ECLI:NL:RBOVE:2023:2523

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 juli 2023
Publicatiedatum
4 juli 2023
Zaaknummer
08.034551.22 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrijgen en verspreiden van niet-openbare toetsgegevens van Hogeschool Saxion

Op 4 juli 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die schuldig werd bevonden aan het verwerven en voorhanden hebben van niet-openbare gegevens, specifiek toetsvragen van Hogeschool Saxion. De verdachte, geboren in 1995, werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand en een taakstraf van 140 uren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte in de periode van 27 augustus 2020 tot en met 14 februari 2022, in Nederland, niet-openbare gegevens heeft verworven en ter beschikking heeft gesteld aan medestudenten, terwijl hij wist dat deze gegevens door misdrijf waren verkregen. De zaak kwam aan het licht na meldingen van oud-studenten van Saxion, die signalen hadden opgevangen over de verkoop van toetsen door een medewerker van het toetsbureau. Na intern onderzoek door Saxion en het in beslag nemen van e-mails en WhatsApp-berichten, werd duidelijk dat de verdachte in samenwerking met een medewerker van Saxion toetsen had verworven en doorverkocht aan andere studenten. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar op basis van artikel 139g van het Wetboek van Strafrecht, dat het openbaar maken van niet-openbare gegevens verbiedt. De rechtbank weigerde het verweer van de verdediging dat de verdachte moest worden ontslagen van rechtsvervolging wegens het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid. De rechtbank legde ook een schadevergoeding op aan de benadeelde partij, Stichting Saxion, ter hoogte van € 33.397,81, als gevolg van de schade die door de verdachte was veroorzaakt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.034551.22 (P)
Datum vonnis: 4 juli 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1995 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats]
.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 13 juni 2023 en 20 juni 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. ten Velde en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. N.A.L.N. Weusthof, advocaat in Enschede, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 13 juni 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 27 augustus 2020 tot en met
14 februari 2022 toetsten van Hogeschool Saxion heeft verworven en/of heeft doorverkocht, steeds wetende dan wel vermoedende dat deze toetsen door misdrijf waren verkregen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 27 augustus 2020 tot en met 14
februari 2022 te Enschede, althans in Nederland
niet-openbare gegevens, te weten een groot aantal opgaven uit toetsen en/of
volledige toetsen, toebehorend aan en/of in gebruik bij Hogeschool Saxion en/of Stichting Saxion,
- heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad
terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van
deze gegevens wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf
waren verkregen
en/of
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 27 augustus 2020 tot en met 14
februari 2022 te Enschede, althans in Nederland
niet-openbare gegevens, te weten een groot aantal opgaven uit toetsen en/of
volledige toetsen, toebehorend aan en/of in gebruik bij Hogeschool Saxion en/of Stichting Saxion,
- ter beschikking van een ander, zijnde leerlingen van het Saxion, heeft gesteld
en/of
- aan een ander, zijnde leerlingen van het Saxion bekend heeft gemaakt en/of
- uit winstbejag voorhanden heeft gehad en/of
- heeft gebruikt door de toets aan studenten te verstrekken voordat de betreffende
toets zou worden afgenomen
terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het door misdrijf
verkregen gegevens betrof.
De tenlastelegging is cumulatief/alternatief opgesteld. De rechtbank zal voor de leesbaarheid de verdenkingen verdelen in een deel dat in de eerste plaats ten laste is gelegd en een deel dat in de tweede plaats ten laste is gelegd.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft tegen de bewezenverklaring geen verweer gevoerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van het dossier de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 4 februari 2022 heeft [aangever] namens Stichting Saxion aangifte gedaan van het zonder toestemming van Saxion beschikbaar stellen en verspreiden van toetsen.
Op 1 december 2021 heeft een oud-student van Saxion bij Saxion een melding gedaan dat er signalen zijn dat een medewerker van het toetsbureau van Saxion toetsen heeft verkocht. De melder wilde anoniem blijven, maar de identiteit van de melder is bekend bij Saxion. De melder heeft gezegd signalen te hebben opgevangen dat er een student is die contacten heeft bij het toetsbureau van Saxion waar hij op bestelling toetsen kan kopen voor € 200,-- per toets. De student verkoopt de toetsen vervolgens door aan andere studenten. Ook heeft de melder gezegd dat er in ieder geval drie personen bij betrokken zijn. Naast de medewerker van het toetsbureau is dat in ieder geval één tussenhandelaar die ook student bij Saxion is.
