ECLI:NL:RBOVE:2023:2382

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
4 mei 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
84.276018.22 (P), 84.283392.22
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het verhandelen en opslaan van illegaal vuurwerk met gevangenisstraf en taakstraf

Op 4 mei 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het verhandelen, opslaan en voorhanden hebben van illegaal vuurwerk. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastelegging, die onder andere bestond uit het opslaan van 2253 stuks Cobra 6 en 240 stuks knalvuurwerk. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 218 dagen, waarvan 180 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, heeft opgeslagen en dat hij daarbij samenwerkte met anderen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd, die een gevangenisstraf van achttien maanden had geëist, maar heeft de strafmaat aangepast op basis van de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft ook bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een meldplicht bij de reclassering en meewerken aan schuldhulpverlening. De verdachte is vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, omdat niet bewezen kon worden dat hij anderen heeft geholpen bij het verhandelen van vuurwerk. De uitspraak is gedaan na openbare terechtzittingen op 19 januari, 13 april en 20 april 2023, waarbij de rechtbank de verklaringen van de verdachte en de bewijsstukken heeft gewogen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige economische kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 84.276018.22 (P), 84.283392.22 (gevoegd ttz.)
Datum vonnis: 4 mei 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1996 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 19 januari 2023, 13 april 2023 en 20 april 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie mr. P. van der Vliet en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. S.A.S. Jansen, advocaat in Apeldoorn, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 13 april 2023, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
84.276018.22
feit 1:tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld;
feit 2:tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk het opslaan, voorhanden hebben en/of ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik heeft voorbereid en/of bevorderd.
84.283392.22
feit 1:opzettelijk professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
84.276018.22

1.

hij op 26 oktober 2022, in Lelystad en/of Oosterwolde, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk,
een of meerdere malen, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik,
te weten:
- om en nabij 2553 stuks Cobra 6, althans 2253 stuks Cobra 6, althans één of meerdere stuks Cobra 6; en/of
- 1 flowerbed,
althans een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk,
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter
beschikking heeft gesteld;

2.

hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 19 oktober 2022 tot
en met 26 oktober 2022
in de gemeente Oosterwolde, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,
opzettelijk
teneinde, handelingen als bedoeld in artikel 1.2.2 eerste lid van het Vuurwerkbesluit,
te weten,
het voorhanden hebben en/of opslaan en/of aan een ander ter beschikking stellen
van professioneel vuurwerk bestemd voor particulier gebruik, voor te bereiden
en/of te bevorderen,
- heeft getracht anderen te bewegen om die handelingen te plegen en/of mede te
plegen om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid en/of middelen en/of
inlichtingen te verschaffen en/of
- heeft getracht zich en/of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen

tot het verrichten van die handelingen te verschaffen en/of

- voorwerpen voorhanden te hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft te

vermoeden dat zij bestemd zijn tot het verrichten van die handelingen,

immers, heeft verdachte en/of zijn mededader(s) op één of meer tijdstippen in of
omstreeks de periode van 19 oktober 2022 tot en met 26 oktober 2022 via de
applicatie Telegram– zakelijk weergegeven – professioneel vuurwerk, bestemd
voor particulier gebruik te koop aangeboden, althans heeft hij, verdachte een
advertentie waarin Cobra’s te koop werden aangeboden doorgezet, immers heeft
hij, verdachte op 24 oktober 2022 in de groep “Vuurwerkhandel” een advertentie
geplaatst voor Cobra 6* en of 100shots (Chaos, Calypso en Hydros);
84.283392.22
hij op of omstreeks 31 december 2021 te Hoogeveen en/of Oosterwolde en/of Tuk (gemeente
Steenwijkerland), althans in Nederland,
opzettelijk, een of meerdere malen, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 240 stuks, althans meerdere stuks, knalvuurwerk (banger/flashbanger genaamd PETARDO DMG, producent Dl MARCO GIUSEPPE SAS),

heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde feit met parketnummer
84.276018.22en het ten laste gelegde feit met parketnummer
84.283392.22moet worden vrijgesproken. De raadsman heeft dit standpunt primair onderbouwd met het betoog dat artikel 1.2.2 lid 1 van het Vuurwerkbesluit niet van toepassing zou zijn op verdachte. Na kennisneming van de pleitnota en gelet op hetgeen ter terechtzitting van 13 april 2023 is besproken, ziet de rechtbank aanleiding dit verweer van de raadsman te begrijpen in die zin dat de raadsman daaraan het gevolg van ontslag van alle rechtsvervolging verbindt. Dit verweer zal onder de strafbaarheid van het bewezenverklaarde beoordeeld worden.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit met parketnummer
84.276018.22moet verdachte volgens de raadsman worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
84.276018.22
Feit 1
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit, voor zover het betreft het voorhanden hebben van vuurwerk, op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens verdachte overigens geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen: [1]
het proces-verbaal van bevindingen van 26 oktober 2022, pagina’s 12-14;
het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van
31 oktober 2022, pagina’s 56-62;
het proces-verbaal van de terechtzitting van 13 april 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Ten aanzien van het aan een ander ter beschikking stellen van vuurwerk zal de rechtbank verdachte vrijspreken, aangezien verdachte weliswaar heeft verklaard dat hij vuurwerk heeft afgeleverd, maar het door hem afgeleverde vuurwerk (logischerwijs) niet wordt begrepen onder het ten laste gelegde, onder hem aangetroffen vuurwerk.
Feit 2
De rechtbank overweegt ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde feit het volgende.
De politie heeft onderzoek gedaan naar illegale handel in professioneel vuurwerk via Telegram. Uit dat onderzoek is informatie gekomen over het Telegramaccount genaamd “ [accountnaam] ”, waarmee tussen 19 en 25 oktober 2022 advertenties met betrekking tot illegaal vuurwerk werden gedeeld. Het dossier bevat aanwijzingen die erop duiden dat verdachte toegang heeft gehad tot dat Telegram-account.
Zo laat de gebruiker van het account [accountnaam] in een bericht weten dat hij 25 jaar is, de leeftijd die verdachte op dat moment had. Verder bleek uit informatie uit de politiesystemen dat de user-ID van het account [accountnaam] gekoppeld was aan de naam [verdachte] . De voornaam van verdachte is [verdachte] , de achternaam van zijn moeder is [naam] . Het telefoonnummer dat in de politiesystemen bij deze [verdachte] wordt genoemd, staat op naam van verdachte.
In een advertentie die op 24 oktober 2022 via het account [accountnaam] op Telegram wordt gedeeld, wordt vermeld dat er op woensdag in de regio “
Almaar, Haarlem, Beverwijk, Alkmaar en IJmuiden, etc” wordt bezorgd. Verdachte is op woensdag 26 oktober 2022 aangehouden, nadat hij in ieder geval vanuit de richting van deze regio, namelijk vanuit Enkhuizen, naar Lelystad was gereden. Daarnaast blijkt uit het onderzoek van de politie dat het account “ [accountnaam] ” na 26 oktober 2022 niet meer online is geweest.
Verdachte heeft ontkend met het Telegram-account “ [accountnaam] ” advertenties voor illegaal vuurwerk te hebben gedeeld. Hij heeft ter zitting verklaard dat hij meerdere Telegram-accounts heeft gehad, dat hij de applicatie Telegram gebruikte voor de handel in cryptovaluta en dat hij Telegram al geruime tijd niet meer op zijn telefoon heeft staan. Ook heeft hij verklaard dat hij het vuurwerk dat bij hem is aangetroffen toen hij werd aangehouden, voor een ander wegbracht en dat die ander ook wel eens gebruik heeft gemaakt van zijn Telegramaccount. Onderzoek aan de telefoon van verdachte heeft niet plaatsgevonden.
Niet uitgesloten kan worden dat een ander dan verdachte de advertenties met betrekking tot illegaal vuurwerk via het account “ [accountnaam] ” op Telegram heeft geplaatst. De rechtbank acht dan ook niet bewezen wat aan verdachte onder 2 is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
84.283392.22
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank – nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens verdachte overigens geen vrijspraak is bepleit – conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen: [2]
het proces-verbaal van bevindingen van 6 januari 2022, pagina’s 6-10;
het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk van
27 juli 2022, pagina’s 15-27;
het proces-verbaal van de terechtzitting van 13 april 2023, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
Conclusie
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat feit 1 onder parketnummer 84.276018.22 en het ten laste gelegde onder parketnummer 84.283392.22 wettig en overtuigend bewezen is.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
84.276018.22
1.
hij op 26 oktober 2022, in Nederland,
opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 2253 stuks Cobra 6; en
- 1 flowerbed,
voorhanden heeft gehad;
84.283392.22
hij op 31 december 2021 in Nederland,
opzettelijk, professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten:
- 240 stuks knalvuurwerk (banger/flashbanger genaamd PETARDO DMG, producent Dl MARCO GIUSEPPE SAS),
voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

