ECLI:NL:RBOVE:2022:3669

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
2 december 2022
Publicatiedatum
8 december 2022
Zaaknummer
C/08/287059 / KG ZA 22/224
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Belemmering van toegang tot bungalow door slagboom op recreatiepark

In deze kort gedingprocedure vordert eiser, eigenaar van een bungalow op een recreatiepark, dat de gedaagde, exploitant van het park, een slagboom die de toegang tot zijn bungalow belemmert, buiten werking stelt. Eiser stelt dat de slagboom de bereikbaarheid van zijn bungalow per auto op ongeoorloofde wijze belemmert. De voorzieningenrechter wijst de vordering van eiser af. De voorzieningenrechter oordeelt dat de gedaagde geen inbreuk maakt op de erfdienstbaarheid die aan eiser toekomt, omdat de eigenaar van de algemene grond, Cannenburgh B.V., niet in deze procedure is betrokken. De voorzieningenrechter stelt vast dat de gedaagde de bevoegdheid heeft om het park af te sluiten en dat de aangeboden tags aan eiser voldoende zijn om toegang te krijgen. Eiser heeft geen argumenten aangedragen die de noodzaak van een onbelemmerde toegang voor bezoekers onderbouwen. De voorzieningenrechter concludeert dat de vordering van eiser niet ontvankelijk is en wijst deze af, waarbij eiser wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/287059 / KG ZA 22/224
Vonnis in kort geding van 2 december 2022
in de zaak van
[eiser],
wonend in [woonplaats],
eiser,
hierna genoemd: “
[eiser]”,
advocaat: mr. C.G. Mensink,
tegen
RECREATIEPARK DE TOLPLAS B.V.,
statutair gevestigd in Hoge Hexel,
gedaagde,
hierna genoemd: “
De Tolplas”,
advocaat: mr. M.H.G. Plieger.

1.Inleiding

1.1.
Deze kort gedingprocedure gaat kort gezegd over het volgende. [eiser] is eigenaar van een kavel met bungalow op een bungalowpark dat door De Tolplas wordt geëxploiteerd. De Tolplas heeft een slagboom laten plaatsen bij de in- en uitgang van het bungalowpark. Volgens [eiser] belemmert de slagboom de bereikbaarheid van zijn bungalow per auto op ongeoorloofde wijze. De vordering van [eiser] strekt er hoofdzakelijk toe dat de slagboom buiten werking wordt gesteld, althans dat de werking van de slagboom anders wordt ingesteld. De voorzieningenrechter zal de vordering van [eiser] afwijzen.
1.2.
Hierna wordt uitgelegd hoe de voorzieningenrechter tot zijn beslissing is gekomen (onder 5.). Eerst zal de voorzieningenrechter het verloop van de procedure weergeven (onder 2.), de feiten die tussen partijen niet ter discussie staan uiteenzetten (onder 3.), en de vordering omschrijven (onder 4.).

2.De procedure

2.1.
[eiser] heeft De Tolplas in deze kort gedingprocedure betrokken bij dagvaarding van 21 oktober 2022. De Tolplas heeft verweer gevoerd tegen de ingestelde vordering. Beide partijen hebben producties overgelegd. Op 18 november 2022 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij partijen gebruik hebben gemaakt van spreekaantekeningen. Tot slot heeft de voorzieningenrechter bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

