In deze zaak vorderde de woningstichting De Woonplaats ontruiming van een huurwoning in Enschede, omdat de huurder, [gedaagde], illegale prostitutie in de woning had toegestaan. De huurder had sinds 9 juli 2019 de woning gehuurd en was contractueel verplicht om het gehuurde uitsluitend als woonruimte te gebruiken. De Woonplaats stelde dat de huurder ernstig tekortgeschoten was in zijn verplichtingen door bedrijfsmatige activiteiten in de woning toe te staan. De kantonrechter oordeelde dat de ontruiming gerechtvaardigd was, gezien de ernst van de overtredingen en het belang van De Woonplaats om illegale activiteiten in haar woningen te bestrijden. De rechter wees de vordering tot ontruiming toe en stelde een termijn van veertien dagen na betekening van het vonnis voor de ontruiming. Daarnaast vorderde De Woonplaats een contractuele boete van € 2.500,-, maar deze werd afgewezen omdat de rechter oordeelde dat de boetebepalingen in de algemene voorwaarden oneerlijk waren. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van De Woonplaats, die op € 753,43 werden begroot, plus nakosten van € 124,-.