ECLI:NL:RBOVE:2022:3295

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 november 2022
Publicatiedatum
10 november 2022
Zaaknummer
08/952921-18
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de PIJ-maatregel voor een 21-jarige jongen na veroordeling voor moord

Op 10 november 2022 heeft de Rechtbank Overijssel de PIJ-maatregel van een 21-jarige jongen verlengd met 24 maanden. De maatregel was eerder opgelegd door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden na een veroordeling voor moord op 15 juli 2020. De PIJ-maatregel was ingegaan op 4 november 2020 en zou zonder verlenging eindigen op 25 oktober 2022. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder een PIJ-verlengingsadvies van RJJI De Hunnerberg en een perspectiefplan van Youturn. Tijdens de zitting op 27 oktober 2022 heeft de officier van justitie de vordering tot verlenging van de maatregel ingediend, waarop de betrokkenen geen bezwaar maakten tegen de verlenging. De rechtbank heeft de vordering beoordeeld aan de hand van de relevante wetgeving en de adviezen van deskundigen. De rechtbank concludeert dat de PIJ-maatregel noodzakelijk is voor de verdere ontwikkeling van de jongen, gezien zijn problematiek en het hoge recidiverisico. De rechtbank oordeelt dat de verlenging van de maatregel in het belang is van zowel de jongen als de veiligheid van anderen. De beslissing om de PIJ-maatregel met 24 maanden te verlengen is unaniem genomen door de rechters.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08/952921-18
Datum uitspraak: 10 november 2022
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de termijn van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende in RJJI De Hunnerberg te Nijmegen,
hierna te noemen: [betrokkene] of betrokkene.

1.De aanleiding

De maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel) is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 juli 2020, naast twee jaren jeugddetentie, opgelegd, na bewezenverklaring van het misdrijf moord.
De PIJ-maatregel is ingegaan op 4 november 2020. De maatregel eindigt, als zij niet wordt verlengd, op 25 oktober 2022.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de overgelegde stukken, te weten:
  • het PIJ-verlengingsadvies van RJJI De Hunnerberg, opgemaakt op 16 september 2022 en ondertekend door [naam 1] , GZ-psycholoog, en [naam 2] , pedagogisch directeur RJJI;
  • het negende perspectiefplan van Youturn van 25 juli 2022;
  • een overzicht van de incidenten tijdens het verblijf bij RJJI De Hunnerberg van de periode van 19 november 2018 tot 26 augustus 2022.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 20 september 2022 een vordering ingediend tot verlenging van de termijn van de plaatsing in een inrichting voor jeugdigen met 24 maanden.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de terechtzitting met gesloten deuren van 27 oktober 2022.
De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • [betrokkene] , bijgestaan door zijn raadsman mr. T. Geerdink, advocaat te Borne;
  • de officier van justitie mr. C.P. Dronkers;
  • [naam 1] , als deskundige;
  • [naam 3] , als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de maatregel met 24 maanden.
[betrokkene] en zijn raadsman hebben gesteld dat zij geen bezwaar hebben tegen verlenging van de maatregel. De raadsman heeft bepleit om de maatregel te verlengen met twaalf of achttien maanden. Hoewel de raadsman inziet dat de behandeling vermoedelijk langer gaat duren, wordt met een verlenging van een kortere periode dan 24 maanden bewerkstelligd dat [betrokkene] gemotiveerd blijft en voldoende perspectief blijft houden.

4.De beoordeling

De vordering is op 20 september 2022 ingediend. Dit is tijdig. Het onderzoek heeft tijdig plaatsgevonden.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 6:6:31 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en 77s van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de PIJ-maatregel moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het verlengingsadvies van RJJI De Hunnerberg en de toelichting van de deskundigen ter zitting in aanmerking.
Het PIJ-verlengingsadvies
Het verlengingsadvies houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij [betrokkene] is sprake van een sociale (pragmatische) communicatiestoornis, een aandacht deficiëntie / hyperactiviteitstoornis, gecombineerde type, een coördinatieontwikkelingsstoornis, en een normoverschrijdende gedragsstoornis. Ook is sprake van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling met antisociale en narcistische kenmerken.
In het begrijpen en bewerken van deze problematiek is een belangrijke afweging steeds geweest in hoeverre de problematiek van [betrokkene] omschreven en begrepen dient te worden als berekenend, manipulatief en antisociaal of juist meer vanuit de ontwikkelingsproblematiek en vanuit zijn beperkingen. In het afgelopen jaar is om deze reden besloten om [betrokkene] van de bijzondere zorggroep over te plaatsen naar de reguliere langverblijfafdeling. De problematiek die op de voorgrond staat wordt geduid als berekenend, sociaal wenselijk, goed aangepast, manipulerend en daarbij ook met momenten agressief en dreigend. Ondanks de inzet van de afgelopen jaren wordt nog steeds gezien dat [betrokkene] met regelmaat vervalt in middelengebruik en dat hij bij oplopende frustraties gebrekkige coping-vaardigheden heeft. Hij gaat dan over tot dreigen en zichzelf groot maken en lijkt de situatie fysiek te willen oplossen. [betrokkene] laat in de gestructureerde setting van de inrichting zelfcontrole rondom zijn agressie zien, echter zijn de momenten waarop hij gefrustreerd raakt duidelijk te merken. Zijn spanning loopt hierbij dan ook snel op. [betrokkene] kan soms op een niet adequate manier uit frustratie reageren waarin hij veelal nog rigide vasthoudt aan zijn denkbeelden. Zo kan hij zijn stem verheffen, een dreigende houding of toon aannemen, zwaaiende handgebaren maken, het gesprek afkappen of uit een gesprek weglopen als hij niet het gewenste antwoord krijgt of niet goed uit zijn woorden kan komen. Wel is [betrokkene] soms in staat om terug te komen op de situatie. Hierbij is het opvallend dat hij de schuld bij de ander wil leggen en weinig tot niet reflectief of kritisch is op zijn eigen handelen. Het is onderliggend nog altijd de vraag of [betrokkene] zich opblaast en groot maakt om een laag en negatief zelfbeeld te maskeren en of hij situaties daadwerkelijk niet overziet. Het is nog niet gelukt om hier inzicht in te krijgen. De thema's loyaliteit aan zijn ouders en behoefte tot vergelding zijn ook nog onvoldoende naar voren gekomen om hier in het kader van zijn behandeling iets over te kunnen schrijven.
In de afgelopen periode is gezien dat bij [betrokkene] meer groei in het vertrouwen richting het behandelteam is gekomen. [betrokkene] laat in gesprekken ogenschijnlijk meer openheid zien. Zijn kwetsbare kant blijft wel bedekt. Hij draait goed mee met het dagprogramma en laat een hoge betrokkenheid en motivatie bij onderwijs zien. Daarnaast wordt gezien dat wanneer zijn traject duidelijk gestructureerd wordt, hij meer rust ervaart en minder gefrustreerd lijkt te zijn. Als [betrokkene] het echter ergens niet mee eens is dan kan hij flink de discussie aangaan met het behandelteam. Als [betrokkene] het eens is met zijn behandeltraject is hij gemotiveerd om te starten. In de therapiesessies zelf is echter de beperkte zelfreflectie zichtbaar en inherent hieraan, het gebrek aan een intern gemotiveerde hulpvraag. Dat maakt dat het starten van een therapeutisch proces lastig is. Voor de komende periode is het van belang dat [betrokkene] zijn kwetsbaarheden zelf gaat erkennen. Er moet gewerkt worden aan zijn empathie en het lezen van emoties bij zichzelf en bij anderen. [betrokkene] gebruikt middelen nog steeds om met lastige situaties om te gaan of om deze te dempen. Hij zal hier andere manieren voor moeten gaan vinden, omdat dit anders het verloftraject, wat in het najaar onderzocht wordt, tegen zal gaan werken. Er zal meer gedragstherapeutisch ingezet moeten worden om [betrokkene] meer vaardigheden aan te gaan leren, zodat hij zijn gedrag op een adequate wijze kan aanpassen en dit kan inzetten voor een positief effect. Er zijn momenteel geen beschermende factoren uit het sociale netwerk aanwezig. Ook heeft [betrokkene] op dit moment nog geen pro-sociale contacten met leeftijdsgenoten en maakt hij nog geen deel uit van pro-sociale activiteiten of groepen. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog. Een verblijf in de inrichting wordt noodzakelijk geacht door het beveiligingsniveau en de aangeboden begeleiding en structuur. Daarbij wordt gedacht dat [betrokkene] binnen de inrichting ook ontwikkeling kan doormaken door onder andere het klimaat op de groep, mentorgesprekken, het starten van schematherapie, het opnieuw opstarten van PMT en het opbouwen van verlof. Geadviseerd wordt om de PIJ-maatregel met twee jaar te verlengen.