Saxion heeft naar aanleiding van de melding intern onderzoek laten verrichten door het recherchebureau Integis. Op 24 december 2021 zijn daarop de mailboxen van de medewerkers werkzaam bij het toetsbureau veiliggesteld.
Op 24 januari 2022 heeft nog een oud-student van Saxion een melding gedaan. Deze tweede melder heeft gehoord dat er toetsen worden verkocht door een medewerker van het toetsbureau. De toetsen worden digitaal beschikbaar gesteld door de inlogcodes van een hotmailadres te geven en de toets is vervolgens vanaf dat hotmailaccount te downloaden. Dit alles speelt al sinds kwartiel 3/4 van het studiejaar 2020-2021.
Saxion heeft beide melders nagetrokken en geconcludeerd dat beiden als zeer betrouwbaar moeten worden aangemerkt.
Na het doorzoeken van de mailboxen heeft Integis ontdekt dat e-mails vanuit de privé e-mail en WhatsApp van medewerker [medeverdachte 1] naar zijn Saxionaccount worden gestuurd. De inhoud van deze e-mails en apps bestaan uit vragen van derden naar de beschikbaarheid van toetsen en of zij die kunnen krijgen.
Medeverdachte [medeverdachte 1] is medewerker van het toetsbureau en vanuit zijn functie heeft hij toegang tot alle toetsen die in het toetsenopslagsysteem (TOS) zijn opgeslagen. [medeverdachte 1] heeft geen toestemming om die informatie te delen met anderen. De informatie is alleen voor hem beschikbaar voor zover hij deze nodig heeft voor het uitoefenen van zijn functie. Een medewerker van het toetsbureau doet inhoudelijk niets met de toets, maar zorgt er voor dat de toets - die door docent is geüpload en opgeslagen in het TOS - wordt geprint.
Uit screenshots van WhatsAppchats die [medeverdachte 1] vanaf zijn privé e-mail naar zijn Saxionmail heeft gestuurd, komt naar voren dat hij chat met [verdachte] en met [medeverdachte 2] . [verdachte] en [medeverdachte 2] zijn beiden student bij Saxion. In WhatsAppchats vragen [verdachte] en [medeverdachte 2] bij [medeverdachte 1] naar de beschikbaarheid van tentamens die nog niet zijn afgenomen.
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij werkzaam is bij het toetsbureau van Saxion en dat hij sinds anderhalf jaar op verzoek van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] toetsopgaven heeft overgenomen en aan hen heeft doorgegeven. Beiden wisten dat [medeverdachte 1] werkzaam was bij Saxion. [medeverdachte 1] kreeg vaker verzoeken van verdachte dan van [medeverdachte 2] . Hij kreeg dan een app met toetscodes waarna hij keek of de toets beschikbaar was en hij mailde dan de toets aan verdachte door. De toetsen werden via mail verstrekt. Op een gegeven moment kreeg [medeverdachte 1] ook een vergoeding voor het geven van de toetsen aan verdachte. Voor overdracht van het geld spraken verdachten eerst nog af, maar later ging het via een kluisje in Saxion. Een kluisje dat je kunt gebruiken en vastzetten door een code die je zelf kunt instellen. Het geld werd in zo’n kluisje gelegd en [medeverdachte 1] kreeg de code door om het geld te innen. Gezien de hoeveelheid toetsen die verdachte van hem vroeg, wist [medeverdachte 1] dat zij mogelijk meer personen hadden voor de toetsen die hij hem gaf.
Verdachte heeft verklaard dat hij gebruikt maakt van het nummer [telefoonnummer 1] . In augustus 2020 heeft verdachte de telefoon in gebruik genomen. Uit onderzoek aan de telefoon van verdachte is naar voren gekomen dat verdachte ook gebruik maakt van verschillende e-mailaccounts. Verder is naar voren gekomen dat verdachte via WhatsAppgesprekken veelvuldig toetsen, die nog moeten plaatsvinden, koopt bij [medeverdachte 1] en deze via WhatsApp voor de toetsdatum tegen betaling doorverkoopt aan derden, waarbij verdachte over de prijs voor de toetsen niet alleen onderhandelt maar ook bijhoudt welke afnemer welke toets heeft betaald of nog moet betalen.
De rechtbank is op grond van het vorenstaande van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode opgaven uit toetsen en/of volledige toetsen van Hogeschool Saxion heeft verworven en voorhanden heeft gehad terwijl hij wist dat deze toetsen door misdrijf waren verkregen. Eveneens acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode die opgaven uit toetsen en/of opgave van volledige toetsen van Hogeschool Saxion ter beschikking heeft gesteld aan leerlingen van Saxion, aan leerlingen van Saxion heeft bekend gemaakt, uit winstbejag voorhanden heeft gehad en heeft verstrekt voordat de betreffende toets zou worden afgenomen.
