5.3.verklaart onderdeel 5.2 van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Zweers en in het openbaar uitgesproken op 28 februari 2022.
EU richtlijn van 26 februari 2014 (2014/24/EU)
Voor diensten in het kader van gezondheidszorg, maatschappelijke en aanverwante dienstverlening, als aan de orde, bestaat een plicht tot aanbesteding in overeenstemming met artikel 74 van de EU richtlijn van 26 februari 2014 (2014/24/EU) en het hoofdstuk “Sociale diensten en andere specifieke diensten” van die richtlijn. Deel 1 van de Aanbestedingswet 2012 (Aw) en de Gids Proportionaliteit zijn van toepassing.
Artikel 2.1.1, eerste lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat het gemeentebestuur zorg draagt voor de maatschappelijke ondersteuning.
In het tweede lid is bepaald dat het gemeentebestuur zorg draagt voor de kwaliteit en de continuïteit van de voorzieningen.
Artikel 2.1.2, eerste lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat de gemeenteraad periodiek een plan vaststelt met betrekking tot het door het gemeentebestuur te voeren beleid met betrekking tot maatschappelijke ondersteuning.
Artikel 2.1.3, eerste lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat de gemeenteraad bij verordening de regels vaststelt die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het in artikel 2.1.2 bedoelde plan en de door het college ter uitvoering daarvan te nemen besluiten of te verrichten handelingen.
In het tweede lid, aanhef en onder c, is bepaald dat in de verordening in ieder geval wordt bepaald: welke eisen worden gesteld aan de kwaliteit van voorzieningen, eisen met betrekking tot de deskundigheid van beroepskrachten daaronder begrepen.
In het vierde lid is bepaald dat in de verordening regels worden gesteld voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een maatwerkvoorziening of een persoonsgebonden budget, alsmede van misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet.
In artikel 3.1. het eerste lid en het tweede lid onder a van de Wmo 2015 geregeld dat de aanbieder er zorg voor draagt dat de voorziening van goede kwaliteit is en dat een voorziening in elk geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verstrekt.
Artikel 6.1, eerste lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat het college personen aanwijst die belast zijn met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
In het tweede lid is bepaald dat de toezichthoudende ambtenaren, voor zover dat voor de vervulling van hun taak noodzakelijk is en in afwijking van artikel 5:20, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, bevoegd zijn tot inzage van dossiers.
Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Almelo 2019
De verordening die wordt bedoeld in de Wmo 2015 is de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Almelo 2019 (Verordening).
In de Verordening maatschappelijke ondersteuning Almelo 2019 is in het zesde lid van artikel 4.2 dat ziet op de verhouding prijs en kwaliteit van de aanbieder bepaald:
Wanneer de zorgverlener op enige wijze bedragen onttrekt aan de bedrijfsvoering op een voor de branche niet gebruikelijke, niet integere, dan wel niet marktconforme wijze wordt dit gezien als schending van de integriteit. Dit staat het leveren van ondersteuning in de weg en heeft tot gevolg dat het college de zorgverlener kan uitsluiten van het leveren van de ondersteuning, zoals omschreven in artikel 5.4 lid 7 van deze verordening en op basis van de contracten met de aanbieders.
In artikel 7.1 tweede van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Almelo 2019 is bepaald dat de aangewezen toezichthouder is belast met:
a.de bevoegdheid om inlichtingen te vorderen;
b.de bevoegdheid om de (cliënten)administratie te vorderen bij de zorgverlener; (…)
e. inzage van documenten en toegang tot gegevens; (…)
g. controleren of de zorgverlener de verplichtingen uit de toekenningsbeschikking of de
raamovereenkomst of uitvoeringsovereenkomst met het college naleeft; (…)
i. controleren of de voorziening veilig, doeltreffend, doelmatig en clientgericht wordt
uitgevoerd.
In het derde lid is bepaald dat een ieder is verplicht om mee te werken aan het onderzoek van de toezichthouder.
In artikel 5:1 eerste lid Awb wordt onder een overtreding verstaan een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift.
In artikel 5:13 Awb is bepaald dat een toezichthouder maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.
In artikel 5:16 Awb is bepaald dat een toezichthouder bevoegd is inlichtingen te vorderen.
In artikel 5:20 eerste lid Awb is bepaald dat een ieder verplicht is aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden.