10.De beslissing
- verklaart bewezen dat verdachte het onder
1 en 2ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1
het misdrijf:
ontucht plegen met zijn minderjarige bediende of ondergeschikte, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder
1 en 2bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt de verdachte tot een
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren;
- beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
120 (honderdtwintig) dagen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 1](feit 1) van een bedrag van
€ 1.750,-- (zegge duizendzevenhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2019;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 1.750,-- (zegge duizendzevenhonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
1 juli 2019ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
27 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 2](feit 2) van een bedrag van
€ 1.000,-- (zegge duizend euro)te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2019;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 1.000,-- (zegge duizend euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
1 juli 2019ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat
gijzelingvoor de duur van
20 dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M.J.G.B. Heutink en mr.drs. K.A. Schönbeck, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Jentzsch, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 15 december 2022.
Buiten staat
Mr. M.J.G.B. Heutink is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier Condor van politie eenheid Oost-Nederland met onderzoeksnummer ONRBC21238. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 27 augustus 2021, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina’s 12 en 13), zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van aanranding door mijn baas, in het bedrijf van mijn baas [bedrijf] in Wierden. Iedereen noemt mijn baas [verdachte] . Ik ook, maar hij heet iets van [verdachte] . (de rechtbank begrijpt hier en waar verder gesproken wordt over [verdachte] : [verdachte] , verdachte). In januari 2019 ben ik daar gaan werken. In juli 2019 werd het vaag. [verdachte] (de rechtbank begrijpt hier en verder: verdachte) maakte opmerkingen. Hij zei dat mijn lichaam er goed uitzag en mijn borsten zagen er ook goed uit. Ik vond dat niet gepast voor een 15 jarig meisje. Ongeveer in augustus 2019 begon [verdachte] handtastelijk te worden. Hij raakte af en toe in het voorbijgaan mijn billen aan en hij streek ook over mij shirt en zei wat een mooie stof. Of hij ging achter mij aan en drukte zijn lichaam tegen mijn lichaam aan. Toen ik begon aan mijn examenjaar (de rechtbank begrijpt: september 2019) ben ik gestopt met werken.
(…)
In april 2020 besloot ik daar weer te gaan werken. [verdachte] werd toen direct weer handtastelijk. Hij maakte opmerkingen en zat meer aan mij. Het was niet alleen in het voorbijgaan. Hij streelde mijn handen. Hij knabbelde aan mijn oren toen. Hij heeft wel een paar keer geprobeerd mij op mijn lippen te zoenen.
(…)
Ik bedoel over het algemeen dat hij dat steeds bleef doen aan mijn kont en borsten zitten. Ongeveer een half jaar geleden nam hij mee naar het hok achter. Dat is de opslagruimte. Ik dacht dat er iets opgeruimd moest worden. Hij deed de deur dicht.
Hij ging achter mij staan. Hij pakte mijn borsten vast. Hij kneedde mijn borsten. Ik voelde zijn lichaam tegen mij aan. Zijn mannelijke geval. Ik bedoel daarmee zijn stijve penis voelde ik tegen mijn kont aan. Hij haalde zijn penis uit zijn broek. Hij had mijn hand vastgepakt en hij drukte mijn hand op zijn penis. Ik drukte hem toen weg omdat ik dit echt niet wou.
(…)
Dat ging zo door tot en met 31 juli van dit jaar. Hij was die dag straalbezopen. [verdachte] ging toen weer opmerkingen maken. Hij zei dat hij geil was. Hij vroeg mij of ik meeging naar achteren naar het hok. Dat wilde ik niet en dat heb ik hem ook gezegd. Hij ging toen aan mijn borsten zitten. [slachtoffer 2] was hier ook bij.
(…)
Aan mijn kont en borsten (zitten) gebeurde bijna elke dag dat ik daar was. De opmerkingen gebeurden wanneer [verdachte] daar zin in had. Dat was elke week wel een keer. Het zoenen was denk ik 1 keer in de twee maanden. Met zijn stijve penis heeft hij wel 7 of 8 keer tegen mij aangestaan. Wel vaker gewoon met zijn lichaam tegen mij aan. Hij heeft 1 keer mijn hand gepakt om die op zijn blote penis te leggen. Ik heb vaker zijn blote penis gezien. Ik was dan in het restaurant ik was dan bijvoorbeeld naar de wc geweest.
[verdachte] stond dan in het magazijn met de deur open. Hij had dan zijn penis uit zijn broek. Soms was deze penis stijf en soms slap. Hij keek mij dan recht in mijn gezicht aan.
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 14 september 2021, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina 23 en 24), zakelijk weergegeven:
Mijn zusje ( de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] ) heeft mij meerdere keren verteld dat [verdachte] aan haar zat. Hij raakte haar ook iedere keer even aan op plekken wat niet hoort.
