 terugkwam, nadat zij haar hond had uitgelaten, net zijn huis uit kwam en haar van achter zijn auto stond na te kijken. Als ze dan omkeek, keek hij snel weer in de auto/kofferbak.
Een (14-jarig) meisje uit de buurt heeft verklaard [7] hoe zij op vrijdag 28 januari 2022 tegen 20.00 uur samen met een vriendin buiten liep om de hond uit te laten. Op een gegeven moment hadden ze het gevoel dat er iemand achter hen liep. Ze hebben een poging gedaan om deze man kwijt te raken en even leek dat te lukken, totdat hij ineens weer achter hen liep. Ze raakten behoorlijk in paniek omdat ze het gevoel hadden dat deze man hen heel bewust weer had opgezocht. Zij heeft haar moeder gebeld en toen de man dat door had is hij snel weggelopen. Aan de hand van foto’s op Facebook heeft zij hem herkend als [gedaagde]. Dit speelde zich in de woonomgeving van de huurwoning af.
Een (19-jarig) buurmeisje aan de [adres 5] heeft het in een schriftelijke verklaring [8] over soortgelijke ervaringen.
5.6.3.
Verder is er een groot aantal e-mails, verklaringen, meldingen en/of aangiftes van de directe buren op [adres 6] en [adres 7], waaruit blijkt dat [gedaagde] in en om de huurwoning herhaaldelijk agressief gedrag vertoont, bedreigt, schreeuwt, op de muren bonkt, met frituurvet over eigendommen spuit, en dit menigmaal ook in de voor de nachtrust bestemde tijd. Ook hebben deze buren het over het heimelijk volgen in de buurt en het gluren. Uit deze meldingen blijkt bovendien hoezeer zij het met dit gedrag gehad hebben, ten einde raad zijn en stress ervaren.
5.6.4.
[gedaagde] vertoont in de buurt ook provocerend gedrag, zoals het opsteken van een middelvinger [9] , het zonder aanleiding roepen van “kutmongool” [10] en het rakelings langs iemand heen fietsen [11] .
5.7.
De hardnekkige betwistingen van [gedaagde] acht de kantonrechter tegenover deze overvloed aan klachten, meldingen, verklaringen en aangiftes aan het adres van [gedaagde], onvoldoende gemotiveerd.
5.7.1.
[gedaagde] heeft zich op het standpunt gesteld dat met het onder 5.6.1. genoemde strafvonnis geen rekening mag worden gehouden, omdat hij bij verstek is veroordeeld en in hoger beroep is gegaan, zodat het strafvonnis nog niet onherroepelijk is, Maar dit verweer kan slechts in zoverre slagen, dat dit vonnis geen dwingend bewijs oplevert als bedoeld in artikel 161 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Het neemt niet weg dat dit vonnis een bewijsmiddel is dat ter vrije waardering aan de rechter ter beschikking staat. De in het strafvonnis onder 4.2. genoemde strafrechtelijke bewijsmiddelen acht de kantonrechter overtuigend. Zo staat daarin bijvoorbeeld te lezen dat de politie de opnames op de smartphone van [gedaagde] zelf heeft gezien en de vrouw op de opnames heeft herkend als de toenmalige buurvrouw van [gedaagde] aan de [adres 6].
5.7.2.
Voorts heeft [gedaagde] gesteld dat het juist de buurman op [adres 7] ([naam 3]) is die hèm uitlokt en de buurt tegen hem opzet. Maar dat acht de kantonrechter niet aannemelijk. Het is wel zo, dat [naam 3] de meeste klachten en meldingen over [gedaagde] heeft ingediend, maar ook de buurman aan de andere zijde, [naam 4], doet een aanzienlijk aantal meldingen en die hebben dezelfde aard en strekking, en ook de buren van [adres 2] [12] en van [adres 8] [13] bevestigen het schreeuwen en schelden van [gedaagde]. De kantonrechter heeft op de USB-stick, die als productie 21 is overgelegd, zelf één geluidsopname kunnen horen, waarop het geschreeuw van [gedaagde] hoorbaar is.
5.7.3.
Het is ook niet zo dat de schriftelijke verklaringen van andere omwonenden door toedoen van [naam 3] zijn ingestuurd. [eiser] heeft deze verklaringen uit de buurt ontvangen, nadat [eiser] zelf een buurtonderzoek had opgezet. Uit de schriftelijke weergave van het gesprek dat [naam 5] van [eiser] op 12 juli 2022 met [gedaagde] heeft gehad [14] , in aanwezigheid van de zus van [gedaagde] en de wijkagent, blijkt bovendien dat de vele voorvallen ook tot een aanzienlijk aantal meldingen bij de wijkagent hebben geleid. En ondanks dat [eiser] er niet in geslaagd is om op de als productie 21 overgelegde USB-stick geluids- en beeldopnames over te zetten, die de kantonrechter kan bezien of beluisteren (behalve een vijftal snelkoppelingen stond er maar één geluidsopname op, die te beluisteren was), blijkt uit eerder genoemde schriftelijke weergave van het gesprek van 12 juli 2022 dat er wel degelijk meerdere beeld- en geluidsopnames zijn waarop het schreeuwen, vloeken en schelden van [gedaagde] te horen is. Dat dit allemaal door toedoen van [naam 3] is ontstaan en opgezet is dus niet aannemelijk.
5.7.4.
Het agressieve gedrag van [gedaagde] in het publieke domein blijkt overigens ook uit verklaringen over zijn brute gedrag tegenover zijn eigen zoon [15] .
5.7.5.
Weliswaar stelt [gedaagde] dat ook de vorige bewoonster van [adres 1] een moeizame burenrelatie met [naam 3] heeft onderhouden, maar dat staat op zichzelf en kan verder niets toe- of afdoen aan de overlast die [gedaagde] de omwonenden berokkent, zoals dat uit de producties van [eiser] naar voren komt. Dus aan de app-berichten die [gedaagde] over de ervaringen van de vorige bewoonster van [adres 1] heeft overgelegd, gaat de kantonrechter voorbij.
5.7.6. Evenmin hecht de kantonrechter waarde aan de verklaring van [gedaagde] voor het gebonk op de muren van zijn woning. [gedaagde] stelt namelijk dat dit veroorzaakt is door zijn zoon, die op recept van de psycholoog rustgevende medicatie voorgeschreven heeft gekregen. Wanneer die medicatie ’s nachts is uitgewerkt krijgt de zoon geen (extra) dosis, wat tot gevolg zou hebben dat de zoon uit boosheid gaat stampen en bonken. Het doet er niet aan af dat [gedaagde] als huurder er ook verantwoordelijk voor is dat anderen die in de woning verblijven geen overlast veroorzaken. Maar bovendien wordt het gebonk menigmaal in combinatie met schreeuwen van [gedaagde] waargenomen, zodat het niet alleen in de schoenen van de zoon geschoven kan worden.
5.8.
Door de hiervoor als vaststaand aangenomen gedragingen van [gedaagde] heeft hij geluids- en andere overlast veroorzaakt voor de directe buren en ook inbreuk gemaakt op de gevoelens van veiligheid en privacy van andere omwonenden. Aldus is [gedaagde] tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst om zich als een goed huurder te gedragen en om ervoor te zorgen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt.
Rechtvaardigt de tekortkoming de ontbinding?
5.9.
Vervolgens dient de kantonrechter te beoordelen of deze tekortkomingen in de nakoming van de verplichtingen uit de huurovereenkomst aan [eiser] de bevoegdheid geeft om de overeenkomst te ontbinden, of dat deze tekortkomingen, gezien hun bijzondere aard of betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.
5.10.
De kantonrechter is van oordeel dat de vastgestelde tekortkomingen de ontbinding van de huurovereenkomst wel rechtvaardigt. Met de inbreuken op het woongenot van de directe buren en op de veiligheidsgevoelens en privacy van andere omwonenden, is een zwaarwegend belang van die buren en andere omwonenden gemoeid. Zij hebben het recht op rustig woongenot en op eerbiediging van hun persoonlijke levenssfeer, ook als zij zich in de publieke ruimte begeven. Daar staat tegenover dat de gevolgen van een ontbinding van de huurovereenkomst voor [gedaagde] groot zullen zijn. Hij zal zijn huidige woning moeten verlaten en het zal, gelet op de huidige situatie op de woningmarkt, niet eenvoudig zijn om elders betaalbare woonruimte te vinden. Maar omdat [gedaagde] noch tijdens het gesprek met [eiser] op 12 juli 2022 noch tijdens de zitting van de kantonrechter op 12 april 2023 enig inzicht in zijn eigen gedrag liet zien, noch de bereidheid om hulp te aanvaarden om tot een gedragsverandering te komen, ziet de kantonrechter geen andere oplossing dan om de vordering van [eiser] tot ontbinding van de huurovereenkomst toe te wijzen en [gedaagde] te bevelen om de woning te ontruimen, teneinde te voorkomen dat de overlast en de inbreuk op gevoelens van veiligheid en privacy van andere omwonenden in de toekomst zullen blijven voortduren.
5.11.
Om [gedaagde] nog enige gelegenheid te bieden om elders vervangende woonruimte te vinden, zal de kantonrechter de termijn om de woning te ontruimen vaststellen op twee maanden vanaf de betekening van dit vonnis.
Proceskosten
5.12.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] begroot op € 129,27 aan explootkosten, € 128,00 aan griffierecht en € 398,00 aan salaris gemachtigde (twee punten × het tarief van € 199,00).

