ECLI:NL:RBOVE:2023:2006

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
2 juni 2023
Zaaknummer
08/032136-22, 08/065362-22 en 08/253716-22 (gev. ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een verdachte voor poging tot doodslag, openlijk geweld en afpersing

Op 17 mei 2023 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2006, die betrokken was bij meerdere geweldsdelicten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie van drie maanden, met als bijzondere voorwaarden deelname aan een behandeling bij Stichting Jeugdbescherming Overijssel, een contactverbod met slachtoffer 3, en het uitvoeren van een taakstraf van 100 uren en een leerstraf van 35 uren. De verdachte is schuldig bevonden aan het medeplegen van poging tot doodslag op slachtoffer 1, openlijk in vereniging geweld plegen tegen slachtoffer 2, en poging tot afpersing van slachtoffer 3. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten op 15 januari 2022 in Hengelo slachtoffer 1 hebben aangevallen, waarbij hij ernstig letsel opliep. Op 5 februari 2022 heeft de verdachte samen met anderen slachtoffer 2 in elkaar geslagen. Daarnaast heeft de verdachte op 17 februari 2022 geprobeerd slachtoffer 3 af te persen door hem te bedreigen met geweld. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers meegewogen in de strafoplegging. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en heeft geen blijk gegeven van inzicht in de gevolgen van zijn handelen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychologische rapportage, waaruit blijkt dat de verdachte in verminderde mate toerekenbaar is door zijn ontwikkelingsstoornissen. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen, met uitzondering van de vordering van slachtoffer 4, waarvan de verdachte is vrijgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familie en Jeugd
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/032136-22, 08/065362-22 en 08/253716-22 (gev. ttz) (P)
Datum vonnis: 17 mei 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2006 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [woonplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen met gesloten deuren van 6 april 2023 en 4 mei 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.P. Dronkers en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. W.G. ten Brummelhuis, advocaat in Oldenzaal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer: 08/032136-22
Al dan niet samen met een ander of anderen, heeft geprobeerd om [slachtoffer 1] van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan wel openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen die [slachtoffer 1] .
Parketnummer: 08/065362-22
1.
Al dan niet samen met een ander of anderen, heeft geprobeerd om [slachtoffer 2] van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan wel openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] .
2.
zich al dan niet samen met een ander of anderen schuldig heeft gemaakt een poging tot diefstal met geweld en/of afpersing van [slachtoffer 3] , dan wel hij die [slachtoffer 3] heeft bedreigd.
Parketnummer: 08/253716-22
1.
Al dan niet samen met een ander of anderen, heeft geprobeerd om [slachtoffer 4] van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan wel openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 4] .
2.
Al dan niet samen met een ander of anderen, [slachtoffer 4] heeft afgeperst en/of diefstal met geweld tegen [slachtoffer 4] heeft gepleegd, dan wel een jas en/of telefoon van die [slachtoffer 4] heeft gestolen.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08/032136-22
hij op of omstreeks 15 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven,
met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en/of een arm om die [slachtoffer 1] heen heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer 1] in de buik, althans op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt (waardoor die
[slachtoffer 1] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 1] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, athans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben getrapt en/of
- die [slachtoffer 1] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben
geslagen en/of gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en/of een arm om die [slachtoffer 1] heen heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer 1] in de buik, althans op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt (waardoor die
[slachtoffer 1] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 1] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, athans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben getrapt en/of- die [slachtoffer 1] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) openlijk, te weten, op/aan het [adres 2] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1]
door meermalen, athans eenmaal, (met kracht)
- die [slachtoffer 1] vast te pakken en/of een arm om die [slachtoffer 1] heen te slaan en/of
- die [slachtoffer 1] in de buik, althans op/tegen het lichaam te trappen (waardoor die [slachtoffer 1] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 1] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, athans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te trappen en/of
- die [slachtoffer 1] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te
stompen;
Parketnummer: 08/065362-22
1, primair
hij op of omstreeks 05-02-2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 2] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 2] (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- op/tegen het lichaam heeft/hebben geduwd en/of
- op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] ten val is gekomen) en/of
- ( vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben getrapt en/of
- in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geslagen en/of
gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 05-02-2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [slachtoffer 2] (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- op/tegen het lichaam heeft/hebben geduwd en/of
- op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] ten val is gekomen) en/of
- ( vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben getrapt en/of
- in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 05-02-2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) openlijk, te weten, op of aan de Wolter ten Catestraat en/of aan de Isaacstraat, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] door met dat opzet
- ( met een groep) die [slachtoffer 2] achterna te rennen en/of te rennen in de richting van die [slachtoffer 2]
en/of die [slachtoffer 2] in te sluiten en/of
(vervolgens) die [slachtoffer 2] (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- op/tegen het lichaam te duwen en/of
- op/tegen het lichaam te trappen (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] ten val is gekomen) en/of
- ( vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te trappen en/of
- in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te stompen;
2.
hij op of omstreeks 17 februari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O)
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen
misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, in elk geval enig geldbedrag, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n),
met dat opzet
- zakelijk weergegeven -
- naar die [slachtoffer 3] heeft gefloten en/of gebaard dat die [slachtoffer 3] naar hem, verdachte,
toe moet komen en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat hij [medeverdachte 10] nog moet betalen en/of
- die [medeverdachte 10] heeft opgebeld /of heeft gevraagd aan die [medeverdachte 10] om (ook)
ter plaatse te komen en/of
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat die [slachtoffer 3] 15 en/of 20 euro moet betalen en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd: "als je nu geen geld geeft moeten we
andere maatregelen nemen. Wil je dat wat met [slachtoffer 1] gebeurd is ook met jou gaat
gebeuren?", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 17 februari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) [slachtoffer 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,
door die [slachtoffer 3] dreigend de woorden toe te voegen: "als je nu geen geld geeft
moeten we andere maatregelen nemen. Wil je dat wat met [slachtoffer 1] gebeurd is ook
met jou gaat gebeuren?", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Parketnummer: 08/253716-22
1, primair
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 4] opzettelijk van het leven te beroven,
met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 4] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of op/tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of getrapt (waardoor die [slachtoffer 4] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 4] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 4] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 4] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of op/tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of getrapt (waardoor die [slachtoffer 4] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 4] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) openlijk, te weten, op of aan de Uitslagweg en/of de Van Alphenstraat, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 4] door (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 4] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te trappen (waardoor die [slachtoffer 4] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 4] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te trappen en/of
- die [slachtoffer 4] (daarbij) te filmen;
2.
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een jas (merk Lacoste) en/of een telefoon (merk/type iPhone 7s), in elk geval enig(e) goed(eren),
dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 4] , in elk geval aan die [slachtoffer 4] en/of een derde
toebehoorde(n) door
- die [slachtoffer 4] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te trappen (waardoor die [slachtoffer 4] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 4] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te trappen en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer 4] te zeggen dat die [slachtoffer 4] zijn jas en/of telefoon af moet geven, althans handelingen en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking,
en/of
hij op of omstreeks 24 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een jas (merk Lacoste) en/of een telefoon (merk/type iPhone 7s), in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf
of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [slachtoffer 4] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te trappen (waardoor die [slachtoffer 4] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 4] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te trappen en/of
- ( vervolgens) tegen die [slachtoffer 4] te zeggen dat die [slachtoffer 4] zijn jas en/of telefoon af moet geven, althans handelingen en/of woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder parketnummer 08/032136-22 onder subsidiair tenlastegelegde poging tot zware mishandeling van [slachtoffer 1] , het onder parketnummer 08/065362-22 onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde openlijk geweld tegen [slachtoffer 2] en de onder 2 subsidiair tenlastegelegde bedreiging van [slachtoffer 3] wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Verdachte dient volgens de officier van justitie integraal te worden vrijgesproken van het onder parketnummer 08/253716-22 en van het onder parketnummer 08/032136-22, onder primair en het onder parketnummer 08/065362-22, onder 1 primair en subsidiair en onder 2 primair tenlastegelegde.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aan de hand van een overgelegde pleitnota het standpunt van de verdediging naar voren gebracht. Verkort weergegeven komt dit standpunt erop neer dat zij vrijspraak bepleit van het onder parketnummer 08/032136-22 onder primair en subsidiair ten laste gelegde. Het onder meer subsidiair ten laste gelegde openlijk geweld tegen [slachtoffer 1] kan volgens de verdediging wel bewezen worden verklaard. Verdachte dient voorts integraal te worden vrijgesproken van zowel het onder parketnummer 08/065362-22 onder 1 en 2, als het onder parketnummer 08/253716-22 onder 1 en 2 tenlastegelegde.
Wat betreft de geweldsincidenten tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] was er geen sprake van medeplegen omdat er geen nauwe en bewuste samenwerking was tussen verdachte en de medeverdachten. Ook was er geen sprake van uitvoering van een vooropgezet gezamenlijk plan. Voor zover de rechtbank oordeelt dat er wel sprake is van medeplegen, was er geen sprake van voorwaardelijk opzet op de dood dan wel het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Er zijn onvoldoende aanknopingspunten om vast te kunnen stellen dat het handelen van één van de medeverdachten een aanmerkelijke kans in het leven heeft geroepen dat het slachtoffer hieraan zou komen te overlijden. De raadsvrouw wijst erop dat uit de literatuur blijkt dat van het schoppen tegen het hoofd vaak ten onrechte wordt aangenomen dat dit geweld naar algemene ervaringsregels een aanmerkelijke kans op de dood oplevert.
Wat betreft het geweldsincident tegen [slachtoffer 4] wijst de raadsvrouw erop dat verdachte enkel op afstand aanwezig was. Nergens is uit op te maken dat hij deel uitmaakte van de groep die [slachtoffer 4] heeft mishandeld en/of hem heeft afgeperst en/of bestolen. Van medeplegen dan wel nauwe of bewuste samenwerking bij het geweldsincident en/of de afpersing en/of diefstal was derhalve geen sprake.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer: 08/032136-22
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder parketnummer 08/032136-22 primair tenlastegelegde poging tot doodslag op [slachtoffer 1] heeft begaan.
De (redengevende) feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en van wat ter terechtzitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast. De rechtbank zal hierna ook een aantal verklaringen opnemen die medeverdachten hebben afgelegd bij de rechter-commissaris. Deze verklaringen zijn echter niet gevoegd in het dossier van verdachte en dienen dan ook niet tot het bewijs zoals opgenomen in de bewijsbijlage.
Op 15 januari 2022 bevond aangever [slachtoffer 1] zich rond 21.30 uur samen met zijn vriend [naam 1] in het Prins Bernhardplantsoen (‘flikkerpark’) in Hengelo. [naam 1] werd gebeld dat zij daar weg moesten omdat verdachte [verdachte] met een aantal vrienden op zoek was naar aangever. Aangever is toen samen met [naam 1] naar basisschool [locatie 1] aan het [adres 2] gegaan. Daar liep een groep jongens op aangever af. [medeverdachte 1] liep als eerste naar voren, sloeg een arm om aangever heen en zei: “hé grote vriend, je moet gaan rennen”. Aangever kreeg daar de kans niet voor omdat hij in zijn buik werd getrapt door verdachte [verdachte] . Door de trap viel aangever achterover op de grond. Aangever weet nog dat [verdachte] en [medeverdachte 2] op hem in hebben geslagen en hem hebben geschopt en hij heeft van [medeverdachte 1] gehoord dat hij toen op de grond lag. Volgens aangever werd hij wel een kwartier lang geslagen en getrapt op zijn hoofd. Aangever heeft alleen gezien dat [verdachte] en [medeverdachte 2] op hem begonnen in te slaan en te schoppen. Daarna heeft hij niks meer gezien omdat hij zijn armen voor zijn heeft hoofd gehouden om zijn gezicht zoveel mogelijk te beschermen en zich klein probeerde te maken. Hij heeft geschreeuwd van de pijn totdat hij buiten bewustzijn raakte.
Volgens een getuige, die anoniem wenst te blijven omdat de groep bekend staat als zeer gewelddadig, ging het om ongeveer 15 à 20 personen. Ze hadden een capuchon op, bivakmutsen op en een mondkapje voor. De getuige zag onder meer dat [verdachte] ,
[medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] met zijn allen op aangever afliepen. [verdachte] gooide aangever op de grond en gaf hem een paar klappen. De getuige zag ook dat [medeverdachte 2] met zijn vuist meerdere malen op het hoofd van aangever sloeg en hem ook meerdere malen tegen het hoofd schopte en ondertussen ‘lekker hè’ riep.
Getuige [getuige 1] zag ongeveer 10 personen in donkere kleding en herkende onder andere [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . Ze zag dat de jongens met z’n allen op aangever afliepen en [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] aangever meerdere keren vol in het gezicht en op de buik hebben geslagen en geschopt. Dit duurde ongeveer vijf minuten. Nadien zag getuige [getuige 1] dat het gezicht van aangever onder het bloed zat. De lip van aangever was kapot en ook de linkerkant van zijn hoofd. Ook zat zijn gezicht onder de modder. Getuige [getuige 2] heeft onder meer gezien dat [verdachte] aangever heel vaak heeft getrapt en geslagen, op zijn hoofd en in zijn buik. De getuige zag dat [medeverdachte 3] ook op aangever aan het trappen was en ook [medeverdachte 4] trapte en sloeg aangever. Aan het einde ging er nog een jongen die de getuige niet bij naam kent heel heftig door op aangever. Hij sloeg met zijn vuist in op het hoofd van aangever terwijl aangever volgens de getuige was flauwgevallen. Een ander meisje dat ook getuige was, viel ook flauw. [getuige 2] beschrijft de situatie als ‘heel heftig en was bang dat ze aangever dood zouden schoppen’.
