ECLI:NL:RBOVE:2023:3182

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
9 maart 2023
Publicatiedatum
8 augustus 2023
Zaaknummer
08.265309.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afpersing van slachtoffers via dating apps door minderjarige verdachten

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 9 maart 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die samen met medeverdachten betrokken was bij meerdere afpersingen. De verdachte is schuldig bevonden aan afpersing gepleegd door twee of meer verenigde personen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten via dating apps zoals Badoo, Grindr, Tinder en Happn contact hebben gelegd met slachtoffers, waarbij zij zich voordeden als minderjarigen. De slachtoffers werden bedreigd met geweld en gedwongen tot het afgeven van geldbedragen en goederen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie van drie maanden, een taakstraf van 200 uren, en schadevergoedingen aan de slachtoffers. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder toezicht door de jeugdreclassering en ambulante behandeling. De zaak benadrukt de ernst van afpersing en de impact op de slachtoffers, die door de bedreigingen een gevoel van onveiligheid hebben ervaren. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk is voor de geleden schade.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.265309.22 (P)
Datum vonnis: 9 maart 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2008 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting met gesloten deuren van de meervoudige kamer voor de behandeling van jeugdstrafzaken van 20 februari 2023 en 23 februari 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. G. Steeghs en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. A.R. Maarsingh, advocaat in Deventer, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:al dan niet samen met anderen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft afgeperst
(primair)dan wel dat hij, al dan niet samen met anderen, door bedreiging met smaad [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot afgifte van een geldbedrag
(subsidiair);
feit 2:al dan niet samen met anderen [slachtoffer 3] heeft afgeperst
(primair)dan wel dat hij, al dan niet samen met anderen, door bedreiging met smaad [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot afgifte van een geldbedrag
(subsidiair);
feit 3:al dan niet samen met anderen [slachtoffer 4] heeft afgeperst
(primair)dan wel dat hij, al dan niet samen met anderen, door bedreiging met smaad [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot afgifte van een geldbedrag en een horloge
(subsidiair);
feit 4:al dan niet samen met anderen heeft geprobeerd [slachtoffer 5] af te persen
(primair)dan wel dat hij, al dan niet samen met anderen, heeft geprobeerd door bedreiging met smaad [slachtoffer 5] te gedwongen tot afgifte van een geldbedrag
(subsidiair).
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2022 tot en met 17 augustus 2022, in
de gemeente Haaksbergen en/of te Beckum, gemeente Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld, (een) perso(o)n(en), genaamd [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2]
heeft gedwongen tot de afgifte van (een) (hoeveelheid) geld(bedrag),
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele behorende aan die [slachtoffer 1] en/of die
[slachtoffer 2] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s):
- nadat die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] via een dating site (“Badoo”) een
afspraak had(den) gemaakt met (een) (minderjarige) verdachte(n) en/of
(vervolgens) met een (personen)auto naar de afgesproken plek/plaats (in
Haaksbergen) was/waren gereden –
-die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben benaderd en/of die
[slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben meegedeeld – zakelijk
weergegeven – dat hij/zij zijn/hun vader zou(den) gaan bellen en dat zijn/hun
vader die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] dood zou slaan,
-(vervolgens) net deed/deden of ze zijn/hun vader aan het bellen was/waren,
-(vervolgens) aan die [slachtoffer 1] en/die [slachtoffer 2] heeft/hebben
voorgesteld om het “anders op te lossen” en/of “dat ze het probleem konden
afbetalen”,
-die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] meegedeeld dat ieder 700 Euro moest
gaan betalen aan verdachte(n),
-die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] heeft/hebben meegedeeld/opgedragen
om mee te gaan naar een pinautomaat,
-(daarbij) (richting) die [slachtoffer 1] heeft/hebben meegedeeld – zakelijk weergegeven
– dat hij/zij, verdachte(n), hem/hen wel kon(den) dood slaan,
-(vervolgens) bij die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] in de (personen)auto
is/zijn gestapt en/of naar een pinautomaat (in Beckum) zijn gereden,
-die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] opgedragen om via Mobiel Bankieren
geld naar zijn/hun (lopende) rekening over te maken en/of
-(vervolgens) die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] opgedragen om (een)
geld(bedrag) te pinnen bij de pinautomaat (aan de Pastoor Ossestraat),
(waarna voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (een) (hoeveelheid)
geld(bedrag) aan verdachte(n) heeft/hebben overhandigd);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 16 augustus 2022 tot en met 17 augustus 2022, in
de gemeente Haaksbergen en/of te Beckum, gemeente Hengelo (O),
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zichzelf en/of zijn mededader(s) en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen,
een of meer personen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2]
door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim,
heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer goederen en/of het ter beschikking
te stellen van gegevens en/of het aangaan van een schuld, te weten (een)
(hoeveelheid) geld(bedrag),
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s),
- ( onder de naam “ [alias] ”) met die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (erotisch
getint) contact gelegd via “Badoo” en/of daaruit (voortvloeiend) een afspraak
gemaakt om elkaar op een afgesproken plek/plaats (in Haaksbergen) te ontmoeten,
- ( vervolgens) (aldaar aangekomen) in de richting van die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2]
op een dreigende toon uitlatingen gedaan en/of eisen gesteld - onder
meer inhoudende – wat die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] als oude
mannen van/met hun broertje (“ [alias] ”) moesten en/of dat het nu heel vervelend
zou kunnen worden, maar als die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] normaal
zouden doen, er niets zou gebeuren en/of (daarbij) het Badoo gesprek (met ‘ [alias] ”)
op zijn/hun telefoon getoond aan die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] en/of
die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] meegedeeld dat verdachte(n) een oom
zoud(en) gaan bellen die bij de politie zou werken en/of dat hij/ze hun vader
zou(den) gaan halen, welke die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] wel
dood/verrot zou slaan en/of (daarbij) die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] de
indruk gegeven dat hij/ze belde(n) met die (betreffende) vader en/of
- die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] meegedeeld dat het probleem opgelost
kon worden en dat die [slachtoffer 1] en/of die [slachtoffer 2] (daarom) geld voor
verdachte(n) moest(en) gaan pinnen;
2.
