ECLI:NL:RBOVE:2023:1318

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
23 februari 2023
Publicatiedatum
13 april 2023
Zaaknummer
08.710142.12
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte met psychiatrische problematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 23 februari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een verdachte, die eerder was veroordeeld voor bedreiging met zware mishandeling en opzettelijke vernieling. De rechtbank oordeelde dat de terbeschikkingstelling moest worden verlengd vanwege de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van 24 januari 2013 en was sindsdien meerdere keren verlengd. De laatste verlenging was op 4 maart 2021, en de maatregel zou eindigen op 8 februari 2023.

De rechtbank heeft kennisgenomen van een verlengingsadvies van de kliniek, waarin werd gesteld dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een schizo-affectieve stoornis en andere psychische problemen. Ondanks enige vooruitgang in de behandeling, werd het recidiverisico als hoog ingeschat bij beëindiging van de dwangverpleging. De deskundigen gaven aan dat de terbeschikkinggestelde nog steeds niet stabiel functioneerde en dat er geen overeenstemming was over medicatiegebruik.

De rechtbank heeft de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar afgewezen en in plaats daarvan de maatregel met een jaar verlengd. Dit biedt de rechtbank de mogelijkheid om de ontwikkelingen rond de terbeschikkinggestelde te volgen en te beoordelen of verdere stappen in de behandeling mogelijk zijn. De rechtbank benadrukte dat de terbeschikkinggestelde zich moet blijven inzetten voor het behandeltraject en dat de verlenging noodzakelijk is om de veiligheid van anderen te waarborgen.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo Parketnummer: 08.710142.12
Datum uitspraak: 23 februari 2023
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Duitsland), verblijvende in [woonplaats 1] ,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

Bij vonnis van 24 januari 2013 van de rechtbank Oost-Nederland is de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd, na bewezenverklaring van de misdrijven:
bedreiging met zware mishandeling:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 8 februari 2013 en is laatstelijk verlengd bij beslissing van de rechtbank Overijssel van 4 maart 2021. Deze beslissing is door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bij arrest van 5 augustus 2021 bevestigd. De maatregel eindigt, behoudens nadere voorziening, op 8 februari 2023.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
het verlengingsadvies van [woonplaats 1] van 8 december 2022, opgemaakt en ondertekend door S. Kruisdijk, GZ-psycholoog en hoofd behandeling, drs. B.A.G.T. van der Laan, GZ-psycholoog/klinisch psycholoog i.o., hoofd patiëntenzorg en plaatsvervangend hoofd van de inrichting en drs. M. Koerhuis, psychiater;
de wettelijke aantekeningen over de periode van 12 mei 2021 tot en met 26 januari 2023.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 29 december 2022 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren.
IIIIll
1.1111111111111111e+42
G108065434438
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 9 februari 2023.
De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.J. Sprey, advocaat te Amsterdam;
de officier van justitie mr. K.J.L. de Valk;
E. Robbe, hoofd behandeling en GZ-psycholoog, als deskundige.
De terbeschikkinggestelde is per videoverbinding waarbij sprake was van een directe beeld­ en geluidsverbinding ter terechtzitting verschenen.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsman hebben overeenkomstig een ter zitting overgelegde pleitnota primair verzocht om de zaak aan te houden om het Openbaar Ministerie onderzoek te laten uitvoeren naar de mogelijkheid van een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de maatregel te verlengen met een jaar en in de beslissing te overwegen dat er voor de volgende verlengingszitting onderzoek dient te worden gedaan naar de mogelijkheid van een zorgmachtiging.