[verdachte] heeft bij de politie verklaard dat hij aangever wegduwde en met een vlakke hand in het gezicht sloeg. Toen aangever terug sloeg, trapte [verdachte] aangever in zijn buik waardoor deze op de grond viel, met zijn hoofd op de grond. Tegenover de rechter-commissaris heeft hij bevestigd dat hij aangever geslagen heeft en hem ook in zijn rug heeft getrapt. [verdachte] heeft gezien dat anderen aangever op zijn hoofd hebben getrapt. [medeverdachte 4] heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat hij aangever twee klappen en een schop tegen zijn kont heeft gegeven. [medeverdachte 1] heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat hij er met de hele groep naar toe is gegaan en hij, toen hij bij aangever was wel wist dat het ruzie zou worden. Hij heeft aangever een boks gegeven en gezegd: Ga, maar rennen. Hij liep een stukje weg, hoorde au en keek om. [medeverdachte 1] wist wel dat het vechten zou worden. [medeverdachte 4] heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat er ruzie was tussen twee jongens en ze er met een groep naar toe zijn gegaan. Volgens [medeverdachte 4] heeft hij aangever twee keer geslagen en hem een schop onder zijn kont gegeven. Toen gingen er meerdere jongens los op aangever. [medeverdachte 3] heeft bij de politie verklaard dat hij, terwijl aangever op zijn rug op de grond lag, bovenop hem is gesprongen en hem flinke klappen heeft gegeven. Volgens [medeverdachte 3] heeft hij aangever met kracht een flink aantal keren overal op zijn gezicht geslagen met zijn vuisten. [medeverdachte 3] hoorde dat aangever aan het schreeuwen was, dat hij huilde en ‘aahhh’ riep. Daarna heeft [medeverdachte 3] hem nog anderhalve minuut geslagen. Ook heeft [medeverdachte 3] hem nog geschopt. Aangever lag toen op de grond en [medeverdachte 3] weet niet meer of aangever op dat moment nog bij bewustzijn was. Volgens [medeverdachte 3] heeft hij ‘aangever geschopt zoals je een penalty neemt en goed uitgehaald’. [medeverdachte 3] weet zeker dat hij hem tijdens het schoppen geraakt heeft op zijn hoofd, maar weet niet meer hoe vaak. Volgens [medeverdachte 3] probeerden [verdachte] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] hem de hele tijd van aangever af te trekken en hoorde hij ze zeggen: ‘stop [medeverdachte 3] , niet doen’. Tegenover de rechter-commissaris heeft [medeverdachte 3] verklaard dat hij een waas voor zijn ogen kreeg. Hoewel [medeverdachte 2] bij de politie en tegenover de rechter-commissaris heeft ontkend aanwezig te zijn geweest, leidt de rechtbank uit hetgeen in de overige processen-verbaal is gerelateerd af dat hij wel degelijk aanwezig was en ook hij zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van geweldshandelingen tegen aangever.
Nadat het geweld was gestopt, kwam aangever weer bij in de armen van vriend [naam 1] en is hij met de auto naar huis gebracht waar zijn moeder de politie heeft gebeld. Aangever had pijn aan zijn gezicht, een blauw oog en krassen op zijn rug. Uit de medische verklaring van de huisarts leidt de rechtbank af dat verdachte slagen en schoppen tegen het hoofd en elders tegen het lichaam heeft gehad, hij het bewustzijn heeft verloren en er bloed zat in zijn linker gehoorgang. Ook was aangever nadien misselijk. Op foto’s van het letsel is onder meer te zien dat aangever moddersporen en verdikkingen die blauw en rood gekleurd zijn in zijn gezicht heeft, rode plekken op zijn linkerschouder en -bovenarm en een rode streek rechts op zijn rug.
Getuige [getuige 1] is na de vechtpartij op school door verdachte aangesproken. Hij riep [getuige 1] bij zich en zei tegen haar: “Als [slachtoffer 1] aangifte heeft gedaan, dan zoek ik hem op en dan maak ik hem echt dood.”
Verdachte [verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij [slachtoffer 1] één keer tegen het lichaam heeft getrapt en twee keer heeft geslagen. Hij heeft ook verklaard dat hij degene is die is begonnen bij aangever en dat de vechtpartij wel tien minuten duurde.
Poging tot doodslag?
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachten met deze gedragingen (voorwaardelijk) opzet op de dood dan wel op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan aangever hebben gehad.
Voorwaardelijk opzet op de dood is aanwezig indien een verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg, de dood, zal intreden. De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht. Naar vaste rechtspraak kunnen bepaalde handelingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer te zijn gericht op een bepaald gevolg, dat het - behoudens contra-indicaties - niet anders kan dan dat degene die de handelingen heeft verricht, de aanmerkelijke kans op dat gevolg bewust heeft aanvaard.
Anders dan de verdediging en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van voorwaardelijk opzet, namelijk dat verdachte en de medeverdachten met hun handelen bewust de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat de dood van aangever zou intreden. De rechtbank stelt dat vast op grond van de volgende feiten en omstandigheden die uit de bewijsmiddelen zijn af te leiden.
[medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 2] hebben aangever - terwijl hij op de grond lag - meermalen met de vuisten in het gezicht gestompt en tegen het hoofd en het lichaam geschopt. [medeverdachte 4] heeft in ieder geval twee klappen en een schop gegeven. Aangever is tijdens het geweldsincident op de grond gevallen en bewusteloos geraakt, waardoor hij zich niet meer adequaat kon verdedigen tegen de geweldsinwerkingen. Dat maakte aangever extra kwetsbaar. De trefkans bij het schoppen tegen het hoofd en het lichaam en toedienen van vuistslagen terwijl aangever op de grond lag was groot, waarbij het geweld ongehinderd tot kwetsbare delen kon doordringen. Er was daarbij een grote kans op ernstige letsels aan het aangezicht, de schedel, de hersenen en de hals. Aangever is ten gevolge van dit geweld buiten bewustzijn geraakt. Op basis van alle uitgeoefende, forse geweldshandelingen tezamen en de omstandigheden waaronder, die deels door aangever zelf, maar ook door meerdere getuigen zijn waargenomen en in diverse processen-verbaal beschreven, stelt de rechtbank vast dat gelet op de heftigheid van (in elk geval) dit uitgeoefende geweld op het hoofd en het lichaam van aangever de kans op de dood aanmerkelijk is geweest. Gelet op de wijze van handelen en het feit dat omstanders en zelfs verdachte en enkele medeverdachten op enig moment het verdere geweld wilden laten stoppen, kan het niet anders dan dat verdachte en medeverdachten zich van deze aanmerkelijke kans op de dood van aangever bewust zijn geweest en deze hebben aanvaard.
Medeplegen
Voor een bewezenverklaring van medeplegen dient volgens vaste rechtspraak vast komen te staan dat bij het begaan van het strafbare feit sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De vraag wanneer de samenwerking zo nauw en bewust is geweest dat sprake is van medeplegen kan niet in algemene zin worden beantwoord, maar vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval. Hierbij dient rekening gehouden te worden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Verdachte heeft gezamenlijk en welbewust met de medeverdachten de confrontatie gezocht met aangever en heeft ook zelf fysiek geweld tegen aangever gebruikt. Verdachte is in groepsverband met medeverdachten naar aangever gegaan, waarbij zij met z’n allen tegenover één persoon, aangever, ervoor hebben gezorgd dat aangever niet weg kon en daarna tegen hem geweld hebben gebruikt. Tijdens het geweld tegen aangever was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking, omdat zij aangever samen, tegelijkertijd, tegen het lichaam en het hoofd hebben geschopt terwijl hij op de grond lag. Verdachte heeft zich pas later, toen aangever al bewusteloos op de grond lag, gedistantieerd van de verdere forse geweldshandelingen van de medeverdachten die daarna nog plaatsvonden. Nadien is verdachte weggegaan en hebben hij en de medeverdachten aangever gewond en bewusteloos achtergelaten. Gelet op de wijze van handelen past hier geen andere conclusie dan dat verdachte bewust en nauw met de medeverdachten, heeft samengewerkt en een wezenlijke en substantiële bijdrage aan het geweld heeft geleverd.
Parketnummer: 08/065362-22
Feit 1
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en van wat ter terechtzitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast.
De rechtbank zal hierna ook een aantal verklaringen opnemen die medeverdachten hebben afgelegd bij de rechter-commissaris. Deze verklaringen zijn echter niet gevoegd in het dossier van verdachte en dienen dan ook niet tot het bewijs zoals opgenomen in de bewijsbijlage.
Op 5 februari 2022 was aangever [slachtoffer 2] met vrienden op een feestje aan de [adres 1] in Hengelo waar wat onenigheid ontstond met een andere groep. Volgens aangever liep hij omstreeks 0.50 uur met twee vrienden richting het NS-station en zag hij een grote groep jongens in zijn richting rennen. Drie personen waren op de fiets en riepen dat hij moest stoppen. Aangever wordt vervolgens geschopt door [medeverdachte 5] en komt ten val. Ook wordt hij door andere jongens met kracht tegen het hoofd en in de zij geschopt. Aangever vlucht de bosjes in maar wordt er weer uitgetrokken en krijgt nog meer schoppen. Hij moet: “sorry, geen aangifte en geen politie zeggen’ en dan laten ze hem gaan. Volgens aangever is hij twintig keer tegen het hoofd geschopt.
[medeverdachte 4] erkent videobeelden te hebben gemaakt van het geweld tegen aangever. De politie heeft deze videobeelden uitgekeken. Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt onder meer dat er iemand voor de filmer ( [medeverdachte 4] ) uitrent en de filmer al rennend roept "houw hem houw hem hey" en hierna "pomp die man broer, pomp die man broer". [medeverdachte 4] en de andere persoon rennen dan de tunnel uit en te zien is dat er een groep, bestaande uit een man of 6, een persoon in elkaar aan het schoppen is. Ook is te zien dat door een persoon helemaal in het zwart gekleed en een jongen met een grijs kleurige broek aan vol wordt uitgehaald, geschopt, naar aangever die inmiddels op de grond ligt. Te zien is dat iedereen van dat groepje een trappende beweging maakt. De filmer roept ‘rustig, rustig’ nadat het slachtoffer “ahhh, ahhh" schreeuwt. [medeverdachte 4] heeft bij de politie verklaard dat toen hij halverwege de tunnel was, de groep los ging op aangever. [medeverdachte 4] zag dat aangever op zijn knieën zat en een trap kreeg. Daarop rende aangever door de tunnel en is hij in de bosjes gaan liggen. De groep heeft aangever daar weer opgezocht en hij heeft weer klappen gekregen. Volgens [medeverdachte 4] was het de tweede keer nog heftiger. [medeverdachte 3] zou aangever uit de bosjes hebben gesleurd. Op een op door de politie de telefoon van [medeverdachte 3] aangetroffen filmpje is te zien dat het hoofd van aangever [slachtoffer 2] van dichtbij gefilmd is en hij door verschillende mensen wordt vastgepakt. Er zijn alleen maar armen en handen te zien met een blanke huidskleur. Er wordt geschreeuwd en te zien is dat aangever bij zijn keel, oog en haren wordt vastgepakt. Ook wordt hij aan zijn haren getrokken.
[medeverdachte 5] verklaart bij de politie dat hij aangever als eerste een klap met zijn rechtervuist op zijn kaak heeft gegeven. Aangever is toen gevallen. Als de politie hem screenshot 40 toont, verklaart hij dat hij de jongen helemaal rechts in beeld is. Op screenshot 76 staat hij links, achter hem staat “ [medeverdachte 3] ” ( [medeverdachte 3] ) en daarnaast met de rode broek [medeverdachte 6] en met de witte rits [medeverdachte 1] . Als hem het filmpje getoond wordt, verklaart [medeverdachte 5] dat [medeverdachte 4] de filmer was, is [verdachte] degene die voorbij komt rennen en “ [medeverdachte 7] ” rent met hem mee. Als hij naar het filmpje kijkt, ziet [medeverdachte 5] dat er door iedereen tegen aangever aan wordt geschopt. Later komt ook [medeverdachte 8] in beeld. [medeverdachte 5] heeft gezien dat aangever nog wel een paar keer goed is geslagen door “ [medeverdachte 3] ” ( [medeverdachte 3] ) en [medeverdachte 1] . Volgens [medeverdachte 5] heeft “ [medeverdachte 3] ” aangever uit de bosjes gehaald en is gezegd dat aangever op zijn knieën moest gaan zitten. [medeverdachte 1] stond daar ook bij. [medeverdachte 5] verklaart tegenover de politie ‘dat hij ziet dat de jongens aan het schoppen zijn, zoals je ook tegen een voetbal aantrapt’.
[medeverdachte 8] heeft bij de politie verklaard dat hij aangever vijf keer op zijn rug heeft geslagen. [verdachte] verklaart bij de politie dat hij aangever heeft geduwd.
[medeverdachte 6] herkent zichzelf op de beelden als ‘de jongen met de rode broek en de zwarte jas’ en heeft bij de politie verklaard aangever een klap te hebben gegeven. Aangever viel toen op de grond. [medeverdachte 9] heeft verklaard dat hij eveneens achter de groep is aangerend. Hij verklaart bij de politie dat toen aangever viel de jongens gewoon verder zijn gegaan met trappen. Volgens [medeverdachte 9] schopten ze qua hardheid alsof het een geplaatst schot met de voetbal was, maar niet dwars door de bal heen of zo. Tegenover de rechter-commissaris verklaart [medeverdachte 9] achter aangever te zijn aangerend en één keer te hebben getrapt. Op de telefoon van [medeverdachte 1] , die volgens de medeverdachten ook aanwezig was bij het geweld tegen aangever, is een op 5 februari 2022 tussen 13:50 en 13:52 uur verzonden bericht aangetroffen waarin hij over het geweld tegen aangever verklaart: : “tegen niemand zeggen” en “heb die man kapot geslagen”.
In het dossier bevinden zich foto’s van het letsel bij aangever waarop forse rode en blauwe plekken zichtbaar zijn op het voorhoofd, op de hoofdhuid onder het haar en onder het oog van aangever.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij met de anderen mee is gerend en dat hij vervolgens heeft staan kijken naar het gevecht tegen aangever.
Poging tot doodslag, poging toebrengen zwaar lichamelijk letsel of openlijke geweldpleging?
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat het (voorwaardelijk) opzet van verdachte erop gericht was om aangever van het leven te beroven of zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
Zoals hiervoor is vastgesteld, is verdachte met de anderen mee gerend naar aangever en heeft hij aangever een duw gegeven. Verdachte wist dat het vechten zou worden. Verdachte is daarna aanwezig gebleven, terwijl de anderen fors geweld uitoefenden op aangever.
Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat het aandeel van verdachte meer dan dat is geweest. Weliswaar heeft [medeverdachte 5] verklaard dat iedereen aangever heeft geschopt naar aanleiding van de hem getoonde beelden, maar vastgesteld kan worden dat verdachte op de beelden degene is die langs het gevecht loopt. Dit maakt dat er tegen verdachte onvoldoende bewijs is dat hij zich aan de primair of subsidiair tenlastegelegde geweldshandelingen schuldig heeft gemaakt. Hieruit kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden geconcludeerd dat verdachte met deze wijze van handelen in het geheel bezien, zich van de aanmerkelijke kans op de dood van aangever, of het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, bewust moet zijn geweest en deze kans heeft aanvaard.
Gezien het voorgaande zal de rechtbank verdachte van het primair en subsidiair tenlastegelegde vrijspreken. Anders dan de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat wel wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het openlijk plegen van geweld tegen aangever.
De rechtbank stelt voorop dat van het "in vereniging" plegen van geweld sprake is, indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die "in vereniging" geweld pleegt. Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte geleverde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is.