hij op of omstreeks 8 augustus 2022 te Laag-Keppel en/of Doetinchem, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld
en/of bedreiging met geweld, (een) perso(o)n(en), genaamd [slachtoffer 3] , heeft
gedwongen tot de afgifte van (ongeveer) 3000,- euro, althans (een) (hoeveelheid)
geld(bedrag), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele behorende aan die
[slachtoffer 3] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s):
- nadat die [slachtoffer 3] via een dating site (“Grindr”) een afspraak had(den) gemaakt
met (een) (minderjarige) verdachte(n) en/of (vervolgens) met een (personen)auto
naar de afgesproken plek/plaats (in Laag-Keppel) was/waren gereden,
-(vervolgens) heeft/hebben medegedeeld dat die [slachtoffer 3] per persoon 500,- (in
totaal 1500 euro) moest betalen, anders zouden de “Grindr” gesprekken van die
[slachtoffer 3] aan zijn werkgever worden verstrekt,
-(vervolgens) heeft/hebben meegedeeld dat die [slachtoffer 3] – zakelijk weergegeven -
maar beter mee kon werken, want anders kon het heel anders aflopen en/of dat als
die [slachtoffer 3] niet zou meewerken hij/zij, verdachte(n), hetgeen in zijn zak zou
gebruiken,
-(vervolgens) bij die [slachtoffer 3] in de (personen)auto is/zijn gestapt en/of naar de
woning van die [slachtoffer 3] (in Doetinchem) zijn gereden,
- met die [slachtoffer 3] mee de woning in is/zijn gegaan en/of die [slachtoffer 3] zijn pinpas
en/of laptop heeft laten pakken,
- die [slachtoffer 3] heeft/hebben laten stoppen bij het zwembad (te Doetinchem) om,
aldaar die [slachtoffer 3] te laten inloggen op zijn internetbankieren,
- ( ondertussen) heeft/hebben medegedeeld aan die [slachtoffer 3] – zakelijk
weergegeven- dat als die [slachtoffer 3] niet zou meewerken, hij zijn kankerkop in elkaar
zou slaan en/of (daarbij) een onbekend voorwerp tegen de achterkant van de
bestuurderstoel heeft/hebben geduwd en daarbij heeft/hebben gezegd: “voel je
dit”,
- ( na het zien van de rekening van die [slachtoffer 3] ) heeft/hebben medegedeeld dat die
[slachtoffer 3] 3000,- euro moest betalen,
- ( vervolgens) die [slachtoffer 3] hebben laten doorrijden naar de Geldmaat, gelegen aan
de Haareweg 90 (Doetinchem), alwaar die [slachtoffer 3] 1000,- kon pinnen en
(vervolgens) dat geld(bedrag) aan verdachte(n) heeft overhandigd,
- die [slachtoffer 3] heeft/hebben laten doorrijden naar een pinautomaat gelegen aan De
Bongerd, alwaar die [slachtoffer 3] 250,- heeft gepind en (vervolgens) dat geld(bedrag) aan
verdachte(n) heeft overhandigd,
- ( vervolgens) aan die [slachtoffer 3] heeft/hebben medegedeeld dat die [slachtoffer 3] de hele
nacht moest rijden tot het (gehele) geld(bedrag) er was, waarna die [slachtoffer 3] heeft
voorgesteld zijn vriendin te bellen om het (resterende) geld(bedrag) te brengen,
waarop met de vriendin van die [slachtoffer 3] is afgesproken bij de Geldmaat, gelegen
aan de Raadhuisstraat 6,
- onderweg naar de Raadhuisstraat 6 in de stoel van die [slachtoffer 3] heeft/hebben
geprikt,
- aangekomen bij de Raadhuisstraat 6 aan die [slachtoffer 3] heeft/hebben medegedeeld
–zakelijk weergegeven- niet te moeten fucken, anders zou de auto van die [slachtoffer 3]
worden gesloopt, waarna die [slachtoffer 3] het geld(bedrag) (te weten: 1750,-) van zijn
vriendin heeft ontvangen en (vervolgens) dat geld(bedrag) aan verdachte(n) heeft
overhandigd;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 8 augustus 2022 te Laag-Keppel en/of Doetinchem, althans in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zichzelf en/of zijn mededader(s) en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen,
een persoon, genaamd [slachtoffer 3] ,
door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim,
heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer goederen en/of het ter beschikking
te stellen van gegevens en/of het aangaan van een schuld, te weten (een)
(hoeveelheid) geld(bedrag) (van ongeveer 3000,- euro),
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s),
- ( onder de naam “ [alias 2] ”) met die [slachtoffer 3] (erotisch getint) contact gelegd via
“Grindr” en/of daaruit (voortvloeiend) een afspraak gemaakt om elkaar op een
afgesproken plek/plaats (in Laag-Keppel) te ontmoeten,
- ( vervolgens) (aldaar aangekomen) in de richting van die [slachtoffer 3] op een dreigende
toon uitlatingen gedaan en/of eisen gesteld - onder meer inhoudende – dat die
[slachtoffer 3] met een minderjarige aan het daten was en/of hoe die [slachtoffer 3] dit dacht op
te lossen en/of dat die [slachtoffer 3] geld aan verdachte(n) moest gaan betalen, anders
zou de werkgever van [slachtoffer 3] het (betreffende) “Grindr” gesprek van verdachte(n)
ontvangen en/of dat die [slachtoffer 3] maar beter kon meewerken, want anders kon het
heel anders aflopen;
3.