(…)
Ik heb gezien dat [verdachte] die avond (de rechtbank begrijpt: 31 juli 2021) aan haar borsten en billen zat. Hij ging over de borsten wrijven bij haar. Toen [slachtoffer 1] weg liep ging hij met zijn hand over haar billen. Toen ze om 24.00 uur klaar was wilde ze weggaan. Hij nam haar toen mee om het hoekje en probeerde haar te zoenen. Ik heb wel eens eerder gezien dat hij aan haar borsten en billen zat.
(…)
[slachtoffer 1] heeft mij verteld dat [verdachte] telkens opmerkingen maakte of ze mee ging naar het voorraad hok. Dat hij telkens in haar oor fluisterde dat hij zo geil was. Dat hij niet kon wachten totdat ze 18 zou zijn. Dat hij aan haar borsten en kont heeft gezeten.
- Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 30 september 2021, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina 29) zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 1] vertelde mij dat haar baas dronken en handtastelijk was. ik vroeg wat ze bedoelde met handtastelijk. Ze zei me toen dat hij regelmatig met de hand haar borsten en haar billen betastte en tevens zei ze me dat hij haar wel eens achterin de zaak probeerde te krijgen, waar het magazijn is. Hij ging dan zo staan dat hij haar de weg blokkeerde zodat ze niet weg kon. Ze vertelde ook dat hij haar probeerde te zoenen. Verder had haar baas gezegd dat hij viel op vollere meisjes en dat [slachtoffer 1] mooi was en dat soort opmerkingen.
- Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 5 november 2021, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina’s 34 en 35), zakelijk weergegeven:
De eerste keer dat ik ervan gehoord was toen [slachtoffer 1] daar een paar maanden was begonnen met werken. Ze kwam toen helemaal overstuur in huis. lk vroeg haar wat er aan de hand was. Ze zei: “de laatste paar dagen zat mijn baas de hele tijd aan mijn geslachtsdelen. Mijn borsten”.
(…)
Hij werd ook heel handtastelijk. Ik zag dat hij met zijn hand over haar buik en haar
billen ging.
(…)
Vorig jaar zag ik op een keer ook dat [verdachte] handtastelijk was bij [slachtoffer 1] . ik zag dat hij met zijn hand over haar buik en haar billen ging.
(…)
Begin dit jaar heeft ze me wel verteld wat er nog meer gebeurde. Ze had het over aan haar zitten en kusjes geven. Haar baas zat zowat overal aan haar, behalve aan haar vagina. Wel zat hij aan haar borsten.
- Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] bij de R-C van 29 augustus 2022, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina’s 3 en 4):
Het eerste halfjaar is er niet zoveel gebeurd, maar daarna begon het aanraken in een opbouwende sfeer. Ik bedoel daarmee dat er sprake was van steeds meer aanrakingen en opmerkingen. De meeste dingen die gebeurd zijn, gebeurden in het magazijn waar geen anderen, ook geen bezorgers bij waren. Soms knuffelde hij mij ook in de keuken als daar niemand bij was. Dat knuffelen waar ik het over had gebeurde ook in het magazijn. Hij pakte mij dan te stevig vast of te laag, dan bedoel ik bij mijn billen. Hij heeft mij ook aangeraakt bij mijn borsten. Hij heeft één keer in het magazijn zijn geslachtsdeel uit zijn broek gehaald en daar moest ik mijn hand opleggen. Daarvoor pakte hij mijn hand vast.
(…)
- Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] bij de R-C van 26 september 2022, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina’s 2 en 3):
Ik vertelde mijn zusje [slachtoffer 1] dat [verdachte] aan mij zat. Zij vertelde daarop dat hij ook wel eens aan haar zat.
(…)
Ik heb wel gezien dat toen wij die avond (de rechtbank begrijpt: 31 juli 2021) weg wilden gaan [verdachte] vroeg of mijn zusje even wilde meelopen naar achteren. Je loopt dan door een klein gangetje naar een soort voorraadhok. Daar zitten ook de wc’s. Ik zag toen dat hij met zijn hand aan haar bil zat en ik zei tegen mijn zusje dat we moesten gaan. Ik heb een aantal andere keren deze avond gezien dat hij aan haar borsten of billen zat.
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 14 september 2021, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina’s 21, 22 en 23), zakelijk weergegeven:
Ik doe aangifte van aanranding op 31 juli 2021 door [verdachte] , de eigenaar van restaurant [bedrijf] te Wierden. Ik ben op verzoek van mijn zusje (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 1] ) met mijn broertje [getuige 2] naar [bedrijf] gegaan. Toen wij daar kwamen merkte ik dat [verdachte] al best wel dronken was. Hij trok me van de stoel om te gaan dansen. Tijdens het dansen begon hij aan mijn oorlel te zuigen.
(…)
Ik moest bij [verdachte] komen toen [getuige 2] weg was. Hij fluisterde in mijn oor dat hij heel geil was. [verdachte] ging met zijn hand op mijn borst. Ik heb zijn hand weggeslagen. Hij bleef maar doorgaan. Hij betastte mijn kont en mijn poes. Hij zat met zijn beide handen aan mij over mijn hele lichaam. Ik bleef hem maar wegslaan. Ik wilde dit niet.
