ECLI:NL:RBOVE:2022:3296

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 november 2022
Publicatiedatum
10 november 2022
Zaaknummer
08/760065-18
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel voor een 22-jarige jongen na positieve ontwikkeling en lage recidivekans

Op 10 november 2022 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 08/760065-18, waarin de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de PIJ-maatregel van een 22-jarige jongen werd afgewezen. De PIJ-maatregel was oorspronkelijk opgelegd bij vonnis van 15 maart 2019 na bewezenverklaring van doodslag en was ingegaan op 30 maart 2020. De rechtbank constateerde dat de PIJ-maatregel, indien niet verlengd, op 26 september 2022 zou eindigen. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages, waaronder een PIJ-verlengingsadvies en reclasseringsadviezen, die een positieve ontwikkeling van de betrokkene beschrijven. De betrokkene heeft significante vooruitgang geboekt in zijn behandeling en heeft een positieve houding aangenomen ten opzichte van zijn toekomst. De deskundigen gaven aan dat de betrokkene in staat is om zijn gevoelens en gedachten beter te uiten en dat hij een vertrouwensrelatie heeft opgebouwd met de reclassering. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen niet langer de verlenging van de PIJ-maatregel eist en dat de betrokkene in staat is om zijn leven op een positieve manier voort te zetten. De rechtbank heeft de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel afgewezen, waardoor de PIJ-maatregel per 26 september 2022 voorwaardelijk werd beëindigd, met inachtneming van algemene en bijzondere voorwaarden die door de reclassering zijn geadviseerd.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/760065-18
Datum uitspraak: 10 november 2022
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de termijn van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 2000 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende aan [adres] ,
hierna te noemen: [betrokkene] of betrokkene.

1.De aanleiding

De maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) is bij vonnis van de rechtbank Overijssel van 15 maart 2019, naast twee jaren jeugddetentie, opgelegd, na bewezenverklaring van het misdrijf doodslag.
De PIJ-maatregel is ingegaan op 30 maart 2020. De PIJ-maatregel eindigt, als zij niet wordt verlengd, op 26 september 2022.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de overgelegde stukken, te weten:
  • het PIJ-verlengingsadvies van RJJI De Hunnerberg, opgemaakt op 25 juli 2022 en ondertekend door [naam 1] , Msc, GZ-psycholoog en drs. [naam 2] , directeur RJJI;
  • twee voortgangsverslagen aan opdrachtgever PIJ opgemaakt door GGZ Tactus Enschede in opdracht van RJJI De Hunnerberg van 21 april 2022 en 30 juni 2022;
  • het voortgangsverslag aan opdrachtgever PIJ (t.b.v einde PIJ-maatregel) opgemaakt door GGZ Tactus Enschede in opdracht van RJJI De Hunnerberg van 12 oktober 2022 en ondertekend door [naam 3] , reclasseringswerker en [naam 4] , manager Tactus Reclassering Enschede.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 29 juli 2022 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met drie maanden.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de terechtzitting met gesloten deuren van 27 oktober 2022.
De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • [betrokkene] , bijgestaan door zijn raadsman mr. T. Geerdink, advocaat te Borne;
  • de officier van justitie mr. C.P. Dronkers;
  • [naam 1] , als deskundige;
  • [naam 3] , als deskundige.
De officier van justitie heeft ter zitting gevorderd de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel af te wijzen en heeft vervolgens gevorderd de maatregel te beëindigen, onder de voorwaarden zoals voorgesteld door de reclassering in het advies van 12 oktober 2022.
De raadsman heeft verzocht de maatregel voorwaardelijk te beëindigen, met de voorwaarden zoals voorgesteld door de reclassering.

