1.
Het proces-verbaal vanaangifte door [slachtoffer 3]van 5 maart 2022, pagina 250-253, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
Verklaring
"Ik doe aangifte van afpersing en bedreiging tegen [verdachte] en [medeverdachte 10] . (…) Hij is wel getint maar niet heel is [medeverdachte 10] . (…) Ik heb al eens eerder met de wijkagent gesproken hierover, dat was in januari. Toen heb ik nog geen aangifte gedaan, maar omdat het door blijft gaan doe ik nu wel aangifte. Ik ben bang voor deze jongens en hun groep, ik kom momenteel niet meer alleen buiten omdat ik bang ben voor ze. Vorig jaar is het ergens begonnen. Ik had wiet gekocht bij [medeverdachte 10] . (…) Het kost 5 euro per halve gram. (…) Ik heb ook voor anderen wiet bij hem gekocht. Ik had die wiet bij [medeverdachte 10] gehaald en aan die jongen gegeven. (…) Ik had die wiet op de pof gekocht zeg maar, het ging om een bedrag van 5 euro. [medeverdachte 10] begon toen te dreigen dat ik moest betalen. Ik kon dat niet gelijk. Ik werd toen door hem bedreigd dat ik moest betalen en ik anders door een paar mensen gepakt zou worden. Ik moest toen in plaats van 5 euro ook al 20 euro betalen. Die bedreigingen vonden plaats via snapchat. Ik heb een aantal schermopnames gemaakt die ik naar u toe zal sturen. Een van die bedreigingen is een spraakopname. Ik hoor dat [medeverdachte 10] daarin onder andere zegt dat als ik niet naar Monte kom hij mijn moeder gaat laten huilen. Volgens mij hoor ik op de achtergrond in die opname [verdachte] ook nog wat roepen. 1 Ik heb [medeverdachte 10] toen later wel die 20 euro betaald, ik wilde dat eigenlijk niet maar ik voelde mij zo bedreigd dat ik dat gedaan heb. Ik had toen nieuwe kleren gekregen van mijn moeder, die hadden we samen gekocht op het Plein in Hengelo. Ik heb toen het bonnetje gevraagd aan mijn moeder met een smoes en ook gekregen. Ik heb toen een deel van mijn kleren weer ingeleverd en het geld terug gekregen. Van dat geld heb ik toen die 20 euro aan [medeverdachte 10] betaald. Dat was bij de Hunenborg achter. Daar was [naam 10] bij. [naam 10] was met [medeverdachte 10] .
Opmerking verbalisant: [slachtoffer 3] is met zijn moeder aan het bureau gekomen. Moeder
geeft aan dat hij inderdaad het bonnetje gevraagd heeft, en dat hij inderdaad toen
zijn broek en schoenen heeft ingeleverd. Dat is op 3 december 2021 geweest. Ik wist
inmiddels al wel dat dit zo gegaan is. Dat wat mijn moeder zegt klopt. Diezelfde dag heb ik die 20 euro betaald. Sinds dat moment heb ik geen wiet meer bij hem gekocht. Ik werd echter wel nog steeds door hem lastig gevallen. Ik ben meermaals door hem bedreigd. Hij dreigde mij te slaan of te pakken omdat ik te laat betaald had. Daarom moest ik nu nog 50 euro betalen aan hem. [medeverdachte 10] zei onder andere dat hij mij neer zou gaan steken. Dat zei hij rechtstreeks tegen mij. Ik kwam hem toen tegen, dat was in de weg bij van de Poel naar de Monte vijver. Ik was toen alleen en [medeverdachte 10] was met een donkere jongen die ik niet ken, daar is hij heel vaak mee. Volgens mij dealt hij samen met die jongen. Ik heb geen idee wie die jongen is. Hij is denk ik 16 jaar oud. Hij was altijd samen met [medeverdachte 10] als [medeverdachte 10] de wiet bracht. Dat is wel echt een donkere jongen. In januari ben ik naar het bureau gegaan samen met mijn begeleider van de William Schrikker Groep omdat dit speelde. Ik heb toen met de wijkagent gesproken en uiteindelijk geen aangifte gedaan. Daarna bleef het een tijdje rustig. Ik had [medeverdachte 10] geblokkeerd toen tijdens dat gesprek met de wijkagent en alles verwijderd. Ik kwam hem ook niet meer tegen. Tot aan twee weken geleden. Liever ging ik ook niet naar de stad in het begin, maar omdat ik [medeverdachte 10] niet tegen kwam ging ik ook wel weer naar de stad.
Op donderdag nu twee weken geleden was ik met [naam 11] in het winkelcentrum
Thiemsbrug. Ik zag toen [verdachte] in de fotoautomaat zitten, die zit tegenover de
Xenos. Het gordijntje hing open dus ik kon hem zien. [medeverdachte 8] stond tegen een bord aan
wat daar bij stond. [medeverdachte 8] heet ook [verdachte] volgens mij. Ook stond er nog een andere jongen bij. Dat was een donkere jongen die ik niet ken. Die droeg een blauwe trui en zwarte jogging broek. En Nike schoenen. Die trui was volgens mij van Nike, en die broek van Adidas. Dat is een andere jongen dan die altijd met [medeverdachte 10] is.
