Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer] in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
€ 631,32.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 21 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe. De eiser ontving sinds april 2014 een uitkering op basis van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW). Na een fraudemelding in januari 2019 heeft de sociale recherche een onderzoek ingesteld naar de woonsituatie van de eiser, wat leidde tot de herziening en intrekking van zijn uitkering over een bepaalde periode. In februari 2020 heeft verweerder de eiser een boete opgelegd wegens schending van de inlichtingenplicht. De hoogte van de boete is in bezwaar verlaagd van € 1.262,76 naar € 631,32. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit bestreden besluit, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de schending van de inlichtingenplicht vaststaat en dat de boete terecht is opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser redelijkerwijs had moeten begrijpen dat hij de juiste gegevens over zijn woonsituatie diende te verstrekken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de opgelegde boete.