ECLI:NL:RBOVE:2022:293

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 februari 2022
Publicatiedatum
3 februari 2022
Zaaknummer
08.243539.21 en 08.100764.21 (gev.ttz) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor diefstal en vernieling van bedrijfsauto's met gebruik van een gestolen tankpas

Op 3 februari 2022 heeft de Rechtbank Overijssel een 31-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 maanden voor meerdere diefstallen en vernielingen. De verdachte was betrokken bij diefstal van gereedschap uit bedrijfsauto's en het vernielen van ruiten van deze voertuigen. Tevens maakte hij gebruik van een gestolen tankpas. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen handelde en dat er sprake was van een bewuste samenwerking. De feiten vonden plaats tussen juli 2020 en januari 2022, waarbij de verdachte meerdere keren inbreken in voertuigen pleegde en daarbij gebruik maakte van valse sleutels en tankpassen. De rechtbank baseerde haar oordeel op camerabeelden, getuigenverklaringen en de aangifte van de slachtoffers. De verdachte ontkende zijn betrokkenheid, maar de rechtbank achtte de bewijsmiddelen overtuigend. De strafmaat werd bepaald op basis van de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte, die eerder met politie en justitie in aanraking was gekomen voor vergelijkbare delicten.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.243539.21 en 08.100764.21 (gev.ttz) (P)
Datum vonnis: 3 februari 2022
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1990 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres 1] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 20 januari 2022.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. C.P. Dronkers en van wat namens de niet verschenen verdachte door zijn (gemachtigde) raadsman mr. J.A.P.F. Hoens, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (gekwalificeerde) diefstallen waaronder een poging en vernieling, al dan niet in vereniging met een ander of anderen en gebruik heeft gemaakt van een valse tankpas.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08.243539.21
1.
hij in of omstreeks de periode van 17 juli 2020 tot en met 20 juli 2020 te Hengelo,
gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een dopsleutel, een decoupeerzaag, een haakse slijper, een accuboormachine en/of
een slagboormachine, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
[aangever 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de
plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen goederen
onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming;
2.
hij op of omstreeks 17 juli 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk een of meer(dere) autoruit(en) (Mercedes Crafter kenteken: [kenteken 1] , Volkswagen Transporter kenteken: [kenteken 2] en/of Merdeces Sprinter kenteken: [kenteken 3] ), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [aangever 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;

Parketnummer 08.100764.21

1
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 juli 2020 tot en met
12 juli 2020 te Soesterberg, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (telkens) een hoeveelheid brandstof (diesel) en/of meerdere geldbedragen (ter waarde van totaal ongeveer €2.913,35 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] B.V. en/of een onbemand
tanstation (vestiging: [vestiging] ), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) de/het weg te nemen geldbedrag(en) en/of de/het weg te nemen goed(eren) (telkens) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van onbevoegd gebruik maken van een valse en/of vervalste tankpas, in elk geval door middel van een valse sleutel tot het gebruik waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet was/waren gerechtigd;
2.
hij op één meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 juli 2020 tot en met 10 juli 2020 te Hasselt en Staphorst, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- uit een voertuig, kenteken [kenteken 4] , een navigatiesysteem en (ongeveer) een geldbedrag van €40,- euro, toebehorende [bedrijf 2] B.V., en
- uit een voertuig, kenteken [kenteken 5] , een Apple Ipad, een telefoonlader en een aux
kabel, toebehorende aan [bedrijf 3] , en
- uit de voertuigen, kenteken [kenteken 6] , kenteken [kenteken 14] en kenteken [kenteken 7] ,
drie navigatiesystemen, toebehorende aan [bedrijf 1] B.V.
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan voornoemde (rechts)personen, heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 juli 2020 tot en met 10 juli 2020 te Hasselt en Staphorst, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk
- een portierraam van een voertuig, kenteken [kenteken 4] , toebehorende aan [bedrijf 4]
B.V., en
- een portierraam van een voertuig, kenteken [kenteken 5] , toebehorende aan [bedrijf 5]
, en
- een of meerdere portierra(a)m(en) van de voertuigen, kenteken [kenteken 6] , kenteken [kenteken 14] en kenteken [kenteken 7] , toebehorende aan [bedrijf 1] B.V, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s), te weten aan voornoemde (rechts)personen toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 juli 2020 tot en met
10 juli 2020, te Staphorst, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om
- de voertuigen, kenteken [kenteken 8] , kenteken [kenteken 9] en kenteken [kenteken 10] en/of goederen in/uit dat/die voertuig(en), toebehorende [bedrijf 2] B.V., en
- de voertuigen, kenteken [kenteken 11] en kenteken [kenteken 12] en/of goederen in/uit dat/die voertuig(en), toebehorende [aangever 2] , en
- een voertuig, kenteken [kenteken 13] en/of goederen in/uit dat voertuig, toebehorende
aan [bedrijf 1] B.V.,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan voornoemde (rechts)personen, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s), een of meerdere ruiten van een of meerdere voornoemde voertuigen, ingeslagen en/of kapot geslagen en/of (vervolgens) zoekend rond gekeken in voornoemde
voertuig(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 9 juli 2020 tot en met
10 juli 2020 te Staphorst, in elk geval in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen
opzettelijk en wederrechtelijk
- een of meerdere portierra(a)m(en) van de voertuigen, kenteken [kenteken 8] , kenteken [kenteken 9] en [kenteken 10] , toebehorende aan [bedrijf 4] B.V., en
- een of meerdere portierra(a)m(en) van de voertuigen, kenteken [kenteken 11] en
kenteken [kenteken 12] , toebehorende aan [aangever 2] , en
- een portierraam van het voertuig, kenteken [kenteken 13] , toebehorende aan [bedrijf 1] B.V.
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s), te weten aan voornoemde (rechts)personen toebehoorde, heeft
vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
4.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 juli 2020 tot en met 12 juli 2020 te [vestiging] , in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse of vervalste betaalpas, waardekaart of enige andere voor het publiek beschikbare kaart, te weten een tankpas, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs
geautomatiseerde weg, als ware deze echt en onvervalst, door meermalen met deze tankpas brandstof te tanken.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

Parketnummer 08.243539.21
4.1
Feit 1 en feit 2
4.1.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.1.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit.
