ECLI:NL:RBOVE:2022:2987
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluiten tot toekenning van een persoonsgebonden budget voor zorg en begeleiding op grond van de Wmo 2015
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 17 oktober 2022 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) voor zorg en begeleiding op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Eiser, die een pgb ontvangt, heeft beroep ingesteld tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Hengelo, die de hoogte van het pgb hebben vastgesteld op basis van een netwerktarief van € 20,- per uur. De rechtbank oordeelt dat het college de hoogte van het pgb op juiste wijze heeft bepaald en dat er geen aanleiding is om af te wijken van eerdere uitspraken, waaronder een uitspraak van 27 januari 2021 waarin de rechtbank al had geoordeeld dat het tarief van € 20,- per uur toereikend is voor de benodigde ondersteuning. Eiser heeft aangevoerd dat de zorg die door zijn moeder wordt verleend, moet worden aangemerkt als professionele zorg en dat het tarief te laag is. De rechtbank volgt eiser hierin niet en stelt vast dat de toekenning van het pgb geen inkomensvoorziening is, maar bedoeld is voor noodzakelijke zorg. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat het college de maatwerkvoorziening voor de duur van zeven maanden heeft kunnen handhaven, omdat eiser mogelijk in aanmerking komt voor een indicatie op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz). De beroepen van eiser zijn ongegrond verklaard.