Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] te Dedemsvaart, eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg, verweerder,
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
- eiser wil het contact met zijn ouders verbeteren;
Eiser heeft al van meet af aan aangegeven dat de hulpvraag niet goed is vastgesteld.
De woonsituatie maakt hiervan een wezenlijk onderdeel uit. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat verweerder de ondersteuningsbehoefte van eiser heeft vastgesteld zonder dat hier een deugdelijke onderzoek aan ten grondslag ligt. Het onderzoek is niet volgens het stappenplan verricht. Uit het voorgaande volgt dat het bestreden besluit niet zorgvuldig is voorbereid.
Uit de stukken blijkt dat eiser met zijn aanvraag heeft beoogd om een pgb aan te vragen en zelf tot inkoop van de benodigde zorg bij Balans wil overgaan. Een pgb komt eerst aan de orde als de noodzaak tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening is vastgesteld. Het ligt op de weg van verweerder om dit aan de hand van het stappenplan, zoals hiervoor omschreven, te onderzoeken. Pas daarna kan worden beoordeeld of eiser in aanmerking kan komen voor een pgb.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder een nieuw besluit op het bezwaar moet nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het griffierecht van € 49,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van € 1.897,50.
mr. H.J. Knol, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op