3.De feiten

3.1.
De voorzieningenrechter gaat uit van de volgende niet ter discussie staande feiten:
( a) De Tolplas exploiteert een vakantiepark in Hoge Hexel. Een gedeelte van het vakantiepark bestaat uit een bungalowpark met een eigen toe- en afrit. Op het bungalowpark bevindt zich een groot aantal kavels met bungalows die eigendom zijn van particuliere eigenaren. De overige grond op het bungalowpark (hierna: “de algemene grond”) strekt tot gemeenschappelijk nut. De algemene grond is eigendom van Cannenburgh B.V. (en was voordien eigendom van Recreatiepark De Tolplas Beheer B.V.). Het beheer over de algemene grond wordt gevoerd door De Tolplas.
( b) [eiser] is sinds 2004 eigenaar van een kavel met bungalow op het bungalowpark. De toegangsweg naar de kavel van [eiser] vanaf de ingang van het bungalowpark loopt over de algemene grond. [eiser] bewoont zijn bungalow permanent. Samen met de andere eigenaren van een kavel op het bungalowpark, is [eiser] (verplicht) lid van de vereniging met de naam “Vereniging van eigenaren Bungalowpark De Tolplas” (hierna: “de vereniging”). Het doel van de vereniging is volgens haar statuten om de gemeenschappelijke belangen van haar leden met betrekking tot het bungalowpark te behartigen.
( c) De Tolplas en [eiser] zijn ten opzichte van elkaar gebonden aan een individuele beheerovereenkomst. In de individuele beheerovereenkomst is (onder meer) bepaald dat De Tolplas het beheer zal voeren over de kavel met bungalow van [eiser]. [1] Ook bevat de individuele beheerovereenkomst bepalingen over de wijze waarop De Tolplas het beheer zal voeren over de kavel van [eiser] en de algemene grond.
( d) De Tolplas en de vereniging zijn ten opzichte van elkaar gebonden aan een algemene beheerovereenkomst. De algemene beheerovereenkomst bevat (eveneens) bepalingen over (onder meer) het door De Tolplas te voeren beheer over de kavels van de leden van de vereniging, onder wie [eiser], en over de algemene grond.
( e) Er is een erfdienstbaarheid gevestigd ten gunste van (onder andere) de kavel van [eiser] als heersend erf en ten laste van de algemene grond als dienend erf. Volgens de omschrijving in de akte waarbij de erfdienstbaarheid is gevestigd, houdt de erfdienstbaarheid voor de eigenaar van de algemene grond de verplichting in om (kort gezegd) te dulden dat de eigenaar van het heersende erf per gemotoriseerd voertuig via de kortste weg over de algemene grond kan komen van en gaan naar de in- en uitgang van het recreatiepark.
( f) De Tolplas heeft in de zomer van 2022 een slagboom geplaatst op de algemene grond, waarmee de toegang tot en de uitgang vanaf het bungalowpark per auto is afgeschermd. De slagboom kan (alleen) worden geopend met zogenaamde tags. Per tag kan één auto tegelijk het bungalowpark op en af worden gelaten. De Tolplas heeft aan [eiser] (en de andere kaveleigenaren) aangeboden om twee tags beschikbaar te stellen, tegen betaling van een waarborgsom van € 20,00 per tag. [eiser] heeft geen tag(s) aangevraagd.

4.De vordering

4.1.
[eiser] vordert (verkort weergegeven) veroordeling van De Tolplas, op straffe van een dwangsom, om binnen vierentwintig uur na de datum van het te wijzen vonnis:
-
primair:de slagboom buiten werking te stellen;
-
subsidiair:de slagboom zo in te stellen dat deze vierentwintig uur per dag automatisch opent voor zowel in- als uitrijdende voertuigen naar en vanaf de bungalow van [eiser];
-
meer subsidiair:de slagboom zo in te stellen dat deze tussen 7:00 uur en 23:00 uur automatisch opent voor inrijdende voertuigen naar de bungalow van [eiser], en vierentwintig uur per dag automatisch opent voor uitrijdende voertuigen vanaf de bungalow van [eiser];
-
nog meer subsidiair:de slagboom zo in te stellen dat deze tussen 7:00 uur en 23:00 uur wordt geopend voor inrijdende voertuigen naar de bungalow van [eiser] nadat de bestuurders van die voertuigen hierom hebben verzocht, en vierentwintig uur per dag automatisch opent voor uitrijdende voertuigen vanaf de bungalow van [eiser];
-
uiterst subsidiair:gratis en zonder borgbetaling twee werkende tags aan [eiser] ter beschikking te stellen; de slagboom zo in te stellen dat er per aan [eiser] ter beschikking gestelde tag een onbeperkt aantal voertuigen, althans ten minste twee voertuigen, tegelijk het bungalowpark op en af kunnen rijden; de systemen die aan de slagboom zijn gekoppeld zo in te stellen dat het onmogelijk is om te volgen of te registreren wanneer [eiser] gebruik heeft gemaakt van zijn tags; en tussen 8:00 uur en 18:00 uur, althans tijdens de gebruikelijke openingstijden van de receptie van De Tolplas, de slagboom voor in- en uitrijdende voertuigen te openen nadat de bestuurders van die voertuigen (waaronder leveranciers) hierom hebben verzocht.
4.2.
[eiser] legt aan zijn vordering onder meer ten grondslag dat zijn bungalow vanwege de slagboom niet meer (onbelemmerd) per auto bereikbaar is voor zowel hemzelf als voor bezoekers, waaronder familie en vrienden, bezorgdiensten en hulpdiensten. Volgens [eiser] maakt De Tolplas inbreuk op de erfdienstbaarheid, handelt De Tolplas in strijd met de individuele beheerovereenkomst en de algemene beheerovereenkomst, en handelt De Tolplas onrechtmatig tegenover hem.

5.De beoordeling

Ontvankelijkheid
5.1.
De Tolplas voert aan dat [eiser] niet ontvankelijk is in zijn vordering, omdat partijen zijn overeengekomen om hun geschillen zoals hier aan de orde te laten beslechten door middel van bindend advies. De Tolplas beroept zich op artikel 6.1 van de individuele beheerovereenkomst. Dit artikel bepaalt, kort gezegd, dat geschillen die naar aanleiding van deze overeenkomst ontstaan en niet in minnelijk overleg worden opgelost, beslecht zullen worden volgens de geldende regelingen van de Rekron Geschillen Commissie. Verder bepaalt dit artikel dat als mocht blijken dat de Rekron Geschillen Commissie niet bevoegd is om het geschil te beslechten, het geschil zal worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde kantonrechter.
5.2.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het voornoemde beding niet in de weg staat aan de ontvankelijkheid van [eiser] in zijn vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening. Anders zou voor [eiser] in feite de mogelijkheid zijn uitgesloten om in spoedeisend gevallen die onder het bereik van de individuele beheerovereenkomst vallen, een voorlopige voorziening te verkrijgen die snel ten uitvoer kan worden gelegd. Immers, voor zover het al mogelijk zou zijn om aan de bewuste geschillencommissie te verzoeken om een voorlopige voorziening te treffen, kan die voorlopige voorziening pas ten uitvoer worden gelegd nadat in een dagvaardingsprocedure door de overheidsrechter is beslist dat het betreffende bindende advies moet worden nagekomen. Anders dan in geval van arbitrage, voorziet de wet niet in een verkorte en vereenvoudigde (exequatur)procedure waarin verlof tot tenuitvoerlegging van het bindende advies kan worden verkregen.
5.3.
Het vereiste spoedeisende belang van [eiser] vloeit voort uit de aard van zijn vordering, anders dan De Tolplas betoogt. Het gaat immers om de vrije toegang tot zijn woning.
5.4.
Uit het voorgaande volgt dat [eiser] ontvankelijk is in zijn vordering. Deze zal hierna inhoudelijk worden beoordeeld.
De erfdienstbaarheid
5.5.
De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat De Tolplas geen inbreuk maakt op de erfdienstbaarheid.
5.5.1.
Ten eerste is niet De Tolplas maar Cannenburgh B.V. de eigenaar van de algemene grond die met de erfdienstbaarheid is belast. Het is in beginsel dan ook de laatstgenoemde vennootschap, niet De Tolplas, die tot nakoming van de uit de erfdienstbaarheid voortvloeiende verplichting kan worden aangesproken. Cannenburgh B.V. is echter geen partij in deze procedure.
[eiser] heeft onvoldoende gemotiveerd waarom niettemin (ook) De Tolplas tegenover hem gehouden is om ervoor te zorgen dat de uitoefening van de erfdienstbaarheid niet wordt belemmerd. [eiser] voert aan dat De Tolplas namens Cannenburgh B.V. het beheer over de algemene grond voert en daarom in staat is om een onbelemmerde uitoefening van de erfdienstbaarheid te bewerkstelligen. Echter, de enkele mogelijkheid om de vermeende belemmering van de erfdienstbaarheid op te heffen brengt nog niet mee dat De Tolplas tegenover [eiser] verplicht is om dat te doen.
5.5.2.
Ten tweede is naar het voorshandse oordeel van de voorzieningenrechter geen sprake van een ongeoorloofde belemmering van de uitoefening van de erfdienstbaarheid.
5.5.3.