Hoewel verdachte heeft ontkent dat hij medeverdachte [medeverdachte 1] kent, is de rechtbank van oordeel dat uit zowel de verklaring van [medeverdachte 1] – die volledige openheid van zaken heeft gegeven over zijn aandeel in het verstrekken van toetsen en toetsopgaven, en zich daarmee heeft belast – als uit de bevindingen in de telefoon van verdachte het tegendeel blijkt.
De rechtbank acht daarmee bewezen dat verdachte hetgeen dat in de eerste plaats en in de tweede plaats is ten laste gelegd heeft begaan.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de eerste en in de tweede plaats ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 27 augustus 2020 tot en met 14 februari 2022 in Nederland
niet-openbare gegevens, te weten opgaven uit toetsen en/of volledige toetsen, toebehorend aan en/of in gebruik bij Hogeschool Saxion en/of Stichting Saxion, heeft verworven en voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving en het voorhanden krijgen van deze gegevens wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf waren verkregen
en
hij in de periode van 27 augustus 2020 tot en met 14 februari 2022 in Nederland
niet-openbare gegevens, te weten opgaven uit toetsen en/of volledige toetsen, toebehorend aan en/of in gebruik bij Hogeschool Saxion en/of Stichting Saxion,
ter beschikking aan leerlingen van het Saxion heeft gesteld en aan leerlingen van het Saxion bekend heeft gemaakt en uit winstbejag voorhanden heeft gehad en heeft gebruikt door de toets aan studenten te verstrekken voordat de betreffende toets zou worden afgenomen, terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het door misdrijf verkregen gegevens betrof.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte in de eerste plaats en in de tweede plaats meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging wegens het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid.
De rechtbank is van oordeel dat dit verweer moet worden verworpen. Zij stelt voorop dat een beroep op deze buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond pas aan de orde is, indien het
belang dat de geschonden strafbepaling beoogt te beschermen, in het concrete
geval niet door overtreding van de strafbepaling is geschonden of zelfs beter is
gediend bij het overtreden van de bepaling dan bij naleving het geval zou zijn
geweest. Artikel 139g van het Wetboek van Strafrecht (Sr) beoogt te voorkomen dat niet-openbare gegevens, zomaar openbaar worden gemaakt met alle gevolgen van dien. Verdachte heeft door het verwerven en delen van toetsen het achterliggende belang van de bepaling niet gediend, maar geschonden. De rechtbank zal het verweer dan ook verwerpen.
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 139g Sr. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert op de eendaadse samenloop van in de eerste plaats het misdrijf:
het verwerven of voorhanden hebben van niet-openbare gegevens, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze gegevens wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf zijn verkregen,
en in de tweede plaats het misdrijf:
het ter beschikking stellen van niet-openbare gegevens aan een ander, het bekend maken van niet openbare gegevens aan een ander, het uit winstbejag voorhanden hebben en het gebruiken van niet openbare gegevens, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het door misdrijf verkregen gegevens betreft.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een taakstraf van 140 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één maand met een proeftijd van drie jaren.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met het feit dat verdachte een first offender is en om hem geen gevangenisstraf, maar een taakstraf op te leggen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verkrijgen en voorhanden hebben van niet-openbare gegevens, te weten toetsvragen en toetsen van die waren opgeslagen in TOS, én aan het beschikbaar stellen van die toetsvragen. Verdachte wist daarbij dat de toetsen niet rechtmatig waren verkregen. Gedurende een periode van anderhalf jaar heeft verdachte toetsen opgevraagd bij medeverdachte [medeverdachte 1] , die als medewerker van Saxion werkzaam was bij het toetsbureau en daardoor uit hoofde van zijn functie toegang tot had tot de toetsen. Gegevens die alleen voor hem beschikbaar waren voor zover hij die nodig had voor het uitoefenen van zijn functie.
Verdachte heeft daarin als doorgeefluik gefungeerd en heeft de toetsen niet alleen voor zichzelf gebruikt, ook vroeg hij op bestelling toetsvragen en toetsen op en verkocht die door.
Verdachte hield een administratie bij van de door hem geleverde toetsen en ontvangen betalingen.