Uit de gehele gang van zaken blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte doelbewust samen met anderen als groep op aangever is afgegaan. Verdachte heeft aangever een duw gegeven en daarnaast heeft hij door zijn aanwezigheid en optreden een in elk geval dreigend en getalsmatig versterkend aandeel geleverd aan deze gewelddadige confrontatie. Dat door de medeverdachten vervolgens fors geweld is gebruikt, doet daar niets aan af. Verdachte kan namelijk ook strafrechtelijk aansprakelijk zijn voor het niet door hemzelf gepleegde, in de tenlastelegging vermelde, geweld. Het verschil tussen het aandeel van verdachte en dat van de medeverdachten komt tot uitdrukking in het oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van openlijk geweld, daar waar een aantal medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan een poging tot doodslag. De rechtbank komt tot de conclusie dat verdachte, door te handelen als hiervoor beschreven een voldoende significante en wezenlijke bijdrage aan het geweld heeft geleverd.
Feit 2
De rechtbank is van oordeel dat de onder parketnummer 08/065362-22 onder 2 primair tenlastegelegde poging tot afpersing van [slachtoffer 3] wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Aangever [slachtoffer 3] heeft op 5 maart 2022 samen met zijn begeleider van de William Schrikker Stichting aangifte gedaan van afpersing en bedreiging door [medeverdachte 10] en verdachte. Aangever verklaart dat hij bang is voor deze jongens en hun groep en daarom niet meer alleen naar buiten gaat. Aangever had op de pof wiet gekocht bij [medeverdachte 10] en toen hij niet gelijk kon betalen, werd hij bedreigd door [medeverdachte 10] . Op 17 februari 2022 kwam aangever verdachte tegen. Verdachte floot naar aangever en maakte een gebaar naar aangever dat hij moest komen. Bij verdachte stonden nog twee andere jongens, [medeverdachte 8] en [medeverdachte 6] . Aangever liep toen naar hen toe. Verdachte zei tegen aangever dat hij [medeverdachte 10] moest betalen en dat hij [medeverdachte 10] wel even ging bellen. Verdachte neemt vervolgens contact op met [medeverdachte 10] . Aangever hoorde dat verdachte vroeg of aangever al betaald had. [medeverdachte 10] heeft verklaard verdachte over de telefoon zei dat aangever er is en hem het geld zou terugbetalen. [medeverdachte 10] is vervolgens die kant opgegaan. Verdachte zei ondertussen tegen aangever dat als hij geen geld had [medeverdachte 10] eraan zou komen. Verdachte zei toen: “als je nu geen geld geeft, moeten we andere maatregelen nemen. Wil je dat wat met [slachtoffer 1] gebeurd is, ook met jou gaat gebeuren?” Aangever wist dat verdachte en zijn vrienden [slachtoffer 1] in elkaar hebben geslagen en was bang dat verdachte en [medeverdachte 10] hem ook in elkaar zouden slaan. Volgens [medeverdachte 10] was het wel rechtvaardig dat aangever moest betalen, het was of betalen of klappen krijgen. Verdachte noemde in eerste instantie een bedrag van 15 euro, maar later werd dat 20 euro. Aangever raakte in paniek en appte zijn moeder dat hij geld moest hebben. Zijn moeder berichtte hem echter dat zij dit niet ging doen. Omdat zijn moeder had gezegd dat aangever de politie moest bellen, heeft aangever tegen verdachte gezegd dat hij naar zijn baas zou gaan om een voorschot te vragen op zijn loon. [getuige 3] stond erbij en verdachte vroeg haar wat zij ervan vond dat aangever al vijf maanden niet betaald had. Aangever had haar verteld dat hij al het geld aan verdachte had terugbetaald maar dat ze telkens meer geld wilden hebben van aangever. Volgens [getuige 3] waren verdachte en zijn vrienden ten opzichte van [slachtoffer 3] opdringerig met het geld.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij aangever op 17 februari 2022 in Hengelo (O) om geld heeft gevraagd. Volgens verdachte wilde hij het regelen voor zijn vriend [medeverdachte 10] . [medeverdachte 10] vertelde hem dat aangever hem nog 20 euro moest betalen. Verdachte heeft toen tegen medeverdachte [medeverdachte 10] gezegd: ‘hij gaat pinnen en geld halen’.
Anders dan de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat op basis van de reputatie van verdachte en de groep waar hij bij hoort, die volgt uit de verwijzing naar het geweldsincident met [slachtoffer 1] , de concrete bedreiging van aangever, het daarop volgende overleg met medeverdachte [medeverdachte 10] , de verhoging van het geldbedrag en niet in de laatste plaats de kwetsbaarheid van het slachtoffer, dat ook blijkt uit de wijze waarop hij werd aangeroepen door verdachte, maken dat er sprake is van een poging tot afpersing.
Parketnummer 08/253716-22
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08/253716-22 onder 1 en 2 is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan integraal zal vrijspreken. De rechtbank overweegt dat op basis van hetgeen in het dossier aan bewijsmiddelen is aangetroffen, slechts vastgesteld kan worden dat verdachte weer in de buurt was van een geweldshandeling waaraan zijn vrienden, van wie hij de namen niet wil noemen, zich schuldig hebben gemaakt. Ook was verdachte in het bezit van een filmpje van de poging tot doodslag op aangever [slachtoffer 4] . Ook heeft verdachte de dag na het voorval op zijn telefoon gezocht naar de waarde van de gestolen jas van aangever “omdat hij het een mooie jas vindt”. Hoewel deze feiten in de richting van betrokkenheid van de diefstal met geweld lijken te wijzen, is
de rechtbank van oordeel dat de bewijsmiddelen onvoldoende zijn om het als feit 1 en 2, in al haar varianten tenlastegelegde, bewezen te achten.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/032136-22 onder primair en de onder parketnummer 08/065362-22 onder 1 meer subsidiair en onder 2 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08/032136-22
primair
hij op 15 januari 2022 te Hengelo (O) tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet met kracht meermalen,
- die [slachtoffer 1] hebben vastgepakt en een arm om die [slachtoffer 1] heen hebben geslagen en
- die [slachtoffer 1] in de buik, tegen het lichaam hebben getrapt waardoor die [slachtoffer 1] ten val is gekomen en
- die [slachtoffer 1] vervolgens met geschoeide voet in het gezicht, tegen het hoofd en het lichaam hebben getrapt en
- die [slachtoffer 1] in het gezicht, tegen het hoofd en het lichaam hebben geslagen en gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Parketnummer: 08/065362-22
1, meer subsidiair
hij op 05-02-2022 te Hengelo (O) openlijk, te weten, aan de Wolter ten Catestraat, in elk geval op de openbare weg, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] door met dat opzet
- met een groep die [slachtoffer 2] achterna te rennen en vervolgens die [slachtoffer 2] met kracht meermalen, althans eenmaal,
- tegen het lichaam te duwen en
- tegen het lichaam te trappen ten gevolge waarvan die [slachtoffer 2] ten val is gekomen en
- ( vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, tegen het hoofd en het lichaam te trappen en
- in het gezicht, tegen het hoofd en het lichaam te slaan en te stompen.
2, primair.
hij op 17 februari 2022 te gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van een geldbedrag, dat geheel aan die [slachtoffer 3] toebehoorde, met dat opzet - zakelijk weergegeven -
- naar die [slachtoffer 3] heeft gefloten en gebaard dat die [slachtoffer 3] naar hem, verdachte,
toe moet komen en
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat hij [medeverdachte 10] nog moet betalen en
- die [medeverdachte 10] heeft opgebeld en heeft gevraagd aan die [medeverdachte 10] om ook
ter plaatse te komen en
- tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd dat die [slachtoffer 3] 15 en 20 euro moet betalen en
- vervolgens tegen die [slachtoffer 3] heeft gezegd: "als je nu geen geld geeft moeten we
andere maatregelen nemen. Wil je dat wat met [slachtoffer 1] gebeurd is ook met jou gaat
gebeuren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 47, 141, 287 en 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer: 08/032136-22
Primair
het misdrijf: medeplegen van poging tot doodslag
Parketnummer: 08/065362-22
feit 1, meer subsidiair
het misdrijf: openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
feit 2 primair
het misdrijf: poging tot afpersing door twee of meer verenigde personen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 6 maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming en met aftrek van voorarrest. Daarnaast een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 200 uren, bij niet verrichten te vervangen door 100 dagen jeugddetentie en de leerstraf Tact voor de duur van 35 uur, bij niet verrichten te vervangen door 17 dagen jeugddetentie.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw benadrukt - overeenkomstig de inhoud van de door haar overgelegde pleitnota - dat uit het psychologisch onderzoek Pro Justitia naar voren komt dat het tenlastegelegde verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend nu deze problematiek ook ten tijde van het tenlastegelegde aanwezig was. De raadsvrouw vindt dat verder meegewogen zou moeten worden dat verdachte op 16-jarige leeftijd al zes nachten heeft doorgebracht in het arrestantencentrum in Borne, terwijl dit indruist tegen het beleid dat minderjarigen tijdens de inverzekeringstelling in beginsel thuis kunnen overnachten. Ook heeft de gang van zaken rondom het verhoor door de politie bij zowel verdachte als zijn ouders geleid tot extra onnodige spanning en stress. Verdachte is zich bovendien rot geschrokken toen de voorzitter op 6 april 2023 aankondigde dat wellicht de schorsing van de voorlopige hechtenis zou worden opgeheven omdat verdachte zich niet zou hebben gehouden aan de gestelde voorwaarden. Omdat dit desastreuze gevolgen voor zijn opleiding zou hebben, had een en ander een grote impact op verdachte. Van belang is dat verdachte niet eerder met politie en justitie in aanraking is gekomen en het ook nu goed met hem gaat. Zijn stage loopt goed, zijn praktijkexamen is goed gegaan en op 12 mei heeft hij zijn theoretisch examen Nederlands. Inmiddels heeft er een intake plaatsgevonden bij het ROC voor de BBL schildersopleiding. De verdediging verzoekt om bij het bepalen van de op te leggen straf en het in dat kader op te leggen aantal uren werkstraf rekening te houden met de bevindingen van het psychologisch onderzoek, het advies van de Raad en voormelde omstandigheden.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van het feit
Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachten schuldig gemaakt aan ernstige geweldsdelicten die tussen januari en februari 2022 zijn gepleegd. .
In de zaak van 15 januari 2022 hebben verdachte en zijn medeverdachten zich in de binnenstad van Hengelo schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag. Aanleiding voor het geweld was een eerdere ruzie over een meisje. Terwijl aangever [slachtoffer 1] op de grond was beland, is er met veel kracht getrapt tegen zijn hoofd. Aangever is op enig moment bewusteloos geraakt. Het geweld tegen aangever was zo heftig dat aangever daardoor had kunnen overlijden. De aanwezige getuigen waren nadien erg overstuur. Voor deze geweldsexplosie was geen enkele aanleiding, laat staan een rechtvaardiging. Dergelijk geweld is de nachtmerrie van menig ouder wanneer hun kinderen ’s avonds op straat rondhangen of uitgaan. Aangever mag van geluk spreken dat hij nog leeft en geen ernstige verwondingen heeft opgelopen.
In de zaak van 5 februari 2022 hebben verdachte en zijn medeverdachten zich na een uit de hand gelopen feestje nabij het NS-station in Hengelo schuldig gemaakt aan openlijk geweld tegen aangever [slachtoffer 2] . Er is door de medeverdachten meermalen tegen het lichaam en hoofd van aangever getrapt en geslagen. Dit geweld is gefilmd, waarbij aanmoedigingen en commentaar zijn geschreeuwd die hebben bijgedragen aan een sfeer van ontremming.
Het gaat hier om zeer ernstige strafbare feiten en het valt op dat verdachte in groepsverband in één maand bij deze feiten betrokken is geweest. De rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij in het geheel geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn eigen handelen en totaal niet heeft gelet op de mogelijke gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers. De ervaring leert immers dat dergelijke gebeurtenissen ook heel anders kunnen aflopen en slachtoffers het niet meer kunnen navertellen of er blijvend letsel aan overhouden.
Ook heeft verdachte zich op 17 februari 2022, samen met zijn medeverdachte, schuldig gemaakt aan een poging tot afpersing van [slachtoffer 3] . Door de actie van verdachte is het slachtoffer, dat al gedurende langere tijd bedreigd en afgeperst werd door medeverdachte [medeverdachte 10] , erg bang geweest. Duidelijk is dat verdachte het slachtoffer vanwege zijn grote kwetsbaarheid is uitgekozen, en daarmee voor verdachte en medeverdachte [medeverdachte 10] een gemakkelijke prooi was. Het hele gebeuren heeft een grote impact gehad op het slachtoffer en ook op zijn naaste omgeving. Verdachte heeft hier op geen enkel moment over nagedacht wat maakt dat dit een bijzonder kwalijk feit is.
De rechtbank rekent dit alles verdachte aan en overweegt dat voornoemde feiten de oplegging van een substantiële straf zonder meer rechtvaardigen.
De persoon van de verdachte
Ter beantwoording van de vraag op welke wijze de onderhavige zaken precies moeten worden afgedaan, heeft de rechtbank ook gekeken naar de persoon van verdachte en hetgeen de deskundigen hierover adviseren.
In het kader van de strafzaak (alleen parketnummer 08/032136-22) is verdachte psychologisch onderzocht door drs. J.A.M. Gresnigt, klinisch psycholoog. Uit het rapport van 14 juni 2022 komt de toen 15-jarige [verdachte] naar voren als een beneden gemiddeld intelligente vriendelijke jongen die zich wat afwachtend opstelt. Hij toont enig probleembesef en zelfinzicht. Er zijn aanwijzingen voor een ontwikkelingsstoornis in termen van ADHD en een oppositioneel-opstandige stoornis. Verdachte kan prikkelbaar zijn en hij erkent ruziezoekend en ongehoorzaam gedrag. Dit betreft onder meer verzet tegen regels, het zich ergeren aan anderen en ruzie maken. Hij is weinig ingekaderd, kon zijn eigen gang gaan en heeft in mindere mate geleerd om met kaders, grenzen en autoriteit om te gaan.
Zijn vermogen tot empathie heeft zich marginaal ontwikkeld, waardoor hij niet zo stilstaat bij hetgeen hij anderen aandoet. Zijn zelfbeeld is nadrukkelijk positief ingekleurd. Op school presteerde hij langere tijd ondermaats, waarschijnlijk mede door zijn aandachtsproblemen en hyperactiviteit en laat weinig prestatiemotivatie zien. In sociaal opzicht zoekt hij contact met groepen jongeren die zich ook middels antisociaal gedrag manifesteren, bezit weinig remmingen en lijkt hierdoor enige status te krijgen. Zijn gewetensfunctie en capaciteit tot schuld en schaamte heeft zich vooralsnog wat lacunair ontwikkeld en is niet conform kalenderleeftijd. Zowel moeder, zijn mentor als de rapporteur zien ook een gevoelige en welwillende jongen die zeker ook positief en pro sociaal gedrag laat zien en zich aangepast en behulpzaam kan opstellen. Zijn impulscontrole en agressieregulatie kunnen tekortschieten, zeker als hij wordt uitgedaagd of gekrenkt.