4.1.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat in de periode van 17 juli 2020 tot en met 20 juli 2020 gereedschap is gestolen uit een bedrijfsauto van [aangever 1] en ruiten zijn vernield van meerdere bedrijfsauto’s van [aangever 1] . Uit de aangifte van aangever [aangever 6] , gedaan namens [aangever 1] , blijkt onder meer dat het parkeerterrein waar de bedrijfsauto’s stonden, omheind is met een hek dat was afgesloten. Volgens aangever was het gestolen gereedschap van het merk Makita en voorzien van een [aangever 1] sticker. De bedrijfsauto waaruit het gereedschap was gestolen was in gebruik bij [naam 1] . Verder blijkt uit het dossier dat er beelden op het bedrijventerrein van [aangever 1] zijn gemaakt door een viertal camera’s op verschillende momenten. De rechtbank stelt uit eigen waarneming vast dat de bestandsnaam van de camerabeelden (bijvoorbeeld: “ [bestandsnaam] ” en “ [bestandsnaam] ”) de camerapositie, de datum en het jaartal van de opname en het tijdstip van de opname weergeeft. Hieruit leidt de rechtbank af dat de camerabeelden, die onderdeel zijn van het dossier, opnames zijn die zijn gemaakt op 18 juli 2020 tussen 21:35:00 uur en 21:55:00 uur. Op de camerabeelden is onder meer te zien dat op 18 juli 2020 om 21:35 uur twee mannen richting het bedrijventerrein van [aangever 1] lopen. Beide mannen dragen donkere kleding. Een van de mannen is brildragend en heeft een kort kapsel. De andere man draagt donkere schoenen met een lichte zool. De mannen kruipen onder het toegangshek door en lopen het bedrijventerrein op richting de geparkeerd staande bedrijfsauto’s. De twee mannen kijken in meerdere bedrijfsauto’s en verdwijnen vervolgens tussen de bedrijfsauto’s uit beeld. Om 21:55 uur staan de twee mannen voor de toegangshek en laden zij samen verschillende voorwerpen in een auto waarna zij samen in de auto vertrekken. Op 19 juli 2020 omstreeks 01:05 zijn verdachte en de medeverdachte [verdachte] staande gehouden in Amersfoort. Tijdens de controle van de auto waarin zij reden werden er onder meer in de kofferbak Makita koffers met gereedschap aangetroffen en een frees met een label met de naam [naam 1] . Door de politie wordt geconstateerd dat beide mannen donkere kleding dragen. Een van de mannen draagt een bril en heeft een kort geschoren kapsel. De andere man draagt zwarte schoenen met een opvallende witte zool.
Verdachte bevindt zich dus samen met de medeverdachte enkele uren na de diefstal in een voertuig waarin gereedschap wordt aangetroffen dat van de betreffende diefstal afkomstig is. Verdachte en medeverdachte passen in het signalement van de personen die op camerabeelden van [aangever 1] te zien zijn. Verdachte of zijn medeverdachte hebben geen verklaring afgelegd die de redengevendheid voor het bewijs van voornoemde feiten en omstandigheden kan ontzenuwen. Gelet op het vorenstaande en op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstal en vernieling.
Uit de wijze waarop de diefstal en de vernieling heeft plaatsgevonden kan worden afgeleid dat er sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking, zodat de rechtbank het medeplegen wettig en overtuigend bewezen acht.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is.
Parketnummer 08.100764.21
Gelet op de samenhang van de feiten zullen de feiten geclusterd behandeld worden.
4.2
Feit 1 en feit 4
4.2.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.2.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit.
4.2.3
Het oordeel van de rechtbank
Als hieronder wordt verwezen naar bewijsmiddelen, dan zijn dit bewijsmiddelen opgenomen in de bijlage bij dit vonnis.
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat in de periode van
9 juli 2020 tot en met 10 juli 2020 goederen zijn gestolen uit een bestelauto en vrachtauto’s van [bedrijf 1] B.V. en autoruiten zijn vernield van een bestelauto en van vrachtauto’s. Uit de aangifte van aangever [aangever 3] , gedaan namens [bedrijf 1] B.V. blijkt onder meer dat één van de gestolen goederen een tankpas betreft. Uit informatie van het tankstation [tankstation] over de tankpas blijkt dat er op verschillende data gebruik is gemaakt van de tankpas door brandstof te tanken. Door het tankstation zijn beelden verstrekt. Op de beelden is te zien dat in de periode van 10 juli 2020 tot en met 12 juli door verschillende personen wordt getankt. Op een van de foto’s is een zwarte Renault Clio met het kenteken [kenteken 15] te zien.
In het proces-verbaal van bevindingen wordt gerelateerd dat uit een huurcontract van autoverhuurbedrijf [bedrijf 6] B.V. blijkt dat in de periode van 9 juli 2020 tot 23 juli 2020 een zwarte Renault Clio met het kenteken [kenteken 15] was verhuurd aan verdachte.
Al met al zijn er meerdere belastende bewijsmiddelen waaruit – tezamen genomen – betrokkenheid van verdachte bij de diefstal van de brandstof kan worden afgeleid. De rechtbank is van oordeel dat het signalement van verdachte goed past bij de persoon die op de beelden van het tankstation [tankstation] is te zien. Daarnaast is bij het tankstation van [tankstation] een auto, de Renault Clio met het kenteken [kenteken 15] gesignaleerd die in die periode door verdachte werd gehuurd. Daar komt bij dat verdachte in de zaak met parketnummer 08-243539/21 (waarin de rechtbank in dit vonnis ook tot een bewezenverklaring komt) door de politie is aangehouden terwijl hij de bestuurder was van voornoemde Renault Clio.
De rechtbank is, gelet op het vorenstaande en op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstal van brandstof door gebruik te maken van de tankpas.
Uit het dossier is ten aanzien van feit 4 onvoldoende gebleken dat er sprake was een voldoende bewuste en nauwe samenwerking met anderen zodat de rechtbank verdachte voor dat feit van het medeplegen zal vrijspreken.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het onder feit 1 en feit 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is.
4.3
Feit 2 primair, subsidiair en feit 3 primair, subsidiair
Gelet op de samenhang van de feiten zullen de feiten geclusterd behandeld worden.