hij op of omstreeks 15 augustus 2022,
in de gemeente Arnhem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld, een persoon, genaamd [slachtoffer 4]
heeft gedwongen tot de afgifte van een horloge,
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele behorende aan die [slachtoffer 4] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte, en/of zijn mededader(s):
- nadat die [slachtoffer 4] via een dating site (“Tinder”) en/of WhatsApp een afspraak had
gemaakt met (een) (minderjarige) verdachte(n) en/of (vervolgens) naar de
afgesproken plek/plaats (in het Sonsbeekpark) was gelopen –
-die [slachtoffer 4] heeft/hebben benaderd en/of (daarbij) die [slachtoffer 4] (een) mes(sen),
althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en) heeft/hebben getoond,
-(vervolgens) die [slachtoffer 4] heeft/hebben voorgesteld om “even te praten” en/of –
zakelijk weergegeven - dat hij/zij, verdachte(n), lid is/zijn van een vereniging en dat
homo’s en pedo’s moeten worden opgepakt,
-(vervolgens) die [slachtoffer 4] heeft/hebben opgedragen (om) naar zijn woning te lopen
en/of met die [slachtoffer 4] naar diens woning zijn (mee) gelopen en (daarbij)
(voortdurend) die [slachtoffer 4] zijn/hun mes(sen), althans zijn/hun scherp(e) en/of
puntig(e) voorwerp(en) heeft/hebben getoond,
-(vervolgens) (in de woning) die [slachtoffer 4] heeft/hebben meegedeeld – zakelijk
weergegeven - dat hij/zij, verdachte(n), 1000 Euro per persoon van die [slachtoffer 4]
wilde(n) hebben en dat die [slachtoffer 4] dan van hem/hen af zou zijn,
-(vervolgens) de woning van die [slachtoffer 4] heeft/hebben doorzocht en/of (daarbij) -
toen die [slachtoffer 4] hier commentaar op gaf - die [slachtoffer 4] een mes, althans een scherp
en/of puntig voorwerp tegen de keel/hals van die [slachtoffer 4] heeft/hebben gezet,
althans (zeer) dicht bij/tegen de keel/hals van die [slachtoffer 4] heeft/hebben gehouden,
-(vervolgens) die [slachtoffer 4] heeft/hebben opgedragen om – middels zijn bankieren
app - zijn banksaldo te laten zien en/of
-(vervolgens) die [slachtoffer 4] heeft/hebben meegedeeld – zakelijk weergegeven – dat
hij/zij, verdachte(n), het horloge van die [slachtoffer 4] wilde(n) hebben,
(waarna voornoemde [slachtoffer 4] zijn horloge aan verdachte(n) heeft overhandigd);
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 augustus 2022,
in de gemeente Arnhem,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zichzelf en/of zijn mededader(s) en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen,
een persoon, genaamd [slachtoffer 4] ,
door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim,
heeft gedwongen tot de afgifte van een goed en/of het ter beschikking te stellen van
gegevens en/of het aangaan van een schuld,
te weten een horloge,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s),
- ( onder de naam “ [alias 3] ”) met die [slachtoffer 4] (erotisch getint) contact gelegd via
“Tinder” en/of WhatsApp en/of daaruit (voortvloeiend) een afspraak gemaakt om
elkaar op een afgesproken plek/plaats (in Arnhem, te weten in het Sonsbeek) te
ontmoeten,
- ( vervolgens) (aldaar aangekomen) in de richting van die [slachtoffer 4] op een dreigende
toon uitlatingen gedaan en/of eisen gesteld - onder meer inhoudende – dat wat die
[slachtoffer 4] op dat moment aan het doen was, niet mocht en/of dat verdachte(n) de
politie en/of zijn [alias 7] al had(den) ingelicht en/of dat ze screenshots hadden die ze
zo door zouden sturen en/of dat ze mensen kenden die hem zo in elkaar zouden
slaan als ze dat willen en/of dat hij/zij, verdachte(n), lid was/waren van een
vereniging en pedo’s en homo’s opgepakt moeten worden en/of (daarbij) telkens
een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp aan die [slachtoffer 4] heeft/hebben
getoond en/of die [slachtoffer 4] meegedeeld dat verdachte(n) een en ander in de woning
van die [slachtoffer 4] met die [slachtoffer 4] wilde(n) bespreken en/of
-die [slachtoffer 4] meegedeeld dat hij/zij verdachte(n) 1000,- euro per persoon wilde(n)
hebben en dat die [slachtoffer 4] dan van verdachte(n) af zou zijn
- Die [slachtoffer 4] medegedeeld dat ze het horloge wilden hebben;
4.
hij op of omstreeks 16 augustus 2022,
in de gemeente Deventer,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld een persoon, genaamd [slachtoffer 5] , te
dwingen tot de afgifte van (een) (hoeveelheid) geld(bedrag),in elk geval van enig
goed,
geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
- nadat die [slachtoffer 5] via een dating site (“Happn”) en/of Whatsapp een afspraak had
gemaakt met (een) (minderjarige) verdachte(n) en/of (vervolgens) bij die [slachtoffer 5]
(thuis) hadden afgesproken–
-zich naar de woning en/of de voordeur van die [slachtoffer 5] heeft/hebben begeven,
-(vervolgens) die [slachtoffer 5] (direct) een klap (vuistslag) in diens gezicht heeft/hebben
gegeven,
-(vervolgens) (daarbij) die [slachtoffer 5] een mes, althans een scherp en/of puntig
voorwerp heeft/hebben getoond,
-(vervolgens) de woning van die [slachtoffer 5] is/zijn binnen gedrongen,
-(vervolgens) die [slachtoffer 5] om geld heeft/hebben gevraagd,
-(vervolgens) de woning van die [slachtoffer 5] heeft/hebben doorzocht,
-(vervolgens) – tijdens het verlaten van de woning – die [slachtoffer 5] heeft/hebben
meegedeeld – zakelijk weergegeven – dat verdachte(n) nog wel contact met die
[slachtoffer 5] zou(den) opnemen en/of
-(vervolgens) die [slachtoffer 5] via de dating site (“Happn”) een bericht heeft/hebben
gestuurd – zakelijk weergegeven – dat hij over anderhalve week 1500 Euro aan
verdachte(n) moet gaan betalen en dat ze hiervoor (bij die [slachtoffer 5] ) terugkomen
en/of (tevens) de voicemail van die [slachtoffer 5] heeft/hebben ingesproken met
soortgelijke berichten/boodschappen van dreigende aard,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 16 augustus 2022,
in de gemeente Deventer,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door hem en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zichzelf of een ander,
wederrechtelijk te bevoordelen, een persoon, genaamd [slachtoffer 5] , door
bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of openbaring van een geheim, te
dwingen tot de afgifte van een goed en/of het ter beschikking te stellen van
gegevens en/of het aangaan van een schuld,
te weten (een) (hoeveelheid) geld(bedrag),
- ( onder de naam “ [alias 4] ”) met die [slachtoffer 5] een (erotisch getint) contact is
aangegaan via dating site (“Happn”) en/of Whatsapp en/of daaruit (voortvloeiend)
een afspraak gemaakt om elkaar op een afgesproken plek/plaats (te weten thuis bij
die [slachtoffer 5] ) te ontmoeten,
- ( vervolgens) (aldaar aangekomen) in de richting van die [slachtoffer 5] op een dreigende
toon uitlatingen heeft gedaan en/of eisen heeft gesteld - onder meer inhoudende -
dat wat die [slachtoffer 5] aan het doen niet oké is en/of dat als dit in de buurt bekend
wordt, er vast wel iemand is die hem helemaal kapot gaat maken en/of dat die
[slachtoffer 5] dan niet meer naar buiten kon en/of dat die [slachtoffer 5] ook iemand had
kunnen treffen die hem wel helemaal de grond in had geslagen en/of
-die [slachtoffer 5] meegedeeld dat hij naar oplossingen moest gaan zoeken, omdat anders
zijn familie door verdachte(n) zou worden ingelicht en/of in de familie app (op de
telefoon van die [slachtoffer 5] ) te typen of iemand 1500,- euro wilde overmaken en/of de
woning van die [slachtoffer 5] te doorzoeken naar waardevolle spullen en/of die [slachtoffer 5]
om contant geld te vragen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Inleiding
Verdachte (verder [verdachte] ) en zijn medeverdachten [medeverdachte 1] (verder [medeverdachte 1] ),
[medeverdachte 2] (verder [medeverdachte 2] of [medeverdachte 2] ) en [medeverdachte 3] (verder [medeverdachte 3] of [medeverdachte 3] ) worden verdacht van meerdere in verschillende samenstellingen gepleegde feiten die telkens zien op het onder gebruikmaking van geweld en/of bedreiging met geweld afgeven van geldbedragen.
