In deze zaak heeft de eiser, een koerier, een kort geding aangespannen tegen de vennootschap onder firma [X Transport] en twee vennoten wegens het niet betalen van zijn salaris. De eiser is op 23 mei 2016 in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, die na een jaar is omgezet naar een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De eiser heeft zich op 16 februari 2023 ziek gemeld en heeft sindsdien geen salaris meer ontvangen. De eiser vordert betaling van het achterstallige salaris over de maanden februari, maart en april 2023, alsook zijn toekomstige salaris, en legt een aantal andere vorderingen voor, waaronder inzage in loonstroken en een dwangsom voor niet-naleving.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagden niet zijn verschenen en heeft verstek verleend tegen de vennootschap onder firma. De rechter heeft geoordeeld dat de dagvaarding jegens de vennoten nietig is, omdat deze niet op de juiste wijze is betekend. De rechter heeft de vordering van de eiser voor een deel toegewezen, waarbij de kantonrechter de gedaagde vennootschap heeft veroordeeld tot betaling van het achterstallige salaris en andere vorderingen, met inachtneming van de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De rechter heeft ook een dwangsom opgelegd voor het niet voldoen aan de inzageverplichting. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.