4.3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het onder feit 2 primair en feit 3 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
4.3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit.
4.3.3
Het oordeel van de rechtbank
Als hieronder wordt verwezen naar bewijsmiddelen, dan zijn dit bewijsmiddelen opgenomen in de bijlage bij dit vonnis.
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen vast dat op 9 juli 2020 goederen zijn gestolen uit een werkbus van [bedrijf 4] B.V. en ruiten zijn vernield van meerdere werkbussen van [bedrijf 4] B.V.. Uit de aangifte van aangever [aangever 5] , gedaan namens [bedrijf 4] B.V., blijkt dat het terrein van [bedrijf 4] B.V. is voorzien van camerabewaking. Op de beelden is te zien dat een zwarte Renault Clio met het kenteken [kenteken 15] naast het pand parkeert. Uit deze auto stappen twee mannen die in de richting van de werkbussen lopen en in de werkbussen gaan zitten. Vervolgens lopen beide mannen weer in de richting van de auto. Het terrein waar de werkbussen stonden was afgesloten met een hekwerk en het hekwerk was ter hoogte van de auto open geknipt.
Uit de aangifte van aangever [aangever 4] , gedaan namens [bedrijf 3] , blijkt dat op 10 juli 2020 goederen zijn gestolen uit een bedrijfsbus van [bedrijf 3] . De bedrijfsbus stond geparkeerd op een bedrijfsterrein en van de bedrijfsbus was de ruit ingeslagen. Van het bedrijfsterrein zijn beelden gemaakt. Op de beelden is onder meer te zien dat er een auto met het kenteken [kenteken 15] het terrein op komt rijden. Uit de auto komen twee mannen die aan de portieren voelen van de bussen die op het terrein staan en vervolgens in één van de bussen gaan. Vervolgens stappen de mannen in de auto en vertrekken ze weer. Door de politie wordt gerelateerd dat zij een van de mannen die op de beelden is te zien, herkennen als verdachte.
Uit de aangifte van aangever [aangever 3] , gedaan namens [bedrijf 1] B.V. blijkt dat in de periode van 9 juli 2020 tot en met 10 juli 2020 goederen zijn gestolen uit een bestelauto en vrachtauto’s van [bedrijf 1] B.V. en autoruiten zijn vernield van een bestelauto en van vrachtauto’s. Een van de gestolen goederen betrof een tankpas. Uit informatie van het tankstation [tankstation] over de tankpas bleek dat er op verschillende data gebruik werd gemaakt van de tankpas door brandstof te tanken. Door het tankstation zijn beelden verstrekt. Op de beelden is te zien dat in de periode van 10 juli 2020 tot en met 12 juli 2020 door verschillende personen wordt getankt. Op een van de foto’s is een zwarte Renault Clio met het kenteken [kenteken 15] te zien.
Uit de aangifte van aangever [aangever 2] blijkt dat in de periode van 9 juli 2020 tot en met 10 juli 2020 autoruiten zijn vernield van vrachtwagens. Uit de vrachtwagens was niets weggenomen. Het terrein waar de vrachtwagens stonden was afgesloten door middel van een omheining waar het gaas van was losgeknipt.
In het proces-verbaal van bevindingen wordt gerelateerd dat uit een huurcontract van autoverhuurbedrijf [bedrijf 6] B.V. blijkt dat in de periode van 9 juli 2020 tot 23 juli 2020 een zwarte Renault Clio met het kenteken [kenteken 15] was verhuurd aan verdachte.
Verdachte heeft bij de politie elke betrokkenheid bij de ten laste gelegde diefstallen ontkend.
De rechtbank acht de ontkenning van verdachte over zijn betrokkenheid bij de diefstallen ongeloofwaardig. Immers, verdachte wordt op de camerabeelden van [bedrijf 3] herkend door verbalisanten die verdachte ambtshalve kennen en in de uitoefening van hun werkzaamheden meerdere malen met verdachte te maken hebben gehad. Naar het oordeel van de rechtbank hebben verbalisanten voldoende gerelateerd hoe zij tot een herkenning van verdachte komen. Ten aanzien van beelden van het tankstation [tankstation] is de rechtbank van oordeel dat het signalement van verdachte goed past bij de persoon die te zien is op verschillende beelden. Voorts is ten tijde van de diefstallen van [bedrijf 4] B.V., [bedrijf 3] en het tankstation van [tankstation] een auto, de Renault Clio met het kenteken [kenteken 15] gesignaleerd die ten tijde van de diefstallen door verdachte werd gehuurd. Daar komt bij dat verdachte in de zaak met parketnummer 08-243539/21 (waar de rechtbank in dit vonnis ook tot een bewezenverklaring komt) door de politie is aangehouden terwijl hij de bestuurder was van voornoemde Renault Clio.
De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande en op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 2 primair eerste, tweede en derde gedachtestreepje ten laste gelegde diefstallen en feit 3 primair eerste, tweede en derde gedachtestreepje ten laste gelegde pogingen tot diefstal. Uit de wijze waarop de feiten hebben plaatsgevonden kan worden afgeleid dat er sprake was van een voldoende bewuste en nauwe samenwerking, zodat de rechtbank het medeplegen wettig en overtuigend bewezen acht.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08.243539.21
1.
hij omstreeks de periode van 17 juli 2020 tot en met 20 juli 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een ander, een dopsleutel, een decoupeerzaag, een haakse slijper, een accuboormachine en een slagboormachine, die geheel of ten dele aan [aangever 1] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
2.
hij omstreeks 17 juli 2020 te Hengelo, gemeente Hengelo (O) tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk en wederrechtelijk meerdere autoruiten (Mercedes Crafter kenteken: [kenteken 1] , Volkswagen Transporter kenteken: [kenteken 2] en Mercedes Sprinter kenteken:
[kenteken 3] ), die aan [aangever 1] toebehoorden heeft vernield.