Aan verdachte zijn de hiervoor onder 2. genoemde feiten ten laste gelegd.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de ten laste gelegde feiten, alle in de primaire variant, wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van feit 1 moet worden vrijgesproken. Verdachte wist weliswaar van het voornemen om aangevers geld te laten afstaan, maar hij heeft zich enkel heeft voorgedaan als ‘ [alias 5] ’ en is niet bij de ten laste gelegde feitelijkheden die hebben geleid tot de afgifte van een geldbedrag betrokken geweest.
Ten aanzien van feiten 2 en 3 heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank en ten aanzien van feit 4 heeft de verdediging gesteld dat geen sprake is geweest van een strafbare poging: er is sprake geweest van een vrijwillige terugtred bij verdachte omdat hij het gevraagde geldbedrag niet heeft opgehaald. Verdachte dient dan ook te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
De rechtbank stelt op grond van het dossier en het besprokene ter zitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 16 augustus 2022 heeft aangever [slachtoffer 1] via datingsite Badoo contact met ene [alias] . [slachtoffer 1] maakt voor hem en zijn man, [slachtoffer 2] , voor die avond om 22.00 uur een afspraak in Haaksbergen. Op de afgesproken parkeerplaats treffen de mannen [alias] en gaan bij hem zitten. [verdachte] doet zich voor als “ [alias] ”.
Snel daarna komen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] erbij. Zij zeggen tegen aangevers dat “ [alias] ” hun broertje is, dat hun vader in de buurt is en dat als hij zou komen, hij aangever verrot zou slaan. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] doen dan alsof ze bellen met hun vader. Ook zeggen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] dat ze het ook anders kunnen regelen. Als aangevers € 700,-- per persoon betalen dan zouden zij niets meer van verdachten horen. Als verdachten in de gaten krijgen dat aangevers willen meewerken gaan ze op zoek naar een pinautomaat. Omdat een van de mannen moeilijk ter been is, gaat [medeverdachte 3] voorop om te kijken waar een pinautomaat is. Na een kwartier tevergeefs gelopen te hebben stappen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] bij aangevers in de auto en rijden weg. [verdachte] blijft achter in Haaksbergen.
[slachtoffer 2] bestuurt de auto, naast hem zit [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] zit achter [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zit naast [medeverdachte 3] .
Onderweg in de auto vraagt [medeverdachte 3] of aangevers op hun mobiele telefoon gebruik maken van mobiel bankieren. Als [slachtoffer 2] dat bevestigt moet hij van zijn spaarrekening geld overmaken naar zijn betaalrekening. In Beckum aan de Pastoor Ossestraat pint [slachtoffer 2] 200 euro en geeft dat bedrag af aan [medeverdachte 2] .
[verdachte] heeft verklaard dat hij op het idee kwam om pedofielen te lokken omdat zij dat op YouTube filmpjes van ‘pedohunting’ hadden gezien. [medeverdachte 2] kent hij van de sportschool waar zij elkaar soms zagen en via snapchat. Het idee om pedofielen te lokken heeft hij verteld aan [medeverdachte 2] en die wilde wel met hem mee. [verdachte] heeft verder verklaard dat [medeverdachte 2] hem op 8 augustus 2022 onderweg naar [slachtoffer 3] [1] heeft verteld dat er een vieze man was die met een jonge jongen wilde afspreken en dat [verdachte] de man aan de praat moest houden waarna hij en [medeverdachte 3] zouden komen. Ook spraken zij erover dat ze dan geld van de man konden vragen. [medeverdachte 3] kende hij niet.
Voor de afspraak met aangevers op 16 augustus 2022 wist [verdachte] dat op Badoo gesprekken werden gevoerd en dat zijn profielfoto werd gebruikt. Ook wist hij dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zijn broer zouden spelen en dat er geld van de mannen zou worden gevraagd en dat hij een deel daarvan zou krijgen.
Ten aanzien van het door de verdediging gevoerde verweer dat [verdachte] weliswaar wist van het voornemen om aangevers geld af te laten staan, maar dat hij zich daarbij enkel heeft voorgedaan als ‘ [alias 5] ’ en niet bij de ten laste gelegde feitelijkheden die tot afgifte van het geldbedrag hebben geleid, overweegt de rechtbank het volgende.
Medeplegen
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. Ook indien geen sprake is van een gezamenlijke uitvoering, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
[verdachte] heeft aan [medeverdachte 2] voorgesteld om pedofielen te benaderen. Hij heeft eerder op
8 augustus 2022 samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] aangever [slachtoffer 3] eveneens via een datingsite benaderd, waarbij [slachtoffer 3] uiteindelijk een bedrag van 3000 euro aan hen moest afgeven.
Niet alleen heeft [verdachte] wetenschap gehad van het voornemen om aangevers geld te laten afdragen, ook heeft hij bijgedragen aan de uitvoering. [verdachte] heeft immers zijn profielfoto laten gebruiken op Badoo en hij is naar de afgesproken parkeerplaats in Haaksbergen gegaan om zich voor te doen als [alias] , [alias 5] [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Zijn aanwezigheid daar, als enige minderjarige, is van wezenlijk belang. Ook is hij aanwezig als [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] dreigen met de komst van ‘hun vader’ en [medeverdachte 2] vraagt om betaling van een bedrag van 700 euro per persoon.
Dat [verdachte] achtergelaten wordt in Haaksbergen en niet aanwezig is bij de afgifte van het geldbedrag van 200 euro, doet daar niet aan af. Naar het oordeel van de rechtbank is [verdachte] bijdrage van zodanig gewicht dat deze kan worden aangemerkt als medeplegen.
Conclusie
Gelet op voorgaande overweging en de inhoud van de bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de onder bedreiging met geweld gedwongen afgifte van een geldbedrag door [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
Feiten 2, 3 en 4
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen [2] .
Het ten aanzien van feit 4 door de verdediging ingenomen standpunt dat verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging, bespreekt de rechtbank onder onderdeel 5.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 20 februari 2023 voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] van 9 augustus 2022 (onderzoek Hora, pag. 21 – 27);
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 18 augustus 2022 (onderzoek Swatch, pag. 20 -25);
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] van 16 augustus 2022 (onderzoek Hopklaver).
