Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid[eiser 1] .,
[eiser 3],
1.De procedure
3.De feiten
4.Het geschil
In conventie
5.De beoordeling
1.016,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Overijssel op 27 september 2022, staat de vraag centraal of de curator moet meewerken aan het doorhalen van conservatoire beslagen op de auto’s van de eisende partij, [eiser 1] c.s. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het beslag als opgeheven geldt, aangezien de rechtbank Overijssel eerder op 18 mei 2022 had geoordeeld dat de eisende partij niet aansprakelijk was voor het faillissementstekort van [X] B.V. en de conservatoire beslagen had opgeheven. De curator, mr. Thomas Henricus Ignatius Maria Pierik, heeft echter geweigerd om mee te werken aan de doorhaling van de beslagen, omdat hij in hoger beroep wilde gaan tegen het vonnis van de rechtbank. Dit leidde tot de kort geding procedure waarin [eiser 1] c.s. vorderde dat de curator de beslagen op de auto’s zou doorhalen en de notariskosten zou vergoeden.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is voor [eiser 1] c.s., aangezien de auto’s nodig zijn voor bedrijfsactiviteiten en privégebruik. De curator heeft onvoldoende betwist dat de beslagen op de auto’s een belemmering vormen voor de bedrijfsvoering en het privéleven van [eiser 1] c.s. De voorzieningenrechter heeft de curator opgedragen om de beslagen binnen drie dagen na het vonnis door te halen, op straffe van een dwangsom. Daarnaast is de curator veroordeeld tot betaling van de notariskosten en andere kosten die [eiser 1] c.s. heeft gemaakt in verband met de doorhaling van de beslagen. De vordering van de curator in reconventie is afgewezen, omdat deze niet-ontvankelijk werd verklaard.