Parketnummer 08.100764.21
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 juli 2020 tot en met
12 juli 2020 te [vestiging] , meermalen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (telkens) een hoeveelheid brandstof (diesel) toebehorende aan een onbemand tankstation, waarbij verdachte het weg te nemen goed (telkens) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van onbevoegd gebruik maken van een valse tankpas;
2 primair.
hij op één meer tijdstippen in de periode van 9 juli 2020 tot en met 10 juli 2020 in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander,
- uit een voertuig, kenteken [kenteken 4] , een navigatiesysteem en (ongeveer) een geldbedrag van €40,- euro, toebehorende [bedrijf 2] B.V., en
- uit een voertuig, kenteken [kenteken 5] , een Apple Ipad, een telefoonlader en een aux
kabel, toebehorende aan [bedrijf 3] ;
- uit de voertuigen, kenteken [kenteken 6] , kenteken [kenteken 14] en kenteken [kenteken 7] ,
drie navigatiesystemen, toebehorende aan [bedrijf 1] B.V. dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader toebehoorde, te weten aan voornoemde (rechts)personen, heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak;
3 primair.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 9 juli 2020 tot en met 10 juli 2020, te Staphorst, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader voorgenomen misdrijf om
- de voertuigen, kenteken [kenteken 8] , kenteken [kenteken 9] en kenteken [kenteken 10] en/of goederen in/uit dat/die voertuig(en), toebehorende [bedrijf 2] B.V.;
- de voertuigen, kenteken [kenteken 11] en kenteken [kenteken 12] en/of goederen in/uit dat/die voertuig(en), toebehorende [aangever 2] , en
- een voertuig, kenteken [kenteken 13] en/of goederen in/uit dat voertuig, toebehorende
aan [bedrijf 1] B.V.,
dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader toebehoorde, te weten aan voornoemde (rechts)personen, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader, een of meerdere ruiten van een of meerdere voornoemde voertuigen, ingeslagen en/of kapot geslagen en/of (vervolgens) zoekend rond gekeken in voornoemde voertuig(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 10 juli 2020 tot en met 12 juli 2020 in Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse betaalpas, te weten een tankpas, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs
geautomatiseerde weg, als ware deze echt en onvervalst, door meermalen met deze tankpas brandstof te tanken.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder parketnummer 08.243539.21 feit 1 en feit 2 en parketnummer 08.100764.21 feit 1, feit 2 primair, feit 3 primair en feit 4 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 47, 232, 311, 350 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 08.243539.21
feit 1
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 2
het misdrijf: medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd.
Parketnummer 08.100764.21
feit 1 en feit 4
Het onder 1 en 4 bewezenverklaarde levert op:
de eendaadse samenloop van de misdrijven:
medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
en
opzettelijk gebruik maken van de valse pas, als ware deze echt en onvervalst, terwijl hij weet dat de pas bestemd is voor zodanig gebruik, meermalen gepleegd.
feit 2 primair
eerste, tweede en derde gedachtestreepje
telkens: het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 3 primair
eerste, tweede en derde gedachtestreepje
telkens: het misdrijf: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat, indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, er rekening moet worden gehouden met artikel 63 Sr en gelet op de persoonlijke omstandigheden van verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf een passende straf is.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere diefstallen uit bedrijfsauto’s, en ook pogingen daartoe, waarvan een aantal in vereniging en daarnaast vernieling van meerdere ruiten van bedrijfsauto’s. Dat sommige bedrijfsauto’s op zich een afgesloten bedrijventerrein bevonden heeft verdachte en zijn mededader er niet van weerhouden de strafbare feiten te plegen. Verdachte heeft vervolgens met een gestolen tankpas meerdere keren brandstof getankt. Verdachte heeft er bij het plegen van deze misdrijven blijk van gegeven andermans eigendomsrechten niet te respecteren en alleen maar aan zijn eigen financieel gewin te denken. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank acht geslagen op het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 18 januari 2022. Daaruit blijkt dat verdachte meermalen met politie en justitie in aanraking is gekomen, ook voor gelijksoortige delicten. Desondanks heeft dit hem er niet van weerhouden om door te gaan met het plegen van nieuwe strafbare feiten.
Uit de justitiële documentatie van verdachte volgt, dat verdachte door het hele land verspreid strafbare feiten pleegt. Verdachte heeft hier zijn manier van leven van gemaakt. De rechtbank weegt dit mee in het nadeel van verdachte. Gevolg van deze levenswijze is dat vergelding nagenoeg het enige strafdoel is dat kan worden nagestreefd. Dit maakt de op te leggen straf tot een rekensom.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de straf de geldende oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) als uitgangspunt genomen. Ten aanzien van de bewezenverklaarde diefstallen bij [bedrijf 2] , [bedrijf 1] en [aangever 1] heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij het oriëntatiepunt voor straftoemeting ten aanzien van inbraak in een bedrijfspand waarbij in onderhavig geval sprake is van recidive. Hoewel de inbraken niet in een bedrijfspand waren, maar op een bedrijfsterrein, acht de rechtbank het oriëntatiepunt een passend vertrekpunt, aangezien er wel sprake was van (door braak) binnendringen op de terreinen en er bovendien vervolgens door braak in op die bedrijfsterreinen geparkeerd staande voertuigen werd ingebroken. Hiervoor geldt als oriëntatiepunt per feit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van tien weken. Voor de diefstal uit de auto van [bedrijf 3] gaat de rechtbank uit van het oriëntatiepunt voor diefstal uit een auto met recidive, te weten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken. Voor het tanken met de gestolen tankpas heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij het oriëntatiepunt voor fraude. De rechtbank hanteert gezien het benadelingsbedrag als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand. Gezien de justitiële documentatie van verdachte zou ook per gepleegde vernieling een gevangenisstraf van 2 weken passend en geboden zijn. De rechtbank zal zoals hierna weergegeven in het voordeel van verdachte volstaan met een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden.
Gelet op het aantal bewezenverklaarde feiten en de ernst van die feiten is de rechtbank van oordeel dat niet anders kan worden gereageerd dan met de oplegging van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De door de officier van justitie gevorderde straf brengt naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende de ernst van de feiten tot uitdrukking gezien de justitiële documentatie van verdachte.
Alles afwegend, en rekening houdend met artikel 63 Sr. acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08.243539.21 feit 1 en feit 2 en parketnummer 08.100764.21 feit 1, feit 2 primair, feit 3 primair en feit 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08.243539.21
feit 1
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 2
het misdrijf: medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd.
