In deze zaak heeft verzoeker, betrokken bij een verkeersongeval op 15 juli 2016, een deelgeschilprocedure aangespannen tegen Euro Insurance, de verzekeraar van de tegenpartij. Verzoeker vraagt de rechtbank om een verklaring voor recht dat Euro Insurance zich moet houden aan de bevindingen van deskundigenrapporten en om een voorschot op de schadevergoeding van € 25.000 en buitengerechtelijke incassokosten van € 16.581,93. Euro Insurance erkent de aansprakelijkheid voor het ongeval, maar betwist de hoogte van de gevorderde bedragen en de noodzaak van de gevraagde onderzoeken.
De rechtbank oordeelt dat Euro Insurance zich moet houden aan de deskundigenrapporten van dr. W.I.M. [A] en drs. [B], die de medische situatie van verzoeker hebben onderzocht. De rechtbank wijst een voorschot op de schadevergoeding toe van € 10.000, omdat verzoeker voldoende heeft aangetoond dat hij recht heeft op een voorschot, ondanks dat de uiteindelijke schade nog niet is vastgesteld. Ook wordt een voorschot op de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, maar de kosten van de advocaat van verzoeker worden afgewezen omdat deze niet voldoende zijn onderbouwd.
De rechtbank bepaalt verder dat Euro Insurance binnen veertien dagen de toegewezen bedragen moet betalen en dat verzoeker moet meewerken aan een verzekeringsgeneeskundig onderzoek door drs. [C]. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Euro Insurance direct moet voldoen aan de betalingsverplichtingen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.