ECLI:NL:RBOVE:2023:2166
Rechtbank Overijssel
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot wraking van rechter in civiele procedure
Op 12 juni 2023 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer 297760 KG RK 23-240. Verzoeker, handelend onder de naam van een eenmanszaak, heeft op 4 juni 2023 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. W.R.H. Lutjes, rechter in deze rechtbank, die belast was met de behandeling van een kantonzaak. Dit verzoek is ingediend bij de wrakingskamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, maar is vervolgens ter behandeling overgedragen aan de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat volgens artikel 37 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) een verzoek tot wraking in beginsel in elke stand van de procedure kan worden gedaan. Echter, het verzoek moet vóór de einduitspraak van de zaak zijn ingediend. In dit geval is het verzoek tot wraking gedaan nadat op 30 mei 2023 een eindvonnis was gewezen, waardoor het verzoek te laat is ingediend. De wrakingskamer heeft daarom verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking, wat betekent dat er geen inhoudelijke behandeling van het verzoek plaatsvond.
De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De zaak benadrukt het belang van tijdigheid bij het indienen van een wrakingsverzoek, en de strikte naleving van de procedurele regels die zijn vastgelegd in de wet.