In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel, staat de vraag centraal of de huurder, [gedaagde sub 1], na het voldoen van een bedrag van € 23.413,15 aan achterstallige huur, nog rente en incassokosten aan de verhuurder, [eiseres], verschuldigd is. Tevens wordt beoordeeld of de huurovereenkomst ontbonden moet worden en of de huurder en onderhuurder het gehuurde bedrijfspand moeten ontruimen. De kantonrechter oordeelt dat de huurder de rente en incassokosten verschuldigd is, maar dat de tekortkoming in de huurbetalingen niet leidt tot ontbinding van de huurovereenkomst. De huurder heeft de huurachterstand na de dagvaarding volledig ingelopen en voldoet sindsdien tijdig aan de huurverplichtingen. De kantonrechter weegt daarbij de omstandigheden van de coronapandemie mee, die hebben bijgedragen aan de betalingsproblemen van de huurder. De vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het pand wordt afgewezen, terwijl de huurder wel wordt veroordeeld tot betaling van de rente en incassokosten. In reconventie wordt de vordering van de huurder tot terugbetaling van € 11.000,00 wegens onverschuldigde betaling afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd is.