Verminderd toerekenbaar
Mede kijkend naar zijn achtergrond en leeftijd, wordt geconstateerd dat zijn ontwikkeling afwijkt in vergelijking met die van zijn leeftijdsgenoten en worden lacunes in zijn gewetensontwikkeling, sociaal-emotionele- en identiteitsontwikkeling geconstateerd die een rol hebben gespeeld ten tijde van het tenlastegelegde. Als gevolg van zijn onrijpe emotionele- en gewetensontwikkeling werd hij in verminderde mate geremd door zijn geweten, door eigen morele en corrigerende, remmende gedachten en gevoelens en door empathie met de slachtoffers. Hierdoor was hij in verminderde mate in staat om de gevolgen van zijn handelen te overzien. Het tenlastegelegde dient hem daarom, indien bewezen, in verminderde mate te worden toegerekend.
Recidiverisico
Beschermend zijn onder meer zijn intelligentie, school en stage en toekomstgerichtheid. Er is sprake van al langer bestaande impulsiviteit, oppositionele gedragsproblematiek en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling waarbij met name de regulatie van zijn boosheid, agressie en impulsen zorgen baart. Zorgelijk is zijn beperkte steunend netwerk en zijn moeite in het omgaan met begrenzende anderen die hij snel als autoritair kan beleven, hetgeen boosheid en verzet bij hem opwekt. Indien bewezen, is een ambulante forensische behandeling bij een forensische kliniek gericht op zijn agressie- en emotieregulatie en impulscontrole geïndiceerd. Belangrijk is verder dat hij zich committeert aan de voorwaarden, waarbij het vermijden van het contact met (groepen) probleemjongeren van belang is, totdat hij hier zelf bewuster mee om kan gaan en grenzen heeft leren stellen.
Indien hij in het geval van een bewezenverklaring onbehandeld zou terugkeren naar de te weinig begrenzende- en gestructureerde situatie voor zijn aanhouding en hij contact zoekt met probleemjongeren, moet het recidiverisico op het plegen van geweldsdelicten als matig tot hoog beoordeeld.
Advies
In geval van een bewezenverklaring is een ambulante forensische behandeling (cognitief gedragstherapeutisch) bij een forensische polikliniek gericht op zijn agressie- en emotieregulatie en impulscontrole geïndiceerd. Het vergroten van inzicht in zijn eigen functioneren (de sterke kanten en lacunes in zijn ontwikkeling) en onder meer empathietraining en een training moreel redeneren kunnen helpend zijn. Naast cognitieve interventies kan ook gedacht worden aan psychomotore therapie. Ook kan medicamenteuze behandeling van de ADHD worden overwogen, het effect hiervan moet echter goed worden gemonitord. Van belang is om positief, sociaal gedrag en pro sociale doelen (continuering scholing) te bekrachtigen en om duidelijk en consistent negatief gedrag te begrenzen.
Het investeren in een opleiding, aandacht voor het verwezenlijken van opleidingsdoelen, het ontwerpen van een realistische en uitdagend toekomstperspectief, het opbouwen van een pro-sociaal netwerk en het afstand nemen van ‘verkeerde vrienden’ zijn tevens van wezenlijk belang. In het verlengde hiervan zijn ook gesprekken met zijn ouders van belang. De hoop is dat hij een inhaalslag kan maken qua zijn sociaal-emotionele-, identiteits- en gewetensontwikkeling. Het advies is om de ambulant forensische behandeling te laten plaatsvinden als bijzondere voorwaarde van een deels voorwaardelijke vrijheidsstraf. Een toezicht door de jeugdreclassering vindt dan automatisch plaats en is van waarde. Een contactverbod met groepen probleemjongeren, zolang de jeugdreclassering dat nodig vindt, is tevens een belangrijke voorwaarde die overwogen moet worden.
Raad voor de Kinderbescherming
De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 30 maart 2023 een rapport over de inmiddels 16-jarige verdachte uitgebracht. Daarin wordt onder meer verwezen naar het hierboven aangehaalde rapport van de psycholoog. Gezien zijn positieve ontwikkeling in de afgelopen periode en het feit dat hij zich inmiddels een jaar aan de schorsingsvoorwaarden heeft weten te houden, is de Raad van mening dat een consequentie in eerste instantie het beste kan plaatsvinden in de vorm van een onvoorwaardelijke werkstraf. Daarnaast ziet de Raad meerwaarde in het stellen van voorwaarden die ertoe bijdragen dat verdachte de komende tijd niet opnieuw met politie en justitie in aanraking komt. Omdat het delict gerelateerd is aan zijn agressieprobleem en impulsiviteit, denkt de Raad, net als het NIFP, dat behandeling hiervoor noodzakelijk is. De Raad ziet ook dat het hebben van een zinvolle dagbesteding in de vorm van werk of school, bijdraagt aan verdachtes toekomstperspectief en daarmee ook aan motivatie om op het rechte pad te blijven. Verder denkt de Raad dat verdachte in het kader van de bijzondere voorwaarden ondersteund kan worden bij de omgang met pro sociale leeftijdsgenoten. De jeugdreclassering ziet toe op het feit dat verdachte zich aan deze voorwaarden houdt en kan hem hierbij begeleiden door middel van het doen van de aanmelding voor agressiebehandeling en het ondersteunen bij de vervolgstappen na het behalen van zijn diploma. In geval van een veroordeling voor meer dan één delict, dan vindt de Raad een voorwaardelijke jeugddetentie meer recht doen en is een betere stok achter de deur dan een voorwaardelijke werkstraf. Een proeftijd van twee jaar is het meest passend.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de Raad gepersisteerd bij het advies.
De rechtbank heeft rekening gehouden met het Uittreksel Justitiële documentatie over verdachte van 3 april 2023 waaruit blijkt dat hij tot nu toe een blanco strafblad heeft.
Strafmodaliteit en de hoogte daarvan
De rechtbank stelt voorop dat bij een bewezenverklaring van de feiten waar verdachte zich schuldig heeft gemaakt, waaronder een poging tot doodslag en het plegen van openlijk geweld, in beginsel een onvoorwaardelijke jeugddetentie gerechtvaardigd is.
Gelet op het pedagogisch karakter van het jeugdstrafrecht staan, naast vergelding en genoegdoening voor een slachtoffer, ook de belangen van een minderjarige verdachte centraal bij de afweging welke straf en/of maatregel aan die verdachte moet worden opgelegd.
De rechtbank sluit aan bij het door de Raad gegeven advies. Hoewel verdachte zich langere tijd aan strikte schorsingsvoorwaarden heeft moeten houden, vindt de rechtbank oplegging van een straf belangrijk om een duidelijk signaal af te geven richting verdachte dat dergelijk ernstig delictgedrag niet wordt getolereerd. De rechtbank houdt ook rekening met de houding van verdachte na de vechtpartij tegen [slachtoffer 1] , in die zin dat hij dreigend en op niet mis te verstane wijze tegen getuige [getuige 1] heeft gezegd dat als [slachtoffer 1] aangifte zou doen, hij hem écht dood zou maken. In één maand tijd is verdachte op ernstige en op minder verregaande wijze betrokken geweest bij meerdere geweldsdelicten die telkens door (een deel van) een inmiddels beruchte groep jongeren in Hengelo zijn gepleegd. Verdachte wordt door getuigen gezien als één van de initiatiefnemers of leider van de groep, terwijl er tegelijkertijd aanwijzingen zijn dat hij in feite (ook) één van de meelopers is geweest die steeds in de buurt is als (hij weet dat) er geweld wordt gebruikt. Tijdens de behandeling ter terechtzitting is het opgevallen dat verdachte nog altijd niet de volledige verantwoordelijkheid voor de gepleegde feiten neemt. Ook is opgemerkt dat verdachte als een kwetsbaar persoon overkomt, en dat het NIFP heeft geadviseerd de tenlastegelegde feiten hem in verminderde mate toe te rekenen. Alles afwegende en daarbij in aanmerking genomen hetgeen verder omtrent de persoon van verdachte is gebleken, in het bijzonder zijn nog jonge leeftijd ten tijde van de pleegdata, acht de rechtbank oplegging van een taakstraf, te weten de werkstraf van 100 uur, subsidiair 50 dagen vervangende jeugddetentie, alsmede een taakstraf, te weten de leerstraf Tact van 35 uur, subsidiair 17 dagen vervangende jeugddetentie, passend en geboden. Deze leerstraf geldt, in verband met de wachtlijst van Accare, als overbrugging naar de als bijzondere voorwaarde opgelegde behandeling.
De rechtbank zal ook drie (3) maanden jeugddetentie opleggen, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd, met aftrek van voorarrest.
Het verzoek tot opheffing van de geschorste bevelen tot voorlopige hechtenis wordt, mede gelet op de straf die de rechtbank aan verdachte zal opleggen, toegewezen.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
De vader heeft zich namens [slachtoffer 2] als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.050,26, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- telefoon € 248,00;
- jas € 199,96;
- reiskosten € 102,30.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 1.500,00 gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij in zijn geheel dient te worden toegewezen, inclusief de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ook heeft de officier van justitie verzocht om verdachte hoofdelijk te veroordelen in de te betalen schadevergoeding.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vanwege het standpunt dat verdachte van dit feit in zijn geheel dient te worden vrijgesproken bepleit dat de vordering van de benadeelde partij dan ook niet voor toewijzing vatbaar is en niet ontvankelijk dient te worden verklaard. Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat vanwege het ontbreken van enig causaal verband tussen de gedragingen van verdachte en de door aangever geleden schade de vordering dient te worden afgewezen dan wel te worden gematigd tot nihil.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het onder parketnummer 08/065362-22 onder 1 ten laste gelegde. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk, met uitzondering van de reiskosten nu deze niet zijn aan te merken als schade die rechtstreeks is geleden door het strafbare feit. Deze reiskosten komen ook als proceskosten niet in aanmerking voor vergoeding nu de benadeelde partij wordt bijstaan door SHN (Hoge raad 28 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:414). De rechtbank zal het gevorderde daarom (deels) toewijzen tot een bedrag van € 1.947,96, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met
nuldagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
8.6
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
De moeder heeft zich namens [slachtoffer 3] als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om een immateriële schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.000,-- (duizend), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan.
8.7
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij in zijn geheel dient te worden toegewezen, inclusief de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
8.8
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vanwege het standpunt dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de feiten ten aanzien van [slachtoffer 3] , aangevoerd dat de vordering niet voor toewijzing vatbaar is en niet ontvankelijk verklaard dient te worden, dan wel dat vanwege het ontbreken van enig causaal verband tussen de gedragingen van verdachte en de geleden schade de vordering dient te worden afgewezen..
8.9
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder parketnummer 08/065362-22 onder 2 primair bewezenverklaarde feit rechtstreeks immateriële schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij.
Op grond van artikel 6:106, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde partij recht op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van de immateriële schade indien de benadeelde op andere wijze in zijn persoon is aangetast. Naar het oordeel van de rechtbank is hiervan sprake. De rechtbank heeft hierbij gelet op de brief van de psycholoog waaruit volgt dat de benadeelde licht verstandelijk beperkt is en daardoor sneller onder de indruk dan een gemiddeld persoon. De hoogte van de vordering is ter terechtzitting betwist. Op grond van de door en namens de benadeelde partij gestelde omstandigheden en de daaruit voortvloeiende aard en ernst van de normschending en de gevolgen daarvan, stelt de rechtbank, gelet op de rol van de verdachte in vergelijking met de rol van de medeverdachte, de omvang van de schade naar billijkheid vast op € 300,-. De rechtbank zal de vordering voor dat deel toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 februari 2022 en voor het overige afwijzen.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
8.1
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met
nuldagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
8.11
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 10.380,- (tienduizenddriehonderdtachtig), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- Lacoste jas € 100,--;
- mobiele telefoon € 100,--;
- schoenen, broek, shirt € 180,--
(besmeurd met bloed)
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 10.000,-- gevorderd.
8.12
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het onder parketnummer 08/253716-22 ten laste gelegde. Omdat verdachte van dit feit integraal wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij op de voet van artikel 361, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77m, 77ma, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa en 77gg Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/065362-22 onder 1 primair en subsidiair en het onder parketnummer 08/253716-22 onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/032136-22 onder primair, onder parketnummer 08/065362-22 onder 1 meer subsidiair en onder 2 primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer: 08/032136-22
Primair
het misdrijf: medeplegen van poging tot doodslag
Parketnummer: 08/065362-22
feit 1, meer subsidiair
het misdrijf: openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen
feit 2 primair
het misdrijf: poging tot afpersing door twee of meer verenigde personen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08/032136-22 onder primair, onder parketnummer 08/065362-22 onder 1 meer subsidiair en onder 2 primair bewezen verklaarde;
Straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze straf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de door de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op de door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen, zal melden bij de jeugdreclassering zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- meewerkt aan door Jeugdbescherming Overijssel noodzakelijk geachte ondersteuning of verwijzing naar andere hulpverleningsinstanties, die gedurende de begeleiding door de jeugdreclassering noodzakelijk wordt geacht om de kans op herhaling te verkleinen,
- deelneemt aan behandeling of begeleiding gericht op zijn agressieregulatie, bij Accare of een andere soortgelijke instelling die door de jeugdreclasseerder noodzakelijk wordt geacht;
- op geen enkele wijze contact zal hebben met jongeren waarvan de jeugdreclassering hem het contact verbiedt;
- een zinvolle dagbesteding heeft, waarbij de jeugdreclassering bepaalt wat zinvol is;
- op geen enkele wijze contact opneemt en/of onderhoudt met slachtoffer [slachtoffer 3] , gedurende de proeftijd, zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht.
Toezicht op de uitvoering van de bijzondere voorwaarden wordt uitgeoefend door de
gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering,
instantiecode AST106. Verantwoordelijke gemeente is Hengelo.
- Daarbij gelden als
voorwaarden van rechtswegedat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit de
werkstraf, voor de duur van 100
(honderd) uren,
-beveelt, voor het geval dat de verdachte de leerstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
50 (vijftig) dagen;
-beveelt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de taakstraf in mindering wordt gebracht, waarbij als maatstaf geldt dat voor de eerste zestig dagen doorgebracht in verzekering of voorlopige hechtenis, twee uren per dag aftrek plaatsvindt;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit de
leerstrafTact, voor de duur van 35
(vijfendertig) uren,
-beveelt, voor het geval dat de verdachte de leerstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
17 (zeventien) dagen;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van
€ 1.947,96 (bestaande uit € 447,96 materiële schade en € 1.500,00 immateriële schade);
- wijst af de gevorderde reiskosten ad €102,30;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] (parketnummer 08/065362-22): van een bedrag van € 1.947,96 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2022) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08/065362-22 onder 1 primair bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.947,96 (zegge: negentienhonderdenzevenenveertig euro en 96 cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
nuldagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
schadevergoeding [slachtoffer 3]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van
€ 600,- (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] (parketnummer 08/065362-22 onder 2 primair): van een bedrag van € 600,- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 februari 2022) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de onder parketnummer 08/065362-22 onder 2 primair bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 600,- (zegge: zeshonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 februari 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
nuldagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Schadevergoeding [slachtoffer 4]
- bepaalt dat de benadeelde partij: (parketnummer 08/253716-22): in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft de (geschorste) bevelen tot voorlopige hechtenis op met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M. van Bruggen en
mr. L. Pieters, rechters, tevens kinderrechters, in tegenwoordigheid van E. Bauhuis, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland, district Twente, basisteam Twente-Midden met nummer PL0600-2022103013, gesloten op 4 april 2022. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Parketnummer: 08/032136-22
1.
