Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaken tussen
de minister van Infrastructuur en Waterstaat, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot deze oordelen komt en welke gevolgen dit heeft.
landingten behoeve van de activiteit “End of Life” en stalling.
in redelijkheidgeen toepassing kunnen vinden. Volgens eiseres is hiervan sprake, gelet op de hiervoor beschreven specifieke signatuur van Twente Airport en de omstandigheid dat de Boeing 747 vliegtuigen op Twente Airport terecht zijn gekomen vanwege het noodgedwongen moeten parkeren als gevolg van de Covid 19-crisis en de daardoor ontstane schaarste aan parkeerplekken voor vliegtuigen. Volgens eiseres is slechts sprake van een tijdelijke situatie die duurt tot juni 2022. In die omstandigheden vindt eiseres het niet redelijk om te eisen dat de infrastructuur wordt aangelegd voor het vertrek van deze toestellen en te stellen dat de ontheffing niet kan worden verlengd. Het aanleggen van dergelijke voorzieningen kost veel gemeenschapsgeld en neemt veel tijd in beslag. Daarbij komt dat die infrastructuur niet wordt gebruikt en de aanleg voor minder dan een jaar zou zijn ten behoeve van slechts twee vliegbewegingen. Eiseres is van mening dat verweerder haar technische en financiële mogelijkheden ten onrechte niet heeft betrokken bij zijn besluitvorming.
kunnenvinden. Dit wordt volgens verweerder bevestigd door wat hierover in de memorie van toelichting staat, namelijk dat het noodzakelijk kan zijn dat een ontheffing wordt verleend, bijvoorbeeld omdat de fysieke gesteldheid van een luchthaven vraagt om een gebiedsspecifieke aanpassing van een veiligheidsregel. [5] Een andere bron die de ontheffingsbevoegdheid nader duidt, is er niet. Verweerder is van mening dat de door eiseres aangevoerde omstandigheden dat Twente Airport een specifieke signatuur heeft en dat luchtvaartuigen met codeletter E ook zonder de genoemde infrastructurele elementen veilig kunnen landen en vertrekken op en van de luchthaven, niet maken dat de eisen niet
kunnenworden toegepast. Deze omstandigheden leiden er immers niet toe dat de vereiste infrastructurele aanpassingen niet kunnen worden gerealiseerd. Hetzelfde geldt voor de omstandigheid dat eiseres met Lufthansa een stallingsovereenkomst is aangegaan met een looptijd tot juni 2022.
kunnenworden aangelegd. Ook als de stelling van eiseres dat runway turn pads door de specifieke signatuur van Twente Airport niet nodig zijn en geen toegevoegde waarde hebben juist is, volgt daaruit niet dat het in redelijkheid niet mogelijk is om runway turn pads aan te leggen. De kosten en de tijd die gemoeid zijn met het aanleggen van runway turn pads, maken het aanleggen van die voorziening evenmin onmogelijk. Daarbij is van belang dat het hier, anders dan in de procedure met zaaknummer ZWO 21/618, niet gaat om een tijdelijke ontheffing voor enkele specifieke vliegtuigen, maar om een permanente ontheffing voor een onbekend aantal vliegtuigen waarvan ook het type onbekend is. Daardoor speelt de factor tijd in deze procedure geen rol bij het beantwoorden van de vraag of de vereiste runway turn pads in redelijkheid kunnen worden aangelegd.