10.De beslissing
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 1 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 subsidiair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het onder 2 bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het onder 2 bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
feit 2, het misdrijf:
mishandeling
- verklaart dat het onder 1 subsidiair bewezenverklaarde geen strafbaar feit oplevert en ontslaat verdachte op dat onderdeel van alle rechtsvervolging;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 2 bewezenverklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
opheffing geschorste bevel voorlopige hechtenis
- heft het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis op.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M.J.G.B. Heutink en mr. M. Scheeper, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Seuters, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 7 april 2022.
Buiten staat
De griffier is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Feit 1 subsidiair:
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie-eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2021097508. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Proces-verbaal van de terechtzitting van 24 februari 2022, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Op 3 maart 2021 heb ik in Almelo een mes uit mijn tas gehaald en met dat mes gezwaaid naar een groep van vier jongens. Dat was nadat ik was gevallen. Ik zag dat een van de jongens daarna bloedde. Het kan niet anders dan dat hij geraakt is door mijn mes.
2. Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] van 3 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 31 en 32):
Op 3 maart 2021 in Almelo zag ik dat de persoon (de rechtbank begrijpt: verdachte) en een groep van vier jongens elkaar sloegen. Ik zag dat de persoon een soort mes in zijn handen had.
3. Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 4] van 3 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (pagina’s 35 en 36):
Ik zag dat [slachtoffer 1] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] ) de man op een gegeven moment onderuit schopte. Ik zag dat de man (de rechtbank begrijpt: verdachte) viel en [slachtoffer 1] ook. Ik zag dat zij met elkaar in gevecht waren. Ik zag dat de man op een gegeven moment opstond en wegliep. [slachtoffer 1] bleef op de grond liggen, ik zag dat hij bloedde.
4. Een deskundigenverslag, te weten het forensisch geneeskundig letselverslag van T.H. Evers, forensisch arts, van 8 juni 2021, inhoudende voor zover van belang en zakelijk weergegeven (pagina’s 7, 8, 9):
In de brief van SEH (gedateerd 3 maart 2021) is het volgende vermeld ten aanzien van het letsel:
Conclusie:
- diepe snijwond thorax (borstkas) hoog lateraal rechts van ongeveer 8 cm
- oppervlakkige snijwond schouder links van ongeveer 1 cm.
Verslag ct-thorax 4 maart 2021:
Een forse bloeduitstorting, geen schade aan de slagaders, mogelijke schade aan een kleine zijtak;
Beantwoording vraagstelling:
Het letsel bestaat uit 2 huidletsels en een letsel aan een kleine slagader nabij de rechteroksel.
Een dergelijke huidklieving wordt opgeleverd door scherprandig mechanisch geweld door snijden en/of steken met en/of aan een of meerdere scherprandige voorwerpen.
Het letsel op de linkerschouder betreft strikt genomen mogelijk een snijletsel, maar heeft een vorm passend bij een steekletsel. Het letsel nabij de rechteroksel berust waarschijnlijk op een snijwond, maar beoordeling van de uiteinden van de huidklieving is niet mogelijk zodat een steekwond niet kan worden uitgesloten.