Parketnummer 08.100764.21
feit 1 en feit 4
Het onder 1 en 4 bewezenverklaarde levert op:
de eendaadse samenloop van de misdrijven:
medeplegen van diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel
en
opzettelijk gebruik maken van de valse pas, als ware deze echt en onvervalst, terwijl hij weet dat de pas bestemd is voor zodanig gebruik, meermalen gepleegd.
feit 2 primair
eerste, tweede en derde gedachtestreepje
telkens: het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
feit 3 primair
eerste, tweede en derde gedachtestreepje
telkens: het misdrijf: poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08.243539.21 feit 1 en feit 2 en parketnummer 08.100764.21 feit 1, feit 2 primair, feit 3 primair en feit 4 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.T.C. Jordaans, voorzitter, mr. M.J.G.B. Heutink en
mr. R.D.J. Visschers, rechters, in tegenwoordigheid van H.J.A. Teerlink, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 februari 2022.
Buiten staat
Mr. Jordaans is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit de dossiers van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2020337752 en PL0600-2020527513. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Parketnummer 08.243539.21 feit 1 en feit 2
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 6] , namens [aangever 1] , van 21 juli 2020, pagina’s 3 t/m 4 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Het bedrijf [aangever 1] is gelegen aan de [adres 2] . Op maandag 20 juli 2020 omstreeks 07.10 uur, werd ik gebeld door een collega dat er was ingebroken in onze bedrijfsauto's. Onder het afdak stond een Mercedes Crafter, voorzien van het kenteken [kenteken 1] geparkeerd. Ik zag dat een klein ruitje aan de bestuurderskant was ingeslagen. Midden op het terrein stond een Volkswagen Transporter voorzien van het kenteken [kenteken 2] waarvan het raam aan de bijrijderskant werd ingeslagen en een Mercedes Sprinter voorzien van het kenteken [kenteken 3] , waarvan het raam aan de bestuurderskant werd ingeslagen. Van het vierde voertuig, een Citroen Berlingo, voorzien van het kenteken [kenteken 16] , werd het bijrijdersraam ingeslagen. Uit het voertuig zijn de volgende goederen
weggenomen namelijk: dopsleutel zet in een koffer, decoupeerzaag, haakse slijper, accuboor machine en slagboormachine allemaal van het merk Makita. Al deze elektrische apparaten hebben een [aangever 1] sticker, waarop in het midden een hoofdletter "G" staat. Het voertuig is in gebruik bij collega [naam 1] . Alle gereedschap is voorzien van een eigen nummer, serie nummer en eventueel stickers van [aangever 1] .
2.
Het proces-verbaal van bevindingen, met fotobijlage, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , van 20 augustus 2020, pagina’s 9 t/m 15, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Op zondag 19 juli 2020, omstreeks 01.05 uur, was ik, verbalisant [verbalisant] , samen met
collega [verbalisant] in dienst voor basisteam Amersfoort. Er kwam op genoemde dag, datum
en tijdstip, een ANPR-Hit op de Al Links, komende vanuit de richting Apeldoorn. Enkele minuten later zag ik dat het genoemde voertuig ons passeerde op de A28, gaande
in de richting van Utrecht. Ik zag dat de bestuurder zich legitimeerde als zijnde:
[verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1990 te [geboorteplaats] , vanaf nu te noemen [verdachte] .
Ik zag dat de bijrijder zich legitimeerde als zijnde: [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 2] te [geboorteplaats] , vanaf nu te noemen [medeverdachte] . Gezien het tijdstip, de antecedenten en de informatie met betrekking tot de ANPR-Hit, heb ik, [verbalisant] , het voertuig onderzocht op de aanwezigheid van inbrekerswerktuigen. Tijdens de controle in de kofferbak zag ik dat er een groot aantal goederen achterin lagen. Ik zag dat er Makita koffers in de kofferbak lagen. Ik zag dat het om de volgende goederen ging: 2 kisten Makita. Een frees met een labeltje met de naam [naam 1] . Ik zag dat [verdachte] als volgt gekleed was: Zwarte schoenen. Een joggingsbroek. Een donkere jas. Zwarte bril. Kort geschoren haar. Bovenop iets langer, zijkanten kort. Ik zag dat [medeverdachte] als volgt gekleed was: Zwarte schoenen met een opvallende witte zool. Een donkergrijze spijkerbroek.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen, met fotobijlage, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , van 5 augustus 2020, pagina’s 16 t/m 20, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Op maandag 21 juli 2020 werd er aangifte gedaan van inbraak in meerdere bedrijfsauto's op het bedrijventerrein van de [aangever 1] aan de [adres 3] . Op het bedrijventerrein staan een 4 tal camera's die opnamen maken. Deze zijn door aangever beschikbaar gesteld. De beelden zijn door mij verbalisant uitgekeken.
Camera 1.
Toegangshek tot bedrijfsterrein. Ik zie dat de camera vanaf het bedrijfsterrein gericht is op het toegangshek. Ik zie over de openbare weg een auto naderen die tot stilstand voor het pand van [aangever 1] . Na een kleine minuut komen uit de richting van de auto twee mannen lopen. In dit proces-verbaal is man met de bril, nn 1 en de man zonder bril nn 2. Man 1 zie ik onder in beeld, door de knieën gaan en het lijkt er op dat hij onder het hek door kruipt. Man 2 verdwijnt rechts uit beeld.
Camera 2.
Gericht van af bedrijventerrein op toegangshek. Ik zie weer dat er een auto aan komt rijden en kennelijk parkeert aan voorzijde pand. Ik zie wederom 2 personen naar het toegangshek lopen. De afstand van camera naar toegangshek een nu een stuk groter. Ik zie dat eerst persoon onder het hek door kruipt en dat persoon 2 volgt. Ik zie beide personen het bedrijventerrein op lopen en verdwijnen tussen de geparkeerd staande bedrijfsauto's en uit beeld verdwijnen. De personen op deze beelden zijn niet direct herkenbaar, maar gelet op de beelden van camera 1 kan wel gesteld worden dat het om de zelfde personen gaat dat omschreven bij camera 1.
Camera 3.
