ECLI:NL:RBOVE:2023:3184

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 maart 2023
Publicatiedatum
8 augustus 2023
Zaaknummer
08.208547.22
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake kennelijke fout in vonnis van 9 maart 2023

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, op 13 maart 2023 een herstelvonnis uitgesproken in de zaak van de officier van justitie tegen een verdachte. Het herstelvonnis betreft een kennelijke fout die was opgetreden in het eerdere vonnis van 9 maart 2023. De rechtbank constateerde dat een zin in het dictum van het vonnis niet volledig was weergegeven, wat aanleiding gaf tot het herstel. De fout betrof een financiële verplichting van de verdachte aan de benadeelde partij, waarbij een bedrag van € 3.400,-- en de wettelijke rente vanaf 31 december 2020 niet correct was vermeld.

De rechtbank oordeelde dat de fout eenvoudig te herstellen was en heeft bepaald dat de verbetering op de minuut van het oorspronkelijke vonnis van 9 maart 2023 zal worden vermeld. Dit herstelvonnis laat het oorspronkelijke vonnis, voor zover niet gewijzigd, volledig in stand en vormt een onverbrekelijk geheel met het oorspronkelijke vonnis. Tevens werd aangegeven dat er geen nieuwe termijn voor hoger beroep ingaat. De griffier zal het herstelvonnis hechten aan het oorspronkelijke vonnis en aan de betrokken partijen toezenden. Het herstelvonnis is ondertekend door de voorzitter en de rechters, en is opgemaakt door de griffier op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.208547.22
Datum herstelvonnis: 13 maart 2023
Herstelvonnis van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2002 in [geboorteplaats],
wonende aan de [woonplaats]
.

1.De aanleiding en de beoordeling

De rechtbank heeft geconstateerd dat in het vonnis van 9 maart 2023 een kennelijke fout staat.
Abusievelijk is in het dictum van het vonnis (laatste onderdeel, betreffende de vordering van de benadeelde partij [benadeelde], tweede streepje) de volgende zin niet volledig weergegeven:
veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde] (feit 2) van een bedrag
van € 3.400,-- (drieduizendvierhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 31 december 2020,met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent.

2.De beslissing

De rechtbank:
- bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 13 maart 2017 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 9 maart 2023.
Dit herstelvonnis laat het oorspronkelijke vonnis, voor zover niet gewijzigd, volledig in stand en vormt een onverbrekelijk geheel met het oorspronkelijke vonnis en doet geen nieuwe termijn voor hoger beroep ingaan. De griffier zal dit herstelvonnis hechten aan het oorspronkelijke vonnis en aan partijen toezenden.
Deze herstelbeslissing is opgemaakt door mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter,
mr. B.T.C. Jordaans en mr. drs. K.A. Schönbeck, rechters, bijgestaan door
mr. W.J. van der Leest, griffier, en ondertekend op 13 maart 2023.