(…)
Hij streelde over mijn kont en mijn poes, heen. Mijn borsten streelde hij ook maar hij hield mijn borst ook vast. Hij heeft dit de hele avond wel gedaan met tussenposen.
Ik heb hem duidelijk gemaakt dat ik dit niet wilde. Ik heb iedere keer zijn hand weggeslagen en ook gezegd dat hij normaal moest doen en moest ophouden. Hij kwam iedere keer weer naar me toe en betastte me dan.
(…)
Ik denk dat hij anderhalf jaar geleden voor het eerst aan me heeft gezeten. Hij knoopte toen mijn jas los en zei: " o wat een mooie trui". Hij wreef toen met zijn hand over mijn borst.
(…)
Het gebeurde eigenlijk elke keer als ik daar was. Soms was het één keer in de maand. Soms elke week. Iedere keer als ik daar was dan betastte hij wel mijn lichaam. Iedere keer
raakte hij mijn borsten aan en wreef of streelde er over heen. Hij wreef over mijn poes, daarmee bedoel ik mijn vagina, met drie vingers. Dat was over mijn kleren. Dat was alleen op 31 juli 2021.
(…)
[verdachte] kwam bij mij die avond. Hij zoende mij toen op mijn mond en duwde zijn tong in mijn mond. Ik heb hem toen gebeten in zijn tong. Hij ging toen mijn gezicht likken. Ik heb hem toen weggeduwd bij zijn schouders.
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 27 augustus 2021, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina 13), zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 2] was op 31 juli 2021 ook in het restaurant. Ik zag dat [verdachte] aan de borsten van [slachtoffer 2] zat. Ik zag dat [verdachte] de handen op de kont van [slachtoffer 2] legde. Ik zag dat [verdachte] [slachtoffer 2] een knuffel gaf. Tijdens deze knuffel zag ik dat [verdachte] de handen op de kont van [slachtoffer 2] legde. Ik zag op een moment die avond dat [slachtoffer 2] schrok en [verdachte] wegduwde.
(…)
[slachtoffer 2] heeft mij gezegd dat [verdachte] zijn tong in haar mond heeft geduwd.
- Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] van 30 september 2021, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina 30), zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 2] vertelde mij eerder op de avond, dat er met haar ook wat was gebeurd maar daar wilde ze niet over praten waar [slachtoffer 1] bij was. [slachtoffer 2] zei dat als zij er was, hij met haar bezig ging en dan [slachtoffer 1] met rust liet. [slachtoffer 2] vertelde mij over die avond (de rechtbank begrijpt: 31 juli 2021) dat ze in paniek was geraakt omdat hij haar probeerde te tongzoenen en aan haar had gezeten. De baas had geroepen "Dit is het mooiste meisje" en hij was handtastelijk geweest.
- Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van 5 november 2021, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina 35), zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 2] vertelde mij dat [verdachte] weleens aan haar zat.
- Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1] bij de R-C van 29 augustus 2022, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina 4), zakelijk weergegeven:
Ik heb gezien wat hij de laatste avond (de rechtbank begrijpt: 31 juli 2021) bij mijn zus heeft gedaan. Ik heb gezien dat hij haar aanraakte bij de borsten en billen. U vraagt mij of ik ook heb gezien dat hij haar een tongzoen wilde geven. Dat heb ik niet gezien, maar dat heeft zij mij later verteld.
- Het proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] bij de R-C van 26 september 2022, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina’s 2 en 3), zakelijk weergegeven:
De eerste keer dat er iets gebeurde was toen [verdachte] net een hartaanval had gehad. Ik had toen een gebreide trui aan en toen heeft hij mij voor het eerst aangeraakt bij mijn borst. Ik had van die gevlochten banden op mijn trui en daar ging hij subtiel over heen wrijven, maar dat was precies op mijn borst. De andere keren wreef hij over mijn borst en mijn kont.
(…)
Op de laatste avond had [verdachte] alcohol op en eigenlijk meteen vroeg hij of ik met hem wilde dansen en begon hij aan mij te zitten. Ik weet nog dat ik op de meest linkse stoel zat en hij wreef over mijn borst. Toen mijn broertje weg was is [verdachte] op de stoel naast mij gaan zitten en deed hij zijn hand tussen mijn benen. Hij probeerde mij te zoenen en gaf mij daardoor een lik over mijn wang.
(…)
Ik weet dat mijn zusje heeft gezien dat [verdachte] aan mij heeft gezeten, omdat zij op die momenten kwam binnenlopen.
- Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 15 december 2021, voor zover betreffende de feiten en omstandigheden inhoudende (pagina 55, 56 en 59), zakelijk weergegeven:
[slachtoffer 1] werkte bij mij, nu niet meer. Ik heb in 2019 een hartaanval gehad. Mensen noemen mij [verdachte] . Mijn zaak heet [bedrijf] .