Deze camera staat gericht halverwege bedrijventerrein gericht op achterzij de. Ik zie NN 1 en kort daarna NN 2 in beeld komen. NN 1 kijkt in een bedrijfsauto en loopt door. NN 2 volgt NN 1. Beide NN lopen naar bedrijfsvoertuig 2, kijken naar binnen en lopen weer door. Rechts achter op het bedrijventerrein staat een derde bedrijfsauto. NN 1 loopt naar deze auto gevolgd door NN2. Zij verdwijnen rechts naast de auto uit beeld.
Camera 4.
Deze staat aan de zijkant van het bedrijventerrein. Ik zie 2 personen kort door het beeld gaan. Ik herken hieruit de zelfde personen als op de beelden van camera 1 en 3.
Signalement:Man 1. Tussen de 20 en 30 jaar oud, slank, brildragend, kort haar, iets opgeschoren aan de zijkant, donkere kleding, donkere schoenen met lichte zool. Draagt schuin over de borst een tasje. De donkere bovenkleding heeft een of meerdere horizontale strepen. Man 2.Tussen de 20 en 30 jaar oud, slank, gedekt haar iets krullend of golvend, donkere bovenkleding, spijkerbroek en donkere schoenen met lichte zool.
4.
Eigen waarneming van de rechtbank bij gelegenheid van het onderzoek ter terechtzitting van 20 januari 2022:
[afbeelding]
Parketnummer 08.100764.21 feit 1, feit 2 primair, feit 3 primair en feit 4
1.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 7] , met bijlage(n), namens [bedrijf 4] B.V., van 13 juli 2020, pagina’s 12 t/m 18 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Pleegdatum: Tussen donderdag 9 juli 2020 om 22:45 uur en donderdag 9 juli 2020 om 23:30 uur. Op 10 juni 2020 omstreeks 06.45 uur arriveerde ik op bovengenoemde vestiging. Ik hoorde toen van collega's dat er was ingebroken in twee van onze vrachtwagens en
twee van onze werkbusjes. Ik zag dat aan de bestuurderszijde het raam van het portier kapot was. Het kenteken van deze vrachtauto is: [kenteken 4] . Toen ik in het voertuig keek, zag ik dat het navigatiesysteem weg was. Dit betrof een los navigatiesysteem van het merk TomTom. Tevens zag ik dat de fooienpot weg was. In deze fooienpot zat ongeveer 40 euro aan muntgeld. Ik zag dat van de tweede vrachtwagen de ruit aan de bijrijderszijde kapot was. Het kenteken van deze vrachtauto is: [kenteken 17] . Ik zag dat bij beide werkbussen het raam aan de bestuurderszij de kapot was. De kentekens van deze werkenbussen zijn: [kenteken 9] en
[kenteken 10] . [bedrijf 4] is voorzien van camerabewaking. Op de beelden zag ik dat op donderdag 9 juli omstreeks 23.00 uur een donker gekleurd voertuig vanaf de rotonde ons terrein opreed. Ik zag dat het volgende kenteken achterop het voertuig bevestigd zat: [kenteken 15] . Vervolgens zag ik dat het voertuig op de parkeerplaats aan de rechterzijde van het pand parkeerde. Ik zag dat er twee personen auto het voertuig stapten. Ik zag dat zij donkere kleding droegen. Ik zag dat zij in de richting van de vrachtwagens liepen. Vervolgens zag ik de twee personen naar de werkbussen liepen. Ik zag dat beide personen in de werkbussen gingen zitten. Vervolgens zag ik dat beide mannen weer in de richting van hun auto weg liepen. Alle voertuigen stonden op een afgesloten terrein. Dit terrein was afgesloten middels een hekwerk. Ik zag dat het hekwerk aan de rechterzijde, ter hoogte van hun auto, opengeknipt was.
2.
Het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , van 21 juli 2020, pagina’s 38 t/m 20, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Op dinsdag 21 juli 2020 heb ik verbalisant een afschrift van een huurcontract ontvangen van [bedrijf 6] b.v., [adres 4] . Uit dit huurcontract bleek mij, verbalisant, dat het voertuig met het kenteken [kenteken 15] , zijnde een zwarte Renault Clio, in de periode van 9 juli 2020 te 18:00 uur tot 23 juli 2020 te 12:00 uur was verhuurd aan: [verdachte] (de rechtbank begrijpt hier en verder: [verdachte] ). Geboortedatum [geboortedatum 1] 1990. Betreffend contract is ondertekend door [naam 2] , namens [bedrijf 6] b.v. en de huurder [verdachte] .
3.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3] , met bijlage(n), namens [bedrijf 1] B.V., van 10 juli 2020, pagina’s 19 t/m 22 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Op 9 juli 2020, omstreeks 18:00 uur, heeft mijn laatste werknemer het terrein verlaten. Alles was toen nog in orde en alle voertuigen waren op slot. Op 10 juli 2020, omstreeks 06:00 uur werd ik gebeld door een werknemer. Deze werknemer vertelde mij dat er autoruiten waren vernield en dat er navigatiesystemen waren gestolen. Ik zag dat van een bestelauto, een Fiat Doblo met kenteken [kenteken 13] het raam aan de bijrijderskant van dit voertuig was stukgeslagen. Toen ik verder keek zag ik dat van mijn MAN vrachtwagen met kenteken [kenteken 6] ook het raam was stukgeslagen. Ik zag dat hier een TomTom navigatie uit was gestolen. Ook bij een B vrachtauto, een Renault met kenteken [kenteken 14] was er hetzelfde navigatiesysteem gestolen als bij de MAN. Ik zag dat van dit voertuig het raam aan de bijrijderskant was stukgeslagen. Ik keek naar de Scania vrachtauto nog een stukje verderop en ook bij deze Scania was het raam ingeslagen aan de bestuurderskant en ook hier was het TomTom systeem uit gestolen. Voertuig: Scania. Kenteken: [kenteken 18] .
4.
