Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De bewijsmotivering
(…) Wij hebben met elkaar gesproken over de verplichtingen die de Wwft (…) zowel jullie als ook de bank dwingend oplegt. Ter informatie heb ik je op 24 november 2014 de brochure Handleiding voor handelaren in goederen/WWFT toegezonden. Belangrijk is dat de herkomst van de contante gelden vaststaat en dat de identiteit van de Mauretaanse afnemers en hun geldkoeriers wordt gecontroleerd middels een geldig legitimatiebewijs. Als op basis van dit klantonderzoek twijfels ontstaan, hebben jullie (en ook de bank) een meldingsplicht vanwege ongebruikelijke transacties. (…) Wij adviseren jullie om de bestaande betalingsafspraken met de Mauretaanse afnemers te herzien en in plaats van contant, alleen nog maar girale betalingen te accepteren of anders om voldoende onderzoek te doen naar de herkomst van de contante gelden en dit vast te leggen in jullie klantdossiers. [26]
“Ja, ik wist (…) dat de klanten vanuit Mauritanië de betalingen in contanten deden. (…) Dat liep al jaren (…). Met name vanaf (…) 2008, werd het lastiger om betalingen giraal te krijgen vanuit Mauritanië”. [27]
opzettelijke overtreding van het voorschrift, gesteld bij artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, terwijl van het plegen van dat misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
opzettelijke overtreding van het voorschrift, gesteld bij artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, terwijl van het plegen van dat misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
opzettelijke overtreding van het voorschrift, gesteld bij artikel 3 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, terwijl van het plegen van dat misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
opzettelijke overtreding van het voorschrift, gesteld bij artikel 16 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, begaan door een rechtspersoon, terwijl van het plegen van dat misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
een geldboete van € 200.000,--(tweehonderd duizend euro);
€ 100.000,--(honderd duizend euro)
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
proeftijd van twee jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.