Over de tarieven voor de toetsen werd onderhandeld en het afnemen van meerdere toetsen leverde de afnemer zelfs voordeel op. De opgevraagde toetsen ontving hij via e-mail en gaf hij door; het door hem verschuldigde bedrag aan medeverdachte [medeverdachte 1] - een fractie van het bedrag dat verdachte aan zijn afnemers vroeg - legde hij in een kluisje van de hogeschool waarvan hij de code doorgaf zodat [medeverdachte 1] het geld er uit kon halen. Deze handelswijze werd daarmee zeer lucratief voor verdachte.
Door een melding van twee oud-studenten is het handelen van verdachte na onderzoek ontdekt. Door zijn handelen heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan fraude en de rechtbank rekent verdachte dit aan.
Verdachte heeft met zijn handelen schade toegebracht aan Saxion Hogeschool en aan zijn medestudenten. Immers als Saxion de betrouwbaarheid van de toetsen niet meer kan garanderen, ontstaat de situatie dat Saxion toetsen ongeldig moet verklaren. Dit zou vele studenten hebben getroffen en de door Saxion als gevolg van de ontdekte fraude genomen maatregelen hadden studievertraging tot gevolg kunnen hebben voor de studenten. Ook voor oud-studenten had het handelen van verdachte grote gevolgen kunnen hebben, omdat destijds niet kon worden uitgesloten dat getuigschriften moesten worden ingetrokken met alle gevolgen van dien. Daarnaast heeft verdachte met zijn handelen de reputatie van Saxion op het spel gezet.
Bij de op te leggen straf houdt de rechtbank rekening met het strafblad van verdachte van
2 juni 2023 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Verdachte zou nog graag zijn diploma willen halen, maar het is de vraag in hoeverre hij kan terugkeren naar de studiebanken. Dit is een persoonlijk gevolg van verdachtes handelen en zal, indien dat niet mogelijk blijkt, een blijvende straf zijn. Verdachte heeft dit enkel en alleen aan zichzelf te wijten.
De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd, zij het in voorwaardelijke vorm. Hiermee wordt de ernst van het feit benadrukt en wordt verdachte er hopelijk van weerhouden in de toekomst strafbare feiten te plegen. Verder is de rechtbank van oordeel dat verdachte een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te noemen aantal uren moet worden opgelegd.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft de verbeurverklaring gevorderd van de in beslag genomen goederen.
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen over de inbeslaggenomen goederen.
De rechtbank is van oordeel dat de op de beslaglijst vermelde goederen iPhone en iPad moeten worden verbeurdverklaard, omdat het een voorwerpen betreffen met betrekking tot welke het feit is begaan.

8.De schade van de benadeelde

8.1
De vordering van de benadeelde partij
Het verloop
Stichting Saxion heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De benadeelde partij vordert bij de herstelvordering van 11 mei 2023 verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 62.148,79, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- kosten Integis € 27.831,81;
- kosten [bedrijf] € 28.750,98;
- kosten communicatie Bex € 5.566,00.
Op de terechtzitting van 13 juni 2023 is de strafzaak onderbroken om de raadsvrouw en de gemachtigde van Saxion gelegenheid voor nader overleg over de vordering te geven.
Bij e-mail van 20 juni 2023 heeft de raadsvrouw bericht dat er geen schikking tussen partijen tot stand is gekomen.
Bij e-mail van diezelfde datum heeft mr. [aangever] bericht dat Saxion de vordering ten aanzien van de medeverdachten wenst in te trekken, zodat alleen een vordering van € 62.148,79 ten aanzien van verdachte resteert.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering in zijn geheel kan worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich om een viertal redenen op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard, dan wel moet worden afgewezen.
1.
machtiging
De vordering tot schadevergoeding is ondertekend door [aangever] , bedrijfsjurist bij Saxion. De machtiging aan mr. [aangever] om Saxion te vertegenwoordigen ziet volgens de verdediging niet op de zaak tegen verdachte, omdat het parketnummer van de zaak tegen verdachte niet staat vermeld op de machtiging en verdere stukken waaruit die bevoegdheid zou blijken, ontbreken.
2.
omvang vordering
Gezien de omvangrijkheid van de vordering moet de gestelde schade in een schadestaatprocedure worden vastgesteld en de vordering is daarmee onevenredig bezwarend voor de strafprocedure.
3.
causaal verband
De gestelde schade staat in een te ver verwijderd verband van enig handelen van verdachte.
De kosten voor het opsporen van het lek moeten voor rekening komen van de medewerker van Saxion die de gegevens heeft gelekt. Dat geldt evenzo voor de kosten voor juridisch advies en crisiscommunicatie, nu deze kosten niets te maken hebben met de strafprocedure.