Het proces-verbaal van verhoor van aangever [aangever 3] , met bijlage, van 17 juli 2020, pagina’s 23 t/m 26 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Op 16 juli 2020 werd ik gebeld door de wijkagent van Staphorst. Ik hoorde dat hij vertelde dat er een kenteken bekend was van een voertuig die mogelijk betrokken was bij de inbraak waarvan ik op 10 juli 2020 aangifte heb gedaan. Ik hoorde dat de wijkagent vertelde dat hij had gezien dat het voertuig eerder betrokken was geweest bij het skimmen van tankpassen. Hierop nam een collega van mij contact op met [tankstation] , het bedrijf waar wij tankpassen van afnemen. [tankstation] overhandigde ons een afschrift. Dit afschrift wordt bij dit proces-verbaal gevoegd. Op het afschrift is te zien dat er op de volgende data getankt is:
- Vrijdag 10 juli 2020 om 20.13 uur in [vestiging] ;
-Zaterdag 11 juli 2020 om 22:23 in [vestiging] .
-Zondag 12 juli 2020 om 21:41 uur in [vestiging] .
Ik weet zeker dat niet één van onze collega’s daar heeft getankt. De vrachtwagen waarin de tankpas lag, was opengebroken tijdens de inbraak.
5.
Het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , van 30 november 2020, pagina’s 40 t/m 55, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Ik heb screenshots bekeken van camerabeelden die opgenomen zijn bij een onbemand tankstation te [vestiging] .
Screenshot.10-07-2020 om 20:13 uur.
Ik, verbalisant, [verbalisant] zie op de screenshot een witte Mercedes bus bij het tankstation. Op de screenshot is te zien dat er achter de bijrijdersportier een
schuifdeur zit die naar de laadruimte gaat Op de screenshot is te zien dat er een persoon bij de schuifdeur staat. De persoon staat voor de geopende schuifdeur. Ik kan
de persoon als volgt omschrijven :
- man
- donker kort haar
- Bril op, donkere kleur
- donkere jas/trui aan met capuchon.
Screenshots 10,11, 11-07-2020, om 22:23 uur.
Ik, verbalisant, [verbalisant] zie op de screenshots een autoambulance die bij de tankstation staat. De cabine is aan de buitenkant rood van kleur. In de autoambulance zit een man
Er staat een andere man bij die de tankslang vast heeft. De tankslang zit in de tank van autoambulance. Ik kan de man als volgt omschrijven :
- getinte man
- bril donker monteur
- donker kleurig jas
- draagt een tas, heuptas
- zwart trainingsbroek
- witte slippers
Screenshot 14, op 12-07-2020, om 21:41 uur.
Ik, verbalisant, [verbalisant] zie dat er een donkere voertuig voorzien kenteken 83-JPL-2 bij het tankstation staat.
Naast het voertuig staat een persoon. Die kan ik omschrijven als volgt:
- blauwe pet
- getinte huidskleur
- bril, zwart monteur
- donkere jas/trui aan.
Screenshot 18, op 12-07-2020, om 21:41 uur
Ik, verbalisant, [verbalisant] zie dat de donkkleurige Volkswagen bij het tankstation staan. Het kenteken begin met NN-050. De persoon die op screenshot 15 staat omschreven :
- getinte man
- Donkere jas/trui
- Heuptas heeft hij om
- bril met zwart monteur
- blauw pet
De man staat voorover gebogen naar het voertuig.
6.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4] , met bijlage(n), namens [bedrijf 3] , van 24 juli 2020, pagina’s 29 t/m 31 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik ben namens het slachtoffer gerechtigd tot het doen van aangifte. Ik doe aangifte van diefstal uit mijn bedrijfsbus met enkele cabine, [kenteken 5] . Deze bus is eigendom van [bedrijf 3] . Ik heb deze bus de gehele week tot mijn beschikking. Op 10 juli 2020 omstreeks 02.30 uur is het gebeurd. Ik had mijn bus geparkeerd op het bedrijfsterrein van scheepswerf [naam 3] aan de [adres 5] . Ik parkeer mijn bus daar altijd. Ik woon zelf op een schip aldaar, [adres 5] . Ze hebben het kleine raampje bij de zijspiegel van de bijrijderskant ingeslagen en zich zo de toegang tot mijn bus verschaft. Daar hebben ze mijn Apple Ipad van het bedrijf weggenomen. Deze lag tussen de beide stoelen in. Ook hebben ze twee kabeltjes weggenomen. Eén oplaadkabel voor mijn telefoon van Samsung en een aux kabeltje. Ze hebben nog geprobeerd de achterkant los te krijgen, maar deze deuren blijven dicht wanneer het portier zonder sleutel word geopend. Dit is een beveiliging. Ik heb beelden van de hele scheepswerf in mijn bezit en die mogen jullie hebben. Daar zijn twee personen op te zien die de diefstal plegen. Ze komen aanrijden met een auto, ik denk een Renault.
7.
Het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , van 28 juli 2020, pagina’s 35 t/m 37, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Ik, verbalisant [verbalisant] , heb beelden ontvangen van de aangever van de diefstal uit zijn bedrijfsbus van [bedrijf 3] gepleegd op 10 juli 2020 tussen 02.34 en 02:52 op scheepswerf [naam 3] aan de [adres 5] . Op de beelden is te zien dat er omstreeks 02:34 uur een auto het terrein op komt rijden. Hier komen twee mannen uit die interesse hebben in de bedrijfsbussen die er geparkeerd staan. Er staan drie busjes van scheepswerf [naam 3] en één bus van [bedrijf 3] , de aangever. De verdachten voelen aan de deuren van alle bussen. Eén van de bussen van [naam 3] blijkt niet op slot te zitten en ze doorzoeken de cabine. De cabine van de bus van [bedrijf 3] word ook doorzocht. Uit de aangifte blijkt dat hierbij een ruitje is ingetikt. Dit is op de beelden niet te zien. Uit deze bus is een Apple iPad weggenomen. Ik heb de digitale opsporing verzocht de beelden te verbeteren. Hierdoor werd het kenteken leesbaar. Betreft de [kenteken 15] . Dit voertuig komt vaker voor bij diefstallen uit voertuigen en staat op naam van een verhuurbedrijf uit Rotterdam. De verdachten zijn ook wat beter in beeld gebracht en kan ik als volgt omschrijven. Verdachte 1: Lijkt een getinte huidskleur te hebben en heeft kort donker haar. Hij heeft een petje en een bril op. Hij draagt een nek tasje voor zijn borst. Opvallend zijn de witte sokken, zijn broek lijkt wat te klein.