84.276018.22 feit 1 en 84.283392.22
5.1.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat artikel 1.2.2, eerste lid van het Vuurwerkbesluit zich enkel richt tot de fabrikant, de importeur en de distributeur van professioneel vuurwerk. Verdachte heeft het vuurwerk als particulier voorhanden gehad en is dus geen normadressaat van artikel 1.2.2, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit.
5.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte als normadressaat van artikel 1.2.2, eerste lid, Vuurwerkbesluit is aan te merken.
5.3.
Het oordeel van de rechtbank
Het verweer dat verdachte niet als normadressaat van artikel 1.2.2, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit is aan te merken, wordt gelet op het arrest van de Hoge Raad van 15 juni 2021 [3] verworpen. Het derde lid van artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit is, aldus de Hoge Raad in dat arrest, geen systematische specialis van het eerste lid, maar stelt een andere gedraging strafbaar.
Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in artikel 9.2.2.1 van de Wet Milieubeheer in samenhang met artikel 1.2.2, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit en de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten. Er zijn ook overigens geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
84.276018.22
feit 1
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de
Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
84.283392.22
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de
Wet milieubeheer, opzettelijk begaan.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Aan het voorwaardelijke strafdeel moeten volgens de officier van justitie de voorwaarden worden gekoppeld zoals de reclassering die heeft geadviseerd, met uitzondering van de middelencontrole. Daarnaast moet het geschorste bevel gevangenhouding worden opgeheven.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht verdachte alleen een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. Subsidiair heeft de raadsman verzocht een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die gelijk is aan de tijd die verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen.
De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich op 31 december 2021 en 26 oktober 2022 schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een aanzienlijke hoeveelheid professioneel vuurwerk in een voertuig. In totaal heeft verdachte professioneel vuurwerk bestaande uit 240 stuks knalvuurwerk en 2253 stuks Cobra 6 met een bruto gewicht van 169 kilogram en een netto explosieve massa (NEM) van 65,692 kilogram voorhanden gehad.
Het is algemeen bekend dat vuurwerk gevaar kan opleveren. Dat geldt zeker voor professioneel vuurwerk, dat een substantieel zwaardere of explosievere lading bevat dan het vuurwerk dat in Nederland aan consumenten verkocht mag worden. Het vuurwerk kan massa-explosief reageren. Dit betekent dat indien één exemplaar in een partij, waarin de artikelen dicht bij elkaar liggen, tot ontbranding komt en explodeert, de kans bestaat dat de hele partij sympathisch mee-explodeert. Ontploffing van dit professionele vuurwerk tijdens het vervoer had dan ook enorme gevolgen kunnen hebben.
Ook het afsteken van professioneel vuurwerk brengt risico’s met zich, niet alleen voor degene die het afsteekt, maar ook voor de omstanders. Ernstige gehoorbeschadiging, zwaar lichamelijk letsel of zelfs overlijden kan daarvan het gevolg zijn. Het voorhanden hebben van voornoemde hoeveelheid professioneel vuurwerk levert dus gevaren op voor mens en dier en veroorzaakt maatschappelijk onacceptabele risico’s. Dat verdachte onvoldoende heeft stilgestaan bij deze risico’s neemt de rechtbank hem kwalijk.
Bij de keuze voor de op te leggen straf en de hoogte ervan heeft de rechtbank ook rekening gehouden met het door B. Hoogenkamp, reclasseringswerker bij Reclassering Nederland, op