Het proces-verbaal vanaangifte van [slachtoffer 1]van 18 januari 2022, pagina
38-43 (met fotobijlage letsel), voor zover inhoudend als verklaring van aangever,
zakelijk weergegeven:
Op zaterdagavond 15 januari 2022 omstreeks 21.30 uur stond ik samen met [naam 1] (telefoonnummer [telefoonnummer 1] ) in het zogenaamde "flikkerpark" bij het NS station te Hengelo. [naam 1] werd gebeld dat wij daar weg moesten gaan. Wij zouden daar namelijk niet veilig zijn, omdat [verdachte] samen met een aantal vrienden op zoek zou zijn naar mij. Ik ben toen met [naam 1] naar Micado gegaan op het [adres 2] te Hengelo. Blijkbaar heeft iemand toen mijn locatie doorgegeven of gezien via snapchat. Want voor ik het wist kwam [medeverdachte 1] op mij af en sloeg een arm om mij heen. Hij zei: “hé grote vriend, je moet gaan rennen". Daar kreeg ik de kans niet voor en ik zag dat ik ineens in mijn buik werd getrapt door [verdachte] . Door de trap viel ik achterover op de grond. Toen ik op de grond lag gingen ze op mij los. Behalve [verdachte] waren ook [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , (…) erbij betrokken. Ik werd wel een kwartier lang geslagen en getrapt op mijn hoofd en voelde daarbij pijn. Ik heb mijn armen voor mijn hoofd gehouden, om mijn gezicht zoveel mogelijk te kunnen beschermen. En heb geschreeuwd van de pijn, toen plotseling het licht uit ging. Ik kwam vervolgens weer bij in de armen van [naam 1] , die vroeg hoe het met mij ging. Toen kwamen twee jongemannen met een Volkswagen Polo en die hebben mij naar huis gebracht in hun auto. Ik had pijn aan mijn gezicht, een blauw oog en krassen op mijn rug.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
2.
Het proces-verbaal van verhooraangever [slachtoffer 1]van 26 januari 2022 , pagina 45, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
A: [medeverdachte 1] heeft mij verteld dat [verdachte] , [medeverdachte 2] (…) mij gepakt hebben toen ik op de grond lag.
V: Wat weet jij zelf nog?
A: Alleen dat [verdachte] en [medeverdachte 2] begon op mij in te slaan en te schoppen. Daarna heb ik
niets gezien doordat ik mij probeerde klein te maken en vervolgens ben ik "out"
gegaan. Ik kwam bij terwijl ik in de armen stond van een jongen, het stuk daar tussen ben ik kwijt.

3.

Het proces-verbaal van bevindingen van 25 januari 2022, pagina 47-48, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Op 21 januari 2022 te 16:00 uur sprak ik, verbalisant [verbalisant 1] , met een van de jongeren uit mijn wijk die ook de mishandeling heeft gezien. Deze persoon gaf aan doodsbang te zijn voor deze groep. Deze groep staat bekend als gewelddadig. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , vind dit een terechte angst gezien de feiten waarvoor deze groep in beeld komt. In overleg besloten om deze persoon niet met naam en toenaam in dit proces verbaal. Ik, verbalisant [verbalisant 1] , hoorde het volgende van hier bovengenoemd persoon: 'Vorige week, datum weet ik niet meer precies, heeft er een mishandeling plaats gevonden. Een hele groep belaagde een jongen, hij had wel dood kunnen zijn.
Ik wil hier wel over verklaren maar dan anoniem, anders wil ik niets vertellen. Ik
ben doodsbang voor deze groep en dit groepje is ook zeer gewelddadig. De meeste
kinderen vrezen voor deze jongens. Ik was op het Prins Bernard plantsoen te Hengelo. (…) Wij zijn toen snel naar [locatie 1] gelopen, dat zit tegenover [locatie 2] . [naam 2] werd gebeld door [verdachte] en [verdachte] vroeg waar wij waren. (…)
Dit duurde dus niet lang, toen zag ik dat [verdachte] en een hele groep er kwamen lopen, ik schat 15 a 20 man. Veel jongens hadden een capuchon op, bivakmutsen op en een
mondkapje voor. De groep kwam van alle kanten. Ik zag in ieder geval dat de volgende personen in die groep onze kant kwam lopen:
- [verdachte]
- [medeverdachte 3]
- [medeverdachte 1] , achternaam onbekend
- [medeverdachte 4]
- [medeverdachte 2]
Ik zag dat [medeverdachte 1] een arm om [slachtoffer 1] sloeg en hoorde dat hij zei: 'ren maar weg' of
woorden van gelijke strekking. Ik zag dat [slachtoffer 1] bleef staan. Ik zag dat [verdachte] , [slachtoffer 1]
op de grond had gegooid. [slachtoffer 1] heeft de hele tijd op de grond gelegen. Ik heb gezien
dat [verdachte] , [slachtoffer 1] een paar klappen gaf op zijn arm. Maar omdat iedereen op [slachtoffer 1]
begon te slaan was het niet goed te zien, waar [verdachte] precies sloeg. Ik zag dat [medeverdachte 2]
meerdere klappen met zijn vuist op het hoofd van [slachtoffer 1] sloeg en dat hij
[slachtoffer 1] op zijn hoofd schopte meerdere malen. Hij leek helemaal psycho! Ik hoorde
ondertussen roepen: 'lekker he'. Ik heb gezien dat [medeverdachte 4] , [slachtoffer 1]
ook heeft geslagen. Heel veel van die groep hebben [slachtoffer 1] geslagen en geschopt dit
duurde ongeveer 5 minuten. Na 5 minuten zijn ze richting de stad gerend.
Vervolgens viel [naam 3] nog flauw na die tijd, omdat ze het zo heftig vond. Het was ook heel heftig. [slachtoffer 1] had ook wel dood kunnen zijn. (…) [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] vertelden lacherig en 'stoer' de dag er na dat ze beiden [slachtoffer 1] hadden geslagen. [medeverdachte 4] heeft mij zijn knokkels laten zien, ik zag dat hij wondjes op zijn knokkels had waaruit bleek dat hij iemand had geslagen.
4.
Het proces-verbaal van verhoor (medeverdachte)[medeverdachte 3]van 9 februari 2022 , pagina 444-446, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
V: Je wordt verdacht van eenvoudige mishandeling en openlijke geweldpleging gepleegd op zaterdag 15 januari 2022 omstreeks 21:30 uur aan de [adres 2] ter hoogte de school [locatie 1] te Hengelo. (…)
Ik stond naast [verdachte] en toen heb ik [slachtoffer 1] dus klappen gegeven. Ik dacht dat [slachtoffer 1] ons een klap wilde geven omdat ik zag dat hij zijn arm/ hand naar achteren deed. Ik ben toen bovenop hem gesprongen en heb hem toen flinke klappen gegeven. Ik had [slachtoffer 1] toen op de grond liggen op zijn rug en ik zat bovenop hem. Ik heb hem toen met kracht op zijn gezicht geslagen met mijn vuisten. Dit zijn flink wat klappen geweest ik heb hem overal op zijn gezicht geraakt. Ik hoorde dat [slachtoffer 1] aan het schreeuwen was en dat hij huilde. Ik hoorde hem "aahhh" roepen. (…) Ik heb hem ongeveer ander halve minuut geslagen. Ik heb nadat ik hem geslagen heb nog
geschopt. [slachtoffer 1] lag toen nog op de grond. Ik weet niet meer of [slachtoffer 1] op dat moment nog bij bewustzijn was. (…) Ik heb [slachtoffer 1] ook tegen zijn hoofd aan geschopt. Ik heb hem geschopt net zoals je een penalty neemt, ik heb in ieder geval goed uitgehaald. Ik weet ook zeker dat ik hem geraakt heb op zijn hoofd. Ik weet niet meer hoe vaak ik hem geraakt heb met schoppen op zijn hoofd. Er trokken de hele tijd [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] aan mij om mij van [slachtoffer 1] af te krijgen. Ik heb ze
alle drie tegen mij horen zeggen dat ik moest stoppen. Ze zeiden "Stop [medeverdachte 3] niet doen".
V: Heb jij zijn hoofd nog geraakt?
A: Ja ik heb zijn hoofd geraakt zowel met schoppen als met het slaan met mijn
vuisten.
V: Uit meerdere getuigenverklaringen komt naar voren dat jij [slachtoffer 1] ook
geschopt hebt. Wat kun jij hierover verklaren?
A: Dat klopt. (…)
V: Hoelang heeft het geduurd dan dat jij oven hem hing?
A: Dit heeft in totaal ongeveer 4 a 5 minuten geduurd
V: Waardoor is de mishandeling gestopt?
A: Doordat ik eraf getrokken werd (…)
5.
Het proces-verbaal van verhoor[verdachte]van 7 februari 2022, pagina
338-339 voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
V: Je wordt verdacht van openlijke geweldpleging ter hoogte van [locatie 1] te Hengelo, gepleegd op 15 januari 2022. Wat kun je daarover verklaren?
A: Wij zijn daar wel geweest. (…) Ik kreeg op het plein ruzie met een jongen. Hij heette [slachtoffer 1] . (…) Ik kreeg woorden met hem en toen kwam hij op mij aflopen. Ik duwde hem weg en toen kwam hij nog een keer op mij af. (…) Ik sloeg hem toen met mijn vlakke hand in zijn gezicht. Wij sloegen elkaar over en weer en op een gegeven moment heb ik hem in zijn buik getrapt waardoor hij viel. Hij viel op de grond en volgens mij viel hij met zijn hoofd op de grond. (…) Ik heb wel de eerste klap gegeven, maar ik laat mij niet slaan. (…)
A: Ik heb gezien dat een donkere jongen een arm om [slachtoffer 1] heen sloeg. Volgens mij
deed hij dat omdat ze elkaar kenden. Ik heb hem toen niet in zijn buik getrapt. Later
wel, waarbij hij toen ook viel. Ik heb hem niet tegen zijn hoofd getrapt. Wel tegen
zijn rug.
V: [slachtoffer 1] is door verschillende jongens geschopt en geslagen. Wie heeft wat gedaan?
A: Ik weet wat ik zelf gedaan. Hij werd wel door andere jongens geschopt en geslagen.
6.
Het proces-verbaal van verhoorgetuige [getuige 2], van 26 januari 2022, pagina 57-58, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Er kwam 1 jongen uit de groep gelijk naar [slachtoffer 1] toe. Deze jongen heet [medeverdachte 1] . Ik zag
dat [medeverdachte 1] een arm om [slachtoffer 1] heen sloeg en ik hoorde hem zeggen "he grote makker". Dat zei [medeverdachte 1] op zo'n manier dat het op mij overkwam als of [medeverdachte 1] wist wat er ging
gebeuren, en dat niet erg vond. Terwijl [medeverdachte 1] de arm nog om [slachtoffer 1] heen had zag ik dat [verdachte] [slachtoffer 1] hard in zijn buik trapte. Ik zag dat [slachtoffer 1] hierdoor op de grond viel.
Ik zag dat er toen wel 5 of 7 jongens begonnen te slaan en te schoppen op [slachtoffer 1] .
[verdachte] en een jongen die ik niet ken hadden hier het grootste aandeel in. Ik zag dat
[verdachte] heel vaak getrapt en geslagen heeft op [slachtoffer 1] . Op zijn hoofd, in zijn buik. Ik
hoorde dat [verdachte] meerdere keren iets schreeuwde naar [slachtoffer 1] van "nooit meer doen!".
Ik zag dat [medeverdachte 4] , de achternaam weet ik niet, ook tegen [slachtoffer 1] trapte en sloeg.
[slachtoffer 1] heeft al die tijd op de grond gelegen in elkaar gedoken met zijn armen voor
zijn hoofd om zich te beschermen. Terwijl [slachtoffer 1] op de grond lag zag ik dus meerderen die op hem intrapten. Het was echt heel heftig, ik dacht dat ze hem dood zouden trappen. (…) [medeverdachte 3] ken ik ook en deze jongen was er ook bij. Ik zag dat ook [medeverdachte 3] op [slachtoffer 1] aan het trappen was en hem raakte. Er was in ieder geval nog 1 jongen bij die [slachtoffer 1] getrapt heeft en misschien nog wel meer, maar die ken ik niet. (…) Ik en anderen hebben meerdere keren geroepen dat ze moesten stoppen maar ze bleven maar door gaan. Het duurde wel 2 of 3 minuten lang. Ik heb ook meerdere keren geroepen "Niet doen [verdachte] !" " Niet doen!". Aan het einde ging er 1 jongen nog heel heftig door op [slachtoffer 1] . Ik ken deze jongen niet. Deze jongen sloeg echt met zijn vuist in op het hoofd van [slachtoffer 1] . (…) Ik zag dat [slachtoffer 1] flauw gevallen was, en hoorde dat iemand water op ging halen. Iedereen met wie ik was die was overstuur.
7.
Het proces-verbaal van verhoorgetuige [getuige 1], van 21 januari 2022, pagina 51-52, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik ben getuige geweest van een mishandeling gepleegd op zaterdag 15 januari 2022.
(…) Afgelopen zaterdag, 15 januari 2022, omstreeks 19:00 uur was ik samen met aantal vrienden in het 'Flikkerplark', hiermee bedoel ik het Prins Bernhardplantsoen in
Hengelo. (…) Op een gegeven moment werd iemand van onze groep gebeld of geappt.
