ECLI:NL:RBOVE:2023:3229
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing wettelijke schuldsanering met bepaling ingangsdatum tien maanden eerder wegens maximaal afdragen conform wettelijke schuldsaneringsnormen
Op 7 augustus 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling voor verzoeker 1, die gehuwd is met verzoeker 2. Beide verzoekers hebben een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, waarbij verzoeker 1 heeft verzocht om de ingangsdatum van de regeling te bepalen op 1 oktober 2022, tien maanden voor de datum van de uitspraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker 1 in gemeenschap van goederen is gehuwd en dat verzoeker 2 ook een verzoek tot schuldsanering heeft ingediend. Tijdens de zitting op 31 juli 2023 zijn beide verzoekers gehoord.
De rechtbank heeft overwogen dat de Wet verbetering doorstroom van de gemeentelijke schuldhulpverlening op 1 juli 2023 in werking is getreden, wat gevolgen heeft voor de termijn van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank concludeert dat verzoeker 1 voldoet aan de eisen voor de schuldsaneringsregeling en dat zij te goeder trouw is geweest in de drie jaar voorafgaand aan het verzoek. De rechtbank heeft de wettelijke schuldsaneringsregeling op verzoeker 1 van toepassing verklaard en de ingangsdatum vastgesteld op 1 oktober 2022, omdat verzoeker 1 en verzoeker 2 in dat kader al zijn begonnen met het afdragen van hun spaarcapaciteit.
De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de wetswijziging mogelijk schrijnende gevolgen kan hebben voor schuldenaren die niet in staat zijn om af te dragen, maar dat zij zich aan de huidige wetgeving moet houden. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de schuldsaneringsregeling conform artikel 349a lid 1 Faillissementswet vastgesteld op 1 oktober 2022. Tevens zijn de ten laste van verzoeker 1 gelegde beslagen van rechtswege vervallen door de toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft mr. A.H. Margadant benoemd tot rechter-commissaris en de vergoeding voor de bewindvoerder vastgesteld.