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair.
hij in de periode van 16 augustus 2022 tot en met 17 augustus 2022, in de gemeente Haaksbergen en te Beckum, gemeente Hengelo (O), tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben gedwongen tot afgifte van een geldbedrag, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s):
- nadat die [slachtoffer 1] via een dating site “Badoo” een afspraak had gemaakt met een minderjarige en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] vervolgens met een personenauto naar de afgesproken plek in Haaksbergen waren gereden
- die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] hebben benaderd en die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] hebben meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat zij zijn/hun vader zou(den) gaan bellen en dat hun vader die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] dood zou slaan,
- vervolgens net deden of ze hun vader aan het bellen waren,
- vervolgens aan die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] hebben voorgesteld om het “anders op te lossen” en “dat ze het probleem konden afbetalen”,
- die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] hebben meegedeeld dat ieder 700 Euro moest gaan betalen aan verdachten,
- die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] hebben opgedragen om mee te gaan naar een pinautomaat,
- daarbij richting die [slachtoffer 1] hebben meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat hij/zij, verdachte(n), hem wel kon(den) dood slaan,
- vervolgens bij die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] in de personenauto zijn gestapt en naar een pinautomaat in Beckum zijn gereden,
- die [slachtoffer 2] opgedragen om via Mobiel Bankieren geld naar zijn lopende rekening over te maken en
- vervolgens die [slachtoffer 2] opgedragen om een geldbedrag te pinnen bij de pinautomaat aan de Pastoor Ossestraat, waarna [slachtoffer 2] een geldbedrag aan verdachte(n) heeft/hebben overhandigd;
2 primair.
hij op 8 augustus 2022 in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld,
[slachtoffer 3] , heeft gedwongen tot de afgifte van 3000 euro, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
- nadat die [slachtoffer 3] via een dating site “Grindr” een afspraak had gemaakt met een minderjarige en vervolgens met een personenauto naar de afgesproken plek in Laag-Keppel was gereden,
- vervolgens heeft/hebben medegedeeld dat die [slachtoffer 3] per persoon 500 (in totaal 1500 euro) moest betalen, anders zouden de “Grindr” gesprekken van die [slachtoffer 3] aan zijn werkgever worden verstrekt,
- vervolgens heeft/hebben meegedeeld dat die [slachtoffer 3] - zakelijk weergegeven - maar beter mee kon werken, want anders kon het heel anders aflopen en dat als die [slachtoffer 3] niet zou
meewerken hij/zij, verdachte(n), hetgeen hij/zij in zijn zak heeft/hebben zou(den) gebruiken,
- vervolgens bij die [slachtoffer 3] in de personenauto is/zijn gestapt en naar de woning van die [slachtoffer 3] in Doetinchem zijn gereden,
- met die [slachtoffer 3] mee de woning in is/zijn gegaan en die [slachtoffer 3] zijn pinpas en laptop heeft laten pakken,
- die [slachtoffer 3] heeft/hebben laten stoppen bij het zwembad te Doetinchem om aldaar die [slachtoffer 3] te laten inloggen op zijn internetbankieren,
- ondertussen heeft/hebben medegedeeld aan die [slachtoffer 3] - zakelijk weergegeven - dat als die [slachtoffer 3] niet zou meewerken, hij zijn kankerkop in elkaar zou slaan en daarbij een onbekend voorwerp tegen de achterkant van de bestuurderstoel heeft/hebben geduwd en daarbij heeft/hebben gezegd “voel je dit”,
- na het zien van de rekening van die [slachtoffer 3] heeft/hebben medegedeeld dat die [slachtoffer 3] 3000 euro moest betalen,
- vervolgens die [slachtoffer 3] hebben laten doorrijden naar de Geldmaat, gelegen aan de Haareweg 90 in Doetinchem, alwaar die [slachtoffer 3] 1000,- kon pinnen en vervolgens dat geldbedrag aan verdachte(n) heeft overhandigd,
- die [slachtoffer 3] heeft/hebben laten doorrijden naar een pinautomaat gelegen aan De Bongerd, alwaar die [slachtoffer 3] 250,- heeft gepind en vervolgens dat geldbedrag aan verdachte(n) heeft overhandigd,
- vervolgens aan die [slachtoffer 3] heeft/hebben medegedeeld dat die [slachtoffer 3] de hele nacht moest rijden tot het gehele geldbedrag er was, waarna die [slachtoffer 3] heeft voorgesteld zijn vriendin te bellen om het resterende geldbedrag te brengen, waarop met de vriendin van die [slachtoffer 3] is afgesproken bij de Geldmaat, gelegen aan de Raadhuisstraat 6,
- onderweg naar de Raadhuisstraat 6 in de stoel van die [slachtoffer 3] heeft/hebben geprikt,
- aangekomen bij de Raadhuisstraat 6 aan die [slachtoffer 3] heeft/hebben medegedeeld - zakelijk weergegeven - niet te moeten fucken, anders zou de auto van die [slachtoffer 3] worden gesloopt, waarna die [slachtoffer 3] het geldbedrag, te weten 1750,-, van zijn vriendin heeft ontvangen en vervolgens dat geldbedrag aan verdachte(n) heeft overhandigd;
3 primair.
hij op 15 augustus 2022, in de gemeente Arnhem, tezamen en in vereniging met een ander,
met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld, [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een horloge,
welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededader:
- nadat die [slachtoffer 4] via een dating site “Tinder” en WhatsApp een afspraak had gemaakt met een minderjarige verdachte en vervolgens naar de afgesproken plek in het Sonsbeekpark was gelopen -
- die [slachtoffer 4] hebben benaderd en daarbij die [slachtoffer 4] scherpe en puntige voorwerpen hebben getoond,
- vervolgens die [slachtoffer 4] heeft/hebben voorgesteld om “even te praten” en - zakelijk weergegeven - dat zij, verdachten, lid zijn van een vereniging en dat homo’s en pedo’s moeten worden opgepakt,
- vervolgens die [slachtoffer 4] heeft/hebben opgedragen naar zijn woning te lopen en met die [slachtoffer 4] naar diens woning zijn meegelopen en daarbij die [slachtoffer 4] een scherp en
puntig voorwerp heeft/hebben getoond,
- vervolgens in de woning die [slachtoffer 4] heeft/hebben meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat zij, verdachten, 1000 euro per persoon van die [slachtoffer 4] wilden hebben en dat die [slachtoffer 4] dan van hen af zou zijn,
- vervolgens de woning van die [slachtoffer 4] heeft/hebben doorzocht en daarbij - toen die [slachtoffer 4] hier commentaar op gaf - die [slachtoffer 4] een scherp en puntig voorwerp (zeer) dicht bij de keel/hals van die [slachtoffer 4] heeft/hebben gehouden,
- vervolgens die [slachtoffer 4] heeft/hebben opgedragen om middels zijn bankieren app zijn banksaldo te laten zien en
- vervolgens die [slachtoffer 4] heeft/hebben meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat zij, verdachten, het horloge van die [slachtoffer 4] wilden hebben, waarna voornoemde [slachtoffer 4] zijn horloge aan verdachten heeft overhandigd;
4 primair.
