Uitspraak
1.[partij B1],
[partij B2],
[partij B3],
1.De procedure
2.Waar gaat deze zaak over?
3.De feiten
“Ik kan de desbetreffende huuropzegging dan ook als niet verzonden beschouwen”.Daar heeft [partij B] niet meer op gereageerd.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 12 juli 2023 uitspraak gedaan in een huurrechtelijk geschil tussen [partij A] en [partij B]. [partij A] huurt een ruimte van [partij B] voor haar schoonheidssalon, maar [partij B] heeft de huurovereenkomst opgezegd omdat hij de ruimte zelf wil gebruiken voor zijn vastgoedbedrijf. De kern van het geschil betreft de vraag of de gehuurde ruimte moet worden gekwalificeerd als een 290-bedrijfsruimte of als een 230a-bedrijfsruimte. De kantonrechter oordeelt dat de ruimte geen 290-bedrijfsruimte is, maar een 230a-bedrijfsruimte, wat betekent dat de opzegging van [partij B] rechtsgeldig is. Echter, [partij A] verzoekt om verlenging van de ontruimingstermijn, wat de kantonrechter uiteindelijk toekent. De kantonrechter verlengt de ontruimingstermijn met één jaar, tot 18 februari 2024, en compenseert de proceskosten tussen partijen. De beslissing is gebaseerd op een belangenafweging, waarbij de kantonrechter oordeelt dat de belangen van [partij A] zwaarder wegen dan die van [partij B].