Bijlage
Artikel 7:628 Burgerlijk Wetboek
1. De werkgever is verplicht het naar tijdruimte vastgestelde loon te voldoen indien de werknemer de overeengekomen arbeid geheel of gedeeltelijk niet heeft verricht, tenzij het geheel of gedeeltelijk niet verrichten van de overeengekomen arbeid in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen.
Artikel 18 van de Werkloosheidswet
1. De werknemer, die werkloos is uitsluitend als gevolg van vorst, sneeuwval, hoog water of andere buitengewone natuurlijke omstandigheden heeft recht op uitkering voor de duur van de buitengewone natuurlijke omstandigheden.
Regeling onwerkbaar weer
Artikel 2 Vrijstelling in verband met buitengewone natuurlijke omstandigheden
1. De werkgever is vrijgesteld van de loondoorbetalingsplicht indien op de dag waarop de buitengewone natuurlijke omstandigheid zich voordoet voldaan is aan de hierna genoemde voorwaarden:
a. het niet verrichten van de overeengekomen arbeid is het gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden;
b. bij collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens daartoe bevoegde bestuursorganen is een regeling getroffen in welke buitengewone natuurlijke omstandigheden en onder welke voorwaarden de overeengekomen arbeid niet kan worden verricht;
c. het aantal wachtdagen, genoemd in artikel 3, is verstreken;
d. de betrokken werknemer maakt over de uren waarop niet kan worden gewerkt, aanspraak op een uitkering op grond van artikel 18 van de Werkloosheidswet;
e. de werkgever heeft overeenkomstig artikel 4 melding gedaan aan verweerder van iedere dag waarop ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden gewerkt.
2. De vrijstelling op grond van het eerste lid geldt niet voor zover een werknemer verlof heeft of vakantie geniet.
Artikel 3 Wachtdagen
Het aantal te verstrijken wachtdagen bedraagt bij:
a. vorst, ijzel of sneeuwval: twee werkdagen gelegen in de periode, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, waarop als gevolg van vorst, ijzel of sneeuwval niet gewerkt kan worden;
b
.overvloedige regenval: 19 werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van overvloedige regenval niet gewerkt kan worden;
c. andere buitengewone natuurlijke omstandigheden: twee werkdagen per kalenderjaar, waarop als gevolg van buitengewone natuurlijke omstandigheden, anders dan in verband met vorst, ijzel, sneeuwval of overvloedige regenval, niet gewerkt kan worden.
Artikel 4 Melding bij buitengewone natuurlijke omstandigheden
1. Op elke dag waarop de overeengekomen arbeid ten gevolge van buitengewone natuurlijke omstandigheden niet kan worden verricht, meldt de werkgever aan verweerder per werknemer voor welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie en voor welk tijdvak van de dag de arbeid niet kan worden verricht, alsmede de functie van de werknemer en de reden voor het niet kunnen verrichten van de arbeid.
2. De werkgever doet de melding, bedoeld in het eerste lid, op de dag waarop deze betrekking heeft. De melding geldt voor de gehele dag. Indien de melding betrekking heeft op een omstandigheid als bedoeld in artikel 3, onderdeel a of c, wordt de melding vóór 10:00 uur in de ochtend ontvangen door verweerder.
3. Bij de melding, bedoeld in het eerste lid, maakt de werkgever gebruik van het daartoe door verweerder beschikbaar gestelde formulier.
Memorie van toelichting (Staatscourant 2019, 70095) bij Artikel 4 Melding bij buitengewone natuurlijke omstandigheden
In artikel 4 wordt de verplichting geregeld van de werkgever om melding te doen aan verweerder indien zich een buitengewone natuurlijke omstandigheid voordoet ten gevolge waarvan de overeengekomen arbeid niet kan worden verricht. Bij de melding moet de werkgever per werknemer melden gedurende welk tijdvak van de dag en welk aantal arbeidsuren op welke werklocatie de arbeid niet kan worden verricht. Daarnaast dient de werkgever de functie van de werknemer aan te geven en waarom als gevolg van de betreffende omstandigheid er niet kan worden gewerkt. Met behulp van deze melding kan verweerder onder meer controleren of voldaan is aan het aantal wachtdagen per categorie van buitengewone natuurlijke omstandigheden. Deze melding moet per dag waarop niet kan worden gewerkt, worden gedaan, en moet op de dag waarop de melding betrekking heeft, zijn ontvangen door verweerder. De melding geldt voor de gehele dag. De melding dient bovendien vanuit het oogpunt van controleerbaarheid vóór 10:00 uur ‘s morgens door verweerder te zijn ontvangen indien de melding betrekking heeft op een buitengewone natuurlijke omstandigheid wegens vorst, sneeuw of ijzel, dan wel een overige omstandigheid als bedoeld in artikel 3, onderdeel c. Een melding van onwerkbaar weer wegens overvloedige regenval moet op de betreffende dag worden gedaan, omdat een werkgever aan het begin van een werkdag nog niet weet of is voldaan aan het vereiste dat het tussen 7:00 en 19:00 uur ten minste 300 minuten heeft geregend. De melding wordt gedaan met behulp van een door verweerder beschikbaar te stellen formulier. Indien een werkgever nalaat de melding te doen overeenkomstig dit artikel, worden de niet gewerkte uren ingevolge artikel 2, eerste lid, niet in aanmerking genomen voor de vrijstelling van de loondoorbetalingsplicht of de bepaling van het aantal wachtdagen.