Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
4.Het geschil
primairvoor recht zal verklaren dat G&G onrechtmatig handelt jegens LBC doordat zij met de boxsprings die in deze procedure zijn aangeduid met de benamingen Dawn, Cullinan, Phantom, Phantom Royale, Vantage, Shadow, Vanquish, Spectre, Ghost en Continental (de Norma collectie) inbreuk maakt op de auteursrechten van LBC;
primairG&G zal veroordelen zich met onmiddellijke ingang na betekening van het vonnis, in de Europese Unie, dan wel een door de rechtbank te bepalen gebied, te onthouden van iedere inbreuk op de auteursrechten van LBC op de boxsprings die in deze procedure zijn aangeduid met de benamingen York, A&G, Magnum, Magnum Grande, Casaletto, Magnifique, Lounge, Chess, Cyonia en Classico ('Serta collectie');
5.De beoordeling in het incident
6.De beoordeling in conventie en in reconventie
In de onderhavige zaak wordt de Norma-collectie gepresenteerd op consequente wijze waarbij het merk Norma duidelijk zichtbaar is. G&G vermeldt in haar presentatie (point-of-sale) consequent het merk Norma in een rood vierkant met de witte letters NORMA. Dit logo staat overigens ook op de kussens en de loper die op het voeteneind van een bed ligt. Gelet op de duidelijke herkenbaarheid van een Norma-point-of-sale is niet goed voorstelbaar dat een klant een Norma-bed koopt, terwijl zij in de veronderstelling verkeert dat zij een Serta-bed aanschaft. Daar komt bij dat Norma op de toppers een N heeft geborduurd. Er is, vanwege verschillende aspecten, geen sprake van een-op-een kopieën. Dat de bedden van beide merken van hoge kwaliteit zijn is niet voldoende om verwarringsgevaar te kunnen aannemen. LBC heeft immers geen monopolie op boxspringbedden in het luxe segment. Van verwarringsgevaar is dan ook onvoldoende gebleken.
voor de onrechtmatigheid van het uitbrengen van een waarschuwingsexploot niet voldoende dat de in het exploot vervatte pretentie achteraf onjuist blijkt te zijn, doch dat daarvoor tevens is vereist dat aan de octrooihouder van deze gedraging een verwijt kan worden gemaakt. (…). Dit brengt mee dat de octrooihouder die zich beroept op een vooronderzocht octrooi dat later wordt herroepen of vernietigd, onrechtmatig handelt indien hij weet, dan wel dient te beseffen, dat een serieuze, niet te verwaarlozen kans bestaat dat het octrooi geen stand zal houden in een oppositie- of een nietigheidsprocedure. De enkele omstandigheid dat een oppositie- of nietigheidsprocedure aanhangig is, vormt derhalve onvoldoende reden om onrechtmatigheid aan te nemen.” (zie r.o. 5.6 en 5.8 van HR 29 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU6098, Bakel/Stork). Deze maatstaf wordt ook toegepast in het geval dat er wordt geschermd met andere IE-rechten, zoals het auteursrecht. Daarbij geldt dat de lat hoog ligt, in die zin dat het evident moet zijn dat het ingeroepen recht ongeldig is.
G&G heeft vervolgens toegelicht dat afnemers in eerste instantie zeer geïnteresseerd waren in de Norma-collectie en dat zij nu afwachtend en terughoudend zijn geworden. Volgens G&G zijn er diverse bezichtigingen voor de nieuwe collectie afgezegd en is zij vooralsnog met de reeds geleverde modellen en accessoires blijven zitten, welke momenteel in opslag moeten worden bewaard, terwijl deze collecties in diverse showrooms moeten staan om aan het publiek te worden aangeboden. G&G stelt dat hierdoor de kosten oplopen, terwijl daar geen omzet tegenover staat.
€ 271,00