Ik hoorde dat [verdachte] floot en maakte een gebaar naar mij dat ik moest komen. Ik liep
toen naar ze toe en ik hoorde dat [verdachte] zei dat ik [medeverdachte 10] nog moest betalen. Ik zei toen tegen hem waarom dat moest. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat ik al 5 maanden op de pof stond. Ik hoorde dat die donkere jongen toen zei "ja dat kan echt niet". Ik hoorde dat [verdachte] zei dat hij [medeverdachte 10] wel even ging bellen.
Ik zag dat [verdachte] toen op Snap ging en [medeverdachte 10] ging bellen. Ik kon zien dat het de bitemoji van [medeverdachte 10] was. Ik kon niet horen wat [medeverdachte 10] zei. [verdachte] hoorde ik vragen of ik al betaald had. Ik hoorde toen dat [verdachte] toen tegen mij zei dat als ik geen geld had dat [medeverdachte 10] er aan zou komen. Ik hoorde dat [verdachte] tegen mij zei "als je nu geen geld geeft moeten we andere maatregelen nemen. Wil je dat wat met [slachtoffer 1] gebeurd is ook met jou gaat gebeuren?" Ik weet dat [verdachte] en zijn vrienden [slachtoffer 1] in elkaar geslagen hebben bij [locatie 1] . Dat hebben ze met zijn zevenen of nog meer gedaan, poging tot doodslag. Wat ik heb gehoord is dat [slachtoffer 1] een schedelbreuk had.
Ik was bang dat [verdachte] en [medeverdachte 10] en zijn vrienden mij ook in elkaar zouden slaan. Ik
raakte in paniek en appte naar mijn moeder dat ik geld moest hebben.
[verdachte] begon met een bedrag van 15 euro, maar later werd dat 20 euro. Ik hoorde dat die donkere jongen zei dat ik geluk had en dat ik maar 20 hoefde te geven.
Ik vroeg mijn moeder om geld over te maken, maar ik las dat zij dat niet ging doen.
Opmerking verbalisant: moeder geeft aan dat dit klopt, en dat ze de screenshots van
de berichten aan mij zal doorsturen.
Omdat mijn moeder had gezegd dat ik de politie moest bellen zei ik toen tegen [verdachte]
dat ik naar mijn baas zou gaan om een voorschot te vragen op mijn loon. Ik werk bij
Hisar. Ik hoorde dat [verdachte] zei dat dit goed was. Inmiddels was ook [getuige 3] bij ons komen staan. Zij was alleen. [getuige 3] heet zij, [naam 11] heeft wel vaker contact met haar. Toen [getuige 3] er was vroeg [verdachte] nog aan haar wat zei er van vond dat ik al 5 maanden niet zou betalen. Ik zei toen nog een keer dat ik allang betaald had. Ik zag dat [getuige 3] naar mij keek van wat is dit nu weer? Ik ben toen met [naam 11] en [getuige 3] naar Hisar gelopen.
Ik liep voor op, [verdachte] liep rechts naast mij, [medeverdachte 8] links, die donkere jongen liep nog
voor ons en [naam 11] en [getuige 3] er achter. Ik ben toen alleen naar Hisar gelopen, achterom. De rest bleef bij het gemeentehuis staan. Daar waar de handhaving uit komt, de grote trap. Ze stonden in het hoekje, dus recht tegenover de ingang van Hisar zeg maar.
Achter Hisar heb ik toen de politie gebeld, ik ben niet naar binnen gegaan bij Hisar.
[naam 12] , mijn baas, kwam toen even later met de politie naar mij toe en vroeg wat ik nu weer gedaan had. Ik heb het toen uitgelegd. Ik ben toen met de politie meegegaan
(…) Maar ik ga dus ook niet meer alleen naar buiten.
2.
Hetproces-verbaal van bevindingenvan 17 maart 2022, pagina 259, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van de verbalisant:
Wij, verbalisanten, [verbalisant 2] en [verbalisant 3]
verklaren het volgende:
Op donderdag 17 maart 2022 omstreeks 12:30 uur spraken wij met een jongen welke
getuige is geweest van een bedreiging op 17 februari 2022. Wij vertelden getuige dat
wij nog een vraag hadden naar aanleiding van zijn eerdere verklaring over de
bedreiging.
Wij vroegen hem of hij zich de letterlijke tekst kon herinneren van de bedreiging.
Wij hoorden hem het volgende verklaren:
"De letterlijke tekst die [verdachte] tegen [slachtoffer 3] zei was : als je me nu die 20
euro niet geeft ga je de grond in. Dat waren zijn letterlijk woorden. "
Wij vroegen hem of die andere jongens die er bij waren ook nog wat gezegd hadden en
hoorden getuige verklaren:
"Ze zeiden allemaal ongeveer hetzelfde. Ik weet niet of die anderen ook gedreigd
hebben, maar volgens mij ook wel. Niemand heeft mij bedreigd, ik stond er alleen bij.
[slachtoffer 3] was echt bang." Wij vroegen getuige of [slachtoffer 3] ook nog was vastgepakt of dat er nog andere bedreigingen waren getuit. Wij hoorden dat getuige dat [slachtoffer 3] niet was vast gepakt en dat hij geen andere bedreigingen had gehoord.
Dit proces-verbaal is door ons opgemaakt en afgesloten op 17 maart 2022.