4.De beoordeling

De vordering is op 29 juli 2022 ingediend. De rechtbank stelt vast dat het onderzoek van de zaak niet uiterlijk twee maanden na de ontvangst van de vordering heeft plaatsgevonden. De rechtbank acht dit ongewenst, maar volstaat met de constatering dat de bedoelde termijn is overschreden.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en 77s van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de PIJ-maatregel moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het verlengingsadvies van RJJI De Hunnerberg, het reclasseringsadvies en de toelichting van de deskundigen ter zitting in aanmerking.
Het PIJ-verlengingsadvies
Het verlengingsadvies houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
[betrokkene] heeft de afgelopen jaren een duidelijke ontwikkeling doorgemaakt. Door middel van uitnodigingen om zijn gevoelens en gedachten bespreekbaar te maken en door schematherapie te volgen, heeft [betrokkene] meer zicht gekregen in zijn problematiek en is hij ook zelf meer hulp gaan vragen. De neiging om in de verdediging te schieten wanneer hij feedback krijgt, is zowel binnen de instelling als tijdens het scholings- en trainingsprogramma (hierna: STP-traject) sterk verminderd. Bij [betrokkene] was onderliggend sprake van een verhoogde mate van wantrouwen, angst voor afwijzing en kritiek en een verhoogde krenkbaarheid, waardoor hij geneigd kan zijn tot terughoudendheid in contact met anderen. Gezien wordt dat [betrokkene] wel degelijk in staat is om zich in anderen te verplaatsen en zich empathisch kan opstellen, na verloop van tijd en naarmate aan de onderliggende problematiek meer gewerkt kon worden. Ook de ontwikkeling dat hij heeft geleerd om zijn gevoelens en gedachten meer bespreekbaar te maken, heeft bijgedragen aan de meer empathische opstelling van [betrokkene] . Dit geldt zowel richting de nabestaanden alsook naar de voor hem belangrijke personen, groepsgenoten en het behandelteam. Gedurende het verblijf en de behandeling op JJI De Hunnerberg is gezien dat [betrokkene] door middel van schematherapie en later ook in de psychomotorische therapie hard aan zijn problematiek heeft gewerkt. Het STP-traject van [betrokkene] is op 18 februari 2022 gestart. Tijdens dit traject wordt gezien dat [betrokkene] met momenten nog neiging heeft tot een vermijdende coping, maar dat hij dit tijdig kan signaleren en kan bijsturen. Dit is ook zichtbaar in het contact met anderen (met de reclassering en zijn moeder) en in de wijze waarop hij probeert rekening te houden met de nabestaanden door de kans dat zij hem tegen komen zo veel mogelijk te verkleinen. [betrokkene] bespreekt steeds vaker op eigen initiatief met de reclassering wat hij denkt of voelt en kan dit ook steeds beter onder woorden brengen. Tevens reageert hij veelal positief op uitnodigingen om zich uit te spreken en een gesprek aan te gaan. Gezien wordt dat [betrokkene] met de reclassering een vertrouwensrelatie heeft opgebouwd, waarin wantrouwen niet of nauwelijks meer naar voren komt en hij juist open is en geboden advies en steun kan ontvangen. Van middelengebruik is sinds november 2019 geen sprake meer geweest, met uitzondering van één terugval voor de vorige zitting. [betrokkene] is open naar het behandelteam over de momenten en situaties waarin hij enige trek ervaart en deze momenten lijken ook te zijn afgenomen. In de afgelopen periode was er sprake van een overwegend positieve behandelrelatie en inzet voor de behandeling. De kans dat [betrokkene] zich plotseling zal afzetten tegen de begeleiding en behandeling wordt op dit moment als gering geschat. Naar verwachting zal deze kans toenemen als [betrokkene] zich gedurende langere tijd sterk beperkt en bekritiseerd zal voelen, dit vervolgens een negatief effect zal hebben op de begeleidings- en behandelrelatie en hierover met [betrokkene] geen of nauwelijks contact meer mogelijk is. Het is van belang dat [betrokkene] de komende periode blijft investeren in de positieve ontwikkeling van de afgelopen jaren en dat hij dit weet vast te houden, ook bij verdere afbouw van structuur en controle. Naast het abstinent blijven van middelen is het belangrijk dat [betrokkene] zijn eigen identiteit en zelfvertrouwen behoudt en verder uitbouwt en dat hij mensen om zich heen heeft bij wie hij zich prettig en gewaardeerd voelt. Ook is het van belang dat hij zich uit blijft spreken en hulp blijft zoeken wanneer hij tegen dingen aan loopt in het leven. In het sociale netwerk van [betrokkene] komen geen risicofactoren naar voren. De betrokkenheid van de moeder, de broer en vader van [betrokkene] wordt gezien als beschermende factor. Verder heeft [betrokkene] inmiddels een sociaal netwerk opgebouwd van leeftijdsgenoten dat hij als prettig ervaart. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag. Er wordt door de instelling geen noodzaak meer gezien om de PIJ-maatregel te verlengen. De doelen die gesteld zijn voor het STP-traject zijn behaald waardoor verlenging van het STP-traject niet geïndiceerd is. Geadviseerd wordt om de PIJ-maatregel voorwaardelijk te beëindigen.
Ter zitting heeft deskundige [naam 1] een toelichting op het rapport gegeven en het gegeven advies gehandhaafd. De deskundige heeft aanvullend verklaard, zakelijk weergegeven, dat [betrokkene] de afgelopen jaren op een succesvolle wijze heeft geprofiteerd van de aangeboden behandeling. De stoornissen die bij de oplegging van de maatregel aanwezig waren zijn alle in remissie. De vermijdende copingstijl is niet meer in een pathologische vorm aanwezig. [betrokkene] heeft zichtbaar een groei doorgemaakt en weet wat dat ook vast te houden.