Ik hoorde dat [naam 2] ineens zei: ' [verdachte] enzo komen er allemaal aan, zullen we ergens anders naartoe gaan'. Hierna zijn we naar de school [locatie 1] gegaan aan het [adres 2] . (…) Ineens kwamen er uit alle hoeken ongeveer 10 personen aan, met allemaal donkere kleding. Ik herkende [verdachte] , (…), [medeverdachte 3] , (…) [medeverdachte 4] (fonetisch), (…) [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] (achternaam weet ik niet). Ik zag dat [medeverdachte 1] met zijn arm om [slachtoffer 1] heen ging staan. Ik zag dat [verdachte] [slachtoffer 1] een duw gaf waardoor [slachtoffer 1] achterover op de grond viel. Ik zag dat de jongens die ik hierboven noemde met zijn allen op [slachtoffer 1] af liepen. Ik zag dat [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] meerdere keren vol in het gezicht en op de buik van [slachtoffer 1] hebben geslagen en geschopt. Ik denk dat dit ongeveer 5 minuten geduurd heeft. Ik hoorde dat een vriendin van mijn genaamd [naam 4] schreeuwde dat ze moesten stoppen. Ik zag dat de jongens hier niets op uit deden en gewoon door gingen met slaan en schoppen. Op een gegeven moment stopte de groep ineens en zei liepen weg richting de wijk [locatie 3] . Ik ben hierna naar [slachtoffer 1] gelopen. Ik zag dat zijn gezicht onder het bloed zat. Ik zag dat zijn lip kapot was en volgens mij ook de linkerkant van zijn hoofd. Ik zag ook dat zijn gezicht onder de modder zat. [naam 2] had iemand gebeld om ons te helpen, zij kwamen ongeveer 10 minuten later met water en doekjes bij ons. Ik hoorde dat [naam 2] ook nog vrienden van zijn broer had gebeld en deze hebben [slachtoffer 1] veilig naar huis gebracht. (…)
V: Waarom hebben jullie [slachtoffer 1] niet kunnen helpen?
A: Ze waren met teveel en wij waren bang dat ze ons anders ook zouden slaan. (…)
A: Ik ben op school door [verdachte] aangesproken. [verdachte] riep mij bij zich. [verdachte] en ik zitten op dezelfde school. Ik hoorde dat [verdachte] zei: “Als [slachtoffer 1] aangifte heeft gedaan dan zoek ik hem op en dan maak ik hem echt dood.
8.
Een schriftelijk bescheid van 18 januari 2022, pagina 44, inhoudende eenmedische verklaringvan huisarts B.K. Dirks in Goor, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Slagen en schoppen tegen hoofd gehad en elders, bewustzijn verloren, is gedeeltes van gevecht kwijt, heeft even bewustzijn verloren. Nadien misselijk, niet braken. (…) Bloed in li gehoorgang. Trauma met commotio cerebri, rust, prikkelarm. (…)
9.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 mei 2023, voor zover inhoudend als de verklaring vanverdachte [verdachte], zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik [slachtoffer 1] op 5 februari 2022 in Hengelo (O) één keer tegen het lichaam heb getrapt en twee keer heb geslagen. Ik ben degene die is begonnen bij [slachtoffer 1] . De vechtpartij duurde wel tien minuten.
Parketnummer: 08/065362-22
Feit 1, meer subsidiair
1.
Het proces-verbaal vanaangifte van [slachtoffer 2]van 10 februari 2022, (met als bijlage fotoblad letsel) pagina 74-80 voor zover inhoudend als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven:
"Afgelopen vrijdag 4 februari 2022 omstreeks 21:00 uur ben ik met de trein naar
Hengelo gegaan omdat ik naar een feestje zou gaan bij [naam 5] , die woont aan de
[adres 1] in Hengelo. (…) Toen ik in de deuropening van buiten stond werd mijn muts van mijn hoofd getrokken door iemand. Op dat moment was het een grote chaos in en buiten het huis, ik was kwaad en wilde mijn muts terug, maar deze vond ik op dat moment niet. Op dat moment stond er ook politie voor de deur, ik heb ze gezegd dat mijn muts weg was en dat er ruzie was binnen. (…)
Ik denk dat wij omstreeks 00:50 uur weer richting de trein zijn gelopen. Ik was op
dat moment samen met [naam 6] , [naam 7] en [naam 8] . Wij liepen naar het station. In een
zijstraat van de [adres 1] stond een groep van zo'n 20 jongeren Ik herkende ze niet
van het feestje, ik had ze niet eerder gezien. Ik zag dat deze groep in onze richting
kwam lopen. Ik heb hierna nog een keer in de richting van het huis om hulp geroepen en hierna zijn [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] en ik in een versnelde pas, later rennen, in de richting van het station in Hengelo gelopen. We gingen rennen omdat de jongens in onze richting kwamen lopen. Ik schrok, want ik kreeg de indruk dat ze waren gekomen voor narigheid. 2 of 3 van die jongens waren op de fiets, de andere jongeren kwamen er achter aan rennen. Toen we onder een tunnel waren, hoorde ik dat jongens in onze richting aan het schreeuwen waren. Ik hoorde dat zij schreeuwden: 'Stop, blijf staan, of woorden van gelijke strekking. Ik zag dat er 3 jongens op de fiets, ze kwamen schuin naast ons staan. Wij bleven op dat moment stil staan. Ik vroeg de jongens waarom wij stil moesten blijven staan. Hierop kwam de rest van de groep ook bij ons. Ik herken de één (1) van de jongens duidelijk en deze heb ik later herkend van Instagram als [medeverdachte 5] (fonetisch). Hij stond aan het einde van de tunnel. Hij was zeker één van de jongens welke achter mij is aangerend. Op een gegeven moment werd ik geduwd, dit was zo hard dat dit niet goed voelde. Ik ben hierna weg gaan rennen en opeens kreeg ik een schop waardoor ik viel. Op dat moment lag ik vermoedelijk op de linker zijkant van mijn lichaam. Op dat moment heb ik mijn hoofd beschermd met mijn armen en voelde ik dat ik meerdere keren met veel kracht op mijn hoofd en in mijn zij werd getrapt. Ik heb mijzelf losgerukt waardoor ik weer weg kon rennen. (…) Ik ben weggerend (ik denk) langs het station en ben uiteindelijk in een doodlopend steegje terecht gekomen, waarna ik achter de bosjes ben gaan liggen. Op het moment dat ik ben gaan rennen heb ik mijn zus gebeld en verteld dat het niet goed ging en dat ik alleen was. Ik ben achter de bosjes gaan liggen. (…) Ik werd door de jongens achter de bosjes weggehaald. Ik lag hierdoor weer op de grond. Op dat moment ben ik weer meerdere keren geslagen en geschopt. Ik voelde dat ik op dat moment meerdere keren op mijn hoofd werd getrapt. Ik voelde dat dit met kracht was en dat ze mij ook met de onderkant van hun voeten
hebben geraakt op mijn hoofd. Hierna werd ik meegesleurd, ik denk dat dit ongeveer 5 meter is geweest. Ik werd aan mijn capuchon en kraag meegetrokken, in eerste
instantie werd ik over de grond meegesleurd en later kon ik nog mee strompelen. Voor mijn gevoel werd ik een ander steegje ingesleurd waar 3 jongens stonden te wachten. Ik had het idee dat deze jongens hier al langere tijd stonden want toen ik daar kwam stonden zij er al. Op dat moment werd ik door iemand fysiek op mijn knieën gezet, volgens mij werd ik van achter in mijn knieholte geschopt, waardoor ik automatisch al op mijn knieën belande. Ik hoorde dat ik sorry moest zeggen. Dit deed ik in eerste instantie niet. Ik kreeg toen een harde klap of trap in mijn gezicht. Hierna heb ik meteen sorry gezegd. (…) Op een gegeven moment werd er door iemand uit de groep geroepen: 'Kijk naar zijn jas, hij is het niet, laat hem gaan'. Hierna heeft de jongen die mij vasthield mij gezegd: 'Geen politie, geen aangifte'. Hierna voelde ik
dat ik nog een harde klap in mijn gezicht kreeg, waarna ze mij lieten gaan.
Ik denk dat ik in totaal wel 20 keer met kracht op mijn hoofd ben geschopt. Door de
adrenaline op dat moment voelde ik niet veel pijn. Later kwam dit wel. Tevens heb ik letsel overgehouden aan deze mishandeling, waar foto's van zijn gemaakt. Ook is er een stuk van mijn voortand afgebroken door de mishandeling.
Fotoblad bij aangifte [slachtoffer 2]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
2.
Een schriftelijk bescheid van 5 februari 2022, pagina 81 en 84, inhoudende eenmedische verklaringvan R.P.H. de Vries, Arts niet in opleiding tot specialist, werkzaam bij
SEH Enschede over [slachtoffer 2] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
[Afbeelding]
3.
Hetproces-verbaal van bevindingenvan 12 september 2022, ongenummerd aanvullend proces-verbaal, proces-verbaalnummer PL0600 2022062397-118, voor zover inhoudende, het relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven.
Op 12 september 2022 deed ik onderzoek in de data van de in beslag genomen Iphone 12 Mini van verdachte [medeverdachte 3] . Ik zag dat de volgende gegevens aan de telefoon gekoppeld waren:
Apple ID : [e-mailadres]
Device name : iPhone van [medeverdachte 3]
IMEI : [code]
Telefoon nummer : [telefoonnummer 2]
(…) Ik trof in de data een video met de naam [bestandsnaam 1] . Ik kon aan de data niet zien hoe deze video op de telefoon gekomen was. Ik zag op deze video aangever [slachtoffer 2] in beeld. Ik zag dat zijn hoofd van dichtbij gefilmd werd en dat hij werd vastgepakt door meerdere personen. Ik kon alleen armen en handen zien maar ik zag verschillende handen waardoor ik de indruk kreeg dat slachtoffer omgeven en vastgehouden werd door verschillende personen. Ik zag dat slachtoffer angstig uit zijn ogen keek en dat hij zei: "ik heb alles gezegd wat je..." daarna stopt de video. Ik hoorde een ander persoon schreeuwen maar ik kon niet verstaan wat er geschreeuwd werd. Ik zag dat alle handen een blanke huidskleur hadden. Ik zag dat slachtoffer bij zijn keel, oog en haren vastgepakt werd. Ik zag dat hij aan zijn haren getroffen werd.
Ik heb screenshots van deze video gemaakt welke op bijgevoegd fotoblad toegevoegd
zijn en het bestand op een DVD bijgevoegd.
4.
Hetproces-verbaal van bevindingenvan 21 februari 2022, pagina 137, voor zover inhoudende, het relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven.
Op maandag 21 februari 2022 bekeek ik de veilig gestelde data van de in beslag
genomen telefoon van:
Naam : [medeverdachte 1]
Voornaam : [medeverdachte 1]
Geboren: [geboortedatum 2] -2007
Alle berichten zijn verzonden op 5 februari 2022 tussen 13:50 en 13:52 uur.
[medeverdachte 1] : Tegen niemand zeggen
[naam 9] : No geen stres
[medeverdachte 1] : Heb die man kapot geslagen
5.
Hetproces-verbaal van bevindingenvan 1 maart 2022, pagina 123-124, voor zover inhoudende, het relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven.
De persoon die deze camera vast heeft is niet op beeld te zien. Zijn stem is duidelijk te horen. Voor hem rent nog een jongen, een blanke jongen. Dit is te zien aan zijn handen dit zichtbaar zijn. Deze jongen heeft een zwarte gewatteerde jas aan met zijn capuchon over zijn hoofd. Deze jongen heeft een zwarte broek aan met zwarte schoenen waar een witte streep over heen zit aan de achterzijde en zijkant van de schoenen. Deze jongen rent net als de jongen die de camera vast heeft door een tunnel. Je hoort dan de jongen roepen "houw hem houw hem hey" en hierna roept hij"pomp die man broer, pomp die man broer". Ze rennen dan de tunnel uit en te zien is dat er een groep bezig is een persoon in elkaar aan het schoppen is. Te zien is dat de jongen die voor de filmer rent achter een jongen aan gaat die aan de linkerkant staat. Deze jongen rent samen met nog een jongen achter deze jongen aan. Beide jongens die achter deze jongen aan rennen en dan ook uit beeld verdwijnen
zijn beide hetzelfde gekleed. Alles in het zwart. De groep die dan de andere jongen in elkaar aan het schoppen is bestaat uit een man of 6. Een aantal hiervan hebben een grijze broek aan met een zwarte jas met capuchon die ze allemaal over hun hoofd hebben. Er lopen ook aantal ook weer helemaal in zwarte gekleed hierbij. Je ziet dat door een persoon helemaal in het zwarte gekleed en een jongen met een grijs kleurige broek aan vol wordt uitgehaald, geschopt, naar de jongen die inmiddels op de grond ligt. Het opvallende is dat hier ook een jongen bij loopt met een rode broek aan, wat lijkt op een joggingsbroek. Hij heeft verder zwarte schoenen aan en een zwarte beetje
gewatteerde jas ook weer met een capuchon over zijn hoofd. Je ziet iedereen van dat groepje een trappende beweging maken. Je hoort de jongen nog roepen nadat je het slachtoffer hoort schreeuwen "AHHH" "AHHH" "rustig, rustig". Hierna is het filmpje afgelopen.
6.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 5]van 15 maart 2022,
Pagina 609-614, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant, heb de verdachte verteld dat hij wordt verdacht van poging doodslag,
zware mishandeling, openlijke geweldpleging, gepleegd op 5 februari 2022 te Hengelo.
O: Ok, dan laat ik je alle fragmenten zien van de video, dus beeld voor beeld en kijk
goed waar jij staat.
A: (…) Maar ik heb hem wel een (1) klap gegeven.
V: Er zijn inmiddels meerdere verdachten die de mensen herkennen op de screenshots.
Jij hebt nog beter kunnen zien wat er gebeurde. Wat heb je gezien?
A: Ik zie dat de jongens aan het schoppen zijn, zoals je ook tegen een voetbal
aantrapt.
(…)
Toen kwamen we daar bij de tunnel. Ik was hier als eerste van de rennende jongens. Ik
heb hier toen de jongen toen een klap, een hoek gegeven, ik heb die jongen op z'n
kaak geraakt. Goed, op de beelden als we nummer 76 weer erbij pakken zien we dat ik links sta, achter mij staat " [medeverdachte 3] ", daarnaast met de rode broek [medeverdachte 6] , daarnaast met de witte
rits [medeverdachte 1] , met de witte broek en witte schoenen dat is [medeverdachte 9] . De filmer is
[medeverdachte 4] de jongen die hem voorbij komt is [verdachte] en de jongen uit de groep die met [verdachte]
mee rent is die " [medeverdachte 7] ". De jongen die later op het filmpje in beeld komt is [medeverdachte 8] .
Wat ik zie als ik nu naar het filmpje kijk is dat er door iedereen tegen die jongen
aan wordt geschopt.
(…)
Ik zag dat die jongen daar nog wel een paar keer goed geslagen werd door " [medeverdachte 3] " ( [medeverdachte 3] )
en [medeverdachte 1] . (…) Wat ik nog weet wat ik gezien heb is dat die jongen echt door " [medeverdachte 3] " uit die bosjes gehaald is doordat volgens mij " [medeverdachte 3] " ( [medeverdachte 3] ) ook in de bosjes stond.
Ik heb gezien dat die jongen op zijn knieën moest gaan zitten. Ik heb wel gehoord dat de jongen "sorry" moest zeggen.
(…)
[verdachte] : Die was erbij (…).
[medeverdachte 8] : Die was erbij (…).