hij op 16 augustus 2022, in de gemeente Deventer, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door met geweld een persoon, genaamd
[slachtoffer 5] , te dwingen tot afgifte van een geldbedrag,
- nadat die [slachtoffer 5] via een dating site “Happn” een afspraak had gemaakt met verdachte en vervolgens bij die [slachtoffer 5] thuis had afgesproken
- zich naar de woning en de voordeur van die [slachtoffer 5] hebben begeven,
- vervolgens die [slachtoffer 5] direct een klap in diens gezicht heeft/hebben gegeven,
- vervolgens daarbij die [slachtoffer 5] een mes heeft/hebben getoond,
- vervolgens de woning van die [slachtoffer 5] zijn binnen gedrongen,
- vervolgens die [slachtoffer 5] om geld heeft/hebben gevraagd,
- vervolgens de woning van die [slachtoffer 5] heeft/hebben doorzocht,
- vervolgens - tijdens het verlaten van de woning - die [slachtoffer 5] heeft/hebben meegedeeld - zakelijk weergegeven - dat verdachten nog wel contact met die [slachtoffer 5] zouden opnemen en
- vervolgens die [slachtoffer 5] via de dating site “Happn” een bericht heeft gestuurd - zakelijk weergegeven - dat hij over anderhalve week 1500 Euro aan verdachte moet gaan betalen en dat ze hiervoor bij die [slachtoffer 5] terugkomen en de voicemail van die [slachtoffer 5] heeft ingesproken met soortgelijke berichten van dreigende aard, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Ten aanzien van feit 4 heeft de verdediging gesteld dat sprake is geweest van vrijwillige terugtred bij verdachte en verdachte om die reden moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
De rechtbank stelt bij de beoordeling van het beroep op vrijwillige terugtred voorop dat van vrijwillige terugtred in de zin van artikel 46b van het Wetboek van Strafrecht (Sr) sprake is, wanneer aannemelijk is dat het misdrijf niet is voltooid als gevolg van omstandigheden die van verdachte afhankelijk zijn. Of de gedragingen van de verdachte die conclusie rechtvaardigen, hangt - mede gelet op de aard van het misdrijf - af van de concrete omstandigheden van het geval.
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat verdachte met gebruikmaking van geweld aangever [slachtoffer 5] ’ woning is binnengedrongen en dat hij, samen met de medeverdachte aangever [slachtoffer 5] in zijn woning heeft gezegd een bedrag van € 1.500,-- aan hen over te maken. Toen verdachte en de medeverdachte zagen dat aangever niet genoeg geld had, is in de familieapp van aangever een bericht gestuurd dat hij € 1.500,-- nodig had. In de woning van aangever is gezocht naar waardevolle goederen.
De rechtbank is van oordeel dat met de hiervoor opgesomde gedragingen de voor een poging noodzakelijke uitvoeringshandelingen zijn verricht. Dat er geen geld in de woning aanwezig is én de familie van aangever het gevraagde geldbedrag niet overmaakt, zijn geen omstandigheid die van de wil van verdachte afhankelijk zijn. De poging tot afpersing is daarmee reeds voltooid. De rechtbank verwerpt het beroep op vrijwillige terugtred.
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 47, 312 en 317 Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair, 2 primair en 3 primair
telkens het misdrijf:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
feit 4 primair
het misdrijf:
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een werkstraf van 200 uren en een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van drie maanden met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden van toezicht door de jeugdreclassering en een meldplicht bij de jeugdreclassering en een proeftijd van twee jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat kan worden volstaan met het opleggen van een werkstraf. In beginsel acht de verdediging het opleggen van bijzondere voorwaarden niet nodig gezien de hulp en begeleiding die verdachte al krijgt. Indien de rechtbank het opleggen van bijzondere voorwaarden toch noodzakelijk acht, dan stelt de raadsman voor om die te verbinden aan een voorwaardelijk deel van de werkstraf.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De feiten
Verdachte heeft zich in een periode van ruim een week samen met anderen schuldig gemaakt aan drie afpersingen en een poging daartoe.
De verdachte en zijn medeverdachten wilden graag snel geld verdienen en komen op het idee om pedofielen af te persen. Zij maken hiertoe accounts aan op Badoo, Grindr, Tinder en Happn en zoeken naar mannen die (seksueel) contact zoeken met (minderjarige) jongens. Zo ontstaat het contact met de slachtoffers. Een medeverdachte legt het contact en onderhoudt het contact met het slachtoffers. Kort na het leggen van contact wordt een afspraak voor een ontmoeting gemaakt.
Met slachtoffer [slachtoffer 3] wordt afgesproken op een plek in Laag Keppel en doet verdachte zich voor als de minderjarige jongen waarmee is afgesproken. Met slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] wordt afgesproken op een parkeerplaats in Haaksbergen. Kort na de ontmoetingen komen de medeverdachten er aan en al snel wordt duidelijk dat het om geld gaat.
Met slachtoffer [slachtoffer 4] wordt afgesproken in het Sonsbeekpark en de afspraak met slachtoffer [slachtoffer 5] vindt bij hem thuis plaats.
In drie van de vier incidenten zijn verdachten bij het slachtoffer in huis geweest waarbij de woning wordt doorzocht. Ook wordt gekeken op de bankieren app en wordt er gedreigd onder het tonen van messen. Dit alles moet de slachtoffers een groot gevoel van onveiligheid hebben gegeven.
Slachtoffer [slachtoffer 3] draagt uiteindelijk een bedrag van 3000 euro af; slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] een bedrag van 200 euro. Slachtoffer [slachtoffer 4] geeft uiteindelijk zijn horloge af; bij slachtoffer [slachtoffer 5] is het onder de dreiging dat ze nog wel contact met hem zullen opnemen en het sturen van een appje dat er over anderhalve week een bedrag van 1500 euro moet worden betaald, uiteindelijk bij een poging tot afpersing gebleven.
Zowel op basis van het procesdossier alsook op basis van de verklaring van verdachte ter zitting kan worden vastgesteld dat er plannen zijn gemaakt om mannen (pedofielen) te overvallen die een seksafspraak zouden hebben gemaakt met een minderjarige. Deze mannen zullen bewust zijn uitgekozen omdat ervan werd uitgegaan dat zij niet snel de politie zouden inschakelen. Daarmee hebben verdachten heel bewust kwetsbare slachtoffers uitgekozen met als doel hen te beroven en de kans op betrapping zo klein mogelijk te maken.
Voor zover verdachte heeft meegedaan omdat hij een rechtvaardiging zag in het jagen en afstraffen van pedofielen, dient duidelijk te zijn dat hierin geen enkele rechtvaardiging voor zijn handelen ligt, ongeacht welk moreel oordeel verdachte ook heeft over de (seksuele) voorkeuren en het gedrag van zijn slachtoffers.