Het voortgangsverslag PIJ t.b.v. einde PIJ-maatregel
Het reclasseringsadvies houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
[betrokkene] heeft zich in de afgelopen periode geconformeerd aan de voorwaarden in het kader van het toezicht en het STP-traject. De algemene indruk in de afgelopen periode is dat [betrokkene] zich open en transparant heeft opgesteld ten aanzien van de knelpunten die hij in het dagelijks leven tegenkomt. [betrokkene] lijkt in mindere mate teruggevallen te zijn in vermijdende coping. Hij pakt adviezen op wat leidt tot een positief verder verloop van persoonlijke dilemma’s en struikelpunten die worden ervaren. [betrokkene] woont in het kader van het STP-traject bij zijn moeder en dit verloopt zonder bijzonderheden. Zijn moeder is zeer tevreden over de gang van zaken tussen haar en haar zoon. Ze ervaart nauwelijks knelpunten en zaken die haar bezighouden maakt ze met haar zoon bespreekbaar. [betrokkene] volgt een voltijd ICT-studie aan het [school] en heeft naast zijn studie sinds juni 2022 een bijbaan bij de [bedrijf] . [betrokkene] spreekt wekelijks de reclassering, komt op de gemaakte afspraken, stelt zich begeleidbaar op en werkt actief mee aan de aangeboden interventies. [betrokkene] heeft duidelijke toekomstplannen op het gebied van scholing en werk en is actief erop gericht om dit te bereiken. [betrokkene] is in staat om rustig te blijven of tot rust te komen bij tegenslagen of moeilijkheden. Er wordt een duidelijke ontwikkeling waargenomen, waarbij [betrokkene] anderen meer vertrouwt en hij de bedoelingen van anderen minder negatief/wantrouwend lijkt in te vullen. Er zijn de afgelopen periode geen aanwijzingen geweest dat er sprake is van middelengebruik. [betrokkene] voelt zich minder snel aangevallen en er is geen sprake meer geweest van agressie-incidenten. Ook wordt gezien dat [betrokkene] meer doorleefde gevoelens kan tonen ten aanzien van het door hem gepleegde delict. Hij is meer dan voorheen in staat om zonder zich aangevallen te voelen en/of de gebeurtenissen te bagatelliseren rekening te houden met de impact van het delict op de maatschappij. Hij kan en wil hiernaar handelen. Het contact met zijn broer en ouders wordt gezien als beschermende factor. Het recidiverisico wordt ingeschat als laag. De reclassering adviseert om over te gaan op een voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel. De reclassering zal gedurende de voorwaardelijke beëindiging [betrokkene] blijven begeleiden en zal zich onder andere richten op de voortgang van de studie. De reclassering zal dit met een hogere frequentie controleren middels periodieke evaluaties. Zij heeft in haar rapport de voorwaarden geformuleerd die daarvoor nodig zijn.
Ter zitting heeft deskundige [naam 3] een toelichting op het rapport gegeven en het gegeven advies gehandhaafd. De deskundige heeft aanvullend verklaard, zakelijk weergegeven, dat [betrokkene] trots mag zijn op de ontwikkeling die hij heeft doorgemaakt. [betrokkene] heeft een actieve houding aangenomen en dat heeft zich vertaald in een volwassen verantwoord gedrag.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt vast dat de maatregel destijds is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, en verlenging zou daarom mogelijk zijn volgens de wet.
De rechtbank stelt vast dat [betrokkene] flinke stappen heeft gezet in zijn traject. [betrokkene] heeft een positieve ontwikkeling doorgemaakt en heeft dit weten vast te houden, zowel binnen de JJI als tijdens het STP-traject. [betrokkene] is gemotiveerd om zijn leven op de rails te krijgen, staat open voor hulp en begeleiding en spant zich daarvoor in. Hij is langdurig abstinent van middelen en is gemotiveerd om abstinent te blijven. Het risico op recidive wordt zowel door de inrichting als door de reclassering ingeschat als laag. De rechtbank is op basis van de rapportages en hetgeen de deskundigen ter zitting hebben verklaard van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, niet langer de verlenging van de PIJ-maatregel eist, en dat verlenging niet langer in het belang van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van [betrokkene] moet worden geacht. In het kader van een goede nazorg en om het risico op een terugval zo veel mogelijk te verkleinen, is het van belang dat de positieve lijn ook tijdens de voorwaardelijke beëindiging wordt voortgezet.
De rechtbank is van oordeel dat overeenkomstig het standpunt van de officier van justitie en de raadsman, de vordering tot verlenging van de PIJ-maatregel dient te worden afgewezen. Dit betekent dat de PIJ-maatregel voorwaardelijk wordt beëindigd met ingang van 26 september 2022.
Bij de voorwaardelijke beëindiging van de PIJ-maatregel gelden van rechtswege op grond van artikel 77ta, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (Sr) de hierna te noemen algemene voorwaarden. De rechtbank vindt het noodzakelijk dat daarnaast ook de door de reclassering geadviseerde voorwaarden zullen gelden. Op grond van artikel 6:6:32, lid 3, onder a, Sv zullen deze als bijzondere voorwaarden worden gesteld. Deze voorwaarden zijn besproken ter zitting en worden hierna benoemd. Hiermee wordt een vangnet voor [betrokkene] geboden met betrekking tot zorg en controle. [betrokkene] heeft ook toegezegd dat hij zich aan deze voorwaarden zal (blijven) houden.