4.
onderbouwing vordering
De vordering is in zijn geheel onvoldoende onderbouwd.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van de machtiging
De rechtbank is van oordeel dat, hoewel de aan de gemachtigde [aangever] , verstrekte machtiging niet het parketnummer van de strafzaak tegen verdachte vermeld, maar enkel een parketnummer van de zaak tegen een medeverdachte, dit niet zonder meer inhoudt dat de machtiging niet ziet op het indienen van een vordering in de zaak tegen verdachte. De ingediende vordering zelf bevat immers alle parketnummers van alle verdachten, incluis de zaak tegen verdachte. Daar komt dat [aangever] namens Saxion de aangifte in deze zaak heeft gedaan. Tot slot geldt dat de machtiging niet dient ter bescherming van de verdachte, maar ter bescherming van de rechtspersoon. [1] De rechtbank is, gelet op dit alles, van oordeel dat voldoende kenbaar is dat de machtiging ook betrekking heeft op de strafzaak tegen verdachte. De rechtbank acht de benadeelde partij om die reden ontvankelijk in de vordering.
Het causale verband
De rechtbank stelt voorop dat door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte en zijn medeverdachten door de bewezen verklaarde feiten schade hebben toegebracht aan de benadeelde partij, Saxion. Ook heeft Saxion allerlei kosten moeten maken ter vaststelling van de omvang van de schade én ter beperking van de schade.
De raadsman voert aan dat de schade te ver afstaat van het handelen van verdachte, waardoor verdachte niet aansprakelijk is voor de schade. De rechtbank deelt deze conclusie niet. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat er een samenwerkingsverband was tussen verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] . Verdachte kocht toetsen van [medeverdachte 1] in en verkocht deze door aan studenten. Verdachte heeft actief bijgedragen aan de verdere verspreiding van toetsen aan studenten en was dus een essentiële link in de schakel. Er is dus een causaal verband tussen het handelen van verdachte en de ontstane en geleden schade.
De omvang de vordering
Indien de vordering van de benadeelde partij een onevenredige belasting van het strafproces oplevert, kan de strafrechter de vordering geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaren. Dat het een vordering van aanzienlijke omvang betreft – zoals hier betoogd – is daarin niet zonder meer bepalend, zodat dat in het onderhavige geval geen grond voor niet-ontvankelijkheid oplevert.
De hoogte van de schade
Resteert de vraag wat de omvang van de geleden schade is. De rechtbank stelt voorop dat de gestelde posten zien op kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid én ter voorkoming en beperking van de schade in de zin van artikel 6:96 lid 1, onder a en b, van het Burgerlijk Wetboek. De maatstaf die daarvoor geldt is of de kosten in redelijkheid zijn gemaakt en of de kosten redelijk zijn.
Saxion stelt dat zij na het misdrijf juridische bijstand heeft moeten inschakelen van [bedrijf] . Saxion heeft echter nagelaten verdere specificaties of urenstaten te overleggen, waardoor de rechtbank niet kan nagaan welke werkzaamheden [bedrijf] heeft verricht. De overgelegde opdrachtbevestiging is daarvoor te summier. De rechtbank kan dan ook niet vaststellen of deze kosten in redelijkheid zijn gemaakt. Het alsnog in de gelegenheid stellen om de vordering te onderbouwen met specificaties en urenstaten is weliswaar eenvoudig, maar levert verdere vertraging en daarmee een onevenredige belasting van het strafproces op. Gelet daarop zal de rechtbank Saxion ten aanzien van dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren, waarbij geldt dat Saxion deze vordering nog kan indienen bij de burgerlijk rechter.
Verder stelt Saxion zich op het standpunt dat zij ook een onderzoeksbureau, Integis, en een communicatiebureau, Bex, heeft moeten inschakelen als gevolg van het handelen van verdachte. De kosten daarvan bedragen € 27.831,81 respectievelijk € 5.566,--. De raadsvrouw voert aan dat deze kosten onvoldoende onderbouwd zijn en dus moeten worden afgewezen. De rechtbank gaat daar niet in mee. Uit de overgelegde facturen en de aangifte die is geschreven aan de hand van onderzoek van Integis blijkt waar de werkzaamheden van Integis op zien. Saxion had deze kosten redelijkerwijs mogen maken. Verder is het begrijpelijk dat Saxion na het voorval een communicatiebureau inschakelt. Ook deze kosten zijn dus in redelijkheid gemaakt. De rechtbank acht verder ook de omvang van de kosten redelijk. De rechtbank zal een bedrag van (€ 27.831,81 + € 5.566,-- =) € 33.397,81 toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 februari 2022. Voor het overige verklaart de rechtbank Saxion niet-ontvankelijk.