28 oktober 2022 opgemaakte reclasseringsadvies en de toelichting gegeven door getuige-deskundige N. Droste, reclasseringsmedewerker, tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 13 april 2023. De reclassering adviseert een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden meldplicht bij de reclassering, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank acht geslagen op een uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 9 maart 2023.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmodaliteit en de strafmaat rekening met straffen die in vergelijkbare gevallen door rechters zijn opgelegd en de omstandigheid dat zij tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie heeft gevorderd. De aanzienlijke hoeveelheid inbeslaggenomen cobra’s maakt dat de rechtbank een flinke stok achter de deur noodzakelijk acht om te voorkomen dat verdachte in de toekomst nogmaals dergelijke gevaarzettende strafbare feiten zal plegen. Daarom zal de rechtbank, naast een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 240 uren, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 38 dagen en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 180 dagen opleggen, met een proeftijd van drie jaren, mede onder de bijzondere voorwaarden die de reclassering heeft geadviseerd: een meldplicht bij de reclassering, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding. De duur van de voorwaardelijke gevangenisstraf en de taakstraf is gelet op de hierboven genoemde omstandigheden passend en geboden. De tijd die verdachte heeft doorgebracht in voorlopige hechtenis zal op de onvoorwaardelijke gevangenisstraf in mindering worden gebracht, wat erin resulteert dat verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat het in beslag genomen telefoontoestel (iPhone) en het geldbedrag (€ 1.400,00) verbeurd moeten worden verklaard.
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over het beslag.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van het aan verdachte toebehorende telefoontoestel (iPhone) en het geldbedrag (€ 1.400,00), aangezien zich naar het oordeel van de rechtbank geen omstandigheid voordoet waardoor deze vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart met betrekking tot parketnummer
84.276018.22niet bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart met betrekking tot parketnummer
84.276018.22bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart met betrekking tot parketnummer
84.283392.22bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
84.276018.22
feit 1, het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
84.293392.22
het misdrijf:
overtreding van een voorschrift, gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
218 (tweehonderdachttien) dagen;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
180 (honderdtachtig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich houdt aan de voorwaarden en aanwijzingen die de reclassering hem geeft, voor zover deze niet reeds zijn opgenomen in een andere bijzondere voorwaarde, zo lang en zo frequent als Reclassering Nederland gedurende deze periode nodig acht;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiële administratie;
- meewerkt aan het verkrijgen en behouden van een zinvolle dagbesteding in de vorm van een opleiding, vrijwilligerswerk en/of betaalde arbeid;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden van rechtswege als voorwaarden dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
de in beslag genomen voorwerpen
- gelast de teruggave van het geldbedrag ter hoogte van €1400,00 (omschrijving: PL0900-2022317348-3066063);
- gelast de teruggave van het telefoontoestel iPhone (omschrijving: PL0900-2022317348-3066074) aan verdachte;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.M.B. Soppe, voorzitter, mr. M. van Berlo en mr. J.T. Pouw, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.L. Struik, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 4 mei 2023.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie met nummer PL0900-2022317348. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Noord-Nederland met nummer PL0100-2021358758. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.