Het staat Cannenburgh B.V. als eigenaar van de algemene grond namelijk vrij om het bungalowpark af te laten sluiten door De Tolplas (artikel 5:48 BW). De erfdienstbaarheid van weg waarmee de algemene grond is belast ten behoeve van [eiser] (en de andere bungaloweigenaren), doet aan die bevoegdheid niet af. Als Cannenburgh B.V. gebruik maakt van die bevoegdheid, moet zij er als eigenaar van het dienende erf wel voor zorgen dat [eiser] als eigenaar van het heersende erf onbelemmerde toegang behoudt tot de weg. In de regel brengt dit met zich mee dat de eigenaar van het dienende erf aan de eigenaar van het heersende erf de mogelijkheid biedt om zich op elk moment en zonder telkens afhankelijk te zijn van de directe medewerking van de eigenaar van het dienende erf, de toegang tot de weg te verschaffen. [2] Dat betekent in dit geval dat aan [eiser] de mogelijkheid geboden moet worden om op elk moment zelfstandig de slagboom te openen.
5.5.4.
Aan de bovengenoemde norm wordt voldaan. De Tolplas heeft immers aangeboden om twee tags aan [eiser] ter beschikking te stellen waarmee hij de slagboom vierentwintig uur per dag zelfstandig kan bedienen. [eiser] heeft geen omstandigheden aangedragen waaruit volgt dat het noodzakelijk is dat hij per tag meer dan één auto tegelijk het bungalowpark op en af kan laten.
Het gegeven dat De Tolplas een waarborgsom van € 20,00 per tag vraagt, maakt de uitoefening van de erfdienstbaarheid in redelijkheid niet onmogelijk. De Tolplas heeft er een redelijk belang bij om door middel van een waarborgsom te voorkomen dat zij kosten voor haar rekening moet nemen wegens verlies of beschadiging van de tags. [eiser] heeft daarentegen niet behoorlijk gemotiveerd waarom niet van hem kan worden verlangd om de waarborgsom, die van betrekkelijk geringe hoogte is, te betalen.
Dat bezoekers wegens de slagboom niet langer per auto ongehinderde toegang tot de bungalow van [eiser] hebben, levert geen inbreuk op de erfdienstbaarheid op. Gelet op de omschrijving van de erfdienstbaarheid is het recht van weg immers alleen toegekend aan [eiser] zelf en niet ook aan zijn bezoek.
De individuele beheerovereenkomst en de algemene beheerovereenkomst
5.6.
[eiser] stelt dat De Tolplas in strijd handelt met haar verplichtingen uit de individuele beheerovereenkomst en de algemene beheerovereenkomst. In het bijzonder beroept [eiser] zich op artikel 1.4 van de individuele beheerovereenkomst, en op de artikelen 3.2, 2.4 en 5.1 van de algemene beheerovereenkomst.
5.6.1.
Artikel 1.4 van de individuele beheerovereenkomst komt erop neer dat De Tolplas verklaart dat zij het beheer over de algemene grond zodanig zal voeren dat die grond zoveel mogelijk ten dienste staat van de leden van de vereniging, dat de kavel van [eiser] bereikbaar is en dat aangesloten wordt bij wat hierover tussen de vereniging en De Tolplas is overeengekomen.
5.6.2.
In artikel 3.4 van de algemene beheerovereenkomst is opgenomen dat De Tolplas gerechtigd is om gedurende onderhoudswerkzaamheden de toegang tot (gedeelten van) de algemene grond aan leden van de vereniging te ontzeggen, waarbij vooropstaat dat de kavels van ieder lid zoveel mogelijk onbelemmerd toegankelijk moeten zijn per voet en per voertuig.
5.6.3.
Artikel 3.2. van de algemene beheerovereenkomst bepaalt dat onder het door De Tolplas te voeren beheer over de algemene grond ook de aanleg, de instandhouding en het onderhoud valt van voorzieningen – zoals slagbomen – die tot doel hebben om de toegang tot het bungalowpark door onbevoegden te ontmoedigen.
[eiser] licht toe dat hieruit volgt dat de slagboom er enkel toe mag dienen om de toegang tot het bungalowpark door onbevoegden te ontmoedigen. Volgens [eiser] belemmert het huidige slagboomsysteem echter ook de toegang voor hemzelf en genodigde bezoekers, staat de noodzaak tot ingebruikname van de slagboom niet vast en zijn er minder ingrijpende maatregelen mogelijk om onbevoegden van het bungalowpark te weren.
