10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1het misdrijf: poging tot moord;
feit 2het misdrijf: mishandeling, begaan tegen zijn moeder;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1 primair en 2 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) jaren;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
1 (een) jaar niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich meldt binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland op het adres Molenstraat 50 te Enschede. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- zich laat opnemen in FPA Almelo/Transfore of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als een arts dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
- zich, indien dit geïndiceerd is na een klinische opname, laat behandelen door FACT Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start op het moment dat de klinische opname afgerond is. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als een arts dat nodig vindt;
- als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing. Verdachte verblijft in een FBW of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start aansluitend aan de opname in een zorginstelling. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 3.260,30 (bestaande uit € 760,30 materiële schade en € 2.500,00 immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] (feiten 1 primair en 2): van een bedrag van € 3.260,30, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 3.260,30, (zegge: drieduizendtweehonderdzestig euro en dertig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 oktober 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 42 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer] , voor een deel van € 2.530,39 niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- wijst de door de benadeelde partij gevorderde proceskosten van € 182,59 af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.G. Ellenbroek, voorzitter, mr. L.J.C. Hangx en
mr. P.A.M. Miltenburg, rechters, in tegenwoordigheid van D.A.C. Brockotter, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2023.
Buiten staat
Mr. P.A.M. Miltenburg is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022502115. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 28 oktober 2022, zakelijk weergegeven voor zover inhoudend, pagina 1 - 3:
Vanmiddag, 28 oktober 2022 rond 13:11 uur in Goor werd ik gebeld door [verdachte] . Hij klonk heel rustig en vroeg of ik toevallig thuis was en of hij kon komen. Ik zei: ‘ja hoor’. [verdachte] zei: ‘ok is goed dan kom ik eraan’.
Ongeveer 10 minuten later, dus rond 13:20 uur, zag ik dat [verdachte] eraan kwam fietsen. Ik deed de voordeur open en [verdachte] stapte naar binnen. Ik vroeg hem wat er aan de hand was. Hij reageerde direct agressief. Hij smeet de tussendeur dicht. Ik zei: "Wat is er nou aan de hand, doe eens even rustig". [verdachte] begon mij te stompen tegen mijn schouders. Dit ging steeds harder. Ik probeerde naar de achtertuin te lopen maar [verdachte] duwde en stompte mij telkens terug. Ik wilde de achterdeur open doen maar dit lukte niet omdat [verdachte] mij bij mijn arm wegtrok. Ik voelde vervolgens dat [verdachte] een mes diep in mijn hals drukte. Hij stond achter mij en hield het mes met zijn rechterhand vast. Ik kreeg geen lucht meer en voelde dat mijn hals pijnlijk naar binnen werd gedrukt. Meteen reageerde ik hierop, het lukte mij om mijn vingers tussen mijn hals en het mes te drukken. Ik kon hierdoor één keer heel hard naar [naam 2] schreeuwen. Vervolgens trok [verdachte] mij over een stoel heen en toen viel ik op de grond. Ik lag een beetje op mijn zij. Ik hoorde dat [verdachte] op dit moment tegen mij zei: "Ik geen leven, jij geen leven".
2.
Het proces-verbaal van aanvullend verhoor aangever van 1 november 2022, zakelijk weergegeven voor zover inhoudend, pagina 15 – 17, 20, 22:
A: Ik heb toen de voordeur geopend en hem begroet. Ik zag dat hij heel erg boos was. Ik zag dit door de manier waarop hij keek en de toon waarop hij met mij praatte. Hij greep mij direct vast. Ik werd een beetje angstig. Ik zei tegen hem doe eens een beetje rustig alsjeblieft, we kunnen toch gewoon praten. Inmiddels had hij mij mee naar binnen getrokken. Hij gooide direct de voordeur dicht. Hij trok mij daarna verder naar binnen en gooide één van de tussendeuren ook dicht. Ik stond met mijn rug tegen de keuken en kon geen kant uit. Ik probeerde nog wel naar de achterdeur te komen om [naam 2] in te seinen dat het mis was. Maar ik kreeg de achterdeur niet open omdat hij mijn spijkerjasje, wat ik aan had, vast had en toen kwam hij met dat mes. Ik voelde dat het mes met kracht op mijn keel werd gezet.
V: Hoe zag dat mes eruit?
A: Zwart met wit, want ik probeerde dat mes te pakken.
V: Op het moment dat je dat mes voor het eerst zag waar had [verdachte] toen dat mes?
A: Het mes ging achter mij langs richting mijn keel.
V: Je ziet dus een mes richting je keel, heeft hij dat mes op je keel gedrukt?
A: Ja, maar ik zag dat mes, maar ik was zo bang dat ik dat mes heb gepakt.
V: Maar wat heb je gepakt?
A: Het witte stuk van het mes.
A: Ik heb het mes niet weggetrokken. Ik heb mijn vingers alleen maar tussen mijn keel en het mes gehouden.
A:Toen ik op het politiebureau zat stuurde [naam 1] mij een berichtje met de tekst: "Pas op hij komt er aan en hij gaat je wat aan doen".
(De rechtbank begrijpt mede op grond van bewijsmiddel 4 dat aangeefster pas op het politiebureau het door [naam 1] eerder verstuurde bericht las).
V: Terwijl jullie op de grond lagen zat het mes toen ook nog op jouw keel?
A: Ja
3.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 1] , zakelijk weergegeven voor zover inhoudend pagina 81 – 82:
Naar aanleiding van de aanhouding van verdachte [verdachte] werd zijn telefoon
inbeslaggenomen voor verder onderzoek. De data uit zijn telefoon werd veiliggesteld
door de afdeling Digitale Opsporing en vervolgens door mij verbalisant geanalyseerd.