De rechtbank merkt op dat de schikkingen die zijn getroffen tussen Saxion en drie medeverdachten geen invloed hebben op het bedrag dat wordt toegewezen. Saxion had immers aanvankelijk een vordering ingediend van € 112.266,--, maar deze in de onderhavige strafprocedure beperkt tot € 62.148,79. Nu met de drie medeverdachten schikking zijn getroffen tegen finale kwijting is er geen aanleiding het bedrag dat door de medeverdachten is betaald in mindering te brengen op de vordering.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 120 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op het hiervoor genoemde wetsartikel. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a en 55 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het in de eerste plaats en het in de tweede plaats ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte in de eerste plaats en het in de tweede plaats meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
in de eerste plaats:
het verwerven of voorhanden hebben van niet-openbare gegevens, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze gegevens wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf zijn verkregen,
in eendaadse samenloop met
in de tweede plaats:
het ter beschikking stellen van niet-openbare gegevens aan een ander, het bekend maken van niet openbare gegevens aan een ander, het uit winstbejag voorhanden hebben en het gebruiken van niet openbare gegevens, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het door misdrijf verkregen gegevens betreft;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
140 (honderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
70 (zeventig) dagen;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij Stichting Saxion toe tot een bedrag van
€ 33.397,81 (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Stichting Saxion van een bedrag van € 33.397,81 (zeventienduizend honderdachtenveertig euro en negenzeventig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 4 februari 2022;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 33.397,81, (zeventienduizend honderdachtenveertig euro en negenzeventig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 4 februari 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 120 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij Stichting Saxion voor het resterende deel van € 28.750,98,-- niet-ontvankelijk is in de vordering en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
de in beslag genomen voorwerpen
- verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
Apple iPhone Xs;
Apple iPad Air A1567.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M.A.H. Heijink en
mr. M.O. Frentrop, rechters, in tegenwoordigheid van mr. W.J. van der Leest, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 4 juli 2023.
Mr. Frentrop is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer ON2R022006/onderzoek Furud 22 van 29 juli 2022 en het aanvullende proces-verbaal van 25 april 2022. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever] van 4 februari 2022 (pag. 31-34) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik wil namens Stichting Saxion (verder: Saxion) aangifte doen.
Op 1 december 2021 is er een melding gedaan door een oud-student (verder: melder 1) van
Saxion dat er een signaal zou zijn dat toetsen zijn verkocht door een medewerker van het toetsbureau van Saxion. Melder 1 wil anoniem blijven. De identiteit van melder 1 is bekend bij Saxion.
Melder 1 geeft aan signalen te hebben opgevangen dat een student contacten heeft bij het toetsbureau van Saxion waar de betreffende student toetsen op bestelling kan kopen voor € 200,-- per toets.
Die student verkoopt de toetsen door aan andere studenten. Melder 1 geeft aan dat er in ieder geval drie personen bij betrokken zijn. Naast de medewerker van het toetsbureau in ieder geval nog één tussenhandelaar die ook student is bij Saxion.
Op 24 december 2021 zijn de mailboxen van de medewerkers die werkzaam zijn bij het toetsbureau veiliggesteld.
Bedrijfsrecherchebureau Integis is op 24 december 2021 ingeschakeld om binnen Saxion onderzoek te doen naar de melding.
Er is één tentamen dubbelzijdig afgedrukt en van een andere student komen de antwoorden overeen met de antwoorden van de student waarvan het tentamen dubbelzijdig is geprint. Alle andere tentamens van deze toets zijn enkelzijdig afgedrukt. Doordat er een dubbelzijdig tentamen is ingeleverd door een student bestaat het vermoeden dat de student het tentamen thuis heeft afgedrukt vanaf een digitaal document.
Op 24 januari 2022 is een tweede melding gedaan door een andere oud-student van Saxion
(verder: melder 2).
Melder 2 heeft gehoord dat toetsen worden verkocht door een medewerker van het toetsbureau. De toetsen worden digitaal beschikbaar gesteld door de inlogcodes van een hotmailadres te verschaffen. De toets is dan vanaf dit hotmailaccount te downloaden. Volgens melder 2 speelt het al sinds kwartiel 3/4 van het vorige studiejaar (januari/februari 2021).
Aangezien de toetsen digitaal ter beschikking worden gesteld via een hotmailaccount is er mogelijk een digitaal spoor dat kan leiden tot de aanwijzing welke medewerker van het toetsbureau betrokken is.
Op 25 januari 2022 gaat het College van Bestuur van Saxion akkoord met het doorzoeken van de mailboxen van de elf medewerkers van het toetsbureau die toegang hebben tot TOS (Toets Opslag Systeem).
Op 27 januari 2022 deelt Integis de eerste bevindingen van het doorzoeken van de mailboxen.
Daaruit blijkt dat mails vanuit privé mail/WhatsApp van medewerker [medeverdachte 1] naar zijn Saxion account worden gestuurd. De inhoud van deze mails/apps bestaat uit vragen van tussenhandelaren naar de beschikbaarheid van toetsen en of zij die kunnen krijgen.
[medeverdachte 1] is medewerker van het toetsbureau en vanuit zijn functie heeft hij toegang tot alle toetsen die in het TOS zijn opgeslagen. Medewerker [medeverdachte 1] heeft geen toestemming om die informatie te delen met anderen. Die informatie is alleen voor hem beschikbaar voor zover hij deze nodig heeft voor het uitoefenen van zijn functie. Een medewerker van het toetsbureau doet inhoudelijk niks met de toets. De medewerker zorgt ervoor dat de toets, die geüpload is door een docent en wordt opgeslagen in het Toetsen Opslag Systeem, wordt geprint. Deze afdruk wordt door de medewerker naar de printservice gebracht.
Saxion heeft op basis van voorgaande het zeer sterke vermoeden dat medewerker [medeverdachte 1] opzettelijk toetsen heeft verstrekt aan tussenhandelaren, die op hun beurt de tentamens ter beschikking hebben gesteld aan studenten die de toetsen nog moesten afleggen.
Het vermoeden is dat deze tentamens tegen betaling beschikbaar worden gesteld.
Uit de screenshots van WhatsApp chats die [medeverdachte 1] van zijn privémail naar zijn Saxionmail heeft gestuurd, blijkt dat het gaat om een persoon met de naam [verdachte] en een persoon met de naam [medeverdachte 2] . Er is een persoon met de naam [verdachte] student bij Saxion.
Door de tussenhandelaren wordt gevraagd naar de beschikbaarheid van tentamens die nog niet zijn afgenomen. De screenshots van WhatsApp chats zijn via een ander mailadres van [medeverdachte 1] naar zijn Saxionmail gestuurd.
In de mailbox van [medeverdachte 1] met betrekking tot het jaar 2020 werden meerdere e-mails afkomstig van zijn privé mailadres met toetscodes aangetroffen. In één van de e-mails zijn twee schermafbeeldingen met meerdere toetscodes te zien die afgenomen zijn in de periode van 2 november 2020 tot en met 13 november 2020.
Saxion wil ook aangifte doen tegen de tussenhandelaren die de toetsen verder hebben verspreid. Gezien de correspondentie waren zij ervan op de hoogte dat de toetsen zonder toestemming van Saxion zijn overgenomen en gedistribueerd. Uit de correspondentie blijkt dat het gaat om een persoon met de naam [verdachte] .
2.
Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 1] van 16 februari 2022 (pag. 546, 547 en 549) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
waarbij V: vraag verbalisanten
A: antwoord verdachte
+Werkzaam bij toetsbureau > of zie aangifte [aangever]
V: Je hebt op het Saxion contact met [verdachte] ?
A: Ja via de app.
V: Wat zijn jouw privé e-mail adressen?
A: En ik heb een mailadres waarmee ik toetsen naar [verdachte] verspreid. [e-mailadres 1] .
V: Dan bedoel je [verdachte] ?
A: Ja.
V: Hoe bedoel je dat met toetsen verspreiden?
A: Dat ik toetsen op het werk naar hem verstuur. Ik kreeg de vraag van hem ( [verdachte] ) of ik hem kon helpen.
V: Je hebt meerdere toetsen verspreid?
A: Ja, meerdere toetsen.
V: Wie kwamen er om vragen?
A: [verdachte] en [medeverdachte 2] . [verdachte] vaker dan [medeverdachte 2] .
V: Hoe lang is dit gaande?
A: Al wel een jaar of anderhalf.
V: Hoe ging dat in zijn werk?
A: Ik kreeg een app met toetscodes. Ik ging kijken of de toets er was en mailde de toets dan aan hen door.
V: Heb je daar geld voor gevraagd?
A: Op gegeven moment kreeg ik er geld voor. Ongeveer 15 a 20 euro per toets kreeg ik.
V: Je stelde de toets via mail beschikbaar. En het geld?
A: In het begin spraken we af. Later ging het via een kluisje binnen Saxion. Een random kluisje. Die kun je gebruiken en vastzetten door een code die je zelf kunt instellen. Dan werd het geld in een kluis gelegd en ik kreeg de code door om het te innen.
V: Wist jij wat er met de toetsen ging gebeuren die jij doorgaf?
A: Gezien de hoeveelheid wist ik dat zij mogelijk meer personen hadden voor de toetsen.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] van 21 juli 2022 (pag. 616) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 15 februari 2022 werd [verdachte] verhoord. Op de vraag wat zijn telefoonnummer is, antwoordde [verdachte] [telefoonnummer 1] .

4.

Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] van 14 maart 2023 (pag. 956-980) onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb in het onderzoek Furud22 onderzoek gedaan in de mobiele telefoon van verdachte [verdachte] . Hieruit blijkt dat de gebruiker zich ' [alias] ' noemt in WhatsApp en gebruik maakt van telefoonnummer + [telefoonnummer 1] .
Useraccounts:
[e-mailadres 2]
[e-mailadres 3]
[e-mailadres 4]
Uit het file System blijkt dat de eerste foto op 29 augustus 2020 gemaakt is met bovengenoemde mobiele telefoon. Uit verschillende useraccounts en het file system lijkt de mobiele telefoon in augustus 2020 in gebruik te zijn genomen bij verdachte [verdachte] .
In de telefoon van verdachte [verdachte] zag ik diverse WhatsApp gesprekken tussen ( [alias] ) en
andere personen.
In de WhatsApp gesprekken is onder andere te zien dat verdachte [verdachte] veelvuldig toetsen van
het Saxion koopt en doorverkoopt. Tevens is er in de WhatsApp te zien welke bedragen verdachte
[verdachte] vraagt per toets.
Alle chats gaan over het kopen en verkopen van toetsen van het Saxion en een chat met genoemde bedragen wat hij vraagt voor een toets. In een chat tussen ' [alias] ' en [naam 1] worden bedragen voor een toets weergegeven. ' [alias] ' geeft aan dat hij normaal 150 euro per toets vraagt. Bij een afname van 5 toetsen vraagt hij 120 euro per toets. Van [naam 1] vraagt hij 100 euro per toets.
In een chat gesprek tussen [alias] en Okasha zegt [alias] dat hij per 04-09-2020 bovengenoemde
mobiele telefoon in gebruik heeft.
Uit de chats in de mobiele telefoon is te zien dat hij (de rechtbank begrijpt verdachte) vanaf 04-09-2020 veelvuldig bezig is met de koop en verkoop van toetsen.
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Chat [alias] – [naam 1] .
In deze chat vraagt ' [naam 1] ' om een aantal toetsen en laat verdachte [verdachte] zien welke en hoeveel
toetsen hij heeft doorgestuurd of nog moet doorsturen. In deze chat wordt ook gesproken over de
prijs per toets. In het chatgesprek met [naam 1] zegt hij dat hij voor een toets normaal 150 euro per stuk vraagt. Bij een afname van 5 stuks vraagt hij 120 euro per toets. Voor [naam 1] vraagt hij een bedrag
van 100 euro.
Pag. 970 e.v.:
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Op pag. 974
Chat [alias] – [naam 2]
geeft aan dat hij niet aan de toetsen kan komen welke thuis worden afgenomen. Wel kan hij
aan de toetsen komen welke in het gebouw worden afgenomen.
Op pag. 976
Chat [alias] - [naam 2]
Verdachte [verdachte] geeft aan dat hij nog een lijstje heeft van 7 stuks.
Uit onderzoek blijkt dat het telefoonnummer van [naam 2] ( [telefoonnummer 2] ) en [naam 2] ( [telefoonnummer 3] ) op naam van verdachte [medeverdachte 1] staan.
Notes:
In de notities staan meerdere toets nummers vermeld met daaronder geschreven:
Doorgegeven
Betaald aan
Afgeleverd
Afgehandeld.
Uit e-mail en WhatsApp blijkt dat verdachte [verdachte] verschillende toetsnummers vaker heeft uitgegeven. In totaal is minimaal 259 keer een toets doorgegeven door verdachte.
E-mail:
Er worden meer dan 100 e-mails inclusief toetsen verstuurd door [medeverdachte 1] naar de e-mail van verdachte.
Ook is te zien dat verdachte via de mail verschillende toetsen verstuurd naar verschillende personen.