4.De beoordeling

De vordering is op 29 december 2022 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte verlengingsadvies van de kliniek en de toelichting daarop van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies van de kliniek
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een schizo-affectieve stoornis van het bipolaire type, stoornis in alcohol- en cannabisgebruik, trekken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis.
De terbeschikkinggestelde is in november 2020 gestopt met het innemen van zijn voorgeschreven antipsychotica. In deze adviesperiode begint de terbeschikkinggestelde overwegend stabiel. Hoewel sprake is van enige vooruitgang, kan de terbeschikkinggestelde nauwelijks prikkels verdragen, neemt hij niet deel aan groepsmomenten, heeft hij een voorkeur voor rustige plekken en houdt hij zijn programmaonderdelen niet vol. Vanaf maart 2021 worden tekenen van manische ontregeling waargenomen. Aan de terbeschikkinggestelde wordt een kamerprogramma opgelegd. Zijn psychiatrisch toestandsbeeld verslechtert echter dermate dat dit in februari 2022 tot een fysiek incident leidt. Na het incident wordt hij gesepareerd en verblijft hij op de individuele crisisafdeling [woonplaats 2] waar hij ingrijpmedicatie toegediend krijgt. Zijn verblijf op deze individuele crisisafdeling [woonplaats 2] wordt voortgezet. De periode daarna kenmerkt zich door een wisselend
beeld, waarbij de terbeschikkinggestelde meerdere malen wordt ingesloten. Vanaf mei 2022 is een stijgende lijn zichtbaar, waarbij hij meer vrijheden krijgt en hij steeds rustiger en vriendelijker wordt. Inmiddels kan de terbeschikkinggestelde onbegeleid door de kliniek. De laatste periode heeft de terbeschikkinggestelde zijn draagkracht beter in de gaten en kan hij hier ook naar handelen. Naarmate er minder externe structuren om de terbeschikkinggestelde heen staan en hij een behandelingsteam krijgt dat hij minder goed kent, neemt de kans op gebruik van middelen, het staken van medicatie en overprikkeling toe en daarmee het risico op gebruik van geweld. Het risico van terugval in gewelddadig gedrag wordt, in de huidige situatie van intramuraal verblijf, als laag tot matig ingeschat. Het recidiverisico wordt bij een (voorwaardelijke) beëindiging van de dwangverpleging ingeschat als hoog. Voor plaatsing op een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) van Transfore is vereist dat hij kan omgaan met afspraken en onbegeleid op een psychiatrisch terrein kan lopen. Vanuit dit oogpunt gaat de voorkeur uit naar een doorstroom via [woonplaats 3] . Een intake bij [woonplaats 3] staat inmiddels gepland. Derhalve zal moeten worden afgewacht of plaatsing, en hiermee het beoogde traject, mogelijk is. Vanuit [woonplaats 3] kunnen de vervolgstappen doorlopen
worden, eerst via onbegeleid verlof en uiteindelijk met proefverlof, richting [woonplaats 4] . Als de terbeschikkinggestelde stabiel blijft, is de verwachting dat het traject redelijk snel kan worden vormgegeven. De verwachting is echter dat het gehele traject nog geruime tijd in beslag zal nemen. De kliniek adviseert de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.
De toelichting van de deskundige ter zitting
De deskundige heeft het advies ter zitting gehandhaafd. Het is een periode geweest waarin incidenten hebben plaatsgevonden en de terbeschikkinggestelde niet stabiel heeft gefunctioneerd. Er is met de terbeschikkinggestelde geen overeenstemming over medicatiegebruik en de verwachting is niet dat die overeenstemming gaat komen. Het beoogde traject kan desondanks vervolgd worden. Inmiddels heeft de intake bij [woonplaats 3] plaatsgevonden en is hij daar aangenomen. Er is op korte termijn zicht op een plek en om die reden zal transmuraal verlof worden aangevraagd. De overgang naar een andere setting zou tot destabilisatie bij de terbeschikkinggestelde kunnen leiden. Het is daarom van belang dat de terbeschikkinggestelde kleine stappen zet. De verwachting is dat minstens nog twee jaar nodig zijn voor de behandeling. Een plaatsing naar FPA de Boog in Warnsveld, wat de terbeschikkinggestelde graag zou willen, behoort op dit moment niet tot de mogelijkheden.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de rapportage en de toelichting ter zitting is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, te weten bedreiging met zware mishandeling. Ondanks de lange duur van de maatregel is de rechtbank van oordeel dat verlenging daarvan, gelet op de aard en ernst van de psychiatrische problematiek van de terbeschikkinggestelde, alsmede het nog aanwezige recidivegevaar, niet disproportioneel is. Er is nog steeds sprake van meerdere stoornissen en van een hoog recidiverisico. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is dus voldaan.
De rechtbank stelt vast dat de terbeschikkinggestelde in de afgelopen periode wisselend heeft gefunctioneerd. De terbeschikkinggestelde heeft na het staken van de antipsychotische medicatie periodes van psychiatrische stabiliteit maar ook van ontregeling laten zien. In
februari 2022 heeft er een fysiek incident plaatsgevonden waarna de terbeschikkinggestelde is overgeplaatst op de individuele crisisafdeling [woonplaats 2] , waar hij tot op heden nog verblijft. In april 2022 is overgegaan tot toediening van ingrijpmedicatie. Daarna lijkt de terbeschikkinggestelde rustiger te zijn geworden en konden zijn vrijheden worden uitgebreid tot begeleid verlof in de kliniektuin en onbegeleid door de kliniek. Er is geen overeenstemming over het medicatiegebruik en die valt volgens de kliniek ook niet te verwachten. De komende periode zal moeten worden gebruikt voor het opstarten van begeleid verlof en het eventueel zetten van vervolgstappen in het kader van onbegeleid verlof. Een passende vervolgplek lijkt te zijn gevonden bij [woonplaats 3] , waarvoor transmuraal verlof wordt aangevraagd. Uiteindelijk wordt gestreefd naar een plaatsing bij [woonplaats 4] in Deventer. Daarvoor is wenselijk dat de terbeschikkinggestelde proefverlof heeft. Hij heeft dus nog de nodige stappen te zetten. Het recidiverisico wordt bij beëindiging van de maatregel als hoog ingeschat. Verlenging van de maatregel is noodzakelijk om de beoogde vervolgstappen geleidelijk te kunnen zetten en de terbeschikkinggestelde verder te stabiliseren in het functioneren. Het kader van de dwangverpleging is nog noodzakelijk.
Daarbij is het van belang dat de terbeschikkinggestelde zich blijft inzetten voor het nog te doorlopen traject.
De rechtbank wijst het primaire verzoek van de raadsman om de beslissing op de vordering aan te houden om de mogelijkheid van een zorgmachtiging in de zin van de Wvggz te laten onderzoeken af. De raadsman heeft dat verzoek gedaan omdat hij de door de kliniek geschetste weg van het doorlopen van de gebruikelijke verloven richting een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging niet realistisch acht. Het zal de terbeschikkinggestelde gezien het behandelverloop van de afgelopen jaren niet lukken om psychisch stabiel en medicatietrouw te worden en de verloven goed te doorlopen. De terbeschikkinggestelde is in de kern een GGZ-patiënt, aldus de raadsman.
Uit het verlengingsadvies en de toelichting daarop blijkt echter dat er een hoog recidivegevaar is. Dit kan niet worden ondervangen door een zorgmachtiging. Het doel van een zorgmachtiging is om ernstig nadeel af te wenden, niet om recidivegevaar tegen te gaan. Mogelijk dat een zorgmachtiging bij verblijf op [woonplaats 3] (na enige tijd) in beeld komt.
Ten aanzien van de verlenging van de maatregel is het uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. De rechtbank acht het in dit geval echter wenselijk om het verloop van het voorgestelde traject over een jaar opnieuw te beoordelen. Verlenging met een jaar stelt de rechtbank in staat om de ontwikkelingen die er rond de terbeschikkinggestelde gaande zijn zoals de aanstaande overstap naar [woonplaats 3] , te volgen. De rechtbank benadrukt dat de terbeschikkinggestelde hieraan niet de verwachting mag ontlenen dat de verpleging van overheidswege over een jaar voorwaardelijk zal worden beëindigd. Indien de situatie zich daarvoor leent, komt het de rechtbank wenselijk voor dat er voor de volgende verlengingszitting onderzoek wordt gedaan naar de mogelijkheid van een zorginachtiging. Dit wordt evenwel ter beoordeling van de kliniek gelaten. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de maatregel voor de duur van een jaar verlengen.