5.6.4.
Artikel 5.1 van de algemene beheerovereenkomst bepaalt dat De Tolplas en de vereniging over de verdere uitwerking van het beheer overleg zullen voeren als één van hen dat noodzakelijk acht, en dat een gezamenlijke beslissing zal worden genomen op basis van de redelijkheid en billijkheid als één van hen daarom verzoekt.
[eiser] licht toe dat de vereniging niet met het huidige slagboomsysteem heeft ingestemd en dat daarover ook geen overleg is gevoerd.
5.7.
Naar het voorshandse oordeel van de voorzieningenrechter slaagt het beroep van [eiser] op de individuele beheerovereenkomst en de algemene beheerovereenkomst niet. Dit voorshandse oordeel wordt als volgt gemotiveerd.
5.7.1.
Voorop staat dat De Tolplas als beheerder van de algemene grond bevoegd is om namens de eigenaar daarvan het bungalowpark met een slagboom af te sluiten (zie overweging 5.5.3). Anders dan [eiser] veronderstelt, hoeft De Tolplas die bevoegdheid dus niet te ontlenen aan een daartoe strekkende bepaling in de individuele of de algemene beheerovereenkomst. Artikel 3.2 van de algemene beheerovereenkomst strekt er kennelijk toe om nog eens nadrukkelijk tot uitdrukking te brengen dat De Tolplas in het kader van haar beheertaak bevoegd is om een slagboom aan te leggen. [eiser] suggereert ten onrechte dat met deze bepaling is beoogd om die bevoegdheid van De Tolplas te beperken. Mede in het licht van het voorgaande acht de voorzieningenrechter ook niet aannemelijk dat, zoals [eiser] veronderstelt, uit artikel 5.1 van de algemene beheersovereenkomst moet worden afgeleid dat De Tolplas niet bevoegd was om de slagboom te plaatsen zonder dat de vereniging daarmee heeft ingestemd.
5.7.2.
Het huidige slagboomsysteem belemmert in redelijkheid niet de mogelijkheid voor [eiser] om zijn bungalow per auto te bereiken. Aan [eiser] zijn immers twee tags aangeboden waarmee hij de slagboom kan openen, zonder dat De Tolplas daaraan onredelijke voorwaarden heeft verbonden (zie overweging 5.5.4).
5.7.3.
De Tolplas heeft zich er niet toe verplicht om te waarborgen dat ook bezoekers de bungalow van [eiser] ongehinderd per auto kunnen bereiken. [eiser] kan bezoekers, waaronder bezorgdiensten, zo nodig per auto toegang verlenen tot het bungalowpark door middel van een tag. De slagboom bevindt zich op ongeveer vijf minuten loopafstand van de bungalow van [eiser], zo staat tussen partijen niet ter discussie. De voorzieningenrechter gaat verder voorbij aan de stelling van [eiser] dat De Tolplas geen voorziening heeft getroffen waarmee hulpdiensten te allen tijde toegang tot het bungalowpark kunnen verkrijgen; [eiser] heeft namelijk geen vordering ingesteld die op dit punt is toegesneden.
5.7.4.
Voor zover [eiser] zich beroept op de algemene beheerovereenkomst, geldt bovendien dat hij daarbij geen partij is. De algemene beheerovereenkomst is immers gesloten door de Tolplas en de vereniging. [eiser] heeft niet toegelicht op welke grond (ook) hem niettemin een beroep op de bepalingen uit de algemene beheerovereenkomst zou toekomen.
Onrechtmatige daad
5.8.
Tot slot stelt [eiser] dat De Tolplas onrechtmatig tegenover hem heeft gehandeld. Hij draagt daarbij ten eerste aan dat zijn woongenot wordt aangetast vanwege de belemmering van de bereikbaarheid van zijn bungalow. Ten tweede betoogt [eiser] dat De Tolplas inbreuk maakt op zijn persoonlijke levenssfeer, omdat de ritten van en naar zijn bungalow geregistreerd kunnen worden bij gebruik van de tags.
5.9.
Naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter handelt De Tolplas niet onrechtmatig tegenover [eiser]. Dat voorlopige oordeel steunt op de volgende overwegingen.
5.9.1.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de belemmering van de bereikbaarheid van de bungalow van [eiser] beperkt is (zie overwegingen 5.7.2 en 5.7.3).
5.9.2.
Voor zover de toegang per auto tot de bungalow van [eiser] wordt belemmerd, vloeit die voort uit de omstandigheid dat de bungalow zich bevindt op een recreatiepark en enkel bereikbaar is via algemene grond die hij niet in eigen beheer heeft. [eiser] moet geacht worden bekend te zijn geweest met de mogelijkheid dat een slagboom geplaatst zou worden die belet dat eenieder zijn bungalow ongehinderd per auto kan bereiken, mede gelet op de eerdergenoemde bepalingen uit de individuele en de algemene beheerovereenkomst.
5.9.3.
De voorzieningenrechter acht aannemelijk dat De Tolplas een redelijk belang heeft bij de ingebruikname van het slagboomsysteem. Zij heeft toegelicht dat hiermee de veiligheid en de rust op het bungalowpark wordt bevorderd, en overlast wegens (verkeerd) geparkeerde auto’s wordt tegengegaan. [eiser] heeft dat niet weersproken.
Bovendien blijkt uit door De Tolplas ingebrachte (mail)correspondentie, dat [eiser] in het verleden zelf herhaaldelijk bij De Tolplas heeft aangedrongen op het nemen van maatregelen om onbevoegden van het bungalowpark te weren en parkeeroverlast tegen te gaan.
5.9.4.
Tot slot acht de voorzieningenrechter voorshands niet aannemelijk dat De Tolplas een ontoelaatbare inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van [eiser]. [eiser] heeft onvoldoende toegelicht dat zijn belang om verschoond te blijven van de registratie van het gebruik van de tags, zwaarder weegt dan het belang van De Tolplas bij het gebruik van het slagboomsysteem. Dat sprake is van onnodige registratie heeft [eiser] niet bepleit. Bij het voorgaande weegt mee dat uit door De Tolplas ingebracht e-mailverkeer blijkt dat [eiser] in het verleden zelf heeft aangedrongen op een systeem zoals dat nu wordt gehanteerd, in plaats van een systeem gebaseerd op kentekenregistratie.
De slotsom
5.10.
Uit het voorgaande volgt dat de vordering van [eiser] zal worden afgewezen.
De proceskosten
5.11.
[eiser] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van De Tolplas tot aan deze uitspraak begroot op:
  • € 676,00 aan griffierecht,
  • € 1016,00 aan salaris advocaat,
in totaal € 1.692,00.
5.12.
De gevorderde nakosten en wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten zullen worden toegewezen zoals in de beslissing vermeld.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
wijst het gevorderde af;
6.2.
veroordeelt [eiser] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van De Tolplas tot aan deze uitspraak begroot op € 1.692,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over deze kosten vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
veroordeelt [eiser] in de na dit vonnis ontstane kosten, aan de zijde van De Tolplas begroot op € 163,00, te vermeerderen met € 85,00 indien [eiser] niet binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe aan dit vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over deze kosten vanaf de vijftiende dag na de datum van betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.4.
verklaart de onderdelen 6.2 en 6.3 van deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E. Zweers, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2022. (HJB)

Voetnoten

1.Dit volgt onder meer uit de artikelen 1.1., 1.2 en 1.3 van de individuele beheerovereenkomst.
2.HR 23 juni 2006, ECLI:NL:HR:2006:AW6598