Verdachte 2: Lijkt ook een getinte huidskleur te hebben. Heeft een baard en een petje op. Draagt schoenen met witte zolen. Beide verdachten zijn wel te herkennen op de door digitale opsporing bewerkte beelden. Omstreeks 02.52 stappen ze weer in hun voertuig en vertrekken ze.
8.
Het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , van 11 september 2020, pagina’s 56 t/m 58, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Op 11 september 2020 ontving ik een 2 tal filmpjes van mijn collega [verbalisant] , uit de eenheid Oost Nederland. Ik zag dat stond beschreven: "Graag zou ik de volgende screenshots/beelden willen laten zien, voor een herkenning van de verdachte. Zie in de bijlage. Twee korte filmpjes van de verdachten die de zijraam van een bedrijfsauto hebben ingeslagen (10-07-2020 tussen 02:30 - 02:55 uur). Hierbij hebben ze een Ipad weggenomen. Proces PL0600-2020345648" (de rechtbank begrijpt dat het de beelden betreft waar aangever [aangever 4] , bewijsmiddel 6, over spreekt.) Ik opende deze bestanden. Op het eerste filmpje met kenmerk ch22_VD2.mp4(002 zag ik 1 persoon bij een witte bestelauto lopen. Ik zag en herkende direct dat deze persoon [verdachte] betrof. Ik herkende hem aan zijn gehele voorkomen en houding en gelaat. Ik kan op basis van deze beelden geen specifieke kenmerken benoemen waardoor in de verdachte herken als [verdachte] . Maar ik ben volledig overtuigd dat dit [verdachte] betreft. Ik ben hiervan overtuigd nadat ik de bewegende beelden heb bekeken, ik voeg 1 still
toe van deze beelden aan dit proces-verbaal. Tevens is mij bekend dat [verdachte] zich dagelijks, door het gehele land, bezig houd met het inbreken in voertuigen en en
skimmen en frauderen met tankpassen. De verdachte herken ik omdat wij in Midden-Nederland een onderzoek hebben waarin [verdachte] als verdachte is aangemerkt. In dit onderzoek heb ik een tiental beelden en foto's van de verdachte bekeken. Ook heb ik hem vorige week samen met mijn collega's aangehouden in Utrecht in zijn woning. Betrokkene: [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1990 te [geboorteplaats] .
9.
Het proces-verbaal van bevindingen, met bijlage, opgemaakt door verbalisant [verbalisant] , van 11 september 2020, pagina’s 59 t/m 62, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als relaas van verbalisant:
Op woensdag 14 oktober 2020 kreeg ik via e-mail een aandachtvestiging van Politie Oost-Nederland. Daarin werd op basis van de volgende informatie en beeldmateriaal de
herkenning van een persoon gevraagd. Graag willen we herkenning van de verdachte op bijgevoegde screenshots. De aandachtvestiging bevatte videobeelden. Hiervan zijn 4 stills gemaakt. De voorste persoon op still 4 herken ik als: [verdachte] , [verdachte] ,, [geboortedatum 1] 1990 te [geboorteplaats] , adres: [adres 6] . Grondslag herkenning Ik ken hem vanuit mijn werkzaamheden als politiemedewerker Utrecht-Noord. Ik ken de persoon goed. Ik herkende hem aan het totaalbeeld van zijn kenmerken. Ik herken de persoon aan zijn bril, zwarte montuur. Ik herken hem aan zijn korte kapsel met opgeschoren zijkanten. De vorm van zijn hoofd en lengte is gelijkend. Hij draagt ook geregeld de pet die op de beelden is te zien. Zijn lengte en lichaam zijn gelijkend. Aan zijn herkenning droegen de volgende specifieke kenmerken bij: De bril en de vorm van zijn hoofd. Ik herkende hem onmiddellijk toen ik de stills zag. Over zijn identiteit was mij door anderen geen informatie verstrekt. Ik droeg geen voorkennis van de zaak waarin herkenning van de persoon werd gevraagd.
Bewijsoverweging:
de rechtbank overweegt dat de beelden/stills op pagina 61 en 62 dezelfde beelden/stills zijn als die op pagina 57 en 58 zijn weergegeven. De rechtbank concludeert dat het in beide gevallen gaat om de beelden waar aangever [aangever 4] in bewijsmiddel 6 over spreekt.
10.
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] , van 24 juli 2020, pagina’s 27 t/m 28 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van aangever:
Ik ben eigenaar van het bedrijf " [bedrijf 7] B.V. gevestigd aan de [adres 7] . 9 juli 2020 hebben medewerkers van mijn bedrijf 2 vrachtwagens geparkeerd bij mijn bedrijf. Ze hebben de vrachtwagens geparkeerd achter de hal. De vrachtwagens waren niet te zien vanaf de openbare weg. Het terrein was afgesloten middels een hek. De kentekens van de vrachtwagens zijn [kenteken 11] en [kenteken 12] . 10 juli kwam ik op het terrein en zag dat in beide vrachtwagens was ingebroken. Ik zag dat het zijraam aan de bestuurderskant van de vrachtwagen met het kenteken [kenteken 11] was ingeslagen. Ik zag dat het zijraam van de vrachtwagen met het kenteken [kenteken 12] aan de passagierskant was ingeslagen. Er is niets ontvreemd. Ik heb bij de omheining gekeken hoe degene die de ramen heeft ingeslagen binnen ons terrein is gekomen. Ik zag dat het gaas was losgeknipt.
Bewijsoverweging:
Met betrekking tot het bewijs voor de feiten in tenlastelegging met parketnummer
08-100764-21 onder 2 primair en onder 3 primair, overweegt de rechtbank als volgt:
Deze feiten zijn in dezelfde plaats, in dezelfde nacht (van 9 op 10 juli 2020) en met dezelfde modus operandi gepleegd als de overige onder 2 primair en 3 primair ten laste gelegde feiten.
Gelet hierop en op de overige bewijsmiddelen zoals hierboven weergegeven acht de rechtbank alle onder 2 primair en 3 primair tenlastegelegde onderdelen wettig en overtuigend bewezen.