ECLI:NL:RBOVE:2023:1992

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
17 mei 2023
Publicatiedatum
1 juni 2023
Zaaknummer
08/058059-22, 08/303713-22 en 08/032213-22 (gev. ttz)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugddetentie en taakstraf opgelegd aan 15-jarige jongen voor geweldsdelicten en afpersing

De rechtbank Overijssel heeft op 17 mei 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 15-jarige jongen, die werd beschuldigd van meerdere ernstige misdrijven, waaronder poging tot doodslag, afpersing, bedreiging en verboden wapenbezit. De jongen werd veroordeeld tot een jeugddetentie van 204 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast kreeg hij een taakstraf van 40 uur en een leerstraf van 30 uur opgelegd, evenals de verplichting om een schadevergoeding van 2007,96 euro te betalen aan de slachtoffers.

De zaak kwam voort uit geweldsincidenten die plaatsvonden in Hengelo, waarbij de verdachte samen met medeverdachten betrokken was bij het in elkaar slaan van slachtoffers. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de tenlasteleggingen, waaronder het medeplegen van poging tot doodslag en afpersing. De verdachte had zich schuldig gemaakt aan het bedreigen van slachtoffers via Snapchat en het onder druk zetten van hen om goederen te kopen.

De rechtbank hield bij de strafoplegging rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat dergelijk geweld onacceptabel is en dat de verdachte moet leren omgaan met zijn emoties en gedrag om recidive te voorkomen. De opgelegde straf is bedoeld om de verdachte te helpen bij zijn ontwikkeling en om hem te weerhouden van toekomstig delictgedrag.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Familie en Jeugd
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08/058059-22, 08/303713-22 en 08/032213-22 (gev. ttz)
Datum vonnis: 17 mei 2023
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 2007 in [geboorteplaats] (Eritrea),
wonende aan [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen met gesloten deuren van 6 februari 2023, 6 april 2023 en 3 mei 2023.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.P. Dronkers en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. M. Tijken, advocaat in Oldenzaal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Parketnummer 08/058059-22
feit 1:
Al dan niet samen met een of meer anderen, heeft geprobeerd om [slachtoffer 1] van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan wel openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] .
feit 2:
Zich schuldig heeft gemaakt aan afpersing van [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , dan wel [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] met geweld heeft bedreigd.
feit 3:
Zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot afpersing van [slachtoffer 3] .
feit 4:
Zich schuldig heeft gemaakt aan bedreiging van [slachtoffer 4] .
Parketnummer 08/303713-22
Zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een vuurwapen.
Parketnummer 08/032213-22
Al dan niet samen met een of meer anderen, heeft geprobeerd om [slachtoffer 5] van het leven te beroven, dan wel zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, dan wel openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 5] .
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08/058059-22
Feit 1, primair
hij op of omstreeks 05-02-2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 1] (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- op/tegen het lichaam heeft/hebben geduwd en/of
- op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] ten val is gekomen) en/of
- ( vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben getrapt en/of
- in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geslagen en/of
gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 05-02-2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
met dat opzet die [slachtoffer 1] (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- op/tegen het lichaam heeft/hebben geduwd en/of
- op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] ten val is gekomen) en/of
- ( vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben getrapt en/of
- in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben geslagen en/of 2 van 4 gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 05-02-2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) openlijk, te weten, op of aan de Wolter ten Catestraat, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1]
door met dat opzet die [slachtoffer 1] (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- op/tegen het lichaam te duwen en/of
- op/tegen het lichaam te trappen (ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] ten val is gekomen) en/of
- ( vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te trappen en/of
- in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en/of te stompen;
Feit 2
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 september 2021 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), althans in Nederland, (telkens)
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer geldbedragen en/of shishapennen en/of vaporizers, in elk geval enig(e) geldbedragen en/of goed(eren), dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] toebehoorde(n), in elk geval aan een ander dan aan verdachte, door - zakelijk weergegeven-
- tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te zeggen dat zij shishapennen en/of vaporizers voor hem, verdachte, (moeten) bestellen en/of betalen en/of (vervolgens) deze shishapennen aan hem, verdachte, af (moeten) geven en/of
- die [slachtoffer 2] (onder meer) dreigend toe te voegen dat hij, verdachte, het huis van die [slachtoffer 2] op zal blazen en/of die [slachtoffer 2] verrot zal slaan en/of dat die [slachtoffer 2] een kogel door zijn kop zal krijgen en/of
- tegen die [slachtoffer 2] te zeggen dat die [slachtoffer 2] een of meer geldbedragen moet betalen aan
verdachte en/of dat hij, verdachte, een vuurwapen bij zich heeft (op het moment van betaling) en/of
- die [slachtoffer 3] via Snapchat te bedreigen en/of tegen die [slachtoffer 3] te zeggen dat die [slachtoffer 3] niet in elkaar geslagen wordt als die [slachtoffer 3] nogmaals shishapennen voor hem, verdachte, besteld, althans woorden en/of handelingen van gelijke dreigende aard en/of strekking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 september 2021 te Hengelo, gemeente Hengelo (O), althans in Nederland, een of meer ander(en), te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere 3 van 4 feitelijkheid gericht tegen die ander(en) wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten de afgifte van een of meer geldbedrag(en) en/of shishapennen en/of vaporizers, door - zakelijk weergegeven -
- tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te zeggen dat zij shishapennen en/of vaporizers voor hem, verdachte, (moeten) bestellen en/of betalen en/of (vervolgens) deze shishapennen aan hem, verdachte, af (moeten) geven en/of
- die [slachtoffer 2] (onder meer) dreigend toe te voegen dat hij, verdachte, het huis van die [slachtoffer 2] op zal blazen en/of die [slachtoffer 2] verrot zal slaan en/of dat die [slachtoffer 2] een kogel door zijn kop zal krijgen en/of
- tegen die [slachtoffer 2] te zeggen dat die [slachtoffer 2] een of meer geldbedragen moet betalen aan
verdachte en/of dat hij, verdachte, een vuurwapen bij zich heeft (op het moment van betaling) en/of
- die [slachtoffer 3] via Snapchat te bedreigen en/of tegen die [slachtoffer 3] te zeggen dat die [slachtoffer 3] niet in elkaar geslagen wordt als die [slachtoffer 3] nogmaals shishapennen voor hem, verdachte, besteld,
althans woorden en/of handelingen van gelijke dreigende aard en/of strekking;
Feit 3
hij op een of meer tijdstippen op of omstreeks 27 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) en/of te Ambt Delden, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en), in elk geval enig geldbedrag, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 3] toebehoorde, in elk geval aan een ander dan aan verdachte,
met dat opzet
- die [slachtoffer 3] (via Snapchat) heeft beschuldigd/verweten dat die [slachtoffer 3] verdachtes moeder heeft beledigd en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer 3] (onder meer) dreigend de woorden (via Snapchat) heeft toegevoegd:
- " jou kapot maken hoerekind" en/of
- " nu word het de kanker in geslagen of je gaat moeten betalen g" en/of
- " wacht Bro die man is kanker Boos of je betaald of loopt ni goed af" en/of
- " je wilt klappen k hoor genoeg" en/of
- " nou dan beter geef je die doekoe voordat het klaar is" en/of
- " wat steelt ben je mgl of k hoef geen geld mag k je dde kanker in slaan 1 tegen 1" en/of
- " nou dan geef ma 20 ik zij van 120 100 60 50 20 heb je kanker veel gegund" en/of
- " jij wil jij wolt k geef jou kogel",
althans woorden/tekst van gelijke dreigende aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 4
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 november 2021 tot en met 12 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) en/of te Ambt Delden, althans in Nederland, (telkens) [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 4] (via Snapchat) de woorden/tekst toe voegen: "je kan kogels vangen, vraag [naam 1] maar", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Parketnummer 08/303713-22
hij op of omstreeks 20 november 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een getransformeerd alarmpistool, van het merk BBM Bruni, model 315 Auto, kaliber 8mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
Parketnummer 08/032213-22
hij op of omstreeks 15 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 5] opzettelijk van het leven te beroven,
met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 5] heeft/hebben vastgepakt en/of een arm om die [slachtoffer 5] heen
heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer 5] in de buik, althans op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt
(waardoor die [slachtoffer 5] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 5] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, athans op/tegen
het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben getrapt en/of
- die [slachtoffer 5] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam
heeft/hebben geslagen en/of gestompt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 5] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (met kracht) meermalen, althans eenmaal,
- die [slachtoffer 5] heeft/hebben vastgepakt en/of een arm om die [slachtoffer 5] heen
heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer 5] in de buik, althans op/tegen het lichaam heeft/hebben getrapt
(waardoor die [slachtoffer 5] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 5] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, athans op/tegen
het hoofd en/of het lichaam heeft/hebben getrapt en/of
- die [slachtoffer 5] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam
heeft/hebben geslagen en/of gestompt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 januari 2022 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) openlijk, te weten, op/aan het Apolloplein, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 5]
door meermalen, althans eenmaal, (met kracht)
- die [slachtoffer 5] vast te pakken en/of een arm om die [slachtoffer 5] heen te slaan en/of
- die [slachtoffer 5] in de buik, althans op/tegen het lichaam te trappen (waardoor die
[slachtoffer 5] ten val is gekomen) en/of
- die [slachtoffer 5] (vervolgens) met geschoeide voet in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te trappen en/of
- die [slachtoffer 5] in het gezicht, althans op/tegen het hoofd en/of het lichaam te
slaan en/of te stompen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder parketnummer 08/058059-22 onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde openlijk geweld tegen [slachtoffer 1] , de onder 2 en 3 tenlastegelegde afpersing en poging tot afpersing van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , de onder 4 tenlastegelegde bedreiging van [slachtoffer 4] , alsmede het onder parketnummer 08/303713-22 tenlastegelegde voorhanden hebben van een wapen en het onder parketnummer 08/032213-22 meer subsidiair tenlastegelegde openlijk geweld tegen
[slachtoffer 5] wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft een integrale vrijspraak bepleit van het onder 08/032213-22 tenlastegelegde. Verdachte was ter plaatse aanwezig en wellicht betrokken, maar het enkele feit dat hij een arm om [slachtoffer 5] heeft geslagen om hem te waarschuwen, is niet voldoende om tot een bewezenverklaring te komen, ook niet voor openlijk geweld. Het is beslist niet het geval dat verdachte [slachtoffer 5] moest vasthouden en dat daarna het geweld zou losbarsten. Verdachte heeft geen enkele bijdrage aan het geweld geleverd en is daarna ook weggelopen, terwijl het slachtoffer is blijven staan.
Verdachte ontkent ook dat hij [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft afgeperst of geprobeerd heeft af te persen zoals onder 2 en 3 ten laste is gelegd. Uit het dossier blijkt niet overtuigend dat verdachte hen heeft gedwongen pennen af te geven. Ook zijn de mails niet dreigend van aard en blijft verdachte erbij dat deze door iemand anders zijn gestuurd.
De onder 4 tenlastegelegde bedreiging van [slachtoffer 4] , alsmede het onder parketnummer 08/303713-22 tenlastegelegde voorhanden hebben van een verboden wapen heeft verdachte erkend. Verdachte erkent ook zich schuldig te hebben gemaakt aan het onder parketnummer 08/058059-22 onder 1 meer subsidiair tenlastegelegde openlijk geweld tegen [slachtoffer 1] .
Verdachte heeft hem een duw of een slinger gegeven, waardoor [slachtoffer 1] ten val is gekomen.
Verdachte ontkent [slachtoffer 1] te hebben getrapt of geslagen. Op het beeldmateriaal is dat ook niet, in elk geval niet overtuigend waar te nemen. Verdachte heeft [slachtoffer 1] niet van het leven willen beroven of hem zwaar lichamelijk letsel willen toebrengen en bewust die aanmerkelijke kans aanvaard en dient daarom te worden vrijgesproken van het primair en subsidiair tenlastegelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 08/058059-22
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de onder
1. primair, onder 2 primair, en onder 3 en 4 tenlastegelegde feiten, heeft begaan. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Feit 1
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en van wat ter terechtzitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 5 februari 2022 was aangever [slachtoffer 1] met vrienden op een feestje aan de Adamsweg in Hengelo waar wat onenigheid ontstond met een andere groep. Volgens aangever liep hij omstreeks 0.50 uur met twee vrienden richting het NS-station en zag hij een grote groep jongens in zijn richting rennen. Drie personen waren op de fiets en riepen dat hij moest stoppen. Aangever wordt vervolgens geschopt door [medeverdachte 1] en komt ten val. Ook wordt hij door andere jongens met kracht tegen het hoofd en in de zij geschopt. Aangever vlucht de bosjes in maar wordt er weer uitgetrokken en krijgt nog meer schoppen. Hij moet: “sorry, geen aangifte en geen politie zeggen’ en dan laten ze hem gaan. Volgens aangever is hij twintig keer tegen het hoofd geschopt.
[medeverdachte 2] erkent videobeelden te hebben gemaakt van het geweld tegen aangever. De politie heeft deze videobeelden uitgekeken. Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt onder meer dat er iemand voor de filmer ( [medeverdachte 2] ) uitrent en de filmer al rennend roept "houw hem houw hem hey" en hierna "pomp die man broer, pomp die man broer". [medeverdachte 2] en de andere persoon rennen dan de tunnel uit en te zien is dat er een groep, bestaande uit een man of 6, een persoon in elkaar aan het schoppen is. Ook is te zien dat door een persoon helemaal in het zwart gekleed en een jongen met een grijs kleurige broek aan vol wordt uitgehaald, geschopt, naar aangever die inmiddels op de grond ligt. Te zien is dat iedereen van dat groepje een trappende beweging maakt. De filmer roept ‘rustig, rustig’ nadat het slachtoffer “ahhh, ahhh" schreeuwt. [medeverdachte 2] heeft bij de politie verklaard dat toen hij halverwege de tunnel was, de groep los ging op aangever. [medeverdachte 2] zag dat aangever op zijn knieën zat en een trap kreeg. Daarop rende aangever door de tunnel en is hij in de bosjes gaan liggen. De groep heeft aangever daar weer opgezocht en hij heeft weer klappen gekregen. Volgens [medeverdachte 2] was het de tweede keer nog heftiger. [medeverdachte 3] zou aangever uit de bosjes hebben gesleurd. Op een op door de politie de telefoon van [medeverdachte 3] aangetroffen filmpje is te zien dat het hoofd van aangever [slachtoffer 1] van dichtbij gefilmd is en hij door verschillende mensen wordt vastgepakt. Er zijn alleen maar armen en handen te zien met een blanke huidskleur. Er wordt geschreeuwd en te zien is dat aangever bij zijn keel, oog en haren wordt vastgepakt. Ook wordt hij aan zijn haren getrokken.
[medeverdachte 1] verklaart bij de politie dat hij aangever als eerste een klap met zijn rechtervuist op zijn kaak heeftgegeven. Aangever is toen gevallen. Als de politie hem screenshot 40 toont, verklaart hij dat hij de jongen helemaal rechts in beeld is. Op screenshot 76 staat hij links, achter hem staat “ [medeverdachte 3] ” ( [medeverdachte 3] ) en daarnaast met de rode broek [medeverdachte 6] en met de witte rits [verdachte] . Als hem het filmpje getoond wordt verklaart [medeverdachte 1] dat [medeverdachte 2] de filmer was, is [medeverdachte 4] degene die voorbij komt rennen en “ [naam 2] ” rent met hem mee. Als hij naar het filmpje kijkt, ziet [medeverdachte 1] dat er door iedereen tegen aangever aan wordt geschopt. Later komt ook [medeverdachte 5] in beeld. [medeverdachte 1] heeft gezien dat aangever nog wel een paar keer goed is geslagen door “ [medeverdachte 3] ” ( [medeverdachte 3] ) en [verdachte] . Volgens [medeverdachte 1] heeft “ [medeverdachte 3] ” aangever uit de bosjes gehaald en is gezegd dat aangever op zijn knieën moest gaan zitten. [verdachte] stond daar ook bij. [medeverdachte 1] verklaart tegenover de politie ‘dat hij ziet dat de jongens aan het schoppen zijn, zoals je ook tegen een voetbal aantrapt’.
[medeverdachte 5] heeft bij de politie verklaard dat hij aangever vijf keer op zijn rug heeft geslagen. [medeverdachte 4] verklaart aangever te hebben geduwd.
[medeverdachte 6] herkent zichzelf op de beelden als ‘de jongen met de rode broek en de zwarte jas’ en heeft bij de politie verklaard aangever een klap te hebben gegeven. Aangever viel toen op de grond. [medeverdachte 7] heeft verklaard dat hij eveneens achter de groep is aangerend. Hij verklaart bij de politie dat toen aangever viel de jongens gewoon verder zijn gegaan met trappen. Volgens [medeverdachte 7] schopten ze qua hardheid alsof het een geplaatst schot met de voetbal was, maar niet dwars door de bal heen of zo. Tegenover de rechter-commissaris verklaart [medeverdachte 7] achter aangever te zijn aangerend en één keer te hebben getrapt. Op de telefoon van [verdachte] , die volgens de medeverdachten ook aanwezig was bij het geweld tegen aangever, is een op 5 februari 2022 tussen 13:50 en 13:52 uur verzonden bericht aangetroffen waarin hij over het geweld tegen aangever verklaart: : “tegen niemand zeggen” en “heb die man kapot geslagen”.
In het dossier bevinden zich foto’s van het letsel bij aangever waarop forse rode en blauwe plekken zichtbaar zijn op het voorhoofd, op de hoofdhuid onder het haar en onder het oog van aangever.
Verdachte [verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij aangever een slinger of een duw heeft gegeven waardoor deze op de grond terecht is gekomen.
Poging tot doodslag?
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de verdachten met deze gedragingen (voorwaardelijk) opzet op de dood dan wel op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan aangever hebben gehad.
Voorwaardelijk opzet op de dood is aanwezig indien een verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dit gevolg, de dood, zal intreden. De beantwoording van de vraag of een gedraging de aanmerkelijke kans op een bepaald gevolg in het leven roept, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waarbij betekenis toekomt aan de aard van de gedragingen en de omstandigheden waaronder deze zijn verricht. Naar vaste rechtspraak kunnen bepaalde handelingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zozeer te zijn gericht op een bepaald gevolg, dat het - behoudens contra-indicaties - niet anders kan dan dat degene die de handelingen heeft verricht, de aanmerkelijke kans op dat gevolg bewust heeft aanvaard.
Anders dan de verdediging en de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat er wel sprake is van voorwaardelijk opzet op de dood, namelijk doordat verdachte en de medeverdachten met hun handelen bewust de aanmerkelijke kans hebben aanvaard dat de dood van aangever zou intreden. De rechtbank stelt dat vast op grond van de volgende feiten en omstandigheden.
[medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [verdachte] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] hebben allen deelgenomen aan het op 5 februari 2022 gepleegde geweld tegen aangever [slachtoffer 1] . Verdachte [verdachte] heeft aangever een slinger of een duw gegeven waardoor deze op de grond terecht is gekomen. Op basis van de hierna beschreven feiten en omstandigheden is het aandeel van verdachte groter geweest. Aangever zelf heeft onder meer verklaard dat hij wel twintig keer tegen het hoofd is geschopt. Op door de politie uitgekeken videobeelden is te zien dat een groep bestaande uit zes personen iemand in elkaar schopt, iedereen op de beelden maakt trappende bewegingen. Op de beelden is ook te zien dat iemand vol uithaalt en schopt naar de persoon die op de grond ligt. Volgens [medeverdachte 7] zijn de jongens, ook nadat aangever viel, gewoon verder gegaan met trappen en schopten ze qua hardheid alsof het een geplaatst schot was met een voetbal. Volgens [medeverdachte 2] heeft hij meerdere mensen van aangever af getrokken en verdachte [verdachte] bijna nog een klap gegeven om het te doen laten stoppen.Aangever is tijdens het geweldsincident op de grond gevallen, waardoor hij zich niet meer adequaat kon verdedigen tegen de geweldsinwerkingen. Dat maakte aangever extra kwetsbaar. De trefkans bij het schoppen tegen het hoofd en het lichaam en toedienen van (vuist)slagen terwijl aangever op de grond lag was groot, waarbij het geweld ongehinderd tot kwetsbare delen kon doordringen. Er was daarbij een grote kans op ernstige letsels aan het aangezicht, de schedel, de hersenen en de hals. Op basis van alle uitgeoefende, forse geweldshandelingen tezamen, de omstandigheden waaronder verdachte geweld gebruikte, , is de rechtbank van oordeel dat gelet op de heftigheid van (in elk geval) dit uitgeoefende geweld op het hoofd en het lichaam van aangever een reële, niet onwaarschijnlijke kans bestond op de dood. Door het geweld op deze wijze op aangever uit te oefenen, hebben verdachte en de medeverdachten deze kans bewust aanvaard.
Medeplegen
Voor een bewezenverklaring van medeplegen dient volgens vaste rechtspraak vast komen te staan dat bij het begaan van het strafbare feit sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander. Het accent ligt daarbij op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. De vraag wanneer de samenwerking zo nauw en bewust is geweest dat sprake is van medeplegen kan niet in algemene zin worden beantwoord, maar vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval. Hierbij dient rekening gehouden te worden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
De rechtbank stelt vast dat verdachte en de medeverdachten het ten laste gelegde feit in vereniging hebben gepleegd, nu sprake was van een gezamenlijke uitvoering. Verdachte heeft gezamenlijk en welbewust met de medeverdachten de confrontatie gezocht met aangever en heeft ook zelf fysiek geweld tegen aangever gebruikt. Verdachte is in groepsverband met medeverdachten achter aangever aangerend, waarbij zij met z’n allen tegenover één persoon, aangever, ervoor hebben gezorgd dat aangever niet weg kon. Verdachte heeft er vervolgens voor gezorgd dat aangever ten val is gekomen, waarna verdachte en medeverdachten op aangever los zijn gegaan. Tijdens het geweld tegen aangever was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking, omdat zij aangever samen, tegelijkertijd, tegen het lichaam en het hoofd hebben geschopt terwijl hij op de grond lag.
Feit 2
Aangever [slachtoffer 3] heeft verklaard dat hij in de zomer van 2021 op verzoek van verdachte voor 60 euro aan Shishapennen heeft besteld. Aangever voelde zich onder druk gezet omdat hij eerder gezien had dat verdachte mensen uitscheldt en bedreigt. Ook had hij gehoord dat verdachte een wapen had. Toen verdachte anderhalve week later opnieuw begon te dreigen heeft aangever nogmaals voor 60 euro aan Shishapennen voor verdachte gekocht. Ook aangever [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij spullen voor verdachte moest kopen. Het ging in eerste instantie om vuurwerkpakjes, daarna ook om Shishapennen en vaporizers. [slachtoffer 2] moest ook contante geldbedragen aan hem betalen, van 20 of 50 euro per keer. Het contact tussen [slachtoffer 2] en verdachte verliep telkens via snapchat. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte hem heeft bedreigd en onder meer gezegd heeft dat hij het huis van aangever op zou blazen, hij hem helemaal verrot zou slaan en aangever een kogel door zijn kop zou krijgen.
Verdachte heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat de Shishapennen niet voor hem waren, maar dat [slachtoffer 3] dat niet wist. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte wel degelijk Shishapennen van aangever heeft ontvangen. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij alleen de eerste keer het bericht zelf heeft gestuurd. Door de politie is daarna onderzocht of de overige berichten, zoals verdachte stelt, met gebruikmaking van zijn telefoon door iemand anders zijn verstuurd, door onder meer diegene te horen die deze berichten volgens verdachte zou hebben verstuurd. Er is geen bewijs gevonden dat het verhaal van verdachte ondersteunt. Bovendien komt de rechtbank dit verhaal ook onwaarschijnlijk en ongeloofwaardig voor, mede omdat een stroom aan dreigende berichten aan [slachtoffer 3] een paar maanden later weer door verdachte zijn verstuurd (feit 3). Gezien de aard van de door verdachte gebruikte bewoordingen, waaronder dat hij het huis van aangever op zou blazen, hij hem helemaal verrot zou slaan en aangever een kogel door zijn kop zou krijgen, is de rechtbank van oordeel dat de berichten wel degelijk bedreigend van aard zijn. Gelet hierop verwerpt de rechtbank het verweer van de raadsman dat de berichten door iemand anders zijn verstuurd en deze niet dreigend van aard zijn.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2 primair tenlastegelegde afpersing van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] .
Feit 3
De rechtbank acht op basis van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot afpersing van [slachtoffer 3] en daarbij alle in de tenlastelegging opgenomen bedreigingen richting [slachtoffer 3] heeft geuit. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Uit op de telefoon van verdachte aangetroffen berichten blijkt dat verdachte ook op
27 januari 2022 snapcontact heeft gehad met aangever [slachtoffer 3] . Verdachte stuurt aangever een veelvoud aan snapberichten waarin hij onder meer – zakelijk weergegeven – stelt dat aangever verdachtes moeder heeft beledigd en aangever daarom geld moet betalen aan verdachte, anders loopt het niet goed af met aangever en krijgt hij klappen of kan hij van verdachte een kogel krijgen. Aangever heeft naar aanleiding van deze bedreigingen uiteindelijk niet betaald. Op basis van de aangifte van [slachtoffer 3] , de hoeveelheid berichten en de door verdachte gebruikte dreigende bewoordingen, heeft de rechtbank, anders dan de verdediging, ook de overtuiging dat verdachte heeft geprobeerd [slachtoffer 3] geld afhandig te maken.
Feit 4
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder 4 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [1]
  • proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 4] van 7 maart 2022, (pagina 310-311) voor zover inhoudende, het relaas van de verbalisant;
  • proces-verbaal ter terechtzitting van 6 april 2023, voor zover inhoudende, de bekennende verklaring van verdachte.
Parketnummer 08/303713-22
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het onder parketnummer 08/303713-22 ten laste gelegde feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin Sv, zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
  • proces-verbaal onderzoek wapen van 21 november 2022 met bijlage (pagina 40-43)
  • proces-verbaal ter terechtzitting van 6 april 2023, voor zover inhoudende, de bekennende verklaring van verdachte.
Parketnummer 08/032213-22
De redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op basis van de inhoud van het dossier en van wat ter terechtzitting is besproken de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 15 januari 2022 bevond aangever [slachtoffer 5] zich rond 21.30 uur samen met zijn vriend [naam 3] in het Prins Bernhardplantsoen (‘flikkerpark’) in Hengelo. [naam 3] werd gebeld dat zij daar weg moesten omdat [medeverdachte 4] met een aantal vrienden op zoek was naar aangever. Aangever is toen samen met [naam 3] naar basisschool [basisschool] aan het Apolloplein gegaan. Daar liep een groep jongens op aangever af. [verdachte] liep als eerste naar voren, sloeg een arm om aangever heen en zei: “hé grote vriend, je moet gaan rennen”. Aangever kreeg daar de kans niet voor omdat hij in zijn buik werd getrapt door [medeverdachte 4] . Door de trap viel aangever achterover op de grond. Aangever weet nog dat [medeverdachte 4] en [medeverdachte 8] op hem in hebben geslagen en hem hebben geschopt en hij heeft van [verdachte] gehoord dat hij toen op de grond lag. Volgens aangever werd hij wel een kwartier lang geslagen en getrapt op zijn hoofd. Aangever heeft alleen gezien dat [medeverdachte 4] en [medeverdachte 8] op hem begonnen in te slaan en te schoppen. Daarna heeft hij niks meer gezien omdat hij zijn armen voor zijn heeft hoofd gehouden om zijn gezicht zoveel mogelijk te beschermen en zich klein probeerde te maken. Hij heeft geschreeuwd van de pijn totdat hij buiten bewustzijn raakte.
Volgens een getuige, die anoniem wenst te blijven omdat de groep bekend staat als zeer gewelddadig, ging het om ongeveer 15 à 20 personen. Ze hadden een capuchon op, bivakmutsen op en een mondkapje voor. De getuige zag onder meer dat [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 8] en [verdachte] met zijn allen op aangever afliepen. [medeverdachte 4] gooide aangever op de grond en gaf hem een paar klappen. De getuige zag ook dat [medeverdachte 8] met zijn vuist meerdere malen op het hoofd van aangever sloeg en hem ook meerdere malen tegen het hoofd schopte en ondertussen ‘lekker hè’ riep.
Getuige [getuige 1] zag ongeveer 10 personen in donkere kleding en herkende onder andere [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 8] en [verdachte] . Ze zag dat de jongens met z’n allen op aangever afliepen en [medeverdachte 2] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 3] aangever meerdere keren vol in het gezicht en op de buik hebben geslagen en geschopt. Dit duurde ongeveer vijf minuten. Nadien zag getuige [getuige 1] dat het gezicht van aangever onder het bloed zat. De lip van aangever was kapot en ook de linkerkant van zijn hoofd. Ook zat zijn gezicht onder de modder. Getuige [getuige 2] heeft onder meer gezien dat [medeverdachte 4] aangever heel vaak heeft getrapt en geslagen, op zijn hoofd en in zijn buik. De getuige zag dat [medeverdachte 3] ook op aangever aan het trappen was en ook [medeverdachte 2] trapte en sloeg aangever. Aan het einde ging er nog een jongen die de getuige niet bij naam kent heel heftig door op aangever. Hij sloeg met zijn vuist in op het hoofd van aangever terwijl aangever volgens de getuige was flauwgevallen. Een ander meisje dat ook getuige was, viel ook flauw. [getuige 2] beschrijft de situatie als ‘heel heftig en was bang dat ze aangever dood zouden schoppen’.
[medeverdachte 4] heeft bij de politie verklaard dat hij aangever wegduwde en met een vlakke hand in het gezicht sloeg. Toen aangever terug sloeg, trapte [medeverdachte 4] aangever in zijn buik waardoor deze op de grond viel, met zijn hoofd op de grond. Tegenover de rechter-commissaris heeft hij bevestigd dat hij aangever geslagen heeft en hem ook in zijn rug heeft getrapt. [medeverdachte 4] heeft gezien dat anderen aangever op zijn hoofd hebben getrapt. [medeverdachte 2] heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat hij aangever twee klappen en een schop tegen zijn kont heeft gegeven. [verdachte] heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat hij er met de hele groep naar toe is gegaan en hij, toen hij bij aangever was wel wist dat het ruzie zou worden. Hij heeft aangever een boks gegeven en gezegd: Ga, maar rennen. Hij liep een stukje weg, hoorde au en keek om. [verdachte] wist wel dat het vechten zou worden.
[medeverdachte 2] heeft tegenover de rechter-commissaris verklaard dat er ruzie was tussen twee jongens en ze er met een groep naar toe zijn gegaan. Volgens [medeverdachte 2] heeft hij aangever twee keer geslagen en hem een schop onder zijn kont gegeven. Toen gingen er meerdere jongens los op aangever. [medeverdachte 3] heeft bij de politie verklaard dat hij, terwijl aangever op zijn rug op de grond lag, bovenop hem is gesprongen en hem flinke klappen heeft gegeven. Volgens [medeverdachte 3] heeft hij aangever met kracht een flink aantal keren overal op zijn gezicht geslagen met zijn vuisten. [medeverdachte 3] hoorde dat aangever aan het schreeuwen was, dat hij huilde en ‘aahhh’ riep. Daarna heeft [medeverdachte 3] hem nog anderhalve minuut geslagen. Ook heeft [medeverdachte 3] hem nog geschopt. Aangever lag toen op de grond en [medeverdachte 3] weet niet meer of aangever op dat moment nog bij bewustzijn was. Volgens [medeverdachte 3] heeft hij ‘aangever geschopt zoals je een penalty neemt en goed uitgehaald’. [medeverdachte 3] weet zeker dat hij hem tijdens het schoppen geraakt heeft op zijn hoofd, maar weet niet meer hoe vaak. Volgens [medeverdachte 3] probeerden [medeverdachte 4] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 2] hem de hele tijd van aangever af te trekken en hoorde hij ze zeggen: ‘stop [medeverdachte 3] , niet doen’. Tegenover de rechter-commissaris heeft [medeverdachte 3] verklaard dat hij een waas voor zijn ogen kreeg. Hoewel [medeverdachte 8] bij de politie en tegenover de rechter-commissaris heeft ontkend aanwezig te zijn geweest, leidt de rechtbank uit hetgeen in de overige processen-verbaal is gerelateerd af dat hij wel degelijk aanwezig was en ook hij zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van geweldshandelingen tegen aangever.
Nadat het geweld was gestopt kwam aangever weer bij in de armen van vriend [naam 3] en is hij met de auto naar huis gebracht waar zijn moeder de politie heeft gebeld. Aangever had pijn aan zijn gezicht, een blauw oog en krassen op zijn rug. Uit de medische verklaring van de huisarts leidt de rechtbank af dat verdachte slagen en schoppen tegen het hoofd en elders tegen het lichaam heeft gehad, hij het bewustzijn heeft verloren en er bloed zat in zijn linker gehoorgang. Ook was aangever nadien misselijk. Op foto’s van het letsel is onder meer te zien dat aangever moddersporen en verdikkingen die blauw en rood gekleurd zijn in zijn gezicht heeft, rode plekken op zijn linkerschouder en -bovenarm en een rode streek rechts op zijn rug.
Verdachte [verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij als eerste naar voren liep, een arm om aangever heen sloeg en zei: “hé grote vriend, je moet gaan rennen”. Verdachte wist dat het vechten zou worden.
Poging tot doodslag of poging toebrengen zwaar lichamelijk letsel of openlijke geweldpleging?
De rechtbank is van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat het (voorwaardelijk) opzet van verdachte erop gericht was om aangever van het leven te beroven.
Zoals hiervoor is vastgesteld is verdachte als eerste naar voren gelopen, sloeg hij een arm om aangever heen en zei: “hé grote vriend, je moet gaan rennen”. Verdachte wist dat het vechten zou worden. Verdachte is daarna aanwezig gebleven, terwijl de anderen fors geweld uitoefenden op aangever. Op basis van het dossier kan niet worden vastgesteld dat verdachte enige vorm van opzet had op de mate en hevigheid van het daaropvolgende geweld en zich van de mogelijke gevolgen hiervan bewust was en die ook aanvaardde. Hieruit kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden geconcludeerd dat verdachte met deze wijze van handelen in het geheel bezien, zich van de aanmerkelijke kans op de dood van aangever, of het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, bewust moet zijn geweest en deze kans heeft aanvaard.
Gezien het voorgaande zal de rechtbank verdachte van het primair en subsidiair tenlastegelegde vrijspreken. Anders dan de verdediging, is de rechtbank van oordeel dat wel wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het openlijk plegen van geweld tegen aangever.
De rechtbank stelt voorop dat van het "in vereniging" plegen van geweld sprake is, indien de betrokkene een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt is niet zonder meer voldoende om hem/haar te kunnen aanmerken als iemand die "in vereniging" geweld pleegt. Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte geleverde - intellectuele en/of materiële - bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is.
Uit de gehele gang van zaken blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte doelbewust samen met anderen als groep op aangever is afgegaan. Door zijn aanwezigheid en optreden heeft verdachte een in elk geval dreigend en getalsmatig versterkend aandeel geleverd aan deze gewelddadige confrontatie. Dat door de medeverdachten vervolgens fors geweld is gebruikt, doet daar niets aan af. Verdachte kan namelijk ook strafrechtelijk aansprakelijk zijn voor het niet door hemzelf gepleegde, in de tenlastelegging vermelde, geweld. Het verschil tussen het aandeel van verdachte en dat van de medeverdachten komt tot uitdrukking in het oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van openlijk geweld, daar waar een aantal medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan een poging tot doodslag. De rechtbank komt tot de conclusie dat verdachte, door te handelen als hiervoor beschreven, opzet heeft gehad op de ten laste gelegde geweldshandelingen en daaraan een voldoende significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven en de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder parketnummer 08/058059-22 onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4, onder parketnummer
08/303713-22 en het onder parketnummer 08/032213-22 meer subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08/058059-22
Feit 1, primair
hij op of omstreeks 05-02-2022 te Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, met dat opzet die [slachtoffer 1] met kracht meermalen,
- tegen het lichaam hebben geduwd en
- tegen het lichaam hebben getrapt ten gevolge waarvan die [slachtoffer 1] ten val is gekomen en
- vervolgens met geschoeide voet in het gezicht, tegen het hoofd en het lichaam hebben getrapt en
- in het gezicht, tegen het hoofd en het lichaam hebben geslagen en gestompt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 2 primair
hij op tijdstippen in de periode van 1 juli 2021 tot en met 8 september 2021 te Hengelo (O), telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van geldbedragen en shishapennen en vaporizers, die aan die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] toebehoorden, door - zakelijk weergegeven-
- tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te zeggen dat zij shishapennen en vaporizers voor hem, verdachte, moeten bestellen en betalen en vervolgens deze shishapennen aan hem, verdachte, af moeten geven en
- die [slachtoffer 2] onder meer dreigend toe te voegen dat hij, verdachte, het huis van die [slachtoffer 2] op zal blazen en die [slachtoffer 2] verrot zal slaan en een kogel door zijn kop zal krijgen en
- tegen die [slachtoffer 2] te zeggen dat die [slachtoffer 2] geldbedragen moet betalen aan verdachte en dat hij, verdachte, een vuurwapen bij zich heeft op het moment van betaling en
- die [slachtoffer 3] via Snapchat te bedreigen en tegen die [slachtoffer 3] te zeggen dat die [slachtoffer 3] niet in elkaar geslagen wordt als die [slachtoffer 3] nogmaals shishapennen voor hem, verdachte, bestelt;
Feit 3
hij op 27 januari 2022 te Hengelo (O) en/of Ambt Delden, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 3] te dwingen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 3] toebehoorde, in elk geval aan een ander dan aan verdachte, met dat opzet
- die [slachtoffer 3] via Snapchat heeft beschuldigd dat die [slachtoffer 3] verdachtes moeder heeft beledigd en
- vervolgens die [slachtoffer 3] dreigend de woorden via Snapchat heeft toegevoegd:
- " jou kapot maken hoerekind" en
- " nu word het de kanker in geslagen of je gaat moeten betalen g" en
- " wacht Bro die man is kanker Boos of je betaald of loopt ni goed af" en
- " je wilt klappen k hoor genoeg" en
- " nou dan beter geef je die doekoe voordat het klaar is" en
- " wat steelt ben je mgl of k hoef geen geld mag k je dde kanker in slaan 1 tegen 1" en
- " nou dan geef ma 20 ik zij van 120 100 60 50 20 heb je kanker veel gegund" en
- " jij wil jij wolt k geef jou kogel",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Feit 4
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 16 november 2021 tot en met 12 januari 2022 te Hengelo (O) en/of te Ambt Delden, [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [slachtoffer 4] via Snapchat de woorden/tekst toe voegen: "je kan kogels vangen, vraag [naam 1] maar".
Parketnummer 08/303713-22
hij op 20 november 2022 te Hengelo (O) een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een getransformeerd alarmpistool, van het merk BBM Bruni, model 315 Auto, kaliber 8mm zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool voorhanden heeft gehad.
Parketnummer 08/032213-22
meer subsidiair
hij op 15 januari 2022 te Hengelo (O) openlijk, te weten, aan het Apolloplein, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 5] door meermalen, met kracht
- die [slachtoffer 5] vast te pakken en een arm om die [slachtoffer 5] heen te slaan en
- die [slachtoffer 5] in de buik, tegen het lichaam te trappen waardoor die [slachtoffer 5] ten val is gekomen en
- die [slachtoffer 5] vervolgens met geschoeide voet in het gezicht, tegen het hoofd en het lichaam te trappen en - die [slachtoffer 5] in het gezicht, tegen het hoofd en het lichaam te slaan en/of te stompen;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 141, 285, 287 en 317 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en artikel 26 juncto 55 van de Wet wapens en munitie. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 08/058059-22
feit 1 primair
het misdrijf: medeplegen van poging tot doodslag.
feit 2 primair
het misdrijf: afpersing.
feit 3
het misdrijf: poging tot afpersing.
feit 4
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Parketnummer 08/303713-22
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, lid 1 van de Wet wapens en munitie,
strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 1 van de Wet wapens en munitie.
Parketnummer: 08/032213-22
Meer subsidiair
het misdrijf: openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf, te weten de werkstraf voor de duur van 160 uren, bij niet verrichten te vervangen door 80 dagen jeugddetentie en de leerstraf Tools4U voor de duur van 30 uren, bij niet verrichten te vervangen door 15 dagen jeugddetentie, alsmede een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan de voorlopige hechtenis, met aftrek van voorarrest, alsmede 180 dagen (6 maanden) voorwaardelijke jeugddetentie met een proeftijd van twee jaar met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad voor de kinderbescherming en deze direct uitvoerbaar te verklaren. De officier van justitie heeft ook gevraagd het geschorste bevel voorlopige hechtenis bij vonnis op te heffen.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman prijst de Raad en de jeugdreclassering die verdachte niet hebben laten vallen toen hij opnieuw de fout in is gegaan. Dit heeft er mede voor gezorgd dat verdachte opnieuw geschorst is. De raadsman verzoekt, afhankelijk van de bewezenverklaring en kwalificatie een korte jeugddetentie of maximaal een jeugddetentie gelijk aan duur van de voorlopige hechtenis op te leggen, en een taakstraf, te weten de leerstraf Tools4U verlengd waarvoor
30 uur volstaat. Gelet op het feit dat verdachte bijna vier maanden in detentie heeft gezeten, is een extra taakstraf in de vorm van een werkstraf niet nodig. De verdediging geeft aan zich voor het overige geheel te kunnen vinden in het advies van de Raad.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachten schuldig gemaakt aan twee ernstige geweldsdelicten.
In de zaak van 15 januari 2022 heeft verdachte zich met zijn medeverdachten in de binnenstad van Hengelo schuldig gemaakt aan een poging tot doodslag. Aanleiding voor het geweld tussen de twee groepen was een eerdere ruzie over een meisje. Terwijl aangever [slachtoffer 5] op de grond was beland, is er met veel kracht getrapt tegen zijn hoofd. Aangever is op enig moment bewusteloos geraakt. Het geweld tegen aangever was zo heftig dat aangever daardoor had kunnen overlijden. De aanwezige getuigen waren nadien erg overstuur. Voor deze geweldsexplosie was geen enkele aanleiding, laat staan een rechtvaardiging. Dergelijk geweld is de nachtmerrie van menig ouder wanneer hun kinderen ’s avonds op straat rondhangen of uitgaan. Aangever mag van geluk spreken dat hij nog leeft en geen ernstige verwondingen heeft opgelopen.
In de zaak van 5 februari 2022 heeft verdachte zich met zijn medeverdachten na een uit de hand gelopen feestje nabij het NS-station in Hengelo schuldig gemaakt aan openlijk geweld tegen aangever [slachtoffer 1] . Er is door de medeverdachten meermalen tegen het lichaam en hoofd van aangever getrapt en geslagen. Dit geweld is door een van de verdachten gefilmd, waarbij deze opmerkingen heeft gemaakt die hebben bijgedragen aan een sfeer van ontremming. Het delen van de beelden, waardoor deze voor eeuwig beschikbaar kunnen blijven en deze aangever in de toekomst kunnen blijven achtervolgen, acht de rechtbank zeer kwalijk.
Het gaat hier in beide gevallen om zeer ernstige strafbare feiten en de rechtbank neemt het verdachte kwalijk dat hij totaal niet heeft nagedacht over de mogelijke gevolgen van zijn handelen voor de slachtoffers. De ervaring leert immers dat dergelijke gebeurtenissen ook heel anders kunnen aflopen en slachtoffers het niet meer kunnen navertellen of er blijvend letsel aan overhouden.
De verdachte heeft zich ook gedurende een langere periode schuldig gemaakt aan andere ernstige strafbare feiten die niet alleen van invloed zijn geweest op de slachtoffers maar ook op hun directe omgeving. Ook heeft verdachte een verboden vuurwapen voorhanden gehad.
De rechtbank rekent dit alles verdachte aan en overweegt dat voornoemde feiten de oplegging van een fikse straf zonder meer rechtvaardigen.
De persoon van verdachte
Ter beantwoording van de vraag op welke wijze de onderhavige zaken precies moeten worden afgedaan, heeft de rechtbank ook gekeken naar de persoon van verdachte en hetgeen de deskundigen hierover adviseren.
Psychologisch onderzoek
Gerechtelijk deskundige [naam 4] , GZ-psycholoog heeft verdachte psychologisch onderzocht en op 21 februari 2023 over hem gerapporteerd.
Verdachte afkomstig is uit Eritrea. In 2013 is hij, toen 7 jaar oud, samen met zijn moeder, zussen en broertje naar Nederland gevlucht. Verdachte heeft in verschillende opvangcentra verbleven en maakte zich snel de Nederlandse taal eigen. Op school komt hij goed mee.
Verdachte functioneert op beneden gemiddeld intelligentieniveau. Vanuit zijn voorkomen komt hij echter cognitief sterker over. Er dient echter wel rekening te worden gehouden met een culturele achterstand. Sociaal emotioneel bevindt hij zich in het conformistische stadium passend bij zijn leeftijd. Hij lijkt zoekende naar zijn (culturele) identiteit. Hij voelt zich niet thuis tussen Nederlandse leeftijdsgenoten. Hij zoekt allochtone jongeren op die, net als hij, een immigratie achtergrond hebben of afkomstig zijn van een niet Nederlandse cultuur. Hij voelt zich in deze groep meer begrepen en gehoord. Het probleem is echter dat hij zich door deze allochtone jongeren mee kan laten trekken in antisociaal gedrag. Als hij antisociaal gedrag laat zien, lijkt zijn aanzien te worden versterkt in deze groep waardoor het nog lastiger wordt voor betrokkene om van dit soort groepen afstand te nemen. Hij lijkt vervolgens makkelijk beïnvloed te raken want als hij dit gedrag vertoont voelt hij zich gezien. In zijn voorkomen (vlotte babbel) lijkt hij ook in staat te zijn om zwakkere kwetsbare jongens onder druk te kunnen zetten (beïnvloeden). Betrokkene ervaart en voelt dat hij (en zijn gezin) als anders worden ervaren. Hij kan zich achtergesteld en gediscrimineerd voelen. Hierin wordt hij (te) snel getriggerd en kan vervolgens verbale en/of fysieke agressie laten zien. Er lijkt (nog) geen juiste balans te zijn tussen het taakgericht en emotiegericht oplossen van problemen bij betrokkene. Hij laat zich teveel leiden door gevoelens van verongelijktheid en boosheid, door de emotie van het moment. Dit kan bij betrokkene ook losstaan van een groepsdynamiek. Vanuit het persoonlijkheidsonderzoek wordt dit beeld bevestigd. Hij denkt nog niet na over oplossingen, hij reflecteert te weinig op zijn eigen gedrag. Hij maakt zich nauwelijks zorgen en lijkt zich te weinig bewust van de ernst en de gevolgen van antisociaal gedrag zoals verbaal- of fysiek geweld. Betrokkene heeft veel moeite met mensen die hun gezag en hiërarchie op een voor hem dwingende manier uitdragen.
Er worden bij betrokkene geen stoornissen vastgesteld, de ten laste gelegde feiten kunnen daarom volledig aan hem worden toegerekend. Hij laat ook geen criteria zien om te kunnen spreken van een post-traumatische stressstoornis. Aannemelijk is wel dat zijn vlucht naar Nederland, het verder opgroeien in een totaal andere cultuur en het gepest worden een behoorlijke impact hebben gehad op zijn gevoelsleven. Hij lijkt (te) weinig bij zijn kwetsbaarheid te kunnen komen en lijkt gevoelens van kwetsbaarheid (onbewust) weg te drukken. Door over te gaan op agressie komt er niemand echt dichtbij. Betrokkene weet (cognitief geweten) wat goed en fout is echter zijn affectieve geweten heeft zich nog onvoldoende ontwikkeld. Als zijn waarden zich niet gezond zouden ontwikkelen zou zijn attitude zich kunnen ontwikkelen tot antisociaal.
De kans op herhaling
Er zijn kwetsbaarheden vanuit zijn persoonlijkheid, mede ingegeven uit zijn voorgeschiedenis, die hem extra gevoelig maken voor krenking. Op deze momenten verliest zijn verstand het even van zijn gevoel en neemt een emotiegerichte coping de overhand en kan hij overgaan tot maatschappelijk grensoverschrijdend gedrag. De inschatting wordt gemaakt dat er sprake is van een matig tot hoog recidiverisico. Vooral zijn problemen met zelfcontrole en positieve ondersteuning vanuit pro sociale leeftijdsgenoten maakt de kans op recidive hoog. Er is geen juiste balans tussen het taakgericht en emotiegericht oplossen van problemen. Hij lijkt zich te laten leiden door gevoelens van verongelijktheid en boosheid. Hij stelt zich vaak niet vermijdend op maar kiest eerder de aanval. Als zijn zelfcontrole niet verandert en hij blijft antisociale jongeren opzoeken, blijft de kans aanwezig dat hij opnieuw in de problemen komt en de wet overtreedt.
Het advies van de psycholoog
Om de kans op recidive te voorkomen, is het onder meer van belang dat betrokkene zelfcontrole leert krijgen. Er kan gedacht worden aan een behandeling gericht op agressieregulatie, het versterken van zijn zelfcontrole. Hiermee kan het ontwikkelen van een antisociale denk- en handelwijze worden voorkomen. Er kan gedacht worden aan de leerstraf Tact-plus. In de leerstraf dienen de culturele aspecten te worden meegenomen in het omgaan met mensen die hem ‘triggeren’. Ook lijkt hij het moeilijk te vinden om bij zijn kwetsbaarheid te komen. Gevoelens zoals angst en verdriet lijken te worden weggedrukt. Hij wil graag gezien en geaccepteerd worden, past zich sociaal aan en lijkt hierbij beschermers te ontwikkelen die hem bij die kwetsbaarheid weghouden. Zijn affectieve geweten ontwikkelt zich daarom onvoldoende. Om inzicht te krijgen in deze beschermers en deze vervolgens te behandelen om deze gevoelens meer te kunnen en te durven toelaten wordt schematherapie voor adolescenten geadviseerd. Hiermee komt er een duidelijk inzicht in hoe zijn gevoel- en gedragsleven zich heeft ontwikkeld en hoe hij dit kan veranderen. Dit kan bijvoorbeeld binnen Accare in Hengelo worden ingezet. Omdat betrokkene verschillende (ernstige) delicten heeft gepleegd, is het van belang deze interventies binnen het huidige ITB-plus traject kader worden ingebed. Omdat hij zich eerder niet aan de voorwaarden heeft gehouden zal een dergelijke behandeling en interventie een verplichtend karakter moeten hebben en kan dit plaatsvinden in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf.
De Raad voor de Kinderbescherming
De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 30 maart 2023 een rapport over de inmiddels 15-jarige verdachte uitgebracht. De Raad rapporteert dat er zorgen zijn over [verdachte] en zijn recidivegedrag. Hij wordt op zeer jonge leeftijd verdacht van meerdere en zware strafbare feiten. Hoewel hij al meerdere malen in voorarrest heeft gezeten, lijkt hij niet te leren van zijn gedrag en blijft hij recidiveren. Hij loopt nu in een ITB-plus traject met toezicht van de jeugdreclassering waarmee hem strakke kaders worden geboden. De Raad vindt dat [verdachte] een consequentie mag ervaren voor hetgeen hij heeft gedaan, zodat hij ervaart dat zijn delictgedrag niet wordt getolereerd. Gelet op het feit dat [verdachte] zijn school weer goed heeft opgepakt, is het van belang dat hij zich hierop blijft focussen om zo met zijn toekomst bezig te zijn. Aangezien [verdachte] veel vrije tijd heeft, is een onvoorwaardelijke taakstraf volgens de Raad van meerwaarde omdat hij op deze wijze (na school of in het weekend) een zinvolle daginvulling krijgt en meer structuur zal ervaren. De Raad vindt met het NIFP dat er ingezet moet worden op het aanleren van vaardigheden. Het gebrek aan sociale vaardigheden is het voorliggende probleem ten opzichte van zijn agressieproblematiek. De Raad vindt daarom de leerstraf Tools4U verlengd het meest passend omdat [verdachte] vanwege zijn benedengemiddeld intelligentieniveau baat heeft bij herhaling om zich nieuwe vaardigheden eigen te maken. Ook is belangrijk om de culturele aspecten die een rol spelen in het leven van [verdachte] mee te nemen. De Raad schat in dat alleen een leerstraf niet voldoende is en vindt dat een werkstraf ook bijdraagt aan het voorkomen van recidive. Aanvullend heeft ook een voorwaardelijke straf meerwaarde. [verdachte] heeft zich tijdens de schorsing niet aan de voorwaarden gehouden en is opnieuw in aanraking gekomen met de politie. Het moet voor [verdachte] duidelijk zijn dat hij niet meer opnieuw moet recidiveren. [verdachte] moet bewuste keuzes gaan maken en wegblijven van delictgedrag. Om [verdachte] hierin te ondersteunen denkt de Raad dat het van pedagogische meerwaarde is om bijzondere voorwaarden te stellen, waarop de jeugdreclassering toezicht kan houden.
Ter terechtzitting heeft de Raad benoemd dat [verdachte] het goed doet als hem strakke kaders worden gesteld en daarom aanvullend geadviseerd het ITB-plus traject de komende drie maanden te continueren. Daarnaast vindt de Raad het belangrijk dat verdachte meewerkt aan schematherapie bij Accare, zoals geadviseerd door het NIFP en waardoor er meer inzicht komt in zijn gedachten en gevoelens. Omdat verdachte straks in Hengelo naar school zal gaan, acht de Raad evenals de jeugdreclassering een contactverbod met de medeverdachten niet langer haalbaar.
De rechtbank heeft gezien dat verdachte volgens een verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 24 februari 2023 niet eerder is veroordeeld.
Strafmodaliteit en de hoogte daarvan
De rechtbank stelt voorop dat bij een bewezenverklaring van een poging tot doodslag en openlijk geweld in beginsel een onvoorwaardelijke jeugddetentie gerechtvaardigd is.
Gelet op het pedagogisch karakter van het jeugdstrafrecht staan, naast vergelding en genoegdoening voor de slachtoffers, ook de belangen van een minderjarige verdachte centraal bij de afweging welke straf en/of maatregel aan die verdachte moet worden opgelegd.
Verdachte was, met uitzondering van het meest recente feit, ten tijde van de feiten veertien jaar. De rechtbank vindt het zorgwekkend dat hij op zo’n jonge leeftijd zich schuldig maakt aan zulke ernstige feiten. Gebleken is dat verdachte in de schorsingsperiode door de strakke kaders van het ITB-plus traject verbetering van zijn gedrag heeft laten zijn. Het is belangrijk dat hij dit voortzet, en daarvoor acht de rechtbank het in elk geval nodig dat het ITB-plus traject wordt voortgezet en dat verdachte binnen het strafrechtelijk kader onder meer leert om te gaan met zijn triggers. Verdachte zal daarnaast niet alleen moeten voelen dat hij een aantal zeer verkeerde keuzes heeft gemaakt, maar ook dat hij zich zal moeten inzetten om het plegen van strafbare feiten in de toekomst te voorkomen.
De rechtbank is alles afwegende van oordeel dat gelet op de ernst en de veelheid van de feiten aan verdachte een jeugddetentie voor de duur van 204 dagen moet worden opgelegd, met aftrek van de dagen dat verdachte in voorarrest heeft gezeten, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. Daarnaast zal de rechtbank een taakstraf, bestaande uit de leerstraf Tools4U verlengd van 30 uren en een werkstraf van 40 uren, opleggen. Door het onvoorwaardelijke deel van de jeugddetentie gelijk te stellen aan het voorarrest, hoeft verdachte nu niet terug naar de justitiële jeugdinstelling, terwijl het voorwaardelijke deel een flinke stok achter de deur vormt om ervoor te zorgen dat verdachte zich aan de voorwaarden zal (blijven) houden en niet opnieuw zal recidiveren.
Aan de voorwaardelijke jeugddetentie zal de rechtbank ook de door de deskundigen geadviseerde bijzondere voorwaarden verbinden, waaronder voortzetting van het ITB-plus traject voor de duur van drie maanden. Gelet op het advies van het NIFP en de Raad dient naar het oordeel van de rechtbank ook zo spoedig mogelijk te worden gestart met de noodzakelijke behandeling (schematherapie) om zo het recidivegevaar te verkleinen.
De rechtbank ziet evenals de Raad geen aanleiding een contactverbod op te leggen met de medeverdachten.
Dadelijke uitvoerbaarheid voorwaarden
De rechtbank is van oordeel dat de op grond van artikel 77z Sr te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 77aa Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar moeten zijn nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van één of meer personen. Verdachte is, terwijl hij in een toezicht liep, twee keer opnieuw de fout ingegaan. De psycholoog heeft geconcludeerd dat het recidivegevaar matig tot hoog is en verdachte in verband daarmee moet worden behandeld. De rechtbank vindt het daarom noodzakelijk dat de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht dadelijk uitvoerbaar zijn.

8.De schade van benadeelden

8.1
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
De vader heeft zich namens [slachtoffer 1] als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces.
De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 2.050,26, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- telefoon € 248,00;
- jas € 199,96;
- reiskosten € 102,30.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 1.500,00 gevorderd.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij in zijn geheel dient te worden toegewezen, inclusief de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ook heeft de officier van justitie verzocht om verdachte hoofdelijk te veroordelen in de te betalen schadevergoeding.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het immateriële deel van de gevorderde schadevergoeding gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Hij verzet zich niet tegen de opgevoerde schadeposten jas en reiskosten. De kosten voor de telefoon heeft hij betwist. Er is geen sprake van rechtstreekse schade en een factuur ontbreekt.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering heeft betrekking op het onder parketnummer 08/058059-22 ten laste gelegde. Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadeposten zijn voldoende onderbouwd en aannemelijk, met uitzondering van de reiskosten nu deze niet zijn aan te merken als schade die rechtstreeks is geleden door het strafbare feit. Deze reiskosten komen ook als proceskosten niet in aanmerking voor vergoeding nu de benadeelde partij wordt bijstaan door SHN (Hoge raad 28 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:414). De rechtbank zal het gevorderde daarom (deels) toewijzen tot een bedrag van € 1.947,96, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
De verdachte is voor de schade naar burgerlijk recht met zijn mededaders hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat de verdachte tegenover de benadeelde partij voor het hele bedrag aansprakelijk is.
8.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met
nuldagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
8.6
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
De vader heeft zich namens [slachtoffer 3] als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 137,50 (honderdzevenendertig euro en vijftig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- geldbedrag à € 60,--;
- geldbedrag à € 77,50;
Er wordt geen vergoeding van immateriële schade gevorderd.
8.7
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij in zijn geheel dient te worden toegewezen, inclusief de wettelijke rente vanaf het ontstaan van de schade en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ook heeft de officier van justitie verzocht om verdachte hoofdelijk te veroordelen in de te betalen schadevergoeding.
8.8
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit en verzoekt in verband daarmee primair de gevorderde schadevergoeding af te wijzen. In het geval van een bewezenverklaring verzoekt de raadsman de benadeelde partij [slachtoffer 3] niet-ontvankelijk te verklaren. Er staat geen datum op de bankafschriften en het bedrag komt ook niet overeen met het in de aangifte door [slachtoffer 3] genoemde bedrag.
8.9
Het oordeel van de rechtbank
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder parketnummer 08/058059-22 onder 2 primair bewezen verklaarde feit rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost ad € 60,-- is voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom deels toewijzen tot een bedrag van € 60,--, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Met betrekking tot de gevorderde schade van € 77,50 is niet voldaan aan de stelplicht. Ook uit de aangifte valt niet af te leiden wat het causaal verband is tussen dit bedrag en het bewezen verklaarde feit. De vordering wordt daarom voor dit deel afgewezen.
8.1
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht (mede) aansprakelijk is voor de schade die door het feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met
nuldagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa en 77gg Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/032213-22 onder primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08/058059-22 onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4, onder parketnummer 08/303713-22 en het onder parketnummer 08/032213-22 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08/058059-22 onder 1 primair, 2 primair, 3 en 4, onder parketnummer 08/303713-22 en het onder parketnummer 08/032213-22 meer subsidiair bewezen verklaarde;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08/058059-22
feit 1 primair
het misdrijf: medeplegen van poging tot doodslag.
feit 2 primair
het misdrijf: afpersing.
feit 3
het misdrijf: poging tot afpersing.
feit 4
het misdrijf: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Parketnummer 08/303713-22
het misdrijf: handelen in strijd met artikel 26, lid 1van de Wet wapens en munitie,
strafbaar gesteld bij artikel 55 lid 1 van de Wet wapens en munitie.
Parketnummer: 08/032213-22
Meer subsidiair
het misdrijf: openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Straf
- veroordeelt verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
204 (tweehonderdvier) dagen;
- bepaalt dat van deze straf
90 (negentig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich gedurende de door de gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op de door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen, zal melden bij de jeugdreclassering zo frequent en zo lang deze instelling dat nodig acht;
- hij zich houdt aan de aanwijzingen en afspraken van de gecertificeerde instelling te weten Stichting Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering;
- dat hij deelneemt aan het ITB-plus traject van de Jeugdreclassering gedurende drie (3) maanden;
- dat hij deelneemt aan behandeling of begeleiding gericht op zijn denk- en gevoelswereld, bijvoorbeeld schematherapie bij Accare of een andere soortgelijke instelling die door de jeugdreclasseerder noodzakelijk wordt geacht;
- dat hij meewerkt aan het vasthouden van een zinvolle dagbesteding (zoals school of werk) waarbij de jeugdreclassering bepaalt wat zinvol is.
Toezicht op de uitvoering van de bijzondere voorwaarden wordt uitgeoefend door de
gecertificeerde instelling Stichting Jeugdbescherming Overijssel, afdeling jeugdreclassering,
instantiecode AST106. Verantwoordelijke gemeente is Hof van Twente.
- Daarbij gelden als
voorwaarden van rechtswegedat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zolang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- beveelt dat de op grond van artikel 77z gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 77aa Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit de
leerstrafTools4U verlengd, voor de duur van
30 (dertig) uren,
-beveelt, voor het geval dat de verdachte de leerstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
15 (vijfentwintig) dagen;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit de
werkstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren,
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
20 (twintig) dagen;
opheffing bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Schadevergoeding [slachtoffer 1]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van
€ 1.947,96 (bestaande uit € 447,96 materiële schade en € 1.500,00 immateriële schade);
wijst af de gevorderde reiskosten ad € 102,30;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (parketnummer 08/058059-22): van een bedrag van € 1.947,96 (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2022) met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder parketnummer 08/058059-22 bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.947,96 (zegge: negentienhonderdenzevenenveertig euro en 96 cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 februari 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
nuldagen kan worden toegepast, (een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan). Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Schadevergoeding [slachtoffer 3]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 60,-- (bestaande uit materiële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] (parketnummer 08/058059-22 onder 2 primair): van een bedrag van € 60,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2021);
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 60,--, (zegge: zestig), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
nuldagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- wijst de vordering voor het overige af.
.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M. van Bruggen en
mr. L. Pieters, rechters, tevens kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. J.A. Krooshof, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 17 mei 2023.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022062397. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Parketnummer: 08/058018-22 (Velourstunnel)
Feit
1.
Het proces-verbaal vanaangifte van [slachtoffer 1]van 10 februari 2022, (met als bijlage fotoblad letsel) pagina 13-17, voor zover inhoudend als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven:
"Afgelopen vrijdag 4 februari 2022 omstreeks 21:00 uur ben ik met de trein naar
Hengelo gegaan omdat ik naar een feestje zou gaan bij [naam 5] , die woont aan de
Adamsweg in Hengelo. (…) Toen ik in de deuropening van buiten stond werd mijn muts van mijn hoofd getrokken door iemand. Op dat moment was het een grote chaos in en buiten het huis, ik was kwaad en wilde mijn muts terug, maar deze vond ik op dat moment niet. Op dat moment stond er ook politie voor de deur, ik heb ze gezegd dat mijn muts weg was en dat er ruzie was binnen. (…)
Ik denk dat wij omstreeks 00:50 uur weer richting de trein zijn gelopen. Ik was op
dat moment samen met [naam 6] , [naam 7] en [naam 8] . Wij liepen naar het station. In een
zijstraat van de Adamsweg stond een groep van zo'n 20 jongeren Ik herkende ze niet
van het feestje, ik had ze niet eerder gezien. Ik zag dat deze groep in onze richting
kwam lopen. Ik heb hierna nog een keer in de richting van het huis om hulp geroepen en hierna zijn [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] en ik in een versnelde pas, later rennen, in de richting van het station in Hengelo gelopen. We gingen rennen omdat de jongens in onze richting kwamen lopen. Ik schrok, want ik kreeg de indruk dat ze waren gekomen voor narigheid. 2 of 3 van die jongens waren op de fiets, de andere jongeren kwamen er achter aan rennen. Toen we onder een tunnel waren, hoorde ik dat jongens in onze richting aan het schreeuwen waren. Ik hoorde dat zij schreeuwden: 'Stop, blijf staan, of woorden van gelijke strekking. Ik zag dat er 3 jongens op de fiets, ze kwamen schuin naast ons staan. Wij bleven op dat moment stil staan. Ik vroeg de jongens waarom wij stil moesten blijven staan. Hierop kwam de rest van de groep ook bij ons. Ik herken de één (1) van de jongens duidelijk en deze heb ik later herkend van Instagram als [medeverdachte 1] (fonetisch). Hij stond aan het einde van de tunnel. Hij was zeker één van de jongens welke achter mij is aangerend. Op een gegeven moment werd ik geduwd, dit was zo hard dat dit niet goed voelde. Ik ben hierna weg gaan rennen en opeens kreeg ik een schop waardoor ik viel. Op dat moment lag ik vermoedelijk op de linker zijkant van mijn lichaam. Op dat moment heb ik mijn hoofd beschermd met mijn armen en voelde ik dat ik meerdere keren met veel kracht op mijn hoofd en in mijn zij werd getrapt. Ik heb mijzelf losgerukt waardoor ik weer weg kon rennen. (…) Ik ben weggerend (ik denk) langs het station en ben uiteindelijk in een doodlopend steegje terecht gekomen, waarna ik achter de bosjes ben gaan liggen. Op het moment dat ik ben gaan rennen heb ik mijn zus gebeld en verteld dat het niet goed ging en dat ik alleen was. Ik ben achter de bosjes gaan liggen. (…) Ik werd door de jongens achter de bosjes weggehaald. Ik lag hierdoor weer op de grond. Op dat moment ben ik weer meerdere keren geslagen en geschopt. Ik voelde dat ik op dat moment meerdere keren op mijn hoofd werd getrapt. Ik voelde dat dit met kracht was en dat ze mij ook met de onderkant van hun voeten
hebben geraakt op mijn hoofd. Hierna werd ik meegesleurd, ik denk dat dit ongeveer 5 meter is geweest. Ik werd aan mijn capuchon en kraag meegetrokken, in eerste
instantie werd ik over de grond meegesleurd en later kon ik nog mee strompelen. Voor mijn gevoel werd ik een ander steegje ingesleurd waar 3 jongens stonden te wachten. Ik had het idee dat deze jongens hier al langere tijd stonden want toen ik daar kwam stonden zij er al. Op dat moment werd ik door iemand fysiek op mijn knieën gezet, volgens mij werd ik van achter in mijn knieholte geschopt, waardoor ik automatisch al op mijn knieën belande. Ik hoorde dat ik sorry moest zeggen. Dit deed ik in eerste instantie niet. Ik kreeg toen een harde klap of trap in mijn gezicht. Hierna heb ik meteen sorry gezegd. (…) Op een gegeven moment werd er door iemand uit de groep geroepen: 'Kijk naar zijn jas, hij is het niet, laat hem gaan'. Hierna heeft de jongen die mij vasthield mij gezegd: 'Geen politie, geen aangifte'. Hierna voelde ik
dat ik nog een harde klap in mijn gezicht kreeg, waarna ze mij lieten gaan.
Ik denk dat ik in totaal wel 20 keer met kracht op mijn hoofd ben geschopt. Door de
adrenaline op dat moment voelde ik niet veel pijn. Later kwam dit wel. Tevens heb ik letsel overgehouden aan deze mishandeling, waar foto's van zijn gemaakt. Ook is er een stuk van mijn voortand afgebroken door de mishandeling.
[afbeelding]
2.
Hetproces-verbaal van bevindingenvan 12 september 2022, voor zover inhoudende, het relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven.
Op 12 september 2022 deed ik onderzoek in de data van de in beslag genomen Iphone 12 Mini van verdachte [medeverdachte 3] . Ik zag dat de volgende gegevens aan de telefoon gekoppeld waren:
Apple ID : [mailadres]
Device name : iPhone van [medeverdachte 3]
IMEI : [nummer]
Telefoon nummer : + [telefoonnummer 1]
(…) Ik trof in de data een video met de naam [omschrijving 1] .MOV. Ik kon aan de data niet zien hoe deze video op de telefoon gekomen was. Ik zag op deze video aangever [slachtoffer 1] in beeld. Ik zag dat zijn hoofd van dichtbij gefilmd werd en dat hij werd vastgepakt door meerdere personen. Ik kon alleen armen en handen zien maar ik zag verschillende handen waardoor ik de indruk kreeg dat slachtoffer omgeven en vastgehouden werd door verschillende personen. Ik zag dat slachtoffer angstig uit zijn ogen keek en dat hij zei: "ik heb alles gezegd wat je..." daarna stopt de video. Ik hoorde een ander persoon schreeuwen maar ik kon niet verstaan wat er geschreeuwd werd. Ik zag dat alle handen een blanke huidskleur hadden. Ik zag dat slachtoffer bij zijn keel, oog en haren vastgepakt werd. Ik zag dat hij aan zijn haren getroffen werd.
Ik heb screenshots van deze video gemaakt welke op bijgevoegd fotoblad toegevoegd
zijn en het bestand op een DVD bijgevoegd.
3.
Hetproces-verbaal van bevindingenvan 21 februari 2022, voor zover inhoudende, het relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven.
Op maandag 21 februari 2022 bekeek ik de veilig gestelde data van de in beslag
genomen telefoon van:
Naam : [verdachte]
Voornaam : [verdachte]
Geboren: [geboortedatum] -2007
Alle berichten zijn verzonden op 5 februari 2022 tussen 13:50 en 13:52 uur.
[verdachte] : Tegen niemand zeggen
[naam 9] : No geen stres
[verdachte] : Heb die man kapot geslagen
4.
Hetproces-verbaal van bevindingenvan 1 maart 2022, voor zover inhoudende, het relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven.
De persoon die deze camera vast heeft is niet op beeld te zien. Zijn stem is duidelijk te horen. Voor hem rent nog een jongen, een blanke jongen. Dit is te zien aan zijn handen dit zichtbaar zijn. Deze jongen heeft een zwarte gewatteerde jas aan met zijn capuchon over zijn hoofd. Deze jongen heeft een zwarte broek aan met zwarte schoenen waar een witte streep over heen zit aan de achterzijde en zijkant van de schoenen. Deze jongen rent net als de jongen die de camera vast heeft door een tunnel. Je hoort dan de jongen roepen "houw hem houw hem hey" en hierna roept hij"pomp die man broer, pomp die man broer". Ze rennen dan de tunnel uit en te zien is dat er een groep bezig is een persoon in elkaar aan het schoppen is. Te zien is dat de jongen die voor de filmer rent achter een jongen aan gaat die aan de linkerkant staat. Deze jongen rent samen met nog een jongen achter deze jongen aan. Beide jongens die achter deze jongen aan rennen en dan ook uit beeld verdwijnen
zijn beide hetzelfde gekleed. Alles in het zwart. De groep die dan de andere jongen in elkaar aan het schoppen is bestaat uit een man of 6. Een aantal hiervan hebben een grijze broek aan met een zwarte jas met capuchon die ze allemaal over hun hoofd hebben. Er lopen ook aantal ook weer helemaal in zwarte gekleed hierbij. Je ziet dat door een persoon helemaal in het zwarte gekleed en een jongen met een grijs kleurige broek aan vol wordt uitgehaald, geschopt, naar de jongen die inmiddels op de grond ligt. Het opvallende is dat hier ook een jongen bij loopt met een rode broek aan, wat lijkt op een joggingsbroek. Hij heeft verder zwarte schoenen aan en een zwarte beetje
gewatteerde jas ook weer met een capuchon over zijn hoofd. Je ziet iedereen van dat groepje een trappende beweging maken. Je hoort de jongen nog roepen nadat je het slachtoffer hoort schreeuwen "AHHH" "AHHH" "rustig, rustig". Hierna is het filmpje afgelopen.
6.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 1]van 15 maart 2022, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, p. 628-629, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant, heb de verdachte verteld dat hij wordt verdacht van poging doodslag,
zware mishandeling, openlijke geweldpleging, gepleegd op 5 februari 2022 te Hengelo.
O: Ok, dan laat ik je alle fragmenten zien van de video, dus beeld voor beeld en kijk
goed waar jij staat.
A: (…) Maar ik heb hem wel een (1) klap gegeven.
V: Er zijn inmiddels meerdere verdachten die de mensen herkennen op de screenshots.
Jij hebt nog beter kunnen zien wat er gebeurde. Wat heb je gezien?
A: Ik zie dat de jongens aan het schoppen zijn, zoals je ook tegen een voetbal
aantrapt.
(…)
Toen kwamen we daar bij de tunnel. Ik was hier als eerste van de rennende jongens. Ik
heb hier toen de jongen toen een klap, een hoek gegeven, ik heb die jongen op z'n
kaak geraakt. Goed, op de beelden als we nummer 76 weer erbij pakken zien we dat ik links sta, achter mij staat " [medeverdachte 3] ", daarnaast met de rode broek [medeverdachte 6] , daarnaast met de witte
rits [verdachte] , met de witte broek en witte schoenen dat is [medeverdachte 7] . De filmer is
[medeverdachte 2] de jongen die hem voorbij komt is [medeverdachte 4] en de jongen uit de groep die met [medeverdachte 4]
mee rent is die " [naam 2] ". De jongen die later op het filmpje in beeld komt is [medeverdachte 5] .
Wat ik zie als ik nu naar het filmpje kijk is dat er door iedereen tegen die jongen
aan wordt geschopt.
(…)
Ik zag dat die jongen daar nog wel een paar keer goed geslagen werd door " [medeverdachte 3] " ( [medeverdachte 3] )
en [verdachte] . (…) Wat ik nog weet wat ik gezien heb is dat die jongen echt door " [medeverdachte 3] " uit die bosjes gehaald is doordat volgens mij " [medeverdachte 3] " ( [medeverdachte 3] ) ook in de bosjes stond.
Ik heb gezien dat die jongen op zijn knieën moest gaan zitten. Ik heb wel gehoord dat de jongen "sorry" moest zeggen.
(…)
[medeverdachte 4] : Die was erbij (…).
[medeverdachte 5] : Die was erbij (…).
[medeverdachte 3] : Die was erbij (…).
7.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [verdachte]van 8 maart 2022, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, p. 520-523, zakelijk weergegeven:
0: Ik laat je het filmpje zien van [omschrijving 2] uit het mapje [omschrijving 3] .
A: Dat klopt dit is ons groepje. Wij waren dus een deel achterop de fiets en een deel op de fiets. We waren toen dicht bij de tunnel. Ik was met een jongen mee achterop. De jongen wordt door iedereen " [naam 2] " genoemd. Er waren toen al jongens bij de kruising. Het filmpje waarop te zien is, [omschrijving 4] , hier waren wij deze jongens al voorbij gefietst. Toen is
er ook geroepen cacht hem alvast, dat ze hem dus moesten vast houden. Hiermee moest
er gewacht worden totdat iedereen van onze groep erbij was. Dus ook de opgefokte
jongen en [medeverdachte 1] want hij had nog ruzie met hem. [medeverdachte 1] is een ruzie zoeker. [medeverdachte 1]
heet hij volgens mij.
(…)
V: Heb jij die jongen mishandeld.
A: Ik heb deze jongen alleen onderuit gehaald.
(…)
Het moment dat wij achter de jongen aan zijn gaan rennen is inderdaad van iets
voorbij de Isaacstraat. Dan ga ik ook maar eerlijk zijn over de jongen en de namen die hier bij waren: Die " [naam 2] " was hierbij, hij was op de fiets, [naam 1] , [medeverdachte 3] iedereen noemt hem " [medeverdachte 3] " ook deze avond eigenlijk altijd al, [medeverdachte 2] de filmer, [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] de neefjes van elkaar, [medeverdachte 6] achternaam weet ik niet, [verdachte] achternaam ken
ik niet, [medeverdachte 7] en ik. Eigenlijk zijn al deze jongens 1 vriendengroep.
8.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 7]van 14 maart 2022, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, p. 654-659, zakelijk weergegeven:
Ik, verbalisant, heb de verdachte verteld dat hij wordt verdacht van poging doodslag,
zware mishandeling, openlijke geweldpleging, gepleegd op 5 februari 2022 te Hengelo.
(…) Volgens mij stond hij toen nog en zag je allemaal armen om hem. Volgens mij probeerde deze jongen toen weg te rennen maar toen viel hij. Ja toen stonden er weer een paar jongens omheen. Hierna zijn die jongens gewoon weer verder gegaan. Hiermee bedoel ik dat ze op hem getrapt hebben. Ik heb die jongens tegen hem aan zien schoppen. (…) Als ik het zou moeten omschrijven qua hardheid hoe ze schopten was als een geplaatst schot met de voetbal dus niet dwars door de bal heen of zo.
V: Wie waren hier allemaal bij betrokken?
A: [medeverdachte 4] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 5] , [verdachte] en ik. Ik weet wel dat ik de achter die jongen stond en hem in de rug keek.
10.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 6]van 7 maart 2022, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, p. 555, zakelijk weergegeven:
V: Waren zij ook die bewuste avond/nacht 5 februari 2022 bij jou?
A: Ik was bezig met die jongen die mij een klap wilde verkopen.
V: Wat voor kleren had jij aan?
A: Ik had toen een rode broek en een zwarte jas aan.
V: Die jongen op het filmpje met de rode broek. Wie is dat?
A: Dat ben ik. Ik verdedigde mij door hem een klap te geven. Die jongen viel toen op de grond.
11.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 4]van 16 maart 2022, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, p. 341-344, zakelijk weergegeven:
V: Je wordt verdacht van poging doodslag en openlijke geweldpleging in vereniging
gericht op personen gepleegd op 5 februari 2022.
A: Ja, er is gevochten door een paar jongens. (…) Toen kwam ik bij die weg, bij die tunnel. Ik was toen samen met mijn groepje. Toen stonden er 2 groepen bij elkaar. Een paar jongens van hun, waar wij ruzie mee hadden en onze groep. Toen liep ik onder de brug/tunnel met mijn vrienden en toen zag ik dat mensen elkaar gingen slaan. Een paar vrienden van mij gingen op de vuist met die andere jongens. Ik ben er naar toe gerend. Jullie hebben dat filmpje toch?
V: Ja
A: Ja ik ben die jongen die voor de camera rent.
V: En daarna?
A: Daarna renden 2 jongens weg van die andere groep en iemand van mijn groepje ging er achteraan. Ik ben vervolgens achter die jongen van onze groep aan gerend, die achter die 2 jongens aan zaten. Toen stopte die vriend van mij met rennen. Toen draaiden we ons om, we keken toen naar het groepje die nog aan het vechten was, waar wij vandaan kwamen en ik zag dat er nog een paar klappen werden gegeven aan iemand.
12.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 5]van 16 maart 2022, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, p. 591-596-311, zakelijk weergegeven:
V: Met wie was jij van vrijdag 4 op zaterdag 5 februari 2022?
A: Ik was toen met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] .
(…)
V: Wat is jouw aandeel in de vechtpartij?
A: Ik was er achteraan gerend en ik heb een paar keer op de rug van die jongen die
moeilijk zat te doen over die muts. Ik sloeg hem met mijn rechtervuist een stuk of
vijf keer tegen zijn rug.
13.
Het proces-verbaal van verhoorverdachte [medeverdachte 2]van 2 maart 2022, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, p. 166-172, zakelijk weergegeven:
A: In het begin ging het niet heel hard, ik riep nog: 'rustig'. Dit kan je horen in
het filmpje. Zij waren met 3 mensen en wij met 6 of 7 mensen of zo.
Toen ik uit die tunnel kwam zag ik dat [slachtoffer 1] , of een vriend van [slachtoffer 1] , tegen een paal
aan kwam. Hij kreeg een klap van onze groep, waardoor hij tegen die paal aan kwam.
V: Ging dat hard dan?
A: Hij kreeg een behoorlijke pomper.
V: En toen?
A: Toen ging het gevecht verder. Ik schreeuwde nog 'rustig'. [slachtoffer 1] lag vervolgens op
de grond. Ik heb iedereen van [slachtoffer 1] afgetrokken. Ik werd zelf ook nog geduwd. Ik
hielp [slachtoffer 1] door hem omhoog te helpen. Ik zag dat [slachtoffer 1] vervolgens op zijn knieën
zat. Ik weet niet waarom hij op zijn knieën ging zitten maar goed. [slachtoffer 1] kreeg
vervolgens weer een trap van iemand van mijn groep. Door deze trap lag [slachtoffer 1] weer op
de grond. Toen [slachtoffer 1] nog op zijn knieën zat, had hij nog geen bloed. (…) Ik heb bijna [verdachte] nog een klap gegeven om het te doen laten stoppen. [slachtoffer 1] is vervolgens rechts richting het skatepark gerend en is daar ergens onder een bosje gaan liggen. Mijn groep trof hem daar en daar heeft die weer klappen gehad. (…)
A: Ik had niet verwacht dat ze hem op zijn hoofd hadden getrapt. (…)
V: Heb jij gezien dat het slachtoffer tegen het hoofd aan is getrapt?
A: Ja
A: Ik heb wel gezien door wie.
V: Heeft [verdachte] die jongen mishandeld?
A: Ik heb gezien dat [verdachte] die jongen heeft geslagen. (…)
V: Wat heeft [verdachte] aan dan?
A: Een zwarte 'nike' broek voor regen met een witte streep en een grijze 'Ellesse' jas.
14.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 april 2023, voor zover inhoudend als de verklaring vanverdachte [verdachte], zakelijk weergegeven:
We liepen eerst naar hem toe, hij werd geduwd en werd toen tegen mij aangeduwd. Ik gaf hem een slinger of een duw. Hij kwam toen met zijn knie tegen een paal of tegen de stoep en toen lag hij op de grond.
De feiten 2 en 3
1.
Het proces-verbaal vanaangifte van [slachtoffer 3], pagina 215-217 voor zover inhoudend als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven:
"Ik doe aangifte van bedreiging en afpersing en pogingen tot afpersing. Ik heb onder
druk goederen gekocht voor [verdachte] , een jongen uit Delden. [verdachte] heeft mij
bedreigd en ik ben bang voor hem, daarom heb ik dingen gedaan die ik eigenlijk niet
wilde doen. (…) Ik kan u het volgende verklaren:
Afgelopen zomer, die van 2021, werd ik middels snapchat benaderd door [verdachte] . (…)
Ik heb verhalen over hem gehoord dat je voor hem op moet passen. [verdachte] zou verkeerde vrienden hebben, en ook een wapen. (…) In ieder geval werd ik dus ergens in de zomervakantie benaderd door [verdachte] . Hij vroeg mij of ik voor hem Shisha pennen wilde bestellen. (…) Hij vroeg mij of ik er 25 wilde bestellen euro. (…)
Ik wilde eigenlijk niet meewerken, maar ik deed dat toch. Ik dacht dat ik maar beter
mee kon werken om problemen te voorkomen. Via Instagram bestelde ik bij iemand voor 60 euro Shisha pennen. [verdachte] vertelde mij welke smaak ik moest bestellen. Dat waren fruit smaken. Deze pennen kwamen bij mij thuis en ik heb ze bij de Groene Brug in Delden overhandigd aan [verdachte] . Daar was verder niemand bij. Ik dacht toen dat ik gelijk 60 euro zou krijgen maar die kreeg ik niet, ik hoorde dat [verdachte] zei dat hij eerst pennen moest verkopen en dat ik daarna mijn geld terug kreeg.
Ik kreeg vervolgens mijn geld niet terug, en vroeg hem er naar middels snapchat. Hij
zei dat hij bezig was en dat het goed zou komen.
Ongeveer anderhalve week later begon [verdachte] op snapchat mij ineens te bedreigen. Ik
las dat hij had gehoord dat ik zijn moeder uitgescholden had. Zijn neef was heel erg
kwaad op mij en wilde mij aanvallen en in elkaar slaan. Ik weet niet wie zijn neef
is, maar ik werd toch bang. Ik las dat [verdachte] met zijn neef overleg had gevoerd, en
dat als ik nog een keer voor 60 euro Shisha pennen zou bestellen dat het dan goed zou zijn. Ik zou dan later gewoon 120 euro terug krijgen, en dan zou ik niet in elkaar geslagen worden. Ik heb toen nogmaals voor 60 euro van die Shisha pennen gekocht. U heeft mij net de berichten voorgelezen die zijn aangetroffen, en die berichten van 1 tot en met 8 september 2021 gaan over die tweede bestelling van shisha pennen. 10 Water meloen, 10 Red Bull, 6 Blueberry, 9 Appel en 10 Peach. Dat waren de smaken van de Shisha, dus in totaal heb ik toen 35 shisha pennen voor hem gekocht. Ook die heb ik toen bij de Groene Brug weer aan [verdachte] overhandigd, ook dit keer was daar niemand anders bij. Ik heb gehoord dat [verdachte] die pennen voor 5 euro per stuk doorverkocht heeft. Het was toen een tijdje stil. Ik vroeg hem wel geregeld naar mijn 120 euro maar telkens had hij smoesjes.
In januari begon hij mij weer te bedreigen. Weer hetzelfde verhaal dat ik zijn moeder
uitgescholden zou hebben. Dat zijn de berichten die u net heeft laten zien, kennelijk
was het 27 januari. Deze berichten heb ik zelf ook opgeslagen trouwens, omdat ik door had dat het maar door bleef gaan en ik dacht dat ik dan tenminste bewijs had als er wat zou gebeuren met mij.
Hij begon weer over zijn neef, en zei dat hij mij de kanker in zou slaan. Ik moest
betalen want anders zou het niet goed met mij aflopen. Ik moest 120 euro betalen. Ik
las dat hij mij een kogel zou geven, dat ik een kanker mongool was en dat ik moest
betalen. Ik kon ook overmaken volgens [verdachte] . Hij bleef maar doorgaan, en ik zei dat
ik hem later zou betalen. Ik probeerde het wel te negeren maar het lukte niet, dus ik
probeerde het uit te stellen. Ik was bang en wist niet wat ik moest doen
Ik werd vervolgens aangesproken door een vriend van mij, [slachtoffer 2] . [slachtoffer 2] woont in Bentelo. Ik hoorde van [slachtoffer 2] dat hem hetzelfde was overkomen. Dat hij werd afgeperst door [verdachte] en dat hij al meer dan 150 euro had betaald.
[verdachte] heeft geprobeerd om mij nog meer geld af te persen dan die 120 euro. Onder
dreiging van geweld heb ik die pennen voor hem gekocht en gegeven.
2.
Het proces-verbaal vanaangifte van [slachtoffer 2], pagina 220-221 (met bijlage) voor zover inhoudend als verklaring van aangever, zakelijk weergegeven:
"Ik doe aangifte van bedreiging en afpersing en pogingen tot afpersing. Ik heb onder
druk goederen gekocht voor [verdachte] , een jongen uit Delden. [verdachte] heeft mij
bedreigd en ik ben bang voor hem, daarom heb ik dingen gedaan die ik eigenlijk niet
wilde doen. (…) Ik kan het volgende hierover verklaren: Het begon eigenlijk afgelopen zomer, dat is de zomer van 2021. Ik trof hem dan wel eens bij het zwembad in Delden. Het begon hiervoor met vuurwerk pakjes en toen ineens moest ik allerlei dingen voor hem halen. Hij, [verdachte] , gaf dan aan wat hij wilde en ik moest dit voor hem kopen. Dit waren Shisha pennen en later van die vaporizers. Ik moest dit contant aan hem betalen. Dit waren bedragen tussen de EURO 20 a EURO 50 per keer. We spraken dan steeds op verschillende plekken af, soms was dit het station in Hengelo, bij de brug, of bij school. Hier was dan alleen ik en [verdachte] bij. Het contact hierover verliep altijd via Snapchat. Ik heb wel eens geprobeerd om sommige chats hiervan te bewaren. Het probleem hierbij is dat de andere met wie je chat dit ook te zien krijgt dit zelfde is als je een screenshot maakt van het gesprek. Dan moet je al met een andere telefoon hiervan een foto maken. Die paar keer dat ik geprobeerd heb de chat op te slaan werd [verdachte] ontzettend boos. Hij heeft mij toen ook bedreigd. Hij heeft toen gezegd dat hij wist waar ik woonde, dat hij mij op zou wachten bij mijn school dan hij mijn rooster wist, dat hij mijn huis met vrienden van hem op zou blazen. Hij heeft ook regelmatig gezegd dat ik een kogel door m'n kop zou krijgen of dat hij mij helemaal verrot zou slaan. Ik weet van het laatste namelijk dat hij dit ook gedaan heeft bij een vriend van mij. En dat maakte mij best bang dat hij dit dan bij mij ook zou doen. Ook is het zo dat ik hem 4 a 5 maanden geleden moest betalen, en ik toen bij het station in Hengelo was. Ik was aan de kant van het skatepark. [verdachte] zei toen tegen mij dat hij een vuurwapen bij zich had op het moment dat ik hem betalen moest. Ik heb toen zelf dit wapen niet gezien.
Als [verdachte] zo loopt te dreigen ben ik best bang voor hem. Ik weet dat hij een tijdje
terug met een groep jongens waar [verdachte] bij hoor een andere jongen helemaal in elkaar geslagen heeft. Deze jongen heeft hier zelfs toen iets gebroken in zijn gezicht of in zijn schedel. Ik weet dat hier aangifte van gedaan is toen door deze jongen.
Ook weet ik dat ik niet de enige ben die dit overkomen is, en hiermee bedoel ik dat
ik afgeperst wordt door [verdachte] . Ik weet dat een andere jongen ongeveer twee weken
geleden nog geslagen is door [verdachte] . Ik denk dat ik in totaal iets van EURO 150,- moest betalen aan [verdachte] . Ik zal van een aantal berichten nog proberen afbeeldingen door te sturen zodat deze bij gevoegd kunnen worden.
3.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] van 8 maart 2022, pagina
503 voor zover inhoudend als het relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Over de andere twee aangiften van [slachtoffer 3] en [slachtoffer 2] kan ik zeggen dat ik denk dat ik de
goederen zelf hield. Omdat ze het aan mij moesten geven maar de spullen waren niet
voor mij. Ik heb alleen de eerste keer dit zelf verstuurd. En de andere keren heeft iemand
anders dit met mijn telefoon gestuurd.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen van 21 februari 2022, voor zover inhoudende, het relaas van de verbalisant (pagina’s 191-192)
Op maandag 21 februari 2022 was ik, [verbalisant 1] , in dienst bij de basisrecherche Twente-Midden op het politiebureau te Hengelo. Van mijn collega kreeg ik het verzoek een snapchat gesprek te onderzoeken, afkomstig van de telefoon van [verdachte] . Deze telefoon is door collega's onderzocht en van het snapchat gesprek is een uitdraai
gemaakt. Deze wordt als bijlage bijgevoegd bij dit proces-verbaal
Ik, [verbalisant 1] , lees het volgende in het gesprek:
[verdachte] , onder gebruikersnaam [gebruikersnaam] heeft contact met een account genaamd [slachtoffer 3] . (…)
Op 27 januari 2022 op 13:18 stuurt [verdachte] echter: "Kankkr hond wat hoor ik"
[verdachte] vervolgens: "Je zegt [verdachte] ze kanker moede" Niet opslaan hoerekind"
(…)
[verdachte] : "me moeder he" vervolgd met een aantal lach emoji's.
(…)
Nu word het de kanker ingeslagen of je gaat moeten betalen
(…)
[verdachte] :"Heb al tegen me neef gezegd" je betaald of loopt ni goed af"
(…)
[verdachte] : "Wacht Bro die man Is kanker Boos Of over de prijs.
(…)
[verdachte] : Je wilt klappen k hoor genoeg"
(…)
[verdachte] : Nou dan beter geef je die doekoe voordat het klaar is"
[verdachte] : "wat steelt ben je mgl of k hoef geen geld mag k je dde kanker in slaan 1 tegen 1"
[slachtoffer 3] : "nee dat wil ik niet"
[verdachte] : "Nou dan geef ma 20 ik zij van 120 100 60 50 20 heb je kanker veel gegund"
(…)
[verdachte] : "Jij wil jij wolt k geef jou kogel"
(…)
[slachtoffer 3] : Je gaat me toch niet neerschieten ik betaal toch"
[verdachte] dwingt [slachtoffer 3] vervolgens te gaan betalen. [slachtoffer 3] vraagt hoe. [verdachte] reageert dat hij het geld kan overmaken via een tikkie. [slachtoffer 3] vraagt of ze het niet gewoon kunnen laten.
[verdachte] oppert nog een paar keer in het gesprek dat [slachtoffer 3] moet betalen en dat het hem te
lang duurt, maar er wordt niet meer op gereageerd.
Parketnummer: 08/032213-22
1.
Het proces-verbaal vanaangifte van [slachtoffer 5]van 18 januari 2022, pagina
38-44 (met fotobijlage letsel), voor zover inhoudend als verklaring van aangever,
zakelijk weergegeven:
Op zaterdagavond 15 januari 2022 omstreeks 21.30 uur stond ik samen met [naam 3] (telefoonnummer [telefoonnummer 2] ) in het zogenaamde "flikkerpark" bij het NS station te Hengelo. [naam 3] werd gebeld dat wij daar weg moesten gaan. Wij zouden daar namelijk niet veilig zijn, omdat [medeverdachte 4] samen met een aantal vrienden op zoek zou zijn naar mij. Ik ben toen met [naam 3] naar [basisschool] gegaan op het Apolloplein te Hengelo. Blijkbaar heeft iemand toen mijn locatie doorgegeven of gezien via snapchat. Want voor ik het wist kwam [verdachte] op mij af en sloeg een arm om mij heen. Hij zei: “hé grote vriend, je moet gaan rennen". Daar kreeg ik de kans niet voor en ik zag dat ik ineens in mijn buik werd getrapt door [medeverdachte 4] . Door de trap viel ik achterover op de grond. Toen ik op de grond lag gingen ze op mij los. Behalve [medeverdachte 4] waren ook [medeverdachte 8] , [verdachte] , (…) erbij betrokken. Ik werd wel een kwartier lang geslagen en getrapt op mijn hoofd en voelde daarbij pijn. Ik heb mijn armen voor mijn hoofd gehouden, om mijn gezicht zoveel mogelijk te kunnen beschermen. En heb geschreeuwd van de pijn, toen plotseling het licht uit ging. Ik kwam vervolgens weer bij in de armen van [naam 3] , die vroeg hoe het met mij ging. Toen kwamen twee jongemannen met een Volkswagen Polo en die hebben mij naar huis gebracht in hun auto. Ik had pijn aan mijn gezicht, een blauw oog en krassen op mijn rug.
[afbeelding]
2.
Het proces-verbaal van verhooraangever [slachtoffer 5]van 26 januari 2022 , pagina 162-164, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
A: [verdachte] heeft mij verteld dat [medeverdachte 4] , [medeverdachte 8] (…) mij gepakt hebben toen ik op de grond lag.
V: Wat weet jij zelf nog?
A: Alleen dat [medeverdachte 4] en [medeverdachte 8] begon op mij in te slaan en te schoppen. Daarna heb ik
niets gezien doordat ik mij probeerde klein te maken en vervolgens ben ik "out"
gegaan. Ik kwam bij terwijl ik in de armen stond van een jongen, het stuk daar tussen ben ik kwijt.

3.

Het proces-verbaal van bevindingen van 25 januari 2022, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven (pagina: 132-135):
Op 21 januari 2022 te 16:00 uur sprak ik, verbalisant [verbalisant 2] , met een van de jongeren uit mijn wijk die ook de mishandeling heeft gezien. Deze persoon gaf aan doodsbang te zijn voor deze groep. Deze groep staat bekend als gewelddadig. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , vind dit een terechte angst gezien de feiten waarvoor deze groep in beeld komt. In overleg besloten om deze persoon niet met naam en toenaam in dit proces verbaal. Ik, verbalisant [verbalisant 2] , hoorde het volgende van hier bovengenoemd persoon: 'Vorige week, datum weet ik niet meer precies, heeft er een mishandeling plaats gevonden. Een hele groep belaagde een jongen, hij had wel dood kunnen zijn.
Ik wil hier wel over verklaren maar dan anoniem, anders wil ik niets vertellen. Ik
ben doodsbang voor deze groep en dit groepje is ook zeer gewelddadig. De meeste
kinderen vrezen voor deze jongens. Ik was op het Prins Bernard plantsoen te Hengelo. (…) Wij zijn toen snel naar [basisschool] gelopen, dat zit tegenover het [stadion] in Hengelo. [naam 10] werd gebeld door [medeverdachte 4] en [medeverdachte 4] vroeg waar wij waren. (…)
Dit duurde dus niet lang, toen zag ik dat [medeverdachte 4] en een hele groep er kwamen lopen, ik schat 15 a 20 man. Veel jongens hadden een capuchon op, bivakmutsen op en een
mondkapje voor. De groep kwam van alle kanten. Ik zag in ieder geval dat de volgende personen in die groep onze kant kwam lopen:
- [medeverdachte 4]
- [medeverdachte 3]
- [verdachte] , achternaam onbekend
- [medeverdachte 2]
- [medeverdachte 8]
Ik zag dat [verdachte] een arm om [slachtoffer 5] sloeg en hoorde dat hij zei: 'ren maar weg' of
woorden van gelijke strekking. Ik zag dat [slachtoffer 5] bleef staan. Ik zag dat [medeverdachte 4] , [slachtoffer 5]
op de grond had gegooid. [slachtoffer 5] heeft de hele tijd op de grond gelegen. Ik heb gezien
dat [medeverdachte 4] , [slachtoffer 5] een paar klappen gaf op zijn arm. Maar omdat iedereen op [slachtoffer 5]
begon te slaan was het niet goed te zien, waar [medeverdachte 4] precies sloeg. Ik zag dat [medeverdachte 8]
meerdere klappen met zijn vuist op het hoofd van [slachtoffer 5] sloeg en dat hij
[slachtoffer 5] op zijn hoofd schopte meerdere malen. Hij leek helemaal psycho! Ik hoorde
ondertussen roepen: 'lekker he'. Ik heb gezien dat [medeverdachte 2] , [slachtoffer 5]
ook heeft geslagen. Heel veel van die groep hebben [slachtoffer 5] geslagen en geschopt dit
duurde ongeveer 5 minuten. Na 5 minuten zijn ze richting de stad gerend.
Vervolgens viel [naam 11] nog flauw na die tijd, omdat ze het zo heftig vond. Het was ook heel heftig. [slachtoffer 5] had ook wel dood kunnen zijn. (…) [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] vertelden lacherig en 'stoer' de dag er na dat ze beiden [slachtoffer 5] hadden geslagen. [medeverdachte 2] heeft mij zijn knokkels laten zien, ik zag dat hij wondjes op zijn knokkels had waaruit bleek dat hij iemand had geslagen.
4.
Het proces-verbaal van verhoor (medeverdachte)[medeverdachte 3]van 9 februari 2022 , pagina 162-164, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
V: Je wordt verdacht van eenvoudige mishandeling en openlijke geweldpleging gepleegd op zaterdag 15 januari 2022 omstreeks 21:30 uur aan de Apolloplein ter hoogte de school [basisschool] te Hengelo. (…)
Ik stond naast [medeverdachte 4] en toen heb ik [slachtoffer 5] dus klappen gegeven. Ik dacht dat [slachtoffer 5] ons een klap wilde geven omdat ik zag dat hij zijn arm/ hand naar achteren deed. Ik ben toen bovenop hem gesprongen en heb hem toen flinke klappen gegeven. Ik had [slachtoffer 5] toen op de grond liggen op zijn rug en ik zat bovenop hem. Ik heb hem toen met kracht op zijn gezicht geslagen met mijn vuisten. Dit zijn flink wat klappen geweest ik heb hem overal op zijn gezicht geraakt. Ik hoorde dat [slachtoffer 5] aan het schreeuwen was en dat hij huilde. Ik hoorde hem "aahhh" roepen. (…) Ik heb hem ongeveer ander halve minuut geslagen. Ik heb nadat ik hem geslagen heb nog
geschopt. [slachtoffer 5] lag toen nog op de grond. Ik weet niet meer of [slachtoffer 5] op dat moment nog bij bewustzijn was. (…) Ik heb [slachtoffer 5] ook tegen zijn hoofd aan geschopt. Ik heb hem geschopt net zoals je een penalty neemt, ik heb in ieder geval goed uitgehaald. Ik weet ook zeker dat ik hem geraakt heb op zijn hoofd. Ik weet niet meer hoe vaak ik hem geraakt heb met schoppen op zijn hoofd. Er trokken de hele tijd [medeverdachte 4] , [medeverdachte 8] van de Mey, [medeverdachte 2] aan mij om mij van [slachtoffer 5] af te krijgen. Ik heb ze
alle drie tegen mij horen zeggen dat ik moest stoppen. Ze zeiden "Stop [medeverdachte 3] niet doen".
V: Heb jij zijn hoofd nog geraakt?
A: Ja ik heb zijn hoofd geraakt zowel met schoppen als met het slaan met mijn
vuisten.
V: Uit meerdere getuigenverklaringen komt naar voren dat jij [slachtoffer 5] ook
geschopt hebt. Wat kun jij hierover verklaren?
A: Dat klopt. (…)
V: Hoelang heeft het geduurd dan dat jij over hem hing?
A: Dit heeft in totaal ongeveer 4 a 5 minuten geduurd
V: Waardoor is de mishandeling gestopt?
A: Doordat ik eraf getrokken werd (…)
Het proces-verbaal van verhoor[medeverdachte 4]van 7 februari 2022, pagina 56-57 voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
V: Je wordt verdacht van openlijke geweldpleging ter hoogte van [basisschool] te Hengelo, gepleegd op 15 januari 2022. Wat kun je daarover verklaren?
A: Wij zijn daar wel geweest. (…) Ik kreeg op het plein ruzie met een jongen. Hij heette [slachtoffer 5] . (…) Ik kreeg woorden met hem en toen kwam hij op mij aflopen. Ik duwde hem weg en toen kwam hij nog een keer op mij af. (…) Ik sloeg hem toen met mijn vlakke hand in zijn gezicht. Wij sloegen elkaar over en weer en op een gegeven moment heb ik hem in zijn buik getrapt waardoor hij viel. Hij viel op de grond en volgens mij viel hij met zijn hoofd op de grond. (…) Ik heb wel de eerste klap gegeven, maar ik laat mij niet slaan. (…)
A: Ik heb gezien dat een donkere jongen een arm om [slachtoffer 5] heen sloeg. Volgens mij
deed hij dat omdat ze elkaar kenden. Ik heb hem toen niet in zijn buik getrapt. Later
wel, waarbij hij toen ook viel. Ik heb hem niet tegen zijn hoofd getrapt. Wel tegen
zijn rug.
V: [slachtoffer 5] is door verschillende jongens geschopt en geslagen. Wie heeft wat gedaan?
A: Ik weet wat ik zelf gedaan. Hij werd wel door andere jongens geschopt en geslagen.
9.
Het proces-verbaal van verhoor door de rechter-commissaris van[verdachte]van
9 februari 2022, voor zover inhoudende, als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Het was op een zaterdagmiddag in Hengelo. Het gebeurde in de avond. Wij kregen en
belletje van een meisje. Een meisje liet [medeverdachte 4] weten waar [slachtoffer 5] was. De hele groep ging er
heen. Toen ik bij [slachtoffer 5] was wist ik wel dat het ruzie zou worden. Ik heb [slachtoffer 5] een boks
gegeven om hallo te zeggen. Ik liep een stukje weg en toen ik hoorde au en keek om.
Ik wist wel dat het vechten zou worden. Ik had gezegd tegen [slachtoffer 5] : Ga, maar rennen.
10.
Het proces-verbaal van verhoorgetuige [getuige 2], van 26 januari 2022, pagina 142-143, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Er kwam 1 jongen uit de groep gelijk naar [slachtoffer 5] toe. Deze jongen heet [verdachte] . Ik zag
dat [verdachte] een arm om [slachtoffer 5] heen sloeg en ik hoorde hem zeggen "he grote makker". Dat zei [verdachte] op zo'n manier dat het op mij overkwam als of [verdachte] wist wat er ging
gebeuren, en dat niet erg vond. Terwijl [verdachte] de arm nog om [slachtoffer 5] heen had zag ik dat [medeverdachte 4] [slachtoffer 5] hard in zijn buik trapte. Ik zag dat [slachtoffer 5] hierdoor op de grond viel.
Ik zag dat er toen wel 5 of 7 jongens begonnen te slaan en te schoppen op [slachtoffer 5] .
[medeverdachte 4] en een jongen die ik niet ken hadden hier het grootste aandeel in. Ik zag dat
[medeverdachte 4] heel vaak getrapt en geslagen heeft op [slachtoffer 5] . Op zijn hoofd, in zijn buik. Ik
hoorde dat [medeverdachte 4] meerdere keren iets schreeuwde naar [slachtoffer 5] van "nooit meer doen!".
Ik zag dat [medeverdachte 2] , de achternaam weet ik niet, ook tegen [slachtoffer 5] trapte en sloeg.
[slachtoffer 5] heeft al die tijd op de grond gelegen in elkaar gedoken met zijn armen voor
zijn hoofd om zich te beschermen. Terwijl [slachtoffer 5] op de grond lag zag ik dus meerderen die op hem intrapten. Het was echt heel heftig, ik dacht dat ze hem dood zouden trappen. (…) [medeverdachte 3] ken ik ook en deze jongen was er ook bij. Ik zag dat ook [medeverdachte 3] op [slachtoffer 5] aan het trappen was en hem raakte. Er was in ieder geval nog 1 jongen bij die [slachtoffer 5] getrapt heeft en misschien nog wel meer, maar die ken ik niet. (…) Ik en anderen hebben meerdere keren geroepen dat ze moesten stoppen maar ze bleven maar door gaan. Het duurde wel 2 of 3 minuten lang. Ik heb ook meerdere keren geroepen "Niet doen [medeverdachte 4] !" " Niet doen!". Aan het einde ging er 1 jongen nog heel heftig door op [slachtoffer 5] . Ik ken deze jongen niet. Deze jongen sloeg echt met zijn vuist in op het hoofd van [slachtoffer 5] . (…) Ik zag dat [slachtoffer 5] flauw gevallen was, en hoorde dat iemand water op ging halen. Iedereen met wie ik was die was overstuur.
11.
Het proces-verbaal van verhoorgetuige [getuige 1], van 21 januari 2022, pagina 136, voor zover inhoudend als relaas van de verbalisant, zakelijk weergegeven:
Ik ben getuige geweest van een mishandeling gepleegd op zaterdag 15 januari 2022.
(…) Afgelopen zaterdag, 15 januari 2022, omstreeks 19:00 uur was ik samen met aantal vrienden in het 'Flikkerplark', hiermee bedoel ik het Prins Bernhardplantsoen in
Hengelo. (…) Op een gegeven moment werd iemand van onze groep gebeld of geappt.
Ik hoorde dat [naam 10] ineens zei: ' [medeverdachte 4] enzo komen er allemaal aan, zullen we ergens anders naartoe gaan'. Hierna zijn we naar de school [basisschool] gegaan aan het Apolloplein. (…) Ineens kwamen er uit alle hoeken ongeveer 10 personen aan, met allemaal donkere kleding. Ik herkende [medeverdachte 4] , (…), [medeverdachte 3] , (…) [medeverdachte 2] (fonetisch), (…) [medeverdachte 8] en [verdachte] (achternaam weet ik niet). Ik zag dat [verdachte] met zijn arm om [slachtoffer 5] heen ging staan. Ik zag dat [medeverdachte 4] [slachtoffer 5] een duw gaf waardoor [slachtoffer 5] achterover op de grond viel. Ik zag dat de jongens die ik hierboven noemde met zijn allen op [slachtoffer 5] af liepen. Ik zag dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 8] en [medeverdachte 3] meerdere keren vol in het gezicht en op de buik van [slachtoffer 5] hebben geslagen en geschopt. Ik denk dat dit ongeveer 5 minuten geduurd heeft. Ik hoorde dat een vriendin van mijn genaamd [naam 12] schreeuwde dat ze moesten stoppen. Ik zag dat de jongens hier niets op uit deden en gewoon door gingen met slaan en schoppen. Op een gegeven moment stopte de groep ineens en zei liepen weg richting de wijk Veldwijk. Ik ben hierna naar [slachtoffer 5] gelopen. Ik zag dat zijn gezicht onder het bloed zat. Ik zag dat zijn lip kapot was en volgens mij ook de linkerkant van zijn hoofd. Ik zag ook dat zijn gezicht onder de modder zat. [naam 10] had iemand gebeld om ons te helpen, zij kwamen ongeveer 10 minuten later met water en doekjes bij ons. Ik hoorde dat [naam 10] ook nog vrienden van zijn broer had gebeld en deze hebben [slachtoffer 5] veilig naar huis gebracht. (…)
V: Waarom hebben jullie [slachtoffer 5] niet kunnen helpen?
A: Ze waren met teveel en wij waren bang dat ze ons anders ook zouden slaan. (…)
12.
Een schriftelijk bescheid van 18 januari 2022, pagina 129, inhoudende eenmedische verklaringvan huisarts [naam 13] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(…) Slagen en schoppen tegen hoofd gehad en elders, bewustzijn verloren, is gedeeltes van gevecht kwijt, heeft even bewustzijn verloren. Nadien misselijk, niet braken. (…) Bloed in li gehoorgang. Trauma met commotio cerebri, rust, prikkelarm. (…)
13.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 februari 2023, voor zover inhoudend als de verklaring vanverdachte [verdachte], zakelijk weergegeven:
Ik ben als eerste naar voren gelopen, heb een arm om aangever heen geslagen en gezegd: “hé grote vriend, je moet gaan rennen”. Ja, ik wist dat het vechten zou worden.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022062397. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.