5.De beslissing

De rechtbank:
-
wijst afde vordering van de officier van justitie tot verlenging van de PIJ-maatregel van
[betrokkene], zodat van rechtswege de
voorwaardelijke beëindigingvan de PIJ-maatregel met ingang van 26 september 2022 ingaat, voor de duur van een jaar;
- stelt vast dat op grond van artikel 77ta, eerste lid Sr van rechtswege als
algemene voorwaardenhebben te gelden:
- dat betrokkene zich tijdens de voorwaardelijke beëindiging niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- dat betrokkene voor het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt en zijn medewerking verleent aan het toezicht door de reclasseringsinstelling;
  • stelt vast dat naast de algemene voorwaarden, als
  • betrokkene houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden. Bij overtredingen, incidenten of bijzonderheden zal de reclassering besluiten welke consequenties dit voor betrokkene heeft;
  • betrokkene verblijft op een door Tactus Reclassering goedgekeurd adres en vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
  • betrokkene heeft een zinvolle dagbesteding;
  • betrokkene gebruikt geen alcohol, cannabis en harddrugs zolang de reclassering dit indiceert;
  • betrokkene meldt een terugval in middelengebruik direct bij Tactus Reclassering. Mocht betrokkene middelen gebruiken dan zullen alle betrokken partijen overleggen wat de gevolgen zijn voor voortzetting van de voorwaardelijke beëindiging;
  • betrokkene verleent zijn medewerking aan het doen van blaastesten en/of urine-onderzoeken die door Tactus verslavingszorg afgenomen worden of vergelijkbare instelling. Dit gebeurt zo lang en zo vaak als door de reclassering geïndiceerd;
  • betrokkene geeft vroegtijdig aan als er problemen zijn en stelt zich open en eerlijk op tijdens de gesprekken met Tactus Reclassering;
  • betrokkene meldt zich zo vaak de reclassering indiceert op afspraken bij de reclassering;
  • betrokkene werkt mee aan huisbezoeken die op indicatie zullen plaatsvinden van de reclassering;
  • betrokkene geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
  • betrokkene werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met betrokkene, als dat van belang is voor het toezicht;
  • betrokkene verleent zijn medewerking aan ambulante behandeling bij de forensische polikliniek van Transfore of een soortgelijke behandelinstelling, indien geïndiceerd;
  • betrokkene heeft op geen enkele wijze, dus ook niet via Whatsapp, social media, telefonisch of anderszins, contact met [naam 5] , [naam 6] , [naam 7] , [naam 8] en [naam 9] . Contact vindt alleen plaats met toestemming van de reclassering en indien geïndiceerd onder toezicht van deze partijen of een door hen aangewezen deskundige partij.
Aldus gegeven door mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter en tevens kinderrechter,
mr. H.F.J.M. Schröder, kinderrechter, en mr. drs. K.A. Schönbeck, rechter, in tegenwoordigheid van Z. Demir als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 november 2022.