Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelde
nuldagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
medeplegen van poging tot doodslag
jeugddetentievoor de duur van
73 (drieënzeventig) dagen;
taakstraf, bestaande uit
werkstrafvoor de duur van
vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 30 (dertig) dagen,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte:
bijzondere voorwaardendat verdachte:
voorwaarden van rechtswegedat de verdachte:
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08/058019-22 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.947,96 (zegge: negentienhonderdzevenenveertig euro en 96 cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
nuldagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;