In een rechtsstaat is het aan de politie onder leiding van het openbaar ministerie om strafbare feiten op te sporen en ligt de beoordeling hiervan in handen van de onafhankelijke rechter. Alleen op die manier kunnen burgers worden beschermd tegen willekeur en wordt voor een ieder het recht op een eerlijk proces en beoordeling van hun zaak door de onafhankelijke rechter gewaarborgd. Eigenrichting ondermijnt onze rechtsstaat en levert een ernstig gevaar op voor de veiligheid in onze maatschappij.
Verdachte en zijn medeverdachten hebben met de gevoelens van en de gevolgen voor de slachtoffers geen enkele rekening gehouden toen zij besloten op deze manier aan geld te komen. Zij hebben kennelijk alleen hun eigen geldelijke gewin voor ogen gehad. Daarnaast hebben de verdachten door zo te handelen ook bijgedragen aan gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij en meer in het bijzonder aan die van de slachtoffers.
Het is een feit van algemene bekendheid dat bij slachtoffers van delicten als het bewezenverklaarde, lange tijd gevoelens van angst en onzekerheid (kunnen) blijven bestaan, waardoor zij in hun deelname aan het maatschappelijk verkeer ernstig kunnen worden belemmerd. De rechtbank rekent verdachte dit aan.
De persoon van verdachte
Bij de persoon van de verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met de inhoud van het uittreksel Justitiële Documentatie van 19 januari 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
De rechtbank houdt ook rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals die op de zitting zijn besproken en zoals die ook volgen uit het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming van 14 februari 2023 en de daarop ter zitting gegeven toelichting, onder meer inhoudende dat na onderzoek door de Graafschap College Orthopedagogie bij verdachte ODD en PTTS zijn gediagnosticeerd en dat voor verdachte van belang is dat zo snel mogelijk met traumatherapie wordt gestart.
De straf
De rechtbank is alles overwegende van oordeel dat aan de verdachte een geheel voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van twee jaren moet worden opgelegd. Als bijzondere voorwaarden zal de verdachte zich moeten laten begeleiden door de jeugdreclassering en hun aanwijzingen opvolgen. Ook moet verdachte zich ambulant laten behandelen bij de Graafschap College Orthopedagogie.
Hoewel behandeling van verdachte al in een vrijwillig kader is ingezet en gestart, acht de rechtbank het van groot belang dat verdachte die behandeling en ondersteuning blijft houden.
Daarnaast acht de rechtbank het creëren van een kader voor preventie voor het plegen van nieuwe strafbare feiten van groot belang. Begeleiding van en toezicht door de jeugdreclassering is daarvoor van belang.
De rechtbank vindt dat verdachte daarnaast een taakstraf in de vorm van een werkstraf voor de duur van 200 uren moet verrichten. Als de verdachte dat niet goed doet moet hij alsnog 100 dagen gaan zitten.

8.De schade van de benadeelde partijen

8.1
De vordering van de benadeelde partijen
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De benadeelde partij wordt bijgestaan door mr. A.H.T. de Haas, advocaat in Harderwijk. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen van een bedrag van € 212,68, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade betreft de volgende posten:
- afgenomen geldbedrag € 200,--;
- reiskosten € 12,68.
Daarnaast vordert de benadeelde partij vergoeding van proceskosten van een bedrag van
€ 151,81.
[slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 3.381,99, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade betreft de volgende posten:
- afgenomen geldbedrag € 3.000,--;
- beveiligingsmaatregelen € 381,99.
[slachtoffer 4] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een bedrag van
€ 1.100,--, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade betreft kosten therapie. Ter vergoeding van immateriële schade vordert de benadeelde partij een bedrag van € 2.000,--.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partijen kan worden toegewezen.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat [slachtoffer 2] vanwege de bepleitte vrijspraak in de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 3] heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank voor het gevorderde bedrag van € 381,99. Het gevorderde bedrag van € 3.000,- moet volgens de verdediging worden afgewezen omdat die schade geen rechtstreeks gevolg is van handelingen van verdachte.
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 4] heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door de bewezen verklaarde feiten rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partijen.
De vordering van [slachtoffer 2] zal de rechtbank toewijzen tot een bedrag van
€ 212,68. De gevorderde schade is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk.
De gevorderde proceskosten van € 151,81 zal de rechtbank afwijzen omdat deze vordering ziet op reiskosten naar de advocaat van benadeelde partij en reiskosten naar een eerdere zitting. Dit zijn kosten die op grond van artikel 238 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) niet voor vergoeding in aanmerking komen.
De vordering van [slachtoffer 3] zal de rechtbank toewijzen tot het gevorderde bedrag van
€ 3.381,99 nu op grond van de bewijsmiddelen is komen vast te staan dan sprake is van medeplegen van het strafbare feit, zodat ook verdachte mede verantwoordelijk is voor de door [slachtoffer 3] geleden schade.
De vordering van [slachtoffer 4] zal de rechtbank in het geheel toewijzen, aangezien de opgevoerde schadeposten niet zijn betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk zijn.
Naar het oordeel van de rechtbank is het evident dat slachtoffers als gevolg van dit soort strafbare feiten (afpersing) immateriële schade lijden. De rechtbank acht het gevorderde bedrag van € 2.000,-- billijk, gelet op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het feit is begaan en aansluitend bij wat in vergelijkbare gevallen in andere zaken is toegewezen, voor zover dit thans vaststaat.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partijen voor het hele bedrag aansprakelijk is.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr juncto 77l, lid 2 Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
De rechtbank bepaalt bij de oplegging van deze maatregel de duur van de gijzeling op nul dagen.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa en 77gg Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair, 2 primair en 3 primair
telkens het misdrijf:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer
verenigde personen;
feit 4 primair
het misdrijf:
poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze jeugddetentie
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd meldt bij Jeugdbescherming Gelderland, Hanzestraat 35 in Doetinchem op de door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- zich ambulant laat behandelen bij de Graafschap College Orthopedagogie te Doetinchem of een soortgelijke instelling, ter beoordeling van de jeugdreclassering, indien en zo lang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht. Verdachte zal zich dan houden aan de regels die door of namens de leiding van die instelling zullen worden gegeven;
- geeft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Gelderland, instantiecode AST095, de opdracht als bedoeld in artikel 77aa, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden. Daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht en artikel 6:3:14 van het Wetboek van Strafvordering, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, te weten een werkstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
200 (tweehonderd) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
100 (honderd) dagen;
schadevergoedingen
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 212,68, zijnde materiële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van € 212,68 (tweehonderdentwaalf euro en achtenzestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 17 augustus 2022, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 212,68 (tweehonderdentwaalf euro en achtenzestig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 17 augustus 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van nul dagen kan worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst af het meer of anders gevorderde;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 3.381,99, bestaande uit materiële schade;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van een bedrag van € 3.381,99 (drieduizend driehonderdeenentachtig euro en negenennegentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 8 augustus 2022, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.381,99 (drieduizend driehonderdeenentachtig euro en negenennegentig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 8 augustus 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van nul dagen kan worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan).
