ECLI:NL:RBOVE:2022:3030

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 september 2022
Publicatiedatum
19 oktober 2022
Zaaknummer
C/08/285124 / KG ZA 22-185
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot straat- en contactverbod in kort geding met dwangsom

In deze zaak heeft eiseres, bijgestaan door haar advocaat mr. S.L. Geeraths, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. De eiseres vordert een straat- en contactverbod voor de duur van een jaar, met een dwangsom voor elke overtreding. De achtergrond van de vordering ligt in een relatie die tussen partijen heeft bestaan, welke in maart 2018 is beëindigd. Uit deze relatie zijn twee minderjarige kinderen geboren. Eiseres heeft aangifte gedaan van stalking door gedaagde, die haar lastigvalt door herhaaldelijk contact te zoeken en zich in de nabijheid van haar woning te bevinden. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang en dat de vorderingen van eiseres inhoudelijk beoordeeld kunnen worden. De rechter oordeelt dat gedaagde op ontoelaatbare wijze inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van eiseres en haar kinderen. Het gevorderde straat- en contactverbod wordt toegewezen, met een dwangsom van € 100,00 per overtreding, tot een maximum van € 10.000,00. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 26 september 2022.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Almelo
zaaknummer / rolnummer: C/08/285124 / KG ZA 22-185
Vonnis in kort geding van 26 september 2022
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres, hierna te noemen [eiseres] ,
advocaat mr. S.L. Geeraths te Haaksbergen,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde, hierna te noemen [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding,
  • de mondelinge behandeling op 13 september 2022 waarbij [eiseres] is verschenen, bijgestaan door mr. S.L. Geeraths. [gedaagde] is niet verschenen. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat er tijdens de zitting is besproken.
1.2.
Het vonnis is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie met elkaar gehad. Deze relatie is omstreeks maart 2018 geëindigd.
2.2.
Uit deze relatie zijn twee minderjarige kinderen geboren, te weten: [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] en [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] (hierna: de minderjarige kinderen).
2.3.
[gedaagde] heeft de kinderen erkend. Bij beschikking d.d. 20 april 2021 is [eiseres] met het eenhoofdig gezag over beide kinderen belast.
2.4.
Op 5 juli 2022 heeft [eiseres] bij de politie aangifte gedaan van stalking c.q. belaging door [gedaagde] .
3. Het geschil
3.1.
[eiseres] vordert – samengevat – een straat- en contactverbod voor de duur van een jaar, op straffe van verbeurte van een dwangsom, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van dit geding.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [gedaagde] haar lastig valt onder andere door haar telkens opnieuw te berichten, soms met enige tussenpozen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] aangevoerd dat [gedaagde] rondjes door haar straat rijdt en ook voor haar deur staat. Het gedrag van [gedaagde] heeft veel impact op [eiseres] en op haar minderjarige kinderen. [eiseres] wil rust voor haar zelf en voor haar thuiswonende kinderen.
3.3.
[gedaagde] is niet ter zitting verschenen.

4.De beoordeling

Verstek

4.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat het gevraagde verstek zal worden verleend.
Spoedeisend belang
4.2.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het spoedeisend belang van [eiseres] reeds in voldoende mate voortvloeit uit haar stellingen en de aard van het gevorderde. Dit betekent dat de vorderingen van [eiseres] inhoudelijk beoordeeld kunnen worden.
Inhoudelijke beoordeling
4.3.
Op grond van artikel 139 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient de voorzieningenrechter in geval van verstek de vorderingen van [eiseres] toe te wijzen, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomen. De voorzieningenrechter overweegt daartoe als volgt.
4.4.
De voorzieningenrechter acht, op grond van de onweersproken stellingen van [eiseres] en de bij de dagvaarding overgelegde stukken, aannemelijk dat [gedaagde] op een ontoelaatbare wijze inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van [eiseres] . Het is van belang dat er rust komt in het leven van [eiseres] en haar minderjarige kinderen. De minderjarige kinderen hebben geen contact met [gedaagde] , onder meer omdat [gedaagde] dat contact niet wenst. Door het gevorderde straat- en contactverbod verslechtert de situatie voor de kinderen in dat opzicht dan ook niet. Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen, met inachtneming van het navolgende.
4.5.
Aan het straat- en contactverbod zal – zoals gevorderd – een dwangsom worden verbonden. Deze zal worden beperkt en gemaximeerd zoals in de beslissing is vermeld.
Uitvoerbaar bij voorraad
4.6.
Het vonnis zal uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard met dien verstande dat het vonnis niet uitvoerbaar zal worden verklaard op alle dagen en uren omdat de voorzieningenrechter daartoe geen aanleiding ziet. Ook de gevorderde uitvoerbaarverklaring van het vonnis op de minuut zal worden afgewezen, nu [eiseres] niet de minuut maar een grosse van dit vonnis zal ontvangen en daarom in zoverre geen belang heeft bij dit verzoek.
Proceskosten
4.7.
Omdat partijen een relatie met elkaar hebben gehad, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
verleent verstek tegen [gedaagde] ,
5.2.
verbiedt [gedaagde] om, gedurende één jaar na betekening van dit vonnis, behoudens schriftelijke toestemming van de hulpverlening, op enigerlei wijze direct of indirect contact op te nemen met [eiseres] en de minderjarige kinderen,
5.3.
verbiedt [gedaagde] om, gedurende één jaar na betekening van dit vonnis, [eiseres] en de minderjarige kinderen te volgen,
5.4.
verbiedt [gedaagde] om, gedurende één jaar na betekening van dit vonnis, zich op te houden in de straat waar [eiseres] woont,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een dwangsom van € 100,00 voor iedere keer dat hij de onder 5.2, 5.3 of 5,4 uitgesproken verboden overtreedt tot een maximum van
€ 10.000,00 is bereikt,
5.6.
machtigt [eiseres] om zo nodig met behulp van de sterke arm van justitie en politie de tenuitvoerlegging van dit vonnis te bewerkstelligen,
5.7.
verklaart de onderdelen 5.2 tot en met 5.6 van dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.9.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J.H. van Meegen en in het openbaar uitgesproken op 26 september 2022 door mr. A. Smedes.