[medeverdachte 3] : Die was erbij (…).
7.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 1]van 8 maart 2022,
pagina 490-497, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
0: Ik laat je het filmpje zien van [bestandsnaam 2] .
A: Dat klopt dit is ons groepje. Wij waren dus een deel achterop de fiets en een deel op de fiets. We waren toen dicht bij de tunnel. Ik was met een jongen mee achterop. De jongen wordt door iedereen " [medeverdachte 7] " genoemd. Er waren toen al jongens bij de kruising. Het filmpje waarop te zien is, [bestandsnaam 3] , hier waren wij deze jongens al voorbij gefietst. Toen is
er ook geroepen cacht hem alvast, dat ze hem dus moesten vast houden. Hiermee moest
er gewacht worden totdat iedereen van onze groep erbij was. Dus ook de opgefokte
jongen en [medeverdachte 5] want hij had nog ruzie met hem. [medeverdachte 5] is een ruzie zoeker. [medeverdachte 5]
heet hij volgens mij.
(…)
V: Heb jij die jongen mishandeld.
A: Ik heb deze jongen alleen onderuit gehaald.
(…)
Het moment dat wij achter de jongen aan zijn gaan rennen is inderdaad van iets
voorbij de Isaacstraat. Dan ga ik ook maar eerlijk zijn over de jongen en de namen die hier bij waren: Die " [medeverdachte 7] " was hierbij, hij was op de fiets, [medeverdachte 11] , [medeverdachte 3] iedereen noemt hem " [medeverdachte 3] " ook deze avond eigenlijk altijd al, [medeverdachte 4] de filmer, [medeverdachte 8] en [verdachte] de neefjes van elkaar, [medeverdachte 6] achternaam weet ik niet, [medeverdachte 1] achternaam ken
ik niet, [medeverdachte 9] en ik. Eigenlijk zijn al deze jongens 1 vriendengroep
7.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 9]van 14 maart 2022,
Pagina 643-650, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant, heb de verdachte verteld dat hij wordt verdacht van poging doodslag,
zware mishandeling, openlijke geweldpleging, gepleegd op 5 februari 2022 te Hengelo.
(…) Volgens mij stond hij toen nog en zag je allemaal armen om hem. Volgens mij probeerde deze jongen toen weg te rennen maar toen viel hij. Ja toen stonden er weer een paar jongens omheen. Hierna zijn die jongens gewoon weer verder gegaan. Hiermee bedoel ik dat ze op hem getrapt hebben. Ik heb die jongens tegen hem aan zien schoppen. (…) Als ik het zou moeten omschrijven qua hardheid hoe ze schopten was als een geplaatst schot met de voetbal dus niet dwars door de bal heen of zo.
V: Wie waren hier allemaal bij betrokken?
A: [verdachte] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 8] , [medeverdachte 1] en ik. Ik weet wel dat ik de achter die jongen stond en hem in de rug keek.
8.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 6]van 7 maart 2022, pagina 548-553, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
V: Waren zij ook die bewuste avond/nacht 5 februari 2022 bij jou?
A: Ik was bezig met die jongen die mij een klap wilde verkopen.
V: Wat voor kleren had jij aan?
A: Ik had toen een rode broek en een zwarte jas aan.
V: Die jongen op het filmpje met de rode broek. Wie is dat?
A: Dat ben ik. Ik verdedigde mij door hem een klap te geven. Die jongen viel toen op de grond.
9.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [verdachte]van 16 maart 2022,
p. 341-344, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
V: Je wordt verdacht van poging doodslag en openlijke geweldpleging in vereniging
gericht op personen gepleegd op 5 februari 2022.
A: Ja, er is gevochten door een paar jongens. (…) Toen kwam ik bij die weg, bij die tunnel. Ik was toen samen met mijn groepje. Toen stonden er 2 groepen bij elkaar. Een paar jongens van hun, waar wij ruzie mee hadden en onze groep. Toen liep ik onder de brug/tunnel met mijn vrienden en toen zag ik dat mensen elkaar gingen slaan. Een paar vrienden van mij gingen op de vuist met die andere jongens. Ik ben er naar toe gerend. Jullie hebben dat filmpje toch?
V: Ja
A: Ja ik ben die jongen die voor de camera rent.
V: En daarna?
A: Daarna renden 2 jongens weg van die andere groep en iemand van mijn groepje ging er achteraan. Ik ben vervolgens achter die jongen van onze groep aan gerend, die achter die 2 jongens aan zaten. Toen stopte die vriend van mij met rennen. Toen draaiden we ons om, we keken toen naar het groepje die nog aan het vechten was, waar wij vandaan kwamen en ik zag dat er nog een paar klappen werden gegeven aan iemand. (…)
V: Ook niet duwen en trekken?
A: Ben er alleen achteraan gerend verder niet. Misschien heb ik hem 1x geduwd, maar dat was het feestje bij de deur.
10.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 8]van 16 maart 2022, pagina 591-596, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
V: Met wie was jij van vrijdag 4 op zaterdag 5 februari 2022?
A: Ik was toen met [verdachte] en [medeverdachte 6] .
(…)
V: Wat is jouw aandeel in de vechtpartij?
A: Ik was er achteraan gerend en ik heb een paar keer op de rug van die jongen die
moeilijk zat te doen over die muts. Ik sloeg hem met mijn rechtervuist een stuk of
vijf keer tegen zijn rug.
11.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 4]van 7 maart 2022,
pagina 405-412, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
A: In het begin ging het niet heel hard, ik riep nog: 'rustig'. Dit kan je horen in
het filmpje. Zij waren met 3 mensen en wij met 6 of 7 mensen of zo.
Toen ik uit die tunnel kwam zag ik dat [slachtoffer 2] , of een vriend van [slachtoffer 2] , tegen een paal
aan kwam. Hij kreeg een klap van onze groep, waardoor hij tegen die paal aan kwam.
V: Ging dat hard dan?
A: Hij kreeg een behoorlijke pomper.
V: En toen?
A: Toen ging het gevecht verder. Ik schreeuwde nog 'rustig'. [slachtoffer 2] lag vervolgens op
de grond. Ik heb iedereen van [slachtoffer 2] afgetrokken. Ik werd zelf ook nog geduwd. Ik
hielp [slachtoffer 2] door hem omhoog te helpen. Ik zag dat [slachtoffer 2] vervolgens op zijn knieën
zat. Ik weet niet waarom hij op zijn knieën ging zitten maar goed. [slachtoffer 2] kreeg
vervolgens weer een trap van iemand van mijn groep. Door deze trap lag [slachtoffer 2] weer op
de grond. Toen [slachtoffer 2] nog op zijn knieën zat, had hij nog geen bloed. (…) Ik heb bijna [medeverdachte 1] nog een klap gegeven om het te doen laten stoppen. [slachtoffer 2] is vervolgens rechts richting het skatepark gerend en is daar ergens onder een bosje gaan liggen. Mijn groep trof hem daar en daar heeft die weer klappen gehad. (…)
A: Ik had niet verwacht dat ze hem op zijn hoofd hadden getrapt. (…)
V: Heb jij gezien dat het slachtoffer tegen het hoofd aan is getrapt?
A: Ja
A: Ik heb wel gezien door wie.
V: Heeft [medeverdachte 1] die jongen mishandeld?
A: Ik heb gezien dat [medeverdachte 1] die jongen heeft geslagen. (…)
V: Wat heeft [medeverdachte 1] aan dan?
A: Een zwarte 'nike' broek voor regen met een witte streep en een grijze 'Ellesse' jas.
12.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van4 mei 2023, voor zover inhoudend als de verklaring van verdachte[verdachte], zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik op 5 februari 2022 in Hengelo (O) met de andere jongens achter [slachtoffer 2] aan ben gerend. Ja, ik wist op dat moment dat de groep waar ik onderdeel van uitmaakte het op het slachtoffer gemunt had. Ik heb gekeken naar het gevecht bij [slachtoffer 2] .
Feit 2
1.
Het proces-verbaal vanaangifte door [slachtoffer 3]van 5 maart 2022, pagina 250-253, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
Verklaring
"Ik doe aangifte van afpersing en bedreiging tegen [verdachte] en [medeverdachte 10] . (…) Hij is wel getint maar niet heel is [medeverdachte 10] . (…) Ik heb al eens eerder met de wijkagent gesproken hierover, dat was in januari. Toen heb ik nog geen aangifte gedaan, maar omdat het door blijft gaan doe ik nu wel aangifte. Ik ben bang voor deze jongens en hun groep, ik kom momenteel niet meer alleen buiten omdat ik bang ben voor ze. Vorig jaar is het ergens begonnen. Ik had wiet gekocht bij [medeverdachte 10] . (…) Het kost 5 euro per halve gram. (…) Ik heb ook voor anderen wiet bij hem gekocht. Ik had die wiet bij [medeverdachte 10] gehaald en aan die jongen gegeven. (…) Ik had die wiet op de pof gekocht zeg maar, het ging om een bedrag van 5 euro. [medeverdachte 10] begon toen te dreigen dat ik moest betalen. Ik kon dat niet gelijk. Ik werd toen door hem bedreigd dat ik moest betalen en ik anders door een paar mensen gepakt zou worden. Ik moest toen in plaats van 5 euro ook al 20 euro betalen. Die bedreigingen vonden plaats via snapchat. Ik heb een aantal schermopnames gemaakt die ik naar u toe zal sturen. Een van die bedreigingen is een spraakopname. Ik hoor dat [medeverdachte 10] daarin onder andere zegt dat als ik niet naar Monte kom hij mijn moeder gaat laten huilen. Volgens mij hoor ik op de achtergrond in die opname [verdachte] ook nog wat roepen. 1 Ik heb [medeverdachte 10] toen later wel die 20 euro betaald, ik wilde dat eigenlijk niet maar ik voelde mij zo bedreigd dat ik dat gedaan heb. Ik had toen nieuwe kleren gekregen van mijn moeder, die hadden we samen gekocht op het Plein in Hengelo. Ik heb toen het bonnetje gevraagd aan mijn moeder met een smoes en ook gekregen. Ik heb toen een deel van mijn kleren weer ingeleverd en het geld terug gekregen. Van dat geld heb ik toen die 20 euro aan [medeverdachte 10] betaald. Dat was bij de Hunenborg achter. Daar was [naam 10] bij. [naam 10] was met [medeverdachte 10] .
Opmerking verbalisant: [slachtoffer 3] is met zijn moeder aan het bureau gekomen. Moeder
geeft aan dat hij inderdaad het bonnetje gevraagd heeft, en dat hij inderdaad toen
zijn broek en schoenen heeft ingeleverd. Dat is op 3 december 2021 geweest. Ik wist
inmiddels al wel dat dit zo gegaan is. Dat wat mijn moeder zegt klopt. Diezelfde dag heb ik die 20 euro betaald. Sinds dat moment heb ik geen wiet meer bij hem gekocht. Ik werd echter wel nog steeds door hem lastig gevallen. Ik ben meermaals door hem bedreigd. Hij dreigde mij te slaan of te pakken omdat ik te laat betaald had. Daarom moest ik nu nog 50 euro betalen aan hem. [medeverdachte 10] zei onder andere dat hij mij neer zou gaan steken. Dat zei hij rechtstreeks tegen mij. Ik kwam hem toen tegen, dat was in de weg bij van de Poel naar de Monte vijver. Ik was toen alleen en [medeverdachte 10] was met een donkere jongen die ik niet ken, daar is hij heel vaak mee. Volgens mij dealt hij samen met die jongen. Ik heb geen idee wie die jongen is. Hij is denk ik 16 jaar oud. Hij was altijd samen met [medeverdachte 10] als [medeverdachte 10] de wiet bracht. Dat is wel echt een donkere jongen. In januari ben ik naar het bureau gegaan samen met mijn begeleider van de William Schrikker Groep omdat dit speelde. Ik heb toen met de wijkagent gesproken en uiteindelijk geen aangifte gedaan. Daarna bleef het een tijdje rustig. Ik had [medeverdachte 10] geblokkeerd toen tijdens dat gesprek met de wijkagent en alles verwijderd. Ik kwam hem ook niet meer tegen. Tot aan twee weken geleden. Liever ging ik ook niet naar de stad in het begin, maar omdat ik [medeverdachte 10] niet tegen kwam ging ik ook wel weer naar de stad.
Op donderdag nu twee weken geleden was ik met [naam 11] in het winkelcentrum
Thiemsbrug. Ik zag toen [verdachte] in de fotoautomaat zitten, die zit tegenover de
Xenos. Het gordijntje hing open dus ik kon hem zien. [medeverdachte 8] stond tegen een bord aan
wat daar bij stond. [medeverdachte 8] heet ook [verdachte] volgens mij. Ook stond er nog een andere jongen bij. Dat was een donkere jongen die ik niet ken. Die droeg een blauwe trui en zwarte jogging broek. En Nike schoenen. Die trui was volgens mij van Nike, en die broek van Adidas. Dat is een andere jongen dan die altijd met [medeverdachte 10] is.
Ik hoorde dat [verdachte] floot en maakte een gebaar naar mij dat ik moest komen. Ik liep
toen naar ze toe en ik hoorde dat [verdachte] zei dat ik [medeverdachte 10] nog moest betalen. Ik zei toen tegen hem waarom dat moest. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat ik al 5 maanden op de pof stond. Ik hoorde dat die donkere jongen toen zei "ja dat kan echt niet". Ik hoorde dat [verdachte] zei dat hij [medeverdachte 10] wel even ging bellen.
Ik zag dat [verdachte] toen op Snap ging en [medeverdachte 10] ging bellen. Ik kon zien dat het de bitemoji van [medeverdachte 10] was. Ik kon niet horen wat [medeverdachte 10] zei. [verdachte] hoorde ik vragen of ik al betaald had. Ik hoorde toen dat [verdachte] toen tegen mij zei dat als ik geen geld had dat [medeverdachte 10] er aan zou komen. Ik hoorde dat [verdachte] tegen mij zei "als je nu geen geld geeft moeten we andere maatregelen nemen. Wil je dat wat met [slachtoffer 1] gebeurd is ook met jou gaat gebeuren?" Ik weet dat [verdachte] en zijn vrienden [slachtoffer 1] in elkaar geslagen hebben bij [locatie 1] . Dat hebben ze met zijn zevenen of nog meer gedaan, poging tot doodslag. Wat ik heb gehoord is dat [slachtoffer 1] een schedelbreuk had.
Ik was bang dat [verdachte] en [medeverdachte 10] en zijn vrienden mij ook in elkaar zouden slaan. Ik
raakte in paniek en appte naar mijn moeder dat ik geld moest hebben.
[verdachte] begon met een bedrag van 15 euro, maar later werd dat 20 euro. Ik hoorde dat die donkere jongen zei dat ik geluk had en dat ik maar 20 hoefde te geven.
Ik vroeg mijn moeder om geld over te maken, maar ik las dat zij dat niet ging doen.