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
ontbindt de tussen [eiser] en [gedaagde] geldende huurovereenkomst met betrekking tot de woning c.a. staande en gelegen te [locatie], aan de [adres 1];
6.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee maanden na betekening van dit vonnis de woning c.a. staande en gelegen te [locatie], aan de [adres 1] te ontruimen en te verlaten met al het zijne en de personen die zijdens hem in voormelde woning verblijven, en dit pand ter vrije en algehele beschikking van [eiser] te stellen;
6.3.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure aan de zijde van [gedaagde], tot op heden begroot op € 655,27;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. F. Koster en in het openbaar uitgesproken op 1 augustus 2023. (ED)

Voetnoten

1.HR 16 oktober 1992, ECLI:NL:HR:1992:ZC0719.
2.HR 28 september 2018, ECLI:NL:HR:2018:1810.
3.Productie 5 van [eiser]
4.Productie 30 van [eiser]
5.Productie 29 van [eiser]
6.Productie 24 van [eiser]
7.Productie 23 van [eiser]
8.Productie 22 van [eiser]
9.Productie 14 van [eiser]
10.Productie 41 van [eiser]
11.Productie 45 van [eiser]
12.Productie 30 van [eiser]
13.Productie 32 van [eiser]
14.Productie 35 van [eiser]
15.Producties 29 en 31 van [eiser]