5.De beslissing

De rechtbank:
wijst het aanhoudingsverzoek af;
verlengt de terbeschikkingstelling van
[verdachte]met een jaar.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. M.J.G.B. Heutink en
mr. C. Verdoold, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Demir als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 februari 2023.
Buiten staat
Mr. Verdoold is niet in staat deze beslissing mede te ondertekenen.
proces-verbaal uitspraak
Rechtbank Overijssel
Zittingsplaats Almelo Team Strafrecht
Parketnummer: 08.710142.12
Proces-verbaal rnn het rnorgernllene ter openbare zitting op 23 februari 2023 in de zaak tegen:
[verdachte] .
geboren op [geboortedatum] (Duitsland), [woonplaats 1] ,
Tegenwoordig: mr.
U [o\\...e.c:. c)
mr. l),o \,er-5
l.L'b\>e,
. rechter, _
'officier van justitie,
, griffier.
°'-°'"'-",.} .
De voorzitter doet de zaak tegen de terbeschikkinggestelde uitroepen.
0 De terbeschikkinggestelde is verschenen.
ADe terbeschikkinggestelde is niet verschenen.
In de zaal van de terechtzitting zijn verder aanwezig:
0 de advocaat van terbeschikkinggestelde, mr.
1(De voorzitter spreekt de beslissing uit.
0 De voorzitter spreekt de beslissing uit en geeft kennis dat daartegen binnen 14 dagen hoger beroep kan worden ingesteld.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
11111111111111111111111111111111111m11111111111
G908067485318