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] toe tot een bedrag van € 3.100,--(bestaande uit € 1.100,-- materiële schade en € 2.000,-- immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van € 2.000,-- (tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 15 augustus 2022, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van € 100,-- (honderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 6 oktober 2022, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van € 100,-- (honderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 29 oktober 2022, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van € 100,-- (honderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 21 november 2022, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van € 100,-- (honderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 10 januari 2023, met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van een bedrag van € 700,-- (zevenhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 9 maart 2023 met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.000,-- (tweeduizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 15 augustus 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van nul dagen kan worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 100,-- (honderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 6 oktober 2022, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van nul dagen kan worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 100,-- (honderd euro) te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 29 oktober 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van nul dagen kan worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 100,-- (honderd euro) te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 21 november 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van nul dagen kan worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 100,-- (honderd euro) te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 10 januari 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van nul dagen kan worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 700,-- (zeven honderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 9 maart 2023, ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van nul dagen kan worden toegepast (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan);
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter tevens kinderrechter,
mr. M.J.G.B. Heutink, rechter tevens kinderrechter, en mr. drs. K.A. Schönbeck, rechter, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 9 maart 2023.
Mr. Heutink is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON2R022048 Algemeen Dossier onderzoek Turais22 van 3 november 2022 met bijlagen onderzoek Hora, onderzoek Swatch en onderzoek Hopklaver. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 18 augustus 2022 (Turais 22, ZD4 pag. 23-24) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb een account op de datingsite 'Badoo'. Op 16 augustus 2022 werd ik geliked door jongen met de accountnaam ' [alias 6] '.
' [alias 6] ' begon een gesprek.
We hebben toen om 22:00 uur afgesproken bij het busstation in Haaksbergen. We hebben telefoonnummers met ' [alias] ' uitgewisseld zodat we via de WhatsApp contact konden houden. We zijn vertrokken naar het busstation in Haaksbergen.
We zagen op de parkeerplaats een persoon zitten met een wit petje op. ' [alias] ' zat op een verhoogde rand.
' [alias] ' had aangegeven dat hij eerst wilde praten. We zijn uitgestapt, hebben ons voorgesteld en zijn naast hem gaan zitten. Er waren nog weinig woorden gewisseld toen er op de parkeerplaats vanuit de linkerhoek twee mannen kwamen lopen. Ze liepen in
eerste instantie door maar kwamen ook gelijk weer terug. De jongens spraken ons, mij
en [slachtoffer 2] (de rechtbank begrijpt hier en verder: [slachtoffer 2] ), aan en vroegen 'wat doen jullie hier?".
Ik hoorde dat de mannen zeiden dat ' [alias] ' hun broertje was en wat wij als oude mannen van ' [alias] ' moesten. Op dat moment werd het al bedreigend. De stem werd dreigend en ze begonnen te wijzen. Ze zeiden dat hun vader in de buurt was
en als hij zou komen hij ons helemaal verrot zou slaan.
De jongens zeiden dat we het ook zo konden regelen. Als we per persoon 700 euro zouden betalen zouden we er niets meer van horen.
Op een gegeven moment zei de ' [alias 7] ' tegen de tweede persoon dat hij de vader maar
moest bellen. Toen ze in de gaten kregen dat we wel mee zouden werken hoorde ik
de ' [alias 7] ' tegen de tweede persoon zeggen: "Bel hem maar af". We zijn gaan lopen
om een pinautomaat te zoeken. Dit wilde de ' [alias 7] ' en we zijn met zijn vijven gaan
lopen.
Omdat ikzelf niet zo snel kan lopen moest de tweede persoon, niet de ' [alias 7] ', elke keer vooruit lopen om te kijken naar een pinautomaat.
We hebben ongeveer een kwartier gelopen voordat we weer terug waren bij de auto. Ondertussen hadden de jongens een pinautomaat gevonden in Beckum.
We zijn toen met de jongens in de auto gestapt.
[slachtoffer 2] zat achter het stuur. Naast hem zat de ' [alias 7] ', de tweede jongen zat achter [slachtoffer 2] en ik zat naast deze jongen.
[slachtoffer 2] heeft 200 euro gepind. Ik heb niet gezien aan wie Benoit het geld heeft gegeven.
2.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 18 augustus 2022 (Turais 22, ZD4 pag. 31-33) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
We merkten dat de sfeer agressief werd. Het werd onvriendelijk en dreigend. Als wij een weerwoord hadden of de telefoon pakten, reageerden ze hierop door te zeggen dat we onze telefoon niet mochten pakken en te zeggen; 'het kan heel vervelend worden, maar als je gewoon doet, gebeurt er niks'. Het viel mij op dat jongen 1 veel aan het woord was, maar dat jongen 2 degene was die knopen doorhakte.
Jongen 1 of jongen 2 zei; 'ik kan ook mijn vader halen, die slaat je dood'. De jongens deden toen alsof ze belden met hun vader.
Jongen 1 zei vervolgens dat ze het wilden gaan oplossen.
Het werd toen duidelijk dat ze geld wilden hebben, zowel mijn man als ik moesten 700 euro betalen.
Er werd besloten dat we naar een pinautomaat moesten. Ik hoorde jongen 1 vervolgens tegen mijn man zeggen 'ik kan je wel doodslaan'.
In de auto, onderweg van Haaksbergen naar Beckum, werd door jongen 2 gevraagd of wij op onze mobiele telefoon gebruik maakten van mobiel bankieren. Hierop moest ik geld van mijn spaarrekening naar mijn lopende rekening overmaken.
Ik heb vervolgens aan de Pastoor Ossestraat te Beckum 200 euro gepind.
Ik heb dit geld aan jongen 1 gegeven.
3.
Het proces-verbaal van de terechtzitting met gesloten deuren van 20 februari 2023, onder meer inhoudende als verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik had het idee om pedofielen te lokken. Ik heb dat gezien op een YouTubefilmpje. Ik ken [medeverdachte 2] van de sportschool en via snapchat. Ik heb verteld over het pedojagen en [medeverdachte 2] wilde wel meedoen.
Op 16 augustus 2022 heeft [medeverdachte 2] op Badoo gesprekken gevoerd met [slachtoffer 1] . Ik wist dat er twee mannen bij de bushalte zouden staan. Ik zat op het stoepje en de mannen kwamen er aan. Ik wist dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] mijn broers zouden spelen.
Ik wist dat zij de mannen om geld zouden vragen, maar ik wist niet hoeveel. Er is mij ook een geldbedrag beloofd.

Voetnoten

1.Feit 2
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, met nummer ON2R022048, Algemeen Dossier onderzoek Turais22 van 3 november 2022 met bijlagen onderzoek Hora, onderzoek Swatch en onderzoek Hopklaver. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.