Ter zitting heeft deskundige [naam 1] een toelichting op het rapport gegeven en het gegeven advies gehandhaafd. De deskundige heeft aanvullend verklaard, zakelijk weergegeven, dat in de afgelopen jaren tweemaal PMT is ingezet, maar dat dit vroegtijdig is gestopt omdat er geen therapeutische hulpvragen bij [betrokkene] waren. [betrokkene] had destijds te weinig motivatie om door te gaan. Momenteel staat [betrokkene] op de wachtlijst voor het volgen van schematherapie. Naar verwachting zal dit in november starten. In het startgesprek zal gekeken moeten worden of er gezamenlijke doelen gesteld kunnen worden. Het is van belang dat [betrokkene] zelf met hulpvragen komt.
Een verlenging met 24 maanden wordt door de inrichting noodzakelijk geacht, omdat er therapeutisch gezien nog veel stappen gezet moeten worden in het traject om het recidiverisico te kunnen verlagen. Het verlof moet nog opgestart worden. Met een verlenging van een kortere periode gaat dat niet lukken.
Ter zitting heeft deskundige [naam 3] een toelichting op het rapport gegeven en het gegeven advies gehandhaafd. De deskundige heeft aanvullend verklaard, zakelijk weergegeven, dat het van belang is dat [betrokkene] zelf met hulpvragen komt op basis van zijn eigen kwetsbaarheden. [betrokkene] zegt dat hij gemotiveerd is, maar dat zien wij in zijn hulpvragen niet terug. Op korte termijn zal schematherapie starten en afgewacht moet worden hoe dat zal verlopen.
Het oordeel van de rechtbank
Een PIJ-maatregel kan op grond van artikel 6:6:31, derde lid Sv juncto artikel 77s, eerste lid, sub b en c, Sr slechts verlengd worden indien de maatregel is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Daarnaast dient de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van die maatregel te eisen en dient de maatregel in het belang te zijn van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde.
De rechtbank is van oordeel dat uit het advies van de inrichting en wat ter terechtzitting is besproken volgt dat aan de voorwaarden tot een verlenging van de termijn van de PIJ-maatregel is voldaan.
De rechtbank constateert dat [betrokkene] in de afgelopen periode een voorzichtige ontwikkeling heeft doorgemaakt, maar dat ook sprake is geweest van meerdere malen een terugval in middelengebruik en agressie-uitbarstingen. Het is ongewenst dat [betrokkene] middelen gebruikt omdat dit een belangrijke factor is geweest in het plegen van het delict. [betrokkene] zal naar verwachting in november 2022 starten met schematherapie en later ook met psychomotorische therapie. Het is van belang dat [betrokkene] op basis van zijn kwetsbaarheden hulpvragen gaat formuleren, hij meer openheid gaat geven over zijn beleving en emoties en werkt aan zijn copingvaardigheden en zelfcontrole. [betrokkene] bevindt zich feitelijk nog in het beginstadium van zijn traject en er zal naar verwachting nog langere tijd nodig zijn om de behandeling af te ronden. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat.
Gelet op het hoge recidiverisico vereist de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel. De verlenging van de maatregel is tevens in het belang van een zo gunstige mogelijke verdere ontwikkeling van de veroordeelde. De rechtbank ziet geen aanleiding de termijn te bekorten nu alle betrokkenen erkennen dat nog zeker 24 maanden nodig zijn voor het doorlopen van het traject. Een gedragsverandering zal de nodige tijd vergen. De rechtbank is daarom met de RJJI en de officier van justitie van oordeel dat het in het belang van de veroordeelde is dat de PIJ-maatregel met 24 maanden wordt verlengd.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verlengt de termijn van de PIJ-maatregel van
[betrokkene]met
24 maanden.
Aldus gegeven door mr. M.J.G.B. Heutink, voorzitter en tevens kinderrechter,
mr. H.F.J.M. Schröder, kinderrechter, en mr. drs. K.A. Schönbeck, rechter, in tegenwoordigheid van Z. Demir als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 november 2022.