Opmerking verbalisant: moeder geeft aan dat dit klopt, en dat ze de screenshots van
de berichten aan mij zal doorsturen.
Omdat mijn moeder had gezegd dat ik de politie moest bellen zei ik toen tegen [verdachte]
dat ik naar mijn baas zou gaan om een voorschot te vragen op mijn loon. Ik werk bij
Hisar. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat dit goed was. Inmiddels was ook [getuige 3] bij ons komen staan. Zij was alleen. [getuige 3] heet zij, [naam 11] heeft wel vaker contact met haar. Toen [getuige 3] er was vroeg [verdachte] nog aan haar wat zei er van vond dat ik al 5 maanden niet zou betalen. Ik zei toen nog een keer dat ik allang betaald had. Ik zag dat [getuige 3] naar mij keek van wat is dit nu weer? Ik ben toen met [naam 11] en [getuige 3] naar Hisar gelopen.
Ik liep voor op, [verdachte] liep rechts naast mij, [medeverdachte 8] links, die donkere jongen liep nog
voor ons en [naam 11] en [getuige 3] er achter. Ik ben toen alleen naar Hisar gelopen, achterom. De rest bleef bij het gemeentehuis staan. Daar waar de handhaving uit komt, de grote trap. Ze stonden in het hoekje, dus recht tegenover de ingang van Hisar zeg maar.
Achter Hisar heb ik toen de politie gebeld, ik ben niet naar binnen gegaan bij Hisar.
[naam 12] , mijn baas, kwam toen even later met de politie naar mij toe en vroeg wat ik nu weer gedaan had. Ik heb het toen uitgelegd. Ik ben toen met de politie meegegaan
(…) Maar ik ga dus ook niet meer alleen naar buiten.
2.
Hetproces-verbaal van bevindingenvan 17 maart 2022, pagina 259, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
Wij, verbalisanten, [verbalisant 2] en [verbalisant 3]
verklaren het volgende:
Op donderdag 17 maart 2022 omstreeks 12:30 uur spraken wij met een jongen welke
getuige is geweest van een bedreiging op 17 februari 2022. Wij vertelden getuige dat
wij nog een vraag hadden naar aanleiding van zijn eerdere verklaring over de
bedreiging.
Wij vroegen hem of hij zich de letterlijke tekst kon herinneren van de bedreiging.
Wij hoorden hem het volgende verklaren:
"De letterlijke tekst die [verdachte] tegen [slachtoffer 3] zei was : als je me nu die 20
euro niet geeft ga je de grond in. Dat waren zijn letterlijk woorden. "
Wij vroegen hem of die andere jongens die er bij waren ook nog wat gezegd hadden en
hoorden getuige verklaren:
"Ze zeiden allemaal ongeveer hetzelfde. Ik weet niet of die anderen ook gedreigd
hebben, maar volgens mij ook wel. Niemand heeft mij bedreigd, ik stond er alleen bij.
[slachtoffer 3] was echt bang." Wij vroegen getuige of [slachtoffer 3] ook nog was vastgepakt of dat er nog andere bedreigingen waren getuit. Wij hoorden dat getuige dat [slachtoffer 3] niet was vast gepakt en dat hij geen andere bedreigingen had gehoord.
Dit proces-verbaal is door ons opgemaakt en afgesloten op 17 maart 2022.

3.

Het proces-verbaal van verhoorgetuige [getuige 3]van 10 maart 2022, p. 255-256, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als verklaring van de getuige:
"Ongeveer 3 a 4 weken geleden, hebben [naam 11] en [slachtoffer 3] , op een avond (ik weet niet meer welke precies) afgesproken in de Thiemsbrug te Hengelo. (…) Toen ik bij Thiemsbrug aan kwam, belde ik met [naam 11] en vroeg waar ze waren. Ik hoorde van [naam 11] dat ze binnen waren, maar dat er een beetje gezeik was. Ik liep vervolgens Thiemsbrug binnen en zag [naam 11] , [slachtoffer 3] en [verdachte] . Er waren andere jongens bij, maar die ken ik niet en ik kan ze ook niet meer zo goed omschrijven. [naam 11] riep mij naar hem toe en vertelde mij dat [slachtoffer 3] nog geld moest betalen aan [verdachte] , volgens mij ging dit om 10 of 20 euro. Vervolgens zij [naam 11] tegen mij dat ik gewoon bij hem moest blijven staan en dat er niets aan de hand was.
Ik hoorde dat [slachtoffer 3] tegen [verdachte] zei; Ik heb dat geld nu niet, maar ik kan wel naar mijn baas gaan. Misschien dat hij het geld voor kan schieten, of woorden van gelijke strekking. Ik weet [slachtoffer 3] bij Hisar werkt in de stad. Hierna zijn we met zijn allen richting Hisar gelopen. Toen we bij Hisar aan kwamen zag ik dat [slachtoffer 3] naar binnen ging en ik denk dat hij daar ongeveer 10 minuten binnen was, ik weet nog dat ik dit best lang vond. Achteraf hoorde ik van [naam 11] dat [slachtoffer 3] niet binnen was, maar dat hij in steegje naast Hisar stond en dat hij daar de politie had gebeld.

4.

Het proces-verbaal van verhoor minderjarig verdachte[verdachte]van 16 maart 2022, p. 346-349, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
0: Je wordt verdacht van afpersing en bedreiging van [slachtoffer 3] .
V: Kan jij vertellen wat er gebeurd is op donderdag 17 februari 2022, in Thiemsbrug?
A: Ja, ik zat daar met 2 vrienden. Hij kwam naar beneden gelopen vanaf de Action. Ik
wist dat hij een vriend van mij moest betalen. [slachtoffer 3] zei dat dit klopte en dat hij
dit al 4 maand niet had gedaan. [slachtoffer 3] zei dat hij dat geld niet had. [slachtoffer 3] zei dat
hij kon vragen bij zijn werk voor geld. Hij werkt bij Hisar.
(…)
A: Ik was alleen met [medeverdachte 6] volgens mij.
V: Heb jij, of je vrienden, bedreigende woorden geuit naar de aangever ?
A: Nee. Niet toen. Daarna wel, maar daar was ik niet bij
V: Wie zou dat hebben gedaan?
A: Ik heb gehoord dat [slachtoffer 3] aangifte heeft gedaan op [medeverdachte 10] .
(…)
V: Wat heb jij wel gezegd dan?
A: Ik niet. Alleen gevraagd wanneer hij de jongen gaat betalen
V: Waarvoor was dat dan?
A: Geld geleend.
V: Van ?
A: Een vriend van mij.
V: Waarvoor was er geld geleend?
A: Weet ik niet
V: Op de Pof?
A: 5 euro voor sigaretten of zo. Hij en een vriend hadden geld geleend dus zo doende.
V: Hoezo kom jij dan verhaal halen?
A: Gewoon vragen
(…)
A: Nee, had alleen gehoord dat hij geld moest betalen en toen ik hem zag heb ik hem aangesproken.
(…)
V: Wat zou er gebeuren als hij niet zou betalen?
A: Niets, dat zou ik over later aan hun
V: Wie is hun?
A: Aan [medeverdachte 10] . [slachtoffer 3] moest [medeverdachte 10] nog betalen
(…)
A: Ik weet alleen dat hij geld heeft geleend.
V: Hoeveel?
A: 10 euro of zo
V: Hoezo is dit bedrag verhoogd?
A: Omdat er al 4 a 5 maanden overheen is gegaan
A: [medeverdachte 10] heeft het alleen tegen mij gezegd dat die jongen hem nog geld moest betalen. (…)
5.
Hetproces-verbaal van bevindingenvan 5 maart 2022, pagina 260-261, voor inhoud, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
Op zaterdag 5 maart 2022 heb ik een aangifte opgenomen van [slachtoffer 3] . [slachtoffer 3] was in gezelschap van zijn moeder, [naam 13] . Moeder heeft begeleider [naam 14] gevraagd om bestanden naar mij door te sturen die betrekking hadden op de bedreiging en afpersing contra haar zoon [slachtoffer 3] .
Van genoemde [naam 14] kreeg ik vervolgens telefonisch de volgende bestanden
toegestuurd :
Een viertal screenshots welke onder nummer 1 t/m 4 zijn toegevoegd op het fotoblad
als bijlage bij dit proces verbaal. Deze screenshots zijn gemaakt van berichten welke
zoon naar zijn moeder had gestuurd ten tijde van de bedreiging en de poging tot
afpersing op 17 februari 2022. Ik las in de berichten dat er geschreven wordt dat er
15 euro overgemaakt moet worden omdat hij moet pinnen in de stad en hij anders dood is. Onder nummer 5 is een screenshot bijgevoegd afkomst van [medeverdachte 10] en gestuurd naar slachtoffer [slachtoffer 3] . Hierin staat geschreven dat [medeverdachte 10] op zoek is naar zijn KKR geld.
Daarnaast ontving ik een drietal zogenaamde schermopnames. Deze schermopnames zijn door mij opgeslagen op het computersysteem van de politie. Ik zag dat op deze
bestanden het volgende te zien en te horen was:
Schermopname 1:
Ik zag de layout van de applicatie SNAPCHAT en bovenin de naam [medeverdachte 10] staan. Ik las het volgende bovenin beeld, kennelijk verstuurd door aangever [slachtoffer 3] :
Na ik heb niks op de pof gedaan iemand uit mijn scoro kals heeft 5 euro op de pof
gedaan als je nodig hebt moet je na zijn groep gaan [naam 15] 58 B wie ben je dan
Vervolgens zag ik dat [medeverdachte 10] een spraakbericht verstuurd en daarbij de tekst
Morgen Monte 50 euro Nu
Ik speelde het spraakbericht af en hoorde het volgende:
Mattie jij hoeft helemaal niks te weten van mij broer als jij morgen niet bij KANKER Monte bent (andere stem op achtergrond : jouw kankermoeder!) met mijn KANKERgeld mattie ga je KANKER zien wat er met jou gaat gebeuren ik ga jouw KANKER ouders laten huilen broer.
Schermopname 2:
Ik zag wederom de layout van de applicatie SNAPCHAT en bovenin beeld de naam [medeverdachte 10] staan. Vervolgens kwamen de volgende berichten in beeld.
[medeverdachte 10] : Ik zoek m’n kkr geld
Ik: Van mij? Ik heb niks op de pof meer bij jou [slachtoffer 1] ja ik nie
[medeverdachte 10] : Pas op met die ss mattie ik zeg je 1 ding
(…) [medeverdachte 10] : Anders kom ik jullie allebei opzoeken en geloof me dat wil je niet mattie
6.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte[medeverdachte 10]van 16 maart 2022, pagina
679-685, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
Gebruik je social media? Tijdens het verhoor op 6 juli 2021, gaf je aan gebruik te
maken van de volgende social media profielen. Snapprofiel [medeverdachte 10] en instaprofiel
[medeverdachte 10] . 074. Klopt het dat je [medeverdachte 10] als profiel op snapchat hebt,
A: Op snapchat kun je nu eenmalig je profielnaam wijzigen. Ik heb op snapchat mijn
gebruikersnaam van [medeverdachte 10] veranderd in [medeverdachte 10] (…)
V: [slachtoffer 3] heeft bij jou ook een keer voor 5 euro wiet gekocht voor een bekende van hem. Uiteindelijk betaald deze bekende niet en hield je [slachtoffer 3] hiervoor
verantwoordelijk. Je dreigt [slachtoffer 3] wat aan te doen als hij niet betaald.
Uiteindelijk betaald hij jou het viervoudige, dus 20 euro. Waarom is dat?
A: Dat is iets anders gedaan. Hij heeft dingen gezegd over mij.
Ik had hem eerst bedreigd van waarom zeg je dat allemaal. (…) Ik heb toen gezegd 20 euro en dan is het klaar.
V: Je blijft contact zoeken met [slachtoffer 3] via Snapchat. Je stuurt onder andere, waar is
mijn kkr geld. Wil je hierop reageren?
A: Dat heb ik gezegd.
V: Uiteindelijk ben jij niet tevreden en moet [slachtoffer 3] jou 50 euro betalen, dit blijkt
uit berichten van snapchat. Je dreigt hem om te slaan, als die dat niet betaald. Wat
wil je hierop zeggen?
A: (…) Het is wel ongeveer zo gelopen.
(…)
V: Ik laat je een bericht zien die jij aan [slachtoffer 3] hebt gestuurd via Snapchat. In dat
bericht bedreig je hem met, Wat jij binnenkort moet betalen is jou kkr begafenis. Wat
wil je van deze bedreiging en wat wil je hierop zeggen?
A: Nee dat is duidelijk genoeg toch.
V: Ik laat je een snapchat bericht zien. In dit snapchat bericht stuur jij ook een
geluidsopname. Daarin zeg je als je morgen niet met mijn kanker geld bij Monte bent,
daar ga je kanker zien wat er met jou gaat gebeuren. Ik ga jou kankerouders laten
huilen broer. Wat wil je hierop zeggen?
A: Ik ben die stem op de achtergrond.
(…)
V: Op 17 februari 2022, komt [slachtoffer 3] een paar van jou vrienden tegen, waaronder [verdachte]
haalt [slachtoffer 3] aan en zegt tegen [slachtoffer 3] dat hij jou nog geld schuldig
is. [verdachte] neemt daarna telefonisch contact op met jou. [slachtoffer 3] word vervolgens
bedreigd en moet 15 euro geven. Dit geld heeft hij op dat moment niet. Hij zegt dat
hij mogelijk een voorschot van zijn werk (Hisar) kan krijgen. Op camerabeelden is te
zien dat [verdachte] en [medeverdachte 6] en nog een vriend van jou samen met [slachtoffer 3] naar Hasar toe
lopen. Wat wil je hierop zeggen?
A: Niets ik kwam later pas aan.
V: Er word door een getuige bevestigd dat [slachtoffer 3] bedreigd werd en dat hij in elkaar
geslagen zou worden als hij niet betaalde. Wat kun je hierop zeggen?
A: Daar weet ik niets van. Alleen dat hij geld zou ophalen bij Hasar.
V: Wat zei [verdachte] tegen jou aan de telefoon?
A: Dat [slachtoffer 3] hier is en dat hij jou geld gaat terugbetalen. Daarom ben ik dit kant
opgegaan.(…)
V: Vind je dat rechtvaardig dat hij jou geld moest betalen?
A: Hij had of dit verdiend of klappen verdiend.

7.

Het proces-verbaal van de zitting van4 mei 2023, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte[verdachte]:
Ik kwam op 17 oktober 2022 in Hengelo (O) alleen vragen om dat geld, om het te regelen voor mijn vriend. [medeverdachte 10] zei hij moet mij 20 euro betalen. Toen heb ik tegen [medeverdachte 10] gezegd, hij gaat pinnen en geld halen. Ja, ik riep [slachtoffer 3] , want ik wilde hem wat vragen.