ECLI:NL:RBOVE:2022:567
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in inbraakzaak opticien Zwolle wegens onvoldoende bewijs
Op 28 februari 2022 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 25-jarige man, die werd verdacht van betrokkenheid bij een inbraak op een opticien in Zwolle op 12 april 2021. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat het bewijs in het dossier onvoldoende specifiek was om de verdachte aan de inbraak te kunnen linken. De officier van justitie had gesteld dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kon worden bewezen, maar de verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor enige betrokkenheid van de verdachte.
Tijdens de zittingen op 4 oktober 2021 en 14 februari 2022 is het bewijs besproken, waaronder een vergelijkend schoensporenonderzoek. De rechtbank concludeerde dat, hoewel het profiel en de maat van het schoenspoor overeenkwamen met de in beslag genomen schoenen, er geen karakteristieke kenmerken waren die tot identificatie konden leiden. Hierdoor was er onvoldoende wettig bewijs om tot een bewezenverklaring te komen.
De rechtbank verklaarde de benadeelde partij, de opticien, niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte van het ten laste gelegde feit werd vrijgesproken. Het vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.