Ik zag onder andere het volgende:
[verdachte] , 27-10-2022 17:51 uur: Ik denk ik ga doen wat ik moet doen denk ik je snapt me wel.... ik zit er mee ik weet ook niet of het helpt maar ik wil gerechtigheid dan kan ik ook aan mezelf werken daar zonder lange tijd gelijk hulp. Zit heel strek in
mij hooft. Maar wil jou ook niet alleen laten. word gek van gedachten kan niet roken
niks.
[naam 1] , 27-10-2022 19:07 uur: je weet wat ik heb gezegt
[verdachte] , 27-10-2022 19:07 uur: Kom je wel met hun op bezoek dan
[naam 1] , 27-10-2022 21:22 uur: het zijn je kids en willen je gewoon zien, maar doe geen
gekke dingen joh er zijn andere mogelijkheden. Maak het jezelf niet moeilijker he. at
denk je als je vrij komt dat er dan geen consequenties zijn? Denk je dat alles dan is
opgelost?
[naam 1] , 27-10-2022 21:33 uur: geen een kind wil dat zijn pa in de bajes zit. Een kind
wil trots zijn op hun papa en vertellen wat voor werk papa doet en hoe lief en sterk
hij is. Snap je. Je wil niet weten wat voor gedachtes ik wel niet allemaal heb. Als
ik die gedachtes uitvoer he. Dan moet ik levenslang zitten. Kan niet. Ik snap je echt
hoor.
[verdachte] , 27-10-2022 21:34 uur: Hoef ik niet [naam 1] levens lang. 6 jaar.
[naam 1] , 27-10-2022 22:02 uur: denk goed na met wat je doet
[verdachte] , 27-10-2022 22:02 uur: ga ik doen ik stippel alles uit en laag je weten.
4.
Het proces-verbaal van verhoor van [naam 1] , van 29 oktober 2022, zakelijk weergegeven voor zover inhoudend pagina 41 - 42:
Donderdagavond 27 oktober 2022 heb ik telefonisch met [verdachte] gesproken. [verdachte]
vertelde dat hij van plan was zijn moeder wat aan te doen. Dit geloofde ik niet omdat hij dit al jaren zegt. Zulke uitspraken deed [verdachte] al sinds het begin van onze relatie. Toch besloot ik [slachtoffer] een bericht via Whatsapp te sturen omdat ik buikpijn kreeg. Wanneer ik buikpijn krijg en misselijk word dan weet ik dat ik er wat mee moet doen. Ik heb haar omstreeks 23.30 uur gestuurd: "he, ben je nog wakker". Daar reageerde ze niet meer op.
De volgende dag, 28 oktober heb ik [slachtoffer] omstreeks 14.30 uur weer een bericht gestuurd via Whatsapp. In dit bericht stond dat [verdachte] kan langskomen en dat ze de deur niet voor [verdachte] moet opendoen.
Opmerking verbalisant:
Ik laat je een foto zien van een mes. Komt je deze bekend voor?
Ja, dit mes ken ik. Dit mes is een onderdeel van een messenset die [verdachte] en ik eerder hebben gekocht. Ik weet dat het scherpe messen zijn. Ik heb dit mes vaker gezien in zijn woning aan de Markeloseweg. Dit mes gebruikte hij vaak om worst mee te snijden.
5.
Het fotoblad bij proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , zakelijk weergegeven voor zover inhoudend, pagina 70:
Inbeslaggenomen mes. Mes is door verdachte [verdachte] gebruikt tijdens feit waarvoor hij werd aangehouden.
6.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 8 mei 2023, zakelijk weergegeven voor zover inhoudend als verklaring van verdachte:
Ik heb op 27 oktober 2022 contact gehad met [naam 1] per telefoon en per Whatsapp. [naam 1] is mijn ex-vriendin. Ik heb de Whatsapp-berichten gestuurd die in het dossier zijn opgenomen.
Ik heb op 28 oktober 2022 mijn moeder [slachtoffer] gebeld met de vraag of ze thuis was. Ik wilde naar mijn moeder toe. Ik heb uit mijn woning een mes gepakt. Ik heb dit mes bij mij gestoken en meegenomen toen ik naar de woning van mijn moeder ben gegaan. Dit mes gebruik ik om worst mee te snijden. Toen ik aankwam bij de woning van mijn moeder in Goor, deed zij de deur open. Ik ben naar binnen gestormd. Mijn moeder liep voor mij weg. Ik gooide de voordeur dicht. Ik was wel boos. Ik ging achter haar aan. Ik heb de tussendeur dichtgegooid. Mijn moeder liep naar de achterdeur. Ik dacht we gaan niet naar buiten, we blijven hier staan. Ik heb mijn moeder bij haar jasje vastgegrepen en haar tegengehouden. Ik pakte het mes. Ik heb van achteren mijn rechterarm om het lichaam van mijn moeder geslagen. In mijn rechterhand had ik het mes vast. Het mes zat op haar keel. Ik zag dat mijn moeder het lemmet vast had. Ik ging met haar achteruit. Zij wilde steeds de achterdeur open doen. Ik heb mijn moeder achterover getrokken. Toen vielen wij samen op de grond. Wij lagen beiden op onze zij. Ik lag achter haar. Toen wij op de grond lagen had ik het mes nog vast. Ik heb tegen mijn moeder gezegd?: "ik geen leven, jij geen leven". Toen [naam 2] binnen kwam heb ik het mes laten vallen. Vanaf de periode voor het vallen tot het moment dat [naam 2] binnen kwam heb ik het mes vastgehouden.