Uitspraak
1.[Partij B] ,
2.
[Partij C],
Rechtbank Overijssel
In deze zaak gaat het om een geschil tussen [Partij A] en [Partij B] en [Partij C] over een perceel grond dat door [Partij A] aan [Partij B] is verpacht. [Partij B] heeft het pachtcontract overgedragen aan zijn zoon, [Partij C], zonder toestemming van [Partij A]. [Partij A] vordert ontbinding van de pachtovereenkomst en ontruiming van het perceel. De rechtbank heeft geoordeeld dat [Partij B] tekort is geschoten in zijn verplichtingen als pachter, maar dat deze tekortkoming niet voldoende ernstig is om de pachtovereenkomst te ontbinden. De rechtbank heeft de vordering van [Partij A] in conventie afgewezen. In reconventie heeft [Partij B] gevorderd dat [Partij C] in zijn plaats wordt gesteld als pachter. De rechtbank heeft geoordeeld dat [Partij C] voldoende waarborgen biedt voor een goede bedrijfsvoering en heeft deze vordering toegewezen